Tijdschrift van het
N ederlands Radiogenooischap
D EEL 21 No. 4 JU L I 1956
Recente ontwikkelingen
van scheeps-richtingzoekers cn gelcidebakcns
door C. B. Broersma *)
Voordracht gehouden voor het Nederlands Radiogenootschap op 15 dec. 1955.
S U M M A R Y
N avigation on board ships can be divided in three different categories.
1. O ceanic N avigation.
2. L andfall N avigation.
3. N arro w w ater N avigation.
D istinct electronic navigational aids are most suitable for each of the th ree above m entioned categories.
Some m odern developm ents especially related to im proved D irection F inding technique and C ourse Beacons are described in m ore detail.
1.
Inleiding.
D e navigatie aan boord van schepen kan — zeer globaal — w orden verdeeld in drie verschillende fasen:
D e eerste fase is die der O ceaan-navigatie. H et schip bevindt zich dan ver van kusten. Deze fase w ordt gevolgd door een tw eede, welke door de Engelsen zo typisch w ordt gekenm erkt met het begrip „landfall”. D it is de periode die, om de gedachte te bepalen, begint op een afstand van 200 mijl van een kust;
deze fase strekt zich uit totd at men — ruw w eg -— de kust genaderd is tot een afstand van ongeveer 10 mijl.
H ierna volgt een derde periode welke men zou kunnen noe
men navigatie in nauw ere en nauwe vaarw ateren.
G edurende deze drie verschillende fasen zijn de eisen welke aan de navigatie gesteld worden, verschillend.
*) D irecteur R adio H olland N .V ., A m sterdam .
152 C. B. Broersma
H et is duidelijk dat een zeer nauw keurige positie bepaling midden op de O ceaan van veel m inder belang is dan w anneer men zich in een nauw vaarw ater bevindt.
Dienovereenkom stig zijn er dan ook navigatie hulpmiddelen ontw ikkeld die, al naar gelang van de behoefte, van elkaar verschillen.
Om bij de O ceaan-navigatie te beginnen:
N aast de klassieke methode van zon- en sterbestek, met als verder hulpmiddel het kompas en de snelheidsmeting, treft men thans aan het Loran systeem en het Consol systeem . O p deze systemen w ordt niet verder ingaan, aangezien zij reeds uitvoerig bij vroegere gelegenheden w erden besproken. Beide zijn plaats- bepalingssystem en welke bij uitstek geschikt zijn voor grote afstanden. Zij geven beide een nauwkeurigheid welke voldoende is voor O ceaan-navigatie doch welke onvoldoende is voor het navigeren in de nabijheid van een kust.
N aast deze, thans reeds zeer bekende en veel gebruikte sy
stemen, is men bezig aan de ontwikkeling van andere lange- afstand systemen (R ana, N avaglobe etc.)*
Een bezw aar, van zowel Loran als Consol, is dat zij niet w ereld om vattend zijn.
Bij oceaan-navigatie w ordt vanzelfsprekend de rad ar gebruikt als anti-aanvaringsm iddel.
Gedurende de tw eede fase, die der „LandfaH ’', is de richting- zoeker nog het meest w aardevolle electronische hulpmiddel.
H ier begint echter ook de rad ar als plaatsbepalingsm iddel een rol te spelen welke steeds belangrijker w ordt naarm ate men meer radar-inform atie op het scherm zal krijgen.
N aast deze tw ee hulpmiddelen kan men in bepaalde gebieden groot nut hebben van het D ecca systeem. Decca is het m eest nauwkeurige plaatsbepalings systeem dat thans bekend is. M en kan het echter nog niet overal gebruiken daar slechts beperkte gebieden op aarde van D ecca stations voorzien zijn.
Tenslotte zijn in de laatste fase, die der navigatie in nauwe vaarw ateren, radar, geleidebakens en D ecca (beperkt) van het eerste belang, doch ook de richtingzoeker blijkt hiervoor vaak van grote w aarde te zijn.
V an alle tevoren genoemde navigatie hulpmiddelen is men op
Scheeps-richtingzoekers en geleidebakens 153
het schip afhankelijk van de werking van apparatuur, opgesteld aan de wal, behalve radar.
H et meest „w ereldom vattende” hulpmiddel is de richting- zoeker, daar men langs alle kusten der aarde, in m eerdere of mindere mate, radio-bakens aantreft, welke met een richting- zoeker gepeild kunnen worden.
Alle andere plaatsbepalings system en zijn nog betrekkelijk beperkt daar grote delen der aarde niet bereikt w orden door
Loran, Consol of D ecca systemen.
Terzijde zij nog gememoreerd dat de dieptemeting door middel van het echolood eveneens voor de navigatie van groot belang is.
V andaag w orden uit de hierboven opgesomde navigatie-hulp- middelen enkele grepen gedaan en wel speciaal zullen scheeps- richtingzoekers en geleidebakens nader onder de loupe w orden
genomen.
2.
Richting zoekers.
Teneinde de peilnauwkeurigheid te vergroten van de „minimum”
richtingzoeker volgens het Bellini Tosi principe, heeft men een
„visuele indicator” ontwikkeld.
Zendernchtlng
Fig. 1.
D iagram m en Telefunken visuele peiler.
D e visuele indicatie w ordt in principe als volgt verkregen : (zie
fig. ï).
De spanning welke geïnduceerd w ordt in de zoekspoel van de goniometer (raam spanning) w ordt gevoegd bij de spanning afkom stig van een vertikale an
tenne (hulpantennespanning).
D e zoekspoel w ordt periodiek (met een freq. van ca. 45 per/sec) omgeschakeld, zodat de resul
terende „C ardioide spanning”
met een frequentie van 45 p./s.
van fase verandert. G edurende 1/90 sec. treedt de resulterende Cardioide
K l
op en gedurende een volgende 1/90 sec. treedt de CardioideK
2 op.D e resulterende geïnduceerde spanningen zijn tijdens de beide
154 C. B. Broersma
perioden van de omschakeling slechts gelijk in de richting aan
gegeven met „Zenderrichting.”
W o rd t de zoekspoel gedraaid over een hoek
a
dan w ordt de ene cardiodespanning nul terw ijl de andere groter w ordt.V oor het verkrijgen van de visuele indicatie w ordt gebruik gem aakt van de gelijkheid van beide cardiodespanningen in een bepaalde stand van de zoekspoel.
Fig. 2.
Indicatie-patronen visuele peiler.
Een optimum indicatiegevoeligheid w ordt verkregen indien de verhouding tussen raam spanning en hulpantennespanning zodanig w ordt gekozen dat de hoek
a
circa 16° bedraagt.De raam spanning w ordt periodiek omgeschakeld door middel van vier in een brugschakeling aangebrachte germaniumdioden w aarvan het al of niet geleidend zijn w ordt gestuurd door
Scheeps-richtingzoekers en geleidebakens 155
een blokspanning, afkom stig van een m ultivibrator-schakeling.
Dezelfde blokspanning w ordt gebruikt om ervoor te zorgen dat, synchroon, de twee cardioidenspanningen, na versterking en gelijkrichting, gevoerd worden, ieder afzonderlijk, naar tw ee verschillende electrodensystem en van een visuele indicator. Deze produceert naast elkaar tw ee verticale lichtbanden welke in het centrum voorzien zijn van een schaduw sector. D raait men nu voor het verrichten van een peiling aan de zoekspoel van de goniometer dan zal bij een willekeurige stand dezer zoek
spoel de lengte der schaduw sectoren niet gelijk zijn (fig. 2-3), doordat de cardioide-spanningen verschillend zijn. In de peilrich- ting zijn de cardioide-spanningen gelijk en w ordt de lengte der schaduw sectoren gelijk (fig. 2-1, bij grote veldsterkte en fig. 2-2, bij kleine veldsterkte). Fig. 2-4 en 2-5 geven de patronen w eer ten dienste van de ,,sense” bepaling.
V oor een peilnauwkeurigheid van + 1 ° zijn bij deze richting- zoeker de volgende veldsterkten nodig:
Zichtpeilingen: circa 1 microvolt per meter.
G ehoorpeilingen: circa 1,8 microvolt per meter.
V oor een absoluut minimum dat zich uitstrekt over 1° wijzer- verdraaiing moeten de veldsterkten voor resp. zicht- en gehoor- peiling 10 en 18 microvolt per m eter bedragen.
H et internationale radiobakenplan is gebaseerd op het nemen van radiopeilingen bij een veldsterkte van 50 microvolt per m eter. Deze richtingzoeker kom t hier dus royaal boven uit.
H etzelfde geldt voor een tw eede type, eveneens recent ont
wikkeld, dat berust op het principe van W atso n W a tt. (zie fig. 3). D e spanningen geïnduceerd in tw ee loodrecht op elkaar opgestelde raam antennes, (
R
l enR
q) welke een gelijke effectieve hoogte hebben, w orden via tw ee afzonderlijke versterkers
(V
l enV
q)
gevoerd naar de horizontale resp. verticale afbuig- platen (P
q resp.PR)
van een kathodestraal oscillograaf. H et is duidelijk dat indien am plitude en phase van de beide spanningen gelijk zijn, een rechte lijn w ordt beschreven op het scherm van de kathodestraal oscillograaf, welke dan direct de richting van het gepeilde baken aangeeft (hoekP
in fig. 3).D e goede w erking van dit type richtingzoeker is echter prim air afhankelijk van een nauw keurig gelijke versterkingsgraad der beide versterkers en van een nauwkeurige phase-gelijkheid.
Ongelijkheid van de versterkingsgraad van de ene versterker t.o.v. de andere geeft aanleiding tot een fout in de peiling.
156 C. B. Broersma
Ongelijkheid van de phase verhoudingen geeft aanleiding tot een ellips op het scherm.
H et is dus noodzakelijk dat voor het nemen van een peiling
Scheeps-richtingzoekers en geleidebakens 157
de amplitude en phase verhoudingen gecontroleerd worden. D it geschiedt met behulp van een ingebouwde oscillator, door het instellen van tw ee regelorganen, één voor de versterkingsgraad
en de andere voor de phaseverhouding.
Indien men hierna op de peilstand overgaat, w orden de ge
m aakte instellingen geblokkeerd zodat deze niet meer ontregeld kunnen [worden. D e betreffende uitvoering van dit toestel is tamelijk gecompliceerd doordat men *— om practische redenen — vier maal overgaat tot frequentie transform atie.
In principe w orden hierbij de spanningen afkom stig van de tw ee verschillende raam antennes welke dezelfde frequentie hebben, getransform eerd tot 2 verschillende frequenties welke dan gezamenlijk door een w eerstandsversterker w orden gevoerd, om later w eer gesplitst en vervolgens w eer getransform eerd te w orden tot gelijke frequenties.
H et tijdelijk samenbrengen der tw ee kanalen in één gemeen
schappelijk versterker is noodzakelijk teneinde de uitgangsspan- ning te kunnen regelen ten dienste van het instellen van de juiste lengte van de peillijn.
Zoals ook bij de Bellini Tosi richtingzoeker het geval is, kan de kw adrantale fout bij de richtingzoeker volgens het W atson
W a tt principe w orden gecompenseerd.
Bij het vervangen van de kathodestraalbuis moet het apparaat opnieuw gecalibreerd w orden om dat de peilnauwkeurigheid van
zelfsprekend afhankelijk is van de „Af buiggevoeligheid der betreffende kathodestraalbuis.
N achteffect kan bij dit type richtingzoekers spoedig w orden waargenom en doordat de peillijn dan zal vervorm en tot een
„nauw er of breder w ordende” ellips.
De lange as van deze ellips geeft dan de peilrichting w eer.
M en kan met deze richtingzoeker ook tw ee bakens gelijktijdig peilen. M en krijgt dan op het scherm een paralellogram w aarvan ieder der tw ee paren evenwijdige zijden de richting aangeven.
Zoals reeds in de inleiding vermeld heeft de richtingzoeker voor scheeps navigatie thans grote w aarde tijdens de periode van de z.g. “L andfall”.
D oor de grote „gevoeligheid” van de hier beschreven nieuwe ontw ikkelde typen, is de afstand w aarop men van een zeker baken een betrouw bare peiling kan krijgen, vergroot.
Bij de richtingzoeker bevindt zich het richtingbepalend element dus aan boord van het schip en w ordt gebruik gem aakt van alzijdig stralende bakens aan de wal.
158 C. B. Broersma
3.
G eleideb eikens.
Bij de volgende categorie navigatie hulpmiddelen, die der ge- leidebakens, bevindt zich het „richting-bepalende elem ent’' aan de w al terw ijl aan boord van het schip gebruik gem aakt w ordt van een niet richtinggevoelige ontvanger.
D e geleidebakens zijn in eerste instantie korte afstand navi
gatie hulpmiddelen.
Ken drietal typen w ordt hier beschreven.
H et eerste type w erd ontw ikkeld in Frankrijk door de „Service des Phares et Balises” en w erkt op frequenties van ongeveer 300 kc/s. H et antenne systeem van dit bakentype bestaat uit een combinatie van een raam antenne en een verticale antenne.
De verticale antenne w ordt in een bepaald ritme gevoed in phase, dan wel in tegen-phase t.o.v. de raam antenne.
H ierdoor ontstaan 2 cardioide-vormige stralings diagrammen zoals aangegeven in fig. 4. Indien een w aarnem er zich op de lijn van
A
naarD
begeef t, dan neemt hij op de puntenA, B, C, D
signalen w aar, als aangegeven bij
a, by c
end
respectievelijk.In dit voorbeeld w ordt ge
sleuteld met de complementaire m orseletters
F en L
; iederecombinatie kan natuurlijk geko
zen w orden. De koerslijn loopt over het punt
C.
In deze richting is het signaal constant. D oor een bepaalde verhouding van de voedingsstrom en naar verticale- en raam -antenne te kiezen heeft men de bundelscherpte in de hand.
Ken practisch voorbeeld van een zodanig baken met een smalle bundel van 4 boog-minuten is het volgende :
2 k W baken, raam oppervlak 620 mr, raam stroom 10 amp. ; verticale antenne 27 m eter, antennestroom aan de voet 0.65 amp.
D it baken heeft op een afstand van 10 mijlen een breedte van de equisignaalsector van 25 meter.
M en heeft ook proeven genomen in het gebied van 3 M c/s, doch hinderlijke reflecties van het omliggend terrein gaven voor de praktijk geen bevredigende resultaten.
Ken Verwante ontwikkeling heeft men in Zw eden uitgevoerd.
Fig. 4.
Principe raam antenne baken.
Scheeps-richtingzoekers en geleidebakens 159
M en heeft hier gebruik gem aakt van tw ee loodrecht op elkaar geplaatste ramen w aarvan het ene raam met een constante stroom w ordt gevoed en het tw eede raam met een stroom welke in een bepaald ritme gewijzigd w ordt in gelijke fase dan wel in tegenfase. V oor het principe w ordt verwezen naar fig. 5. D e stralingsdiagram m en 1 en o ontstaan beurtelings als resultante in het ritme van het aangelegde signaal. In het voorbeeld is dit een punt-streep signaal. In het vlak van de raam antenne met de kleinste effectieve hoogte geeft dit aanleiding tot een continu-signaal. Ter weerszijden hiervan ontstaan hetzij punten, hetzij strepen. D e veldsterkten in de richting van max. straling der beide antennes hebben een hoekverschil van 90°.
D e koerslijn bevindt zich in de richting van maximale straling van die antenne welke het kleinste veld opwekt.
H et beschreven voor
beeld w ordt gesleuteld in een streep-punt ritme.
N aast bovengenoemde tw ee verw ante systemen w ordt nog een Zw eedse ontwikkeling genoemd en w el die van het ,,roterend spreekbaken” der A.G.A.
D it baken w erkt in het V . H. F. gebied ( ± 160 M c/s).
H et antenne systeem be
staat uit 2 scherp gerichte Yagi-system en w aarvan de hoofdbundels gericht zijn in 2 richtingen welke nauw keurig 180° verschillen. In lig. 6 zijn zij aangegeven met 2 en 3.
Deze Yagi-antennes roteren eenparig. Boven deze 2 antennes is een 3de antenne opgesteld, een z.g. „m askeerantenne”, aan
gegeven met 1, welke gelijktijdig met de Y agi’s met dezelfde snelheid eenparig draait.
D e maxima en de minima van het stralingsdiagram van deze m askeerantenne zijn in richting 90° verschoven t.o.v. resp. de maxima en minima van de Yagi's.
O p de functie van de m askeerantenne w ordt later terugge
komen. De richting informatie w ordt verkregen met de Y agi’s.
•oo%
Fig. 5.
Principe K ruisraam Baken.
160 C. B. Broersma
Terwijl deze eenparig ronddraaien w ordt de zender w aarm ede zij verbonden zijn gemoduleerd met spraak en wel in de vorm:
nul-één, nul-twee, nul-drie, nul-vier etc., hetgeen de code in
form atie vertegenw oordigt: 10°, 20°, 30° 40°.
De tw ee Y agi’s geven niet het
zelfde signaal doch op het ogen
blik dat de ene Yagi besproken w ordt met bijv. nul-één, (10°), w ordt de andere Yagi besproken met één-negen (190ü), gelijktijdig w ordt dus in tw ee richtingen spraakinfor- matie gegeven met getallen die 180°
verschillen. Bevindt men zich dus binnen het bereik van dit baken, dan zal men in een normale V H F ontvanger, op het ogenblik dat de hoofdbundel naar de plaats van de w aarnem er gericht is, een getal ver
nemen, w aardoor de richting be
kend is. De m askeerantenne w ordt gevoed door h.f. stroom van dezelf
de frequentie, doch gemoduleerd met een l.f. toon van 150 p/s welke zeer rijk is aan harmonischen. Zij heeft to t doel om een sterke stoor- toon te produceren gedurende de tijd dat de hoofdbundel van de yagi’s niet over het w aarne- m ingspunt loopt. Hierm ede w orden valse waarnem ingen t.g.v.
de zijlussen van de yagi’s voorkomen; immers op het ogenblik dat men t.g.v. een nevenlus een verkeerde w aarnem ing zou kunnen krijgen w ordt men hevig gestoord door het m askeer- signaal.
D e d rie antennesystem en zijn op een gemeenschappelijke mast opgesteld welke door een m otor w orden aangedreven. D e drie zenders hebben een gemeenschappelijke kristaltrap welke zich splitst in drie kanalen die na passende versterking, afzonderlijk gemoduleerd worden.
D e „2 bakenspraakzenders” hebben een uitgangsvermogen van 5 W a tt, de „m askeerzender” heeft een uitgangsvermogen van 50 W a tt.
<*—
Fig. 6.
Principe A .G .A . roterend V .H .F .-baken.
Juli 1956 - Deel 21 - No. 4 161
Tijdmetingen met impulsen in de radartechniek
door C. Ie Com te*)
Voordracht gehouden voor het Nederlands Radiogenootschap op 20 febr. 1956
S A M E N V A T T I N G
In deze voordracht w ordt een in de radartechniek toegepaste inrichting voor het m eten van korte tijden nader onderzocht.
D e beschreven inrichting vindt vooral daar toepassing, w aar snel ver
anderende tijden m oeten w orden gem eten m et w einig tijdverlies, en desgew enst autom atisch. N agegaan w ordt, w elke nauw keurigheid bij dit systeem bereikt kan w orden.
1.
Inleiding.
R adarsignalen kunnen ons inlichtingen verschaffen over de plaats van een voorw erp in de ruimte. W e willen ons hier alleen bezighouden met het bepalen van de
afsta?id
van het gedetecteerde voorw erp tot het radartoestel. D it afstandsgegeven zit opgesloten in het tijdsverschil tussen het tijdstip w aarop een energie-impuls de ruimte w ordt ingezonden en het tijdstip w aar
op de gereflecteerde energie w ordt ontvangen.
H oe nauw keuriger we dit tijdsverschil kunnen bepalen, des te nauw keuriger zal ook de afstand van het reflecterende voor
w erp bekend zijn.
V oor bepaalde toepassingen is niet alleen grote nauw keurig
heid, doch ook snelle uitvoering van de meting noodzakelijk.
Speciaal bij snel bewegende doelen als vliegtuigen heeft alleen snelle plaatsbepaling nut. Bovendien wil men veelal uit de ver
andering van de afstand met de tijd de radiale snelheidscompo- nent bepalen. D it als een van de nodige gegevens om de posi
tie op enig tijdstip in de toekom st te kunnen voorspellen.
Ben practische eis voor een bepaalde toepassing is b .v .: het tijdsverschil tussen de door de radarzender uitgezonden energie- impuls en de ontvangen echo-impuls te meten met een nauw keurigheid overeenkomend met een afstandsfout van ca 15 m.
op een schaal van ca 15 km., en wel zodanig, dat de gemeten afstand komt vast te liggen in de hoekverdraaiing van een as.
*) Philips Telecom m unicatie Industrie, H uizen.
162 C. Ie Comte
Deze hoekverdraaiing moet evenredig zijn met het gemeten tijds
verschil.
2.
Beschrijving van het systeem.
V oor nauwkeurige en snelle meting zouden we gebruik kunnen maken van een inrichting volgens fig. 1.
Signalen van Radartoestel
Meetknop b
Elektronenstraal- Oscillograaf
Fig. 1.
Principeschem a van een inrichting voor tijdm etingen.
W e zien in deze fig.:
a.
Ken zaagtandgenerator welke een zaagtandspanningVz
=V\o
H-at
opw ekt. (Vzo
is de w aarde vanVz
tentijde
t —
o, d at is het tijdstip, w aarop de energieimpuls de zender verlaat).b.
Een precisie-potentiom eter, w aarm ede d.m.v. een m eetknop de spanning
V
t w ordt ingesteld, welke spanning nauw keurig evenredig is met de hoekverdraaiing van deze knop.c.
Een inrichting, w aarin de w aarde vanVz
w ordt vergeleken met de ingestelde w aarde
V
t-
D e inrichting heeft de eigenschap, dat op het tijdstip
t — T
w aaropVz
=V
t w ordt, aan een uitgangsklem een meetimpuls w ordt opgewekt.d.
Een electronenstraal-oscillograaf, w aarop de meetimpuls in de vorm van een heldere stip verschijnt, terw ijl de ontvangen echo's als verticale deflecties zichtbaar zijn.W e kunnen nu met de m eetknop de w aarde van
V
t veranderen (zie fig. 2). Hierbij zal d an de heldere m eetstip op de tijdlijn van de oscillograaf heen en w eer schuiven. D e meetknop w ordt nu zo ingesteld, dat de m eetstip op het front van de echo verschijnt. O p een met de meetknop gekoppelde schaal-
Tijdmetingen met impulsen in de radartechniek 163
zm
Fig. 2.
Spanningsvorm en aan de schakeling volgens fig. 1.
verdeling kunnen we nu de afstand aflezen. D it ap p araat zou dus de gewenste eigenschappen hebben. W e zullen meteen een getallenvoorbeeld geven:
G rootste te meten afstand: I 5 km ->
Tm = loo ju s.
(D.w.z. door de potentiom eter van het begin tot het eind te verdraaien veranderen we
T
van o tot IOOju
s).V ereiste nauw keurigheid: I 5 m -* 0,1
/u
s (io -3Tm
). . Im pulsduur van de echo 0,3/u
s.Stijgtijd van het echofront: o,I
jus.
Instelnauw keurigheid van de m eetstip op het echofront: ca 0,01
ju
s (io -4Tm
).De vraag is nu, welke eisen we aan de diverse componenten moeten stellen, om de vereiste nauwkeurigheid te bereiken.
Foutenbronnen zijn o.a.
Ie Fout van de precisie-potentiom eter (kleiner dan 2,5 IO-4).
2e Fout in de instelling (ca IO-4).
3e Fouten in
Vz
.3.
De zaag tan dg ener a tor*
Mijn bedoeling is, om hier iets nader in te gaan op de zaag- tandgenerator teneinde te onderzoeken of het mogelijk is, deze zodanig te maken, dat de afwijking tussen de opgewekte span
ning en
Vz
=Vzo
4-at
kleiner is dan 2.lo -4Vzm (Vzm
is de grootste w aarde van
V2).
E r moet n.1. ook nog iets overschieten voor ijkfouten, tempe- ratuurdrift, drift t.g.v. voedingsspanningsvariaties etc.
W e beginnen met het tekenen van een eenvoudige schakeling voor het opwekken van een zaagtandspanning (zie fig. 3).
Zolang de electronenschakelaar S gesloten is, is
Vz — Vzo —
Rs
164 C. Ie Comte
Bi) het openen van de schakelaar op het tijdstip
t
= O krijgen w e :V,_ Vzo
+ (Vb - Vzo
I - e RCo f
V.
=Vzo + (Vi
-Vzo) RC 2 \R C e w e , t Y
i + -Vb
Q
c
R,
Fig. 3.
X
Eenvoudige zaagtand generator.
W e wi llen nu om te beginnen vaststel
len, dat de aanwezigheid van een inwendige w eerstand in de electronenschakelaar voor de verdere beschouwing niet belangrijk is*
D e spanning
Vzo
kan n.1. in het systeem altijd wel op de een of andere wijze w orden gecompenseerd. D it geldt ook voor de invloed van
Vzo
op de aanvangshelling:'d V \ V, - Vz
zodt RC
W e zullen daarom in onze verdere be
schouwing
Vzo = O
stellen.D e grootte van de hogere graadsterm en is m aatgevend voor de afwijking van het lineaire verband tussen
Vz
ent.
Nu hebben we alleen interesse voor het geval dat deze af
wijking zeer klein is. In dit geval moet 2
RC
« I zijn, en de verdere term en zijn dan nog veel kleiner.W e kunnen dus zonder bezw aar voor de eerste benadering noteren:
V. = Vt t
IV zy
RC
2 O )w aarbij we in de 2e graadsterm
RC,
do or
Vz V,\
hebben vervangen
Zouden we op deze wijze een zaagtandspanning willen reali
seren w aarvan de afwijking van de rechte lijn niet meer is dan 2.1 o-4
Vztn
dan zou--- — niet groter mogen zijn dan ca IO-3.2Vb
N u kunnen we voor
Vzm
niet een willekeurig kleine w aarde kiezen.D e drift van het zaagtandniveau en de goede w erking van de
Tijdmetingen met impulsen in de radartechniek 165
,r Hl---vb
* 1 R Tr
o—i---r c (1-S)x Ml-S)
vergelijkingsschakeling maken het wenselijk,
Vzm
niet kleiner dan ca ioo V olt te kiezen.Als we dus over
Vz
spreken denken we aan een piekw aarde van ca IOO V olt. Zouden we dus op de beschreven wijze een zaagtandspanning van de gewenste nauwkeurigheid willen opwekken, dan zouden we moeten uitgaan van
Vb —
50-000 V olt.D it is onpractisch en we moeten dus iets anders verzinnen.
W e zouden ons doel bereikt hebbefi, indien we op een of andere wijze konden bew erkstelligen, dat gedurende de zaag- tandtijd de stroom door de capaciteit
C
constant bleef.De schakeling van fig. 4 heeft deze eigenschap mits
d =
O."We brengen
Vz
aan de ingang van een versterker, w aarbij we aannemen dat deze versterker geen stroom aan het ingangscircuit onttrekt.
D eze versterker heeft een span- ningsversterking gelijk aan I. Aan de uitgang van deze versterker ont
staat dezelfde spanning
V
x, welke in serie metV
b w ordt geschakeld.De stroom / door de w eerstand
R
zal nu na het openen van de schakelaar V constant blijven. Ik wil er wel even op wijzen, dat bij het practische ontw erp de batterij
Vb
niet op de getekende plaats aanwezig is. Deze uitvoering zou allerlei bezw aren met zich meebrengen. V oor de verklaring van het systeem is het echter eenvoudiger, dit even zo te zien.
Theoretisch hebben we hiermede ons doel bereikt.
Practisch 'zitten we met de moeilijkeid, dat een versterker met spanningsversterking gelijk aan I niet realiseerbaar is.
R ealiseerbaar is een versterker, w aarvan de versterking weinig van I verschilt, en wel des te gem akkelijker naarm ate een grotere afwijking toegestaan kan w orden. W T willen nu eens nagaan, w at de gevolgen zijn, ale we de versterking gelijk maken aan I —
d,
w aarinö
een getal « i.Fig. 4.
Principe van de „bootstrap”-
zaagtand gen erator.
D an vinden w e:
Ic =
V, + ( i - ó) Vz - Vz Vz
D us
dV z Ie R R
V.
* <5V.
dt C RC RC
Deze vergelijking geeft, met
Vzo = 0:
166 C. Ie Comte
of, daar we ons alleen interesseren voor kleine afwijkingen van de rechte lijn: .
V. Vs RC
<5 V'Vs V,
W e zien hieruit, dat we de afwijking t.o.v. de rechte lijn met een factor
b
hebben verbeterd (zie 1).N u zou het voor het practische ontw erp nuttig zijn, als we de w aarde van
Vb
ongeveer gelijk aanVzm
konden kiezen. Doen we dit, dan w ordt de 3e graadsterm gelijk a a n ---Vzm
.2
o m nu aan de gestelde eis te voldoen, zou — zichten hoog- ste mogen bewegen tussen — 2.IO-4 en + 2.IO-4, dat wil zeggen, 2
als de versterking eenmaal is afgeregeld, mag deze nog hoogstens door allerlei oorzaken O,O4°/0 groter of kleiner w orden dan I.
D it is een zw are eis t.a.v. de stabiliteit.
Een versterker die een dergelijke stabiliteit kan bezitten is de ;z .g. ,,kathode volger”. W e kunnen deze b.v. toepassen op
In deze hg. zien we tevens op we lke manier de spanning
Vb
in het systeem kan w orden aangebracht, n.l. door middel jvan een via een 2e electronenscha- kelaar
S2
opgeladen condensator. H et is jammer, dat deze ver
sterker altijd een versterking kleiner dan I heeft, al kan dat dan ook een betrekkelijk klein verse hii zijn.
Een realiseerbare w aarde is b.v. 0,98 zodat
d = 0,02.
D aar een dergelijke simpele en stabiele versterker ons erg aantrekkelijk lijkt, willen we eens zien, of er niets gedaan kan worden, om de afwijking te corrigeren.
W e doen dit door de schakeling van lig. 6 toe te passen.
de in fig. 5 getekende wijze, vb+vz(i-8)
U itvoeringsvorm van de ,»boots
tra p ”-zaag tandgenerator.
Tijdmetingen met impulsen in de radartechniek 167
Vb*Vz (1-8) Ü5.
---1»-
i
s Vc ±Cb-d>R.
(1-I,8)x
L
Fig. 6.Principe van de gecorrigeerde „ boots
trap -zaag tandgenerator.
De condensator
C
is hier samengesteld uit 2 in serie gescha
kelde condensatoren
Ca
enC&.
v2(1-8) H et aftakpunt is verbonden met de versterkeruitgang via een - Ca --- w eerstand
R.
In de rusttoestand van het systeem zijn beide uiteinden van
R z
op dezelfde potentiaal, zodatIt = O.
N a het openen van ^ op het tijdstipt — O
zal de potentiaal links van
R,
langzam er stijgen dan die rechts vanR x
(mits
Cb
niet te groot is), doordatVc
in eerste benadering gelijk is a a n ----
Ca Vz.
W e kunnen n.1. altijd zorgen dat — < i - <5
c
D oor
R x
zal dus een met de tijd toenemende stroom naarCa Ca
gaan vloeien, welke aan de spanning
Vc
als functie vant
eeneen extra positieve 2e graadsterm zal bezorgen.
D eze zullen we in
Vz
terugvinden.W e kunnen noteren:
t t
V,.
=— I
(ƒ_. + ƒ,)dx
+I Ic dx
Ca Ca
Ic d x Ca I\ dx
=Vtt
+V„
w aarin
c
ICa Cb
H ierin is
Ir =
Dus
dV „ dt
Icc
1 (3)en
dV zz
(4)dt Ca
L = Vi -
Vz Vi
<5V„ d
R R R R
en
II = (! - d) K - K _ (i - d) V
m* 0_ - d) Vi
Z2R, Rt R. R,
V c168 C. Ie Comte
V erder is
Vc — V„
+V..
Substitutie van deze drie uitdrukkingen in (3) en (d) levert 2 differentiaal-vergelijkingen voor
VZ1
enV
Z2.dV „ Vt - ö V ö
dt RC RC ' Zi
‘RC
I -
ö - C
d V za_ r a V„
(3V,
Z-2 (5)V
(6
)dt R t Ca R x Ca
W e zouden deze differentiaalvergelijkingen door differentiëren en onderling substitueren kunnen omzetten in 2 vergelijkingen van de 2e orde, w aaruit we
VZ1
enVz2
afzonderlijk kunnen oplossen.D aar we toch de uitkom st willen hebben in de vorm van een m achtreeks kunnen we beter direct bij de oplossing reeks
ontwikkeling toepassen.
W e krijgen dan als resultaat, met
Vz = VZ1
-bVz2
:r U - d ~ —\
r c, =
V>4~- RC
-Vi -
[ I Ö R j C aCa Jtc, + V i- P ,RC
W e zien hier, dat de 2de graadsterm verdw ijnt, als we zor
gen dat
C
...(7)
i — <5 —
R x C a =
Ca
(5
RC
( »RC)
(8
)Doen we dit, dan w ordt de afwijking in hooldzaak bepaald door de 3e graadsterm . Berekening van
P
en substitutie van (8) in de hiervoor gevonden vorm leert, datP =
- I -I — d —
C C Ca
Als
ö
en — beide « I zijn, w ordtP
practisch gelijk aan—
I. C aW e zien hieruit (zie (2)) dat de 3e graadsterm door deze cor
rectie van teken om keert, doch practisch dezelfde absolute w aarde behoudt als in het geval zonder correctie met
R j
.Tijdmetingen met impulsen in de radartechniek 169
Kiezen we nu
Vzm
=Vb,
dan w ordt de grootste w aarde van de 3e graadsterm praktisch gelijk aan —6 Vzm
dus voord — 0,02
gelijk aan —. IO 4
V.
zmW e zijn hiermede echter nog niet gereed. H et is namelijk 2
altijd zo, dat bij de uitsturing van de versterker de versterking niet constant is. Rekent men de gevolgen van deze niet lineaire bijdragen na, w aarbij (5 een functie van
Vz,
dus vant
w ordt, dan blijkt, dat dit geen invloed heeft op de 2e graadsterm , doch w el . op de 3e graadsterm .De vergroting van deze term door deze niet lineaire vervor
ming kan gemakkelijk kleiner dan een factor ÏO gehouden worden.
U itw erking van deze berekening neemt hier teveel tijd. Deze vergroting van de fout w ordt echter w eer ruimschoots goed ge
m aakt door het volgende :
H et systeem w ordt afgeregeld door middel van een reeks im
pulsen, w aarvan de tijdstippen nauw keurig vastliggen. Deze im
pulsen zijn afgeleid van een kristaloscillalor.
Hierbij worden ingesteld:
le
Vzo = o
(zaagtandniveau) of, w at op hetzelfde neerkom t, een instelbare com pensatiespanning in het potentiom eter circuit.H iermede kunnen ook eventuele tijdsvertragingen in het radar-echo-circuit w orden gecompenseerd.
2e
d Vz
3e
(zaagtandhelling), b.v. door correctie van
R, C, Vb
of van de voedingsspanning van de potentiom eter.dt
d
2V2
dt^
(zaagtandkrom ming) b.v. door variatie vanR
x.M en m aakt nu deze instellingen zo. dat de w aarde van
Vz
juist is op 3 verschillende punten n.1. b ij:
Vz = O
(of een w aarde dicht bij o)bij
Vz — \ Vzm
en bij
Vz
=Vzm
(zie fig. 7),H et resultaat van deze afregeling is, dat nu niet de 2e graads
term gelijk aan O w ordt, doch dat men een 2ejgraadsterm m aakt met teken tegengesteld aan dat van de 3e graadsterm , w aar
door de grootste afwijking t.o.v. de ideale rechte lijn aanzien
lijk kleiner is dan de w aarde van de 3e graadsterm voor
170 C. le Comte
Vz
=V
zm. Een eenvoudige berekening leert, dat deze verbete- tering ongeveer een factor 20 kleinere fout oplevert dan degrootste w aarde van de 3e graadsterm bedraagt.
W e mogen dus verw achten, dat een op deze wijze uitgevoerde inrich
ting voor tijdmeting aan de gestelde eisen voldoet.
Deze verw achting is door het ex
perim ent bevestigd.
De hier beschreven methode voor de opwekking van een in de tijd ver
schuifbare meetimpuls is niet de enige
Fig. 7.
Spanningsvorm van de gecorri- bekende,
geerde „ b o o tstra p ’-zaagtand-
generator. E r bestaan andere, die nauw keuri
ger en stabieler zijn, doch daartegen
over meer apparatuur vereisen.
Bijzonderheden hierover zijn o.a. te vinden in deel 20 van de M .I.T.-serie „Electronic Time M easurem ents” van Chance, Hulsizer, M ac Nichol and W illiam s.
Juli 1956 - Deel 21 - No. 4 171
The vacuum tube as a network component in pulse circuits
by P. A. Neeteson *)
Lecture delivered for the Nederlands Radiogenootschap on 6th January 1956.
S U M M A R Y
In this article a survey and some illustrating exam ples are given of m ethods by w hich large signal behaviour of vacuum tubes can be d eter
m ined. C ontrary to sm all signal application, w here the tube is operated by relatively small deviations around a fixed operating point in the con
ducting region, in large signal operation the tube is rapidly brought from the cut-off into the conducting region and vice versa. This is essentially a sw itching action. Therefore, it is necessary to give some prelim inary considerations on sw itch operation in netw orks. The m ethod has proved to be useful in analyzing electronic pulse circuits.
1.
Introduction
.Theoretical analysis of linear passive netw orks has reached a high degree of perfection. Typical components of such netw orks are the well-known resistances, capacitances, self- and m utual inductances.
Since the invention of the electronic vacuum tube a new
„component” has entered netw ork design so rapidly and com
pletely th at it hardly has an analogue in any other technical domain. W ith this electron tube an essentially non-linear and non-passive component is introduced into electrical netw orks.
In many applications, for instance in small signal amplifiers, the tube can be approxim ated by a voltage source yt
eg
in series w ith the internal anode resistanceRz-
, or by a current source in parallel withR z
and in this form incorporated in the associated passive netw ork. H ere, the quantityft
represents the amplification factor, *9 the transconductance andeg
the applied grid voltage variation.Application of the electron tube in pulse techniques, however, will m ostly not allow this approxim ation. The tube m ust essen
tially be considered as a non-linear element. It is generally
x) Electronic Tubes D epartm ent, N . V. P hilips’ G loeilam penfabneken E ind
hoven- N eth erlands.
172 P. A. Neeteson
switched from one discrete state into another, viz from the fully conducting state into cut-off condition or vice versa. In the con
ducting state it represents a given (internal) resistance betw een the anode and cathode. In the non-conducting state these re
sistances have assumed very high values, practically infinite.
It may thus be stated that, at sudden transitions from one state to the other, resistances are sw itched on or off in the circuit in which the tube is included.
It will be clear th at this kind of operation of tubes in pulse techniques is quite different from the fam iliar operation in conventional amplifiers and must be considered as a switching action. Some external cause, usually a rather steep voltage step in either the positive or the negative direction applied to the control grid, should bring the tube as rapidly as possible from one discrete position to the other.
Because of the already w idespread and ever increasing use of electron tubes in pulse techniques, such as electronic coun
ting-apparatus and computing devices, scalers and radiation counters for atomic research and X -ray application, pulse mo
dulation systems, radar, television and the like, it seems w orth while to examine the behaviour of these tubes in pulse appli
cations. To this end some prelim inary considerations of the influ
ence of sudden making or breaking contacts (closing or opening switches) in netw orks will be necessary and are given in the next sections. M oreover, application of some elem entary rules of operational calculus will offer the possibility to analyze the operation of pulse circuits containing electron tubes.
2.
Sudden short-circuiting of two points of a network.
In fig. 1
N
represents a passive linear netw ork in which cur- . rents flow and volta-E(t)
i ,
s / V(t) f1
B*
ges are present as a result of a voltage source th at supplies an electrom otive force to the netw ork given by the time functionE (f).
The voltage betw een points
A
andB
of the netw ork when the switch is open will be denoted by the time function
V (t).
A t the instantt — tQ
the switch wS isF ig .1.
A uxiliary figure for determ ining the influence of sudden short-circuiting of tw o points of a
netw ork.
closed, so th at the voltage betw een these points is zero for
t
>tQ.
Thus, att
^tQ
the voltage betw een pointsA
andB
Vab =
V (t)
and att
^tQ V
ab = ° or in the m athem atical form for all times the voltageV
ab can be expressed by the following time function
V
ab— V (t)[ 1
-U { t - t Q)\
(2
.1
)where
U (t - tQ)
denotes the unit step function, defined byU
(t -
tQ) = O att
^t0
andU (t
- 4) = 1 att ^ t Q.
Expression (2.1) can be w ritten
Vab
= V(t) - V(t) U ( t-
4 ), (2.2) from which it can be seen that the effect of sudden shortcir- cuiting of pointsA
andB
can be accounted for by imagining a voltage source —V
(/) being present betw eenA
andB
from the instantt — tQ
onw ards.The response of the netw ork to this voltage source must be superimposed on the situation th at exists when no closing of vS would have occurred, in order to find the new situation of the netw ork after closing
S.
3. Sudden breaking of a connection in a network.
In fig. 2 a similar netw ork as in fig. 1 is represented, how ever the switch .S is closed until the instant
t — tQ
when it is suddenly ope
ned. If vSremained closed a current /
(f)
would flow betw een pointsA
and
B.
If, however, ^ is opened att
=tQ
then at timest
^tQ
the current betw een these points will be zero. This can be expressed in the following w ay
IAB = I(t) [1 - U ( t - t Q)\ (3.1)
or
IAB = I ( t ) - I ( t ) U ( t - t 0) (3.2)
N ow , the effect of sudden breaking the contact betw een points
A
andB
can be accounted for by imagining a current source — /(t)
being present betw eenA
andB
from the instantThe vacuum tube as a network component in pulse circuits 173
E(t)
Fig. 2.
A uxiliary figure for determ ining the influence of sudden breaking of a connection in a
netw ork.
174 P. A. Neeteson
t — tQ
onw ards and superimposing the response of the netw ork to this current source on the situation th at would have been present if no discontuinity had taken place at the instantt
=tQ.
4.
Electron tubes as switches.
In relatively few applications of electron tubes in pulse tech
nique these tubes will be operated in such a w ay that no grid current will flow when the tubes are conducting. The occurrence of grid current plays an im portant p art in the tran sient phenomena caused by switching action. Therefore it is justified to start the investigation of the behaviour of an elec
tron tube in pulsed circuits by considering its input or control- grid circuit.
4.1.
The grid circuit.
As already mentioned in the introduction, electron tubes in pulse technique are m ostly switched from the cut off condition to the conducting condition or vice versa by the application of rapidly rising or falling voltages to the control grid. This vol
tage change can never be instantaneous, but occasionally the approxim ation by step functions m ay be allowed. H ow ever, let it be assumed th at it takes a finite time for the grid voltage to change from a value below cut-off to a value within the gridcurrent region, or vice versa. Passing the anode current cut-off point in positive or negative direction will influence the anode-current flow, which will be dealt w ith later, but repre
sents no particular point in the grid-circuit behaviour. H owever, the starting or ceasing of grid-current flow represents a dis
continuity in the grid-circuit and will be considered in its con
sequences.
The relation betw een the grid current and the grid voltage is not linear but may be approxim ated by a combination of linear functions. A first, rath er rough, approxim ation is the fol
lowing. As soon as the grid voltage is zero or positive the in
ternal resistance betw een grid and cathode is zero. This is equi
valent to closing a switch betw een grid and cathode, and con
sequently the method to evaluate the effect of this discontinui
ty is th at described in section 2. If, on the other handr grid current is flowing and the application of a negative going vol
tage change betw een grid and cathode suddenly cuts off this
The vacuum tube as a network component in pulse circuits 175
grid current, then the method of section 3 is applicable to cal
culate the effect on the grid circuit.
A better approxim ation of the
Ig
—Vg
characteristic is the following linear functionh = - ve
rg (4-1)This is represented in fig. 3, w here the dotted line gives an idea of the actual
Ig
—Vg
characteristic.Using this approxim ation means th at at positive grid-to- cathode voltages a resistance
rg
is thought to be shunted acrossthe external grid-circuit. If the grid-to-cathode voltage changes from negative to positive values or vice versa, this resistance
rg
is suddenly connected or disconnected respectively betw een grid and cathode at the instant this voltage passes the value zero.
+~Vg
An example will be given how to Fig.a,
calculate the effect of grid cur-A ctual and approxim ated grid cur- rent. The external grid circuit
rent-grid voltage characteristic of a will be assumed to consist of a
vacuum tube. resistance
Rg
in parallel with a capacitance 6 . By suitable ap plication of external voltage sources the grid voltage is forced to change according to the following time function, neglecting grid current flow._ t.
Vg (t)
=v, - (V, - Va) e~ T
(4.2)w here
T — Rg C
(4-3)and
Vx
O, w hereasV0
is below the grid current cut-off point of the tube. This function is given by curveab
in fig. 4.The instant
t
= at which this voltage passes the value zero can be calculated from expression (4.2). A t th at instant a resistance is shunted across the grid circuit and the consequences can be calculated w ith the aid of the circuit of fig. 5, w here the voltage source is given by the negative value of
Vg
(/) that would have occurred in the undisturbed circuit at timest> t
This value is calculated from expression (4.2) to be
176 P. A. Neeteson
Illustration of the influence of grid current on a rising grid voltage.
Fig. 5.
N etw ork used for calculation of the influence of the sudden com m encem ent of grid-current flow, w hen applying a rising voltage to the
grid of a vacuum tube.
- Vg (t) U ( t - t . ) = - V l
f l - e T\ u { t - t.)
(4.4)W ith the aid of operational calculus it can be found th at this voltage source produces a component of the grid voltage
r 7? r i - 1* t— t^
+ Tv —e T
A g + V çr R ? “h Vt
U { t - t
2) (d.5)w here
Tv —
———T
(4.6)R g r g
This component must be added to the undisturbed grid vol
tage, given by expression (4.2), thus the resulting grid voltage will be for
t
^t2:
V 'ify = - p — Vx(\ - e 7 T )
t—U (4.7)Rg
+rg
\1
This is represented by curve
c
in fig. 4. The grid voltage change is now an exponential function w ith a much sm aller time constantTy
than the original function possessed (see expr. (4.6)).The final value th at the grid voltage will attain is no longer
V
x, but a much sm aller amount, decreased by the same factor --- ---- as the time constant. There is no discontuinity in thev
R g + r g
The vacuum tube as a network component in pulse circuits 177
N etw ork used for calculation o f the in
fluence of the sudden cessation of grid- current flow, w hen applying a negative
going voltage to the grid of ,a vacuum tube.
Vi of fig. 6.
grid voltage value at
t
=nor in its first derivative with respect to time.
An example of the in
verse case, in which the grid initially draw s current and is influenced by a ne
gative going voltage, will be given. P art of a multi
vibrator circuit was com
posed as represented in fig. 6, w here
V '
andV"
are
DC
voltages andVz-
is a time function as given in fig. 7.The initial steady state vol
tage at the grid wi 11 be r ,
RgV'
-rK V
rg Rg
+■r„ R
+RRg
As long as the grid-volta
ge is positive, its value at (4.8)
Vg (t)
=Vgo
-C — A'vta^> t^> o
will bei.n l —
e 7 vi t
(4.9)where
Rv
R +v gR R g
R + Rg TVI = RV1 Ci
Ci
=Cc
+Cg
(4.10) (4.11) (4.12) (4.13)
Cg
is the input capacitance of the grid circuit, including grid- to-cathode and wiring capacitances.For further calculation of the transient phenomena it is ne
cessary to discrim inate betw een tw o possibilities.
F irst it is possible th at the grid voltage, represented by expr. (4.9) will not pass below zero within the time
t
0, the rise time of the input-voltage change (see fig. 7).178 P. A. Neeteson
Then there will be no new discontuinity due to the grid current suddenly ceasing. O nly at the instant
t
=tQ
a newtransient occurs, because of the discontinuity in the input vol
tage
V
\ . then fort ^ t 0
the grid voltage is given by the folio wing expression:
t
(4.14)Th is first case will, how ever, not occur frequently in practice, as the D C grid voltage
Vgo
will generally be only slightly positive, and the value of
VQ
will be large enough to drive the grid voltage negative within a time th at is shorter thantQ
seconds.This is the second possibility we will have to investigate. H ow ever, before doing so, the limit betw een these tw o cases will be considered. This limit is reached when at the instant
t — t0
the grid voltage (expr. (4.9)) becomes zero. Then from expr.
(4.9) it can be derived th at
1 -
e TV1
if it is assum ed th at
Cg
«Cc
.If the ratio of
tQ
andTvx
is given, then the value of Vot expressed in its ratio to
V
go, th at is necessary to supress the grid current can be calculated from expr. (4.15). If for instancetQ — T
V1, thenVQ —
1.6Vgo,
and iftQ = 2 TVI,
thenVQ
= 2.3Vgo
.So, the less steep the grid voltage falls, the larger its am pli
tude must be to cut off the grid current.
If, on the other hand, the am plitude
VQ
of the input voltageVi
is given, then the maximum perm issable rise time to drive the grid completely out of its conducting state can be calculated from the expression (4.15).
N ow in the second case w here the grid voltage reaches zero at an instant
tI <Ctof
the grid current disappears at this instantt
—tx
and the internal grid resistancerg
in fig. 6 suddenly becomes infinite. This causes new transients in the circuit that can be calculated by the method indicated in section 3. To this purpose the value of the grid current
ig
must be determ ined, assuming no discontuinity to take place att — tx.
Then from the instantt — t1
the effect of suddenly ceasing grid current flow can be accounted for by introducing a current source of a strength —zg
(/)U
—tx)
betw een grid and cathode.(4.15)
Vgo _ TV1 /
Vo t0 [
The vacuum tube as a network component in pulse circuits 179
N ow
ig
(t
) is to be determ ined from expression (4.9) by dividing this grid voltage byrg
. The sum of the grid voltage originating from this current source and the grid voltage of the undisturbed situation (expr. (4.9)) gives the resulting grid voltage during the time intervaltz
<t
<CtQ.
A tt — tQ
another transient occurs when the input voltage no longer falls, but remains constant. From this instant on, the grid vol
tage starts to rise and at the instant
t —
/2reaches the value zero.
Then grid current starts again and a resistance
rg
is switched betw een grid and cathode. The influence of this discon- tuinity can be calculated by the method of section 2. All transients occurring successively in the w ay described are re
latively easy to calculate by simple operational calculus me
thods and will not be treated extensively here. A survey of the results will be represented in formulae and in graphical form (fig. 8).
Phase 1 : 0 ^ /
v gi (0 = v ?Q
Phase I I :
t1
^t
^t0
-+)I
t=0 I*--- t=tjU
t=te t=t2Fig. 8.
W aveform of the grid voltage (fig. 6) as a result of the application of an input voltage Vi.
-
av.
R 1& Tv
i (4.9)VgII ( ( ) = - [ RV1
C — -Rv
+/i
\ - e Tv
(4.16) Phase III : < <VgIII (t)
=- [ R „ c e- ï - vt Rv + r.
+ Rv
Vr
go &
1 —
e t -- Tvtc (4.17)Phase IV :
t > tc
VgIy (t) = Vgo (1
-e T
) (4
.18
)180 P. A. Neeteson
Again, there are no discontinuities in the value of
Vg (t)
and its first derivative w ith respect to time at the instantstx
and/2.
If w anted, a still better approxim ation of theIg — Vg
characteristic can be used as in
dicated in fig. 9 by the bro
ken line
ABC
. The p artBC
is the sum of the straight linesAD
andEE.
It can be derived th at the starting of grid current flow at the instantt1
when the increasing grid voltage passes the value
Vgl
causes tran sients which can be calculated by supposing that from th at instant on a re
sistance *v* = cot ar in se
ries wi th a voltage source
— ( kg
— EgI) U (t
—tx)
is suddenly connected betw een grid and cathode. If the grid voltage passes the valueVg2
at the instantt = t2,
then again a transient occurs, which can be calculated by assuming again a resistancerg2 —
cot a2 in series w ith a voltage — (Vg — Vg2) U (t — t2)
to be suddenly connected betw een grid and cathode, thus in parallel wfith the already present circuit betw een grid and cathode. D etails of this w ay of calcula
tion can be found in the book, quoted at the end of this article.
4.2.
Diode circuits
.The results of the study of the behaviour of grid circuits when subjected to the influence of sudden steep positive or negative
going voltage changes will also be useful for the investigation of the response of diode circuits. For vacuum-tube diodes the same current-voltage characteristic approxim ations can be ap
plied. The resistance of a vacuum diode in the reversed current direction, often called the ’’back resistance”, can be taken to be infinite. H owever, another large category of diodes, viz crystal diodes, selenium rectifiers and the like, have a back resistance of finite value. In th at case, the diode current vol
tage characteristic can, to a close approxim ation, be represen
ted by the graph of fig. 10. Indeed, the actual current is zero
Fig. 9.
Illustration of a b etter approxim ation to an actual grid current-grid voltage cha
racteristic than that of fig. 3.