A.L. de Rop
bron
A.L. de Rop, De circus. L.J. Veen, Amsterdam 1890
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/rop_002circ01_01/colofon.php
© 2010 dbnl
2
EEN SIERLIJKE SPRONG OVER DE VLAGGEN.
A.L. de Rop, De circus
[De circus]
De meester clown roept: rombombom!
Nu knapjes opgelet;
Maar leerling clown kijkt zuur en dom Hij brengt het nooit tot Z.
4
KUNSTENMAKERS.
A.L. de Rop, De circus
De clown wil ook eens visschen, Ja, visschen voor pleizier, En nu heeft hij gevangen Een vlindertje
van papier.
Zoo sta ik mooi, Bromt de olifant;
Maar de arme schaatsenrijder Komt in het zand te land.
6
DE CLOWN STEEKT IN EEN EZELSVEL.
A.L. de Rop, De circus
DE LUCHTSPRONG VAN DEN LEEUW.
8
Clowntje! houd je stevig vast;
Onder 't rijden opgepast, Want een buit'ling maakt gij wis Nu de langoor
koppig is.
De grappige clown roept: hi ha ha!
Wie doet mij dat eens na?
A.L. de Rop, De circus
DE GELEERDE OLIFANTEN.
10
De makke duifjes vreezen niet Al knalt het schietgeweer;
Zij weten: 't mooie meisje doet Haar liefjes toch geen zeer.
Húpsa! en op dat bevel Springt door 't hoepeltje Fidel.
A.L. de Rop, De circus
GEDRESSEERDE HONDJES.
12
Aftesullen op een bal Is toch meer dan niemendal;
Doch een varken te dresseeren Kan ook iedereen niet leeren;
Maar doen knielen 't groote paard,
Dat is zeker 't meeste waard.
A.L. de Rop, De circus