• No results found

HOOFDSTUK 5: Conclusie en aanbeveling

5.2. Aanbeveling

Naar aanleiding van bovenstaande conclusie lijkt een wetswijziging omtrent de inzet en het gebruik van de Mr. Big-methode noodzakelijk. De voornaamste conclusie was dat er een ernstige beperking kleeft aan de controle- en toetsingsmogelijkheid. Om te bewerkstelligen dat aan deze controle- en toetsingsmogelijkheid in de toekomst een betere invulling kan worden gegeven en discussie weg hierover te nemen, zullen de undercovertrajecten zoveel mogelijk audio(visueel) geregistreerd moeten worden. Op dit moment vindt vaak geen auditieve en/of audiovisuele registratie plaats, vanwege het risico dat zou kleven aan het maken van de opnames en ter bescherming van de tactieken. De verslaglegging in de processen-verbaal lijkt niet voldoende informatie te bevatten om te kunnen toetsen of de

proceedings as a whole eerlijk zijn geweest. Het opnemen van WOD-trajecten zou in het

belang van waarheidsvinding, de verbetering van opsporing en het recht op een eerlijk proces een waardevolle aanvulling zijn. Dit zal eerder regel dan uitzondering moeten worden, slechts indien zwaarwegende belangen – zoals een te groot gevaar of risico voor de undercoveragenten - worden aangevoerd kan hier vanaf worden geweken. Naast het feit dat het audio(visueel) registeren ervoor zal zorgen dat de controle- en toetsingsmogelijkheid wordt verbeterd, zal het er ook toe leiden dat het WOD-traject transparanter en betrouwbaarder wordt. De verdediging zal dan een eerlijke strijd kunnen aangaan doordat de

verweren duidelijk geformuleerd kunnen worden en hierdoor kan de rechter zijn uitspraken beter motiveren.

Literatuurlijst

Literatuur

Bal, DD 2001/9

P. Bal, ‘“Jail plants” in Nederland: Amerikaanse toestanden of toch niet?’, Delikt en

Delinkwent 2001/9, p. 914-929.

Blom, in: T&C Strafvordering 2017, art. 126j WvSv

T. Blom, ‘Commentaar op art. 126j WvSv’, in: C.P.M. Cleiren e.a. (red.), Tekst &

Commentaar: Strafvordering, Deventer: Kluwer 2017.

Brants e.a. 2003

C.H. Brants, P.A.M. Mevis, E. Prakken en J.M. Reijntjes, Op zoek naar grondslagen, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2003.

Buruma, NJCM-Bulletin 2000

Y. Buruma, ‘Stelselmatig - een sleutelbegrip in de Wet Bijzondere

Opsporingsbevoegdheden’, NJCM-Bulletin. Nederlands Tijdschrift voor de Mensenrechten 2000, p. 649-658.

Connors, Patry & Smith, P,C&L 2018/25

C.J. Connors, M.W. Patry & S.M. Smith, ‘The Mr. Big technique on trial by jury’,

Psychology, Crime & Law 2018/25, p. 1-22.

Corstens, Borgers & Kooijmans 2018

G.J.M. Corstens, M.J. Borgers & T.J. Kooijmans, Het Nederlands strafprocesrecht (9e ed.), Deventer: Wolters Kluwer 2018.

Van der Hoogen, Computerrecht 2007/169

R. van der Hoogen, ‘E-Justice: beginselen van behoorlijke elektronische rechtspraak’,

Van Kempen, Strafblad 2011/1

P.H.P.H.M.C. van Kempen, ‘Verdedigingsrechten in het vooronderzoek in Nederland',

Strafblad 2011/1, p. 10-24.

Van Koppen & Horselenberg, Strafblad 2018/2

P.J. van Koppen & R. Horselenberg, Van toneelspelende politiemensen en onwetende verdachten die bekennen tegen Mr. Big, Strafblad 2018/2, p. 63 -75.

Kruisbergen, Strafblad 2018/4

E.W. Kruisbergen, ‘De inzet van Mr Big en andere undercovertechnieken - Pleidooi voor een meer open en genuanceerd debat’, Strafblad 2018/4.

Milward, U.B.C. Law review 2013/46

D. Milward, ‘Opposing Mr. Big in principle’, U.B.C. Law review 2013/46, p. 81-119. Moore, Copeland & Schuller, C.L.Q. 2014/55

T.E. Moore, P. Copeland & R.A. Schuller, ‘Deceit, betrayal and the search for truth: legal and psychological perspectives on the mr. big strategy’, The Criminal Law Quarterly 2014/55, p.348-404.

Moore & Keenan, II-RP 2013/5

T. Moore & K. Keenan, ‘What is voluntary? On the reliability of admissions arising from Mr. Big undercover operations’, Investigative Interviewing: Research and Practice 2013/5, p. 46- 56.

Prakken, NJB 2001

E. Prakken, ‘Politie achter de tralies: boevendroom of nachtmerrie?’, NJB 2001, p. 1743-1747 Stevens & Verhoeven, DD 2011/9

L. Stevens & W.J. Verhoeven, ‘Wat is er mis met een “goed gesprek”? En exploratief onderzoek naar pressie tijdens politiële verdachtenverhoren en risico’s op valse bekentenissen’, Delikt en Delinkwent 2011/9.

De Vocht, in: T&C Strafvordering 2017, art. 6 EVRM

D.L.F. de Vocht, ‘Commentaar op art. 6 EVRM’, in: C.P.M. Cleiren e.a. (red.), Tekst &

Commentaar: Strafvordering, Deventer: Kluwer 2017.

Internetartikelen

Van Biezen , De Bonjo juni 2016

A. Van Biezen, ´Dubieuze undercoveroperaties’, De Bonjo juni 2016. Geraadpleegd via

http://bonjo.nl/phocadownload/bonjo-jaargang-11-nummer-3.pdf. Droogleever Fortuyn, Advocatenblad 19 mei 2016

S. Drooglever Fortuyn, ‘Mister Big-methode is gevaarlijk’, Advocatenblad 19 mei 2016. Geraadpleegd via https://www.advocatenblad.nl/2016/05/19/advocaten-hekelen-mister-big- methode-wegens-controlegebrek/.

Van Ooij, Nieuwsuur 11 oktober 2018

D. van Ooij, ‘Gewiekste undercovermethode ‘mr. Big’ laat iedereen bekennen’, Nieuwsuur 11 oktober 2018. Gepleegd via https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2254383-gewiekste-

undercovermethode-mr-big-laat-iedereen-bekennen.html.

Schravesande, NRC 8 juni 2017

F. Schravesande, ‘Mr Big, de agent die criminelen verwent en ze dan pakt’, NRC 8 juni 2017. Geraadpleegd via https://www.nrc.nl/nieuws/2017/06/07/mr-big-de-politieman-die-

criminelen-verwent-en-ze-dan-pakt-10968535-a1562014. Vegterlo, NRC 5 november 2015

A. Vegterlo, ‘Het strand kan ook best een verhoorkamer zijn’, NRC 5 november 2015. Geraadpleegd via https://www.nrc.nl/nieuws/2015/07/17/het-strand-kan-ook-best-een- verhoorkamer-zijn-1518200-a196655

Voskuil, AD 10 oktober 2018

K. Voskuil, ‘Betere controle op omstreden verhoormethode’, AD 10 oktober 2018. Geraadpleegd via https://www.ad.nl/binnenland/betere-controle-op-omstreden- verhoormethode~aafb98a9/.

WODC-onderzoek :

Kruisbergen, De Jong & Kouwenberg 2010

Kruisbergen, E.W., Jong, D. de, Kouwenberg, R.F. Opsporen onder dekmantel. Regulering, uitvoering en resultaten van undercovertrajecten, Den Haag: WODC 2010.

Jurisprudentie:

Nationaal

Zaak Wim S.:

Rb. Zeeland-West-Brabant 23 mei 2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:3060. Hof ’s-Hertogenbosch 5 februari 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:421. Zaak Posbankmoord:

Rb. Gelderland 7 juni 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:3030.

Hof Arnhem-Leeuwarden 15 maart 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:2415. HR 19 december 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZD0328.

Hof Arnhem 12 mei 2003, ECLI:NL:GHARN:2003:AF8395.

HR 9 maart 2004,ECLI:NL:HR:2004:AN9195, m.nt. T.M Schalken. Rb. Zwolle-Lelystad 3 mei 2007, ECLI:NL:RBZLY:2007:BA4345. Hof Den Haag, 30 maart 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:851.

EHRM

EHRM 8 december 1983, A71 (Pretto t. Italië).

EHRM 20 november 1989, nr. 11454/85 (Kostovski,t. Nederland).

EHRM 28 augustus 1991, nrs. 11170/84, 12876/87 en 13468/87, A211 (Brandstetter t.

Oostenrijk).

EHRM 16 december 1992, nr. 13071/87 (Edwards t. UK). EHRM 25 februari 1993, NJ 1993/485 (Funke t. Frankrijk). EHRM 27 oktober 1993, NJ 1994, 534 (Dombo t. Nederland). EHRM 24 november 1993, NJ 1994/459 (Imbrioscia t. Zwitserland). EHRM 8 februari 1996, NJ 1996/725 (Murray t. VK).

EHRM 23 april 1997, nr. 21363/93 (Van Mechelen e.a./Nederland) EHRM 16 februari 2000, 27054/95, (Jasper t. VK).

EHRM 11 juli 2006, nr. 54810/00, §117 (Jalloh t. Duitsland).

EHRM 29 juni 2007, nrs. 15809/02 and 25624/02 (O’Halloran & Francis t. VK). EHRM 10 maart 2009, 4378/02 (Bykov t. Rusland).

EHRM 4 november 2010, nr. 18757/06 (Bannikova t. Rusland).

EHRM 15 december 2011, nr. 26766/05 en nr. 22228/06 (Al-Khawaja & Tahery t. VK). EHRM 24 juni 2008, nr. 74355/01, §37-38 (Milinienė t Litouwen).

EHRM 15 december 2015, nr. 9154/10 (Schatschaschwilli t. Duitsland).

Supreme Court of Canada R v Hart, 2012 SCC.

Kamerstukken:

Kamerstukken II, 1995/96, 24072, nrs. 10-11. Kamerstukken II, 1996/97, 25403, nr. 3. Kamerstukken II, 1996/97, 25403, nr. 7. Kamerstukken II, 1998/99, 26269, nrs. 4-5. Kamerstukken II, 2004/05, 29940, nr. 1.

Staatsblad/Staatscourant:

Stb. 2000, 32

Staatsblad 2000, 32; vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding.

Stcrt. 1997, 68

Staatscourant 1997, 68; richtlijn schriftelijke verantwoording strafzaken

Stcrt. 2014, 24442

Staatscourant 2014, 24442; Aanwijzing opsporingsbevoegdheden.

Parlementaire stukken: