Update: evolutie van de vergoede, werkzoekende volledig werklozen in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland
Periode 2007-2014
Directie Statistieken, Begroting en Studies Stat@rva.be
Inhoudstafel:
1 STATISTIEKEN OVER WERKLOOSHEID 1
1.1 Inleiding 1
1.2 Verschillen in werkloosheidstatistieken 1
1.3 Problematiek van internationale vergelijkbaarheid 1
2 VERGELIJKEN VAN ADMINISTRATIEVE STATISTIEKEN:BELGIË EN ZIJN BUURLANDEN 2
2.1 Afbakening telcriteria 2
2.2 Geselecteerde statistieken 2
3 RESULTATEN 5
3.1 Evolutie van de werkloosheid 5
3.2 Structuur van de vergoede volledige werkloosheid bij werkzoekenden 6
3.3 Werkloosheidsratio’s 7
3.4 Structuur van de tewerkstelling en de inactiviteit 8
4 CONCLUSIE 9
5 STATISTISCHE BIJLAGE 10
5.1 Absolute maandcijfers 10
5.2 Evolutie van de vergoede werkloosheid 16
5.2.1 Tabellen ... 16 5.2.2 Grafieken ... 19
5.3 Structuur van de vergoede volledige werkloosheid 20
5.4 Evolutie van de bevolking 21
5.5 Werkloosheidsratio’s 23
5.6 Structuur van de tewerkstelling 25
1
Statistieken over werkloosheid
1.1
Inleiding
In 2013 publiceerde de RVA een studie1 waarin een methodologie werd voorgesteld voor het vergelijken van de vergoede volledige werkloosheid bij werkzoekenden in België en zijn buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland. Deze methodologie was gebaseerd op een selectie van administratieve statistieken en werd vervolgens toegepast om een overzicht te schetsen van de vergoede werkloosheid in de vier genoemde landen voor de periode 2007-2012. De huidige publicatie beoogt een actualisering van dit overzicht tot en met het jaar 2014 met inbegrip van eventuele herzieningen die door de diverse administraties werden aangebracht voor de voorgaande periode. Wij vangen echter aan met een beknopte herhaling van de gebruikte methodologie.
1.2
Verschillen in werkloosheidstatistieken
België kent net als de andere landen meerdere werkloosheidstatistieken. In de eerste plaats bestaan er administratieve statistieken, die worden opgesteld door de bevoegde administraties. Als federaal organisme bevoegd voor de werkloosheidsuitkering publiceert de RVA statistieken over de vergoede werkloosheid. Deze statistieken zijn gebaseerd op uitgevoerde betalingen in de loop van de maand. De Gemeenschaps- of gewestelijke organismen die bevoegd zijn voor het begeleiden van werkzoekenden, VDAB, Forem, Actiris en ADG, publiceren statistieken over al dan niet uitkeringstrekkende werkzoekenden, die bij hen zijn ingeschreven op het einde van de maand.
Anderzijds publiceert Eurostat, de statistische dienst van de Europese Commissie, een geharmoniseerde werkloosheidstatistiek om internationale vergelijkingen uit te voeren. Deze statistiek is gebaseerd op een gemeenschappelijke enquête die op trimestriële basis wordt afgenomen bij een steekproefpopulatie in elke lidstaat van de Europese Unie. Daarnaast publiceert Eurostat ook een geharmoniseerde maandelijkse werkloosheidstatistiek. Om deze harmonisering te bekomen, worden de enquêteresultaten geïnterpoleerd, o.a. door er de evolutie bij te betrekken die blijkt uit de administratieve gegevens over het aantal werkzoekenden.
1.3
Problematiek van internationale vergelijkbaarheid
Wanneer men werkloosheidstatistieken internationaal probeert te vergelijken, stoot men op een aantal moeilijkheden. De administratieve statistieken worden beïnvloed door de van toepassing zijnde reglementering. Binnen één land kan dit reeds zorgen voor statistische breuken bij reglementaire wijzigingen. Bij vergelijking tussen verschillende landen worden we geconfronteerd met sterk afwijkende reglementeringen of zelfs stelsels.
Dit is de reden waarom internationale vergelijkingen gebaseerd zijn op de gegevens van enquêtes die via een steekproef in elk land worden afgenomen. Hierdoor vertrekt de internationale vergelijking van een gemeenschappelijke basis, maar ook deze kent zijn limieten. Zo is er altijd een zekere foutenmarge, veroorzaakt door de steekproefomvang, en bieden de bij Eurostat gepubliceerde enquêteresultaten geen informatie om de vergoede werkloosheid te vergelijken.
Rekening houdend met de competenties van de RVA deden wij in de nota van september 2013 een poging om de vergoede volledige werkloosheid van werkzoekenden te vergelijken voor België en zijn buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland o.b.v. administratieve gegevens over het aantal betalingen, die worden gepubliceerd door de daarvoor bevoegde instanties in elk van deze landen.
1 ‘Vergelijking van de evolutie van de vergoede, werkzoekende volledig werklozen in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland’, raadpleegbaar op
http://www.rva.be/sites/default/files/assets/publications/Etudes/2013/Comparaison_Chomage/NL.pdf.
2
2
Vergelijken van administratieve statistieken: België en zijn buurlanden
2.1
Afbakening telcriteria
In elk land wordt de notie ‘werkloosheid’ volgens andere criteria afgebakend. Voor het bekomen van vergelijkbare cijfers voor België, Duitsland, Frankrijk en Nederland werd daarom gekozen voor het tellen van de vergoede volledige werkloosheid bij werkzoekenden in de ruime zin, waardoor we de internationale verschillen in onze definitie konden integreren. Onder ‘ruime zin’ begrijpen wij in deze context dat we ons niet alleen baseren op de uitkeringsvormen die uitgaan van een verzekeringsbeginsel, maar ook de diverse uitkeringen in beschouwing nemen die kaderen in een solidariteitsprincipe (sociale bijstand).
Wij tellen de werklozen die
• Op basis van hun werkloosheid volgens de nationale regelgeving in hun land recht hebben op een uitkering ongeacht in welk vergoedingsregime;
• Worden beschouwd als volledig werkloos (geen enkele vorm van arbeid gedurende hun werkloosheidsperiode) volgens de modaliteiten van het desbetreffende vergoedingsregime;
• Werkzoekend zijn volgens de modaliteiten van het desbetreffende vergoedingsregime; en
• Beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt volgens de modaliteiten van het desbetreffende vergoedingsregime.
Voor elk van de vier landen werden de instanties gezocht die bevoegd zijn voor de toepassing van de gevonden uitkeringsstelsels en/of voor de publicatie van betrouwbare statistieken over het aantal uitkeringsgerechtigden. Telkens werd hun meest systematisch te verschijnen statistiek geselecteerd als bron. De gevraagde cijfers kunnen worden verzameld met een vertraging van ca. 3 tot 4 maanden. De resultaten van deze moeilijke oefening dienen met de nodige voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd.
2.2
Geselecteerde statistieken
Voor België worden via de gegevensbank van de RVA de werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW-WZ) geteld na voltijdse arbeid, met inschakelingsuitkering (de voormalige wacht-of overbruggingsuitkering), de niet-vrijgestelde UVW-WZ na vrijwillig deeltijdse arbeid en de werkzoekende voltijds werklozen met bedrijfstoeslag (het voormalige brugpensioen).
Voor uitkeringsgerechtigden van het (equivalent van het) leefloon worden enkel die uitkeringsgerechtigden geteld die op beroepsleeftijd zijn en een volledig (equivalent van het) leefloon ontvangen. Via de FOD Maatschappelijke integratie worden ons hiertoe statistieken bezorgd, die gedetailleerder zijn dan degene die op hun website beschikbaar zijn.2
2 NB: Voor het leefloon geldt een termijn van 3 maanden voor het bekomen van minder dan 1% vertragingen, voor het equivalent van het leefloon 6 maanden.
3 Duitsland voorziet werkloosheidsuitkeringen via de stelsels van Arbeitslosengeld en Arbeitslosengeld II.
Deze uitkeringen worden ook toegekend aan wie minder dan 15 uur per week werkt. Slechts de volledig werklozen (arbeitslosen) worden door ons geteld. De zogenaamde Aufstocker worden slechts één maal geteld.3 De uitkeringsgerechtigden van Sozialgeld worden niet in beschouwing genomen, aangezien zij niet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt (ruim 90% minderjarigen).
Als bron worden de Monatsberichte van de Bundesagentur für Arbeit gehanteerd. Aangezien de cijfers over de volledige werkloosheid binnen het stelsel van Arbeitslosengeld II slechts met vijf maanden vertraging worden gepubliceerd, worden deze twee maanden vooruitgeprojecteerd (o.b.v. de evolutie in de corresponderende maanden van het voorgaande jaar). De gemiddelde foutenmarge per maand bedraagt hiervoor ca. 1,9%.4
Binnen de Franse werkloosheidsverzekering bestaan twee stelsels: de assurance de chômage en de solidarité. Binnen de assurance wordt het aantal uitkeringsgerechtigden van de allocations d'aide au retour à l'emploi (ARE) zonder allocations de formation reclassement (AFR) geteld. Deze laatste vorm van uitkeringen impliceert immers dat de werklozen zijn vrijgesteld van het zoeken naar werk gedurende de opleiding in kwestie.
De solidarité omvat vier verschillende uitkeringsstelsels: allocation de solidarité spécifique (ASS), allocation temporaire d'attente (ATA), allocation équivalent retraite (AER) en allocation transitoire de solidarité (ATS).
Behalve de ATA kunnen deze allen ook worden uitgekeerd als een aanvullende uitkering bij een andere bron van inkomsten (complément). Het gaat in dat geval om niet-volledig werklozen of om werklozen die binnen een ander uitkeringsstelsel reeds geteld worden. Precieze cijfers over deze categorie zijn niet beschikbaar, maar hun aandeel wordt door DARES op 4% geschat.5 Er wordt dan ook slechts 96% van deze uitkeringsgerechtigden door ons geteld. De interactieve online statistieken van Pôle Emploi dienen als bron voor al deze genoemde categorieën.
Wie in Frankrijk als werkloze geen beroep kan doen op de werkloosheidsverzekering, kan via de caisse des allocations familiales (CAF) een minimuminkomen verkrijgen, de revenu de solidarité active (RSA). Wij tellen slechts de werklozen die een volledige RSA krijgen (socle seul). Hun aantal wordt op trimestriële basis gepubliceerd door CAF in de RSA Conjoncture (vroeger werden dezelfde statistieken gepubliceerd in het kader van hun online tijdschrift l-e-ssentiel). Om tot maandcijfers te komen worden de ontbrekende aantallen geïnterpoleerd via pro ratadistributie. Voor de twee maanden na de laatst gepubliceerde waarde, wordt een projectie uitgevoerd via dezelfde methodologie als gehanteerd voor het Duitse Arbeitslosengeld II. De gemiddelde foutenmarge per maand bedraagt hiervoor ca. 0,6%.
Volledig werklozen in Nederland kunnen o.b.v. arbeidsprestaties toegelaten worden tot de WW-uitkering (WerkloosheidWet). Vroeger was deze ook toegankelijk voor wie minder dan 12 uur per week werkte, maar dat is niet meer toegestaan binnen de huidige reglementering. Wie onvoldoende arbeidsprestaties kan voorleggen, dient beroep te doen op een uitkering binnen de Algemene Bijstand. Tot 1 januari 2012 werd binnen dit stelsel nog de WIJ-uitkering voor jongeren (Wet Investeren in Jongeren) afgebakend, die nu integraal deel uitmaakt van de Algemene Bijstand. Het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek publiceert echter breukloze reeksen6 van de uitkeringstrekkers in deze categorie: binnen de statistieken van de WW-uitkering zijn alleen de volledig werklozen opgenomen en binnen Algemene Bijstand worden ook de uitkeringsgerechtigden van de WIJ gerekend.
Om de lectuur van deze statistiek te vereenvoudigen, plaatsen wij elk uitkeringsstelsel dat voornamelijk steunt op een verzekeringsprincipe onder de noemer ‘werkloosheidsverzekering’. Stelsels die eerder steunen op solidariteit klasseren wij als ‘sociale bijstand’.
3 De Aufstocker zijn werklozen die tegelijk zowel Arbeitslosengeld als Arbeitslosengeld II ontvangen. Om een dubbele telling van deze groep te vermijden, wordt het aantal arbeitslose Aufstocker één maal afgetrokken van de som van de arbeitslosen die via deze stelsels een uitkering ontvangen.
4 Gebaseerd op de vergelijking van de resultaten van de projectie voor de periode van januari 2008 t.e.m.
december 2014 met de reële waarden voor dezelfde periode. Voor het berekenen van de foutenmarge voor de projectie van de RSA (cf. infra) wordt dezelfde methodologie gebruikt.
5 Cf. DARES. « Les Allocataires du Régime d’Assurance Chômage en 2009. » DARES Analyses. N° 30. April 2011.
Web. <http://travail-emploi.gouv.fr/IMG/pdf/2011-030.pdf>
6 De waarden voor de recentste maanden van deze reeksen betreffen vaak projecties door het CBS. De omvang van deze vertraging varieert.
4
Tabel 1
Overzichtstabel geselecteerde statistieken
Gegevensreeks Categorie Bron
België
UVW-WZ Werkloosheidsverzekering RVA: Directie Statistiek
Volledig leefloon op beroepsleeftijd Sociale bijstand POD Maatschappelijke Integratie Volledige fin. hulp (equivalent van het
leefloon) op beroepsleeftijd Sociale bijstand POD Maatschappelijke Integratie
Duitsland
Arbeitslosengeld SGB III - arbeitslos Werkloosheidsverzekering Monatsberichte BFA (DEU.) Arbeitslosengeld II SGB II - arbeitslos Sociale bijstand Monatsberichte BFA (DEU.)
- Aufstocker - arbeitslos Sociale bijstand Monatsberichte BFA (DEU.)
Frankrijk
RAC (allocations d’Assurance Chômage) sans AFR (allocations de
formation reclassement)
Werkloosheidsverzekering Pôle emploi: Séries Statistiques
Solidarité: allocation de solidarité spécifique (ASS) + allocation temporaire
d'attente (ATA) + allocation équivalent retraite (AER) + allocation transitoire de
solidarité (ATS) - remplacement
Sociale bijstand Pôle emploi: Séries Statistiques
Revenu de solidarité active (socle seul) Sociale bijstand CAF: L'e-ssentiel + RSA Conjoncture
Nederland
Werkloosheidwet-uitkering Werkloosheidsverzekering Centraal Bureau voor de Statistiek WWB-uitkeringen (Wet Werk en
Bijstand) + WIJ-uitkeringen (Wet Investeren in Jongeren) -
samengevloeid
Sociale bijstand Centraal Bureau voor de Statistiek
5
Resultaten
3.1
Evolutie van de werkloosheid
Met de bovenstaande methode kunnen maandelijkse gegevensreeksen verkregen worden over de vergoede volledige werkloosheid van werkzoekenden vergoed via een stelsel van werkloosheidsverzekering, via een stelsel van sociale bijstand of van de totale vergoede volledige werkloosheid (cf. deel 5.1). Met deze maandcijfers kunnen gemiddelden worden berekend per trimester en per jaar (cf. deel 5.2).
Tabel 2
Vergoede volledige werkloosheid:
werkloosheidsverzekering, sociale bijstand en totaal (absolute cijfers)
Werkloosheidsverzekering Sociale bijstand Totale vergoede volledige werkloosheid
België Duitsland Frankrijk Nederland België Duitsland Frankrijk Nederland België Duitsland Frankrijk Nederland
2007 448 982 797 002 1 728 396 214 883 54 656 2 368 122 1 484 172 287 083 503 638 3 165 124 3 212 568 501 966
2008 423 358 726 514 1 688 715 173 745 56 621 2 097 167 1 422 342 266 342 479 979 2 823 681 3 111 057 440 087 2009 454 964 967 302 1 991 928 224 553 62 712 2 031 083 1 472 326 270 208 517 675 2 998 385 3 464 254 494 762 2010 460 709 880 021 2 042 901 266 778 65 589 1 982 917 1 545 523 298 133 526 299 2 862 938 3 588 423 564 911 2011 445 411 727 690 2 043 559 259 837 64 687 1 923 833 1 581 374 315 950 510 098 2 651 523 3 624 933 575 787 2012 441 406 747 555 2 135 737 303 187 64 996 1 836 333 1 639 262 322 267 506 402 2 583 888 3 774 999 625 453 2013 457 785 802 514 2 208 820 393 649 67 232 1 819 583 1 774 889 345 383 525 017 2 622 098 3 983 709 739 033 2014 458 642 774 718 2 246 279 438 045 69 661 1 799 583 1 869 839 370 225 528 303 2 574 301 4 116 119 808 270
Tabel 3
Evolutie van de vergoede volledige werkloosheid:
werkloosheidsverzekering, sociale bijstand en totaal; basis = 2007
Werkloosheidsverzekering Sociale bijstand Totale vergoede volledige werkloosheid
België Duitsland Frankrijk Nederland België Duitsland Frankrijk Nederland België Duitsland Frankrijk Nederland
2007 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
2008 94 91 98 81 104 89 96 93 95 89 97 88
2009 101 121 115 105 115 86 99 94 103 95 108 99
2010 103 110 118 124 120 84 104 104 104 90 112 113
2011 99 91 118 121 118 81 107 110 101 84 113 115
2012 98 94 124 141 119 78 110 112 101 82 118 125
2013 102 101 128 183 123 77 120 120 104 83 124 147
2014 102 97 130 204 127 76 126 129 105 81 128 161
Hierbij valt op dat de vergoede werkloosheid gestoeld op een verzekeringsbeginsel voor België en Duitsland vrij stabiel is gebleven (respectievelijk slechts + 2% en – 3% t.o.v. 2007). De voornaamste evolutie voor de beide landen doet zich voor bij de sociale bijstand, waarvoor België een evolutie laat noteren van + 27% t.o.v. 2007; Duitsland daarentegen een daling van 24%. De evolutie van de sociale bijstand is als dusdanig beschouwd te vergelijken met die in Frankrijk (+ 26%) en Nederland (+ 29%).
Met grafiek 1 (herhaald in deel 5.2.2) brengen wij het effect van deze evoluties op de totale vergoede werkloosheid voor de vier landen gedetailleerder in kaart. De grafiek toont de evolutie per trimester met het overeenkomstige trimester van 2007 als basis.
6
Grafiek 1
Evolutie per trimester van de vergoede volledige werkloosheid; basis = 2007
3.2
Structuur van de vergoede volledige werkloosheid bij werkzoekenden
Het grootste verschil tussen de vier landen onderling manifesteert zich in de manier waarop de vergoede volledige werkloosheid bij werkzoekenden gestructureerd is. Tabel 4 brengt in kaart op welke wijze de werkloosheidsverzekering en de sociale bijstand zich in elk land ten opzichte van elkaar verhouden.
Tabel 4
Onderlinge verhouding van de werkloosheidsverzekering en sociale bijstand
België Duitsland Frankrijk Nederland
Verzekering Bijstand Verzekering Bijstand Verzekering Bijstand Verzekering Bijstand
2007 89% 11% 25% 75% 54% 46% 43% 57%
2008 88% 12% 26% 74% 54% 46% 39% 61%
2009 88% 12% 32% 68% 57% 43% 45% 55%
2010 88% 12% 31% 69% 57% 43% 47% 53%
2011 87% 13% 27% 73% 56% 44% 45% 55%
2012 87% 13% 29% 71% 57% 43% 48% 52%
2013 87% 13% 31% 69% 55% 45% 53% 47%
2014 87% 13% 30% 70% 55% 45% 54% 46%
Aangezien België het enige van de vier landen is met een werkloosheidsverzekeringsstelsel dat in principe onbeperkt is in de tijd, kent ons land ook een relatief groter aandeel vergoede volledig werkloze werkzoekenden in een dergelijk stelsel. Voor 2014 gaat het om 87% t.o.v. 13% in sociale bijstand. In Frankrijk en Nederland is de verhouding tussen beide uitkeringsbeginsels daarentegen eerder gelijk.
Duitsland is het enige van de vier landen met een groter aandeel uitkeringsgerechtigden in sociale bijstand dan in een verzekeringsstelsel (70% t.o.v. 30% in 2014).
100 105
85 135 171
70 90 110 130 150 170 190
T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
België Duitsland Frankrijk Nederland
7
Werkloosheidsratio’s
De evolutie van de werkloosheid in absolute cijfers wordt uiteraard beïnvloed door de evolutie van de bevolking. Daarom is het nuttig om de werkloosheid voor de vier landen te vergelijken a.d.h.v.
werkloosheidsratio’s. Voor het berekenen van werkloosheidsratio’s op basis van de vergoede volledige werkloosheid hebben we nood aan de bevolkingsaantallen in elk van deze landen. Hiervoor kunnen we terecht bij Eurostat (statistiek lfsq_pganws, cf. deel 5.4). We kunnen deze werkloosheidsratio’s berekenen ten opzichte van de actieve bevolking en/of ten opzichte van de totale bevolking op beroepsleeftijd (15- 64 jaar).
Tabel 5
Werkloosheidsratio’s o.b.v. de vergoede volledige werkloosheid
Actieve bevolking Totale bevolking op arbeidsleeftijd
(15-64 jaar)
België Duitsland Frankrijk Nederland België Duitsland Frankrijk Nederland
2007 10,7 7,7 11,6 5,8 2007 7,2 5,8 8,1 4,6
2008 10,1 6,9 11,2 5,1 2008 6,8 5,2 7,8 4,0
2009 10,9 7,3 12,3 5,7 2009 7,3 5,6 8,7 4,5
2010 10,8 7,0 12,7 6,6 2010 7,3 5,3 9,0 5,1
2011 10,6 6,6 12,9 6,7 2011 7,1 5,1 9,1 5,2
2012 10,4 6,4 13,3 7,2 2012 7,0 4,9 9,5 5,7
2013 10,7 6,4 14,1 8,4 2013 7,2 5,0 10,0 6,7
2014 10,7 6,3 14,5 9,3 2014 7,3 4,9 10,4 7,4
Evol. 2007-2014 + 0,0 - 1,4 + 2,9 + 3,5 Evol. 2007-2014 + 0,1 - 1,0 + 2,2 + 2,8
+ 0,2% - 18,7% + 25,1% + 59,4% + 1,2% - 16,4% + 27,6% + 61,1%
Evol. 2013-2014 + 0,0 - 0,1 + 0,5 + 0,9 Evol. 2013-2014 + 0,0 - 0,1 + 0,4 + 0,7
+ 0,2% - 2,3% + 3,3% + 10,2% + 0,5% - 2,1% + 3,6% + 9,7%
Deze benadering bevestigt het relatief stabiele karakter van de vergoede volledige werkloosheid in België (t.o.v. de totale bevolking op arbeidsleeftijd + 0,1 procentpunt sinds 2007), waar Duitsland een duidelijke daling (- 1,0 procentpunt) en Frankrijk en Nederland uitgesproken stijgingen laten noteren (respectievelijk + 2,2 en + 2,8 procentpunt).
Wat betreft de bevolkingsevoluties (tabel 6), valt het daarenboven op dat de bevolking op arbeidsleeftijd in Duitsland licht is gedaald sinds 2007 (- 3%). Waar dit mathematisch gezien een relatieve verhoging van de werkloosheidsratio’s bewerkstelligt, impliceert dit in het geval van een stabiele of groeiende economie echter een hogere kans op tewerkstelling en dus een dalende werkloosheid. België is het enige van de vier landen met een stijgende bevolking (+ 4% sinds 2007).
Tabel 6
Evolutie van de bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 jaar)
België Duitsland Frankrijk Nederland België Duitsland Frankrijk Nederland
2007 7 007 825 54 228 900 39 567 850 10 985 750 2007 100 100 100 100
2008 7 073 275 54 065 975 39 733 175 10 970 100 2008 101 100 100 100
2009 7 125 500 53 762 500 39 849 375 10 969 700 2009 102 99 101 100
2010 7 176 850 53 546 375 39 971 825 11 017 350 2010 102 99 101 100
2011 7 219 625 52 314 000 40 009 050 10 993 900 2011 103 96 101 100
2012 7 241 950 52 486 950 39 923 725 10 992 150 2012 103 97 101 100
2013 7 257 075 52 576 625 39 827 575 11 013 475 2013 104 97 101 100
2014 7 265 525 52 737 475 39 738 175 10 980 375 2014 104 97 100 100
Bron: Eurostat - lfsq_pganws
8
3.4
Structuur van de tewerkstelling en de inactiviteit
Bij het interpreteren van deze vergelijkende reeksen moet men ten slotte rekening houden met een ruimere context dan enkel de vergoede volledige werkloosheid. De structuur van de tewerkstelling en van de inactiviteit in elk land vormen hierbij belangrijke aspecten. Zo kennen de landen zowel een verschillende mate aan deeltijdse of zelfs ondertewerkstelling7, als een verschillende mate aan inactiviteit wegens invaliditeit (wat zich minstens ten dele laat uitleggen door de toelatingsvoorwaarden per land tot deze stelsels). Graag verwijzen wij hiervoor naar de studie ‘Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin’ die tegelijk met deze wordt gepubliceerd.
Tabel 7
Aandeel en omvang van de deeltijdse tewerkstelling
Relatief aandeel van deeltijds werk t.o.v. de totale tewerkstelling
(15-64 jaar) in %
Gemiddeld aantal gepresteerde uren per week bij deeltijds
werkenden (15-64 jaar)
België Duitsland Frankrijk Nederland België Duitsland Frankrijk Nederland
2007 21,9 25,4 17,2 46,3 2007 22,8 18,3 23,0 20,2
2008 22,4 25,1 16,9 46,8 2008 22,8 18,4 22,9 20,5
2009 23,2 25,3 17,3 47,7 2009 23,1 18,3 22,6 20,7
2010 23,7 25,5 17,6 48,3 2010 23,2 18,6 22,7 20,7
2011 24,7 25,9 17,6 48,5 2011 23,0 18,5 22,7 21,0
2012 24,7 25,9 17,7 49,2 2012 23,2 18,7 22,8 21,0
2013 24,3 26,7 18,1 50,0 2013 23,3 19,2 22,6 21,1
2014 23,7 26,5 18,5 49,8 2014 23,5 19,4 22,4 21,2
Bron: Eurostat - lfsq_eppga - lfsq_ewhais
Het is opvallend hoe Frankrijk, dat van de vier landen de hoogste werkloosheidsratio laat noteren, ook het land is met het kleinste aandeel deeltijds werk binnen de totale tewerkstelling (18,5%) en het op één na hoogste gemiddeld aantal gepresteerde uren per weerk bij deeltijds werkenden (22,4 uur per week). Voor Duitsland registreren we daarentegen een relatief hoog aandeel deeltijds werk (26,5% van de tewerkstelling) en het laagste gemiddeld aantal gepresteerde uren bij deeltijds werkenden (19,4 uur per week). België toont voor beide indicatoren een relatief positieve waarde. Deeltijds werk bedraagt er 23,7%
van de totale tewerkstelling en van de vier landen noteert het het hoogste gemiddeld aantal gepresteerde uren bij deeltijds werk (23,5 uur per week).
7 In dat licht valt bv. op te merken dat Duitsland een groot aantal uitkeringsgerechtigden kent voor Arbeitslosengeld of Arbeitslosengeld II die niet volledig werkloos zijn (omdat ze gedurende 1-15 uur per week werken). Voor 2014 bedraagt het totale aantal uitkeringsgerechtigden voor beide stelsels samen 5 274 979. Dit betekent dat er 2 700 678 uitkeringsgerechtigden (d.i. 51,2%) ondertewerkgesteld waren.
9
Conclusie
• Algemeen vertoont de vergoede volledige werkloosheid bij werkzoekenden in België een stabieler karakter dan in de buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland. Sinds 2007 noteren we voor 2014 slechts een stijging met + 0,1 procentpunt van de werkloosheidsratio t.o.v. de bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 jaar). Voor de buurlanden noteren we daarentegen evoluties van – 1,0 (Duitsland), + 2,2 (Frankrijk) en + 2,8 procentpunt (Nederland).
• Wat betreft de verhouding tussen stelsels van werkloosheidsverzekering en sociale bijstand, vertonen de vier vergeleken landen grote verschillen, die te wijten zijn aan het uiteenlopen van de reglementering.
In België, dat als enige van de vier landen een werkloosheidsverzekering kent die in principe onbeperkt is in de tijd, was in 2014 slechts 13% van de vergoede werklozen uitkeringsgerechtigd binnen een stelsel van sociale bijstand. Voor Frankrijk en Nederland gaat het echter bijna om de helft (respectievelijk 45% en 46%) en voor Duitsland om 70% van de vergoede werklozen.
• De evoluties van de vergoede werkloosheid worden beïnvloed door een ruimere maatschappelijke context. Zo lijkt de dalende evolutie in Duitsland deels te wijten aan het verkleinen van de totale bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 jaar), wat in een stabiele of groeiende economie meer kansen op tewerkstelling creëert. Verder speelt ook de structuur van de inactiviteit en de tewerkstelling een rol. Wat de tewerkstelling betreft, valt op hoe van de vier vergeleken landen Frankrijk, dat de hoogste vergoede werkloosheid laat noteren, ook het kleinste aandeel deeltijds werk binnen de tewerkstelling kent. Voor België noteren we echter het grootste gemiddelde aantal gepresteerde uren per week bij deeltijds werkenden (23,5 in 2014).
• Een gedetailleerd overzicht van de geanalyseerde gegevens is te vinden in de statistische bijlage op de hiernavolgende pagina’s.
10
5
Statistische bijlage
5.1
Absolute maandcijfers
Tabel 8
Werkloosheidsverzekering
België Duitsland Frankrijk Nederland
2007 1 487 282 1 081 059 1 895 114 250 840
2 462 618 1 067 276 1 847 383 247 590
3 448 514 962 977 1 774 407 237 830
4 453 412 836 251 1 704 003 226 380
5 435 247 760 941 1 663 125 217 230
6 448 581 714 768 1 612 653 211 420
7 453 982 740 425 1 658 191 207 620
8 447 569 741 755 1 745 287 204 310
9 462 314 680 561 1 697 640 197 490
10 431 735 634 602 1 692 665 193 580
11 430 610 646 065 1 708 438 192 330
12 425 920 697 347 1 741 845 191 970
2008 1 442 161 873 009 1 754 532 196 070
2 436 292 867 550 1 702 840 191 940
3 435 333 797 831 1 655 775 185 620
4 408 875 720 276 1 593 175 179 410
5 413 727 668 738 1 588 711 173 920
6 419 630 639 812 1 549 909 169 190
7 408 913 684 392 1 607 817 166 840
8 440 833 695 910 1 728 009 165 170
9 428 177 667 383 1 676 053 161 450
10 416 156 643 810 1 729 154 160 830
11 425 855 678 185 1 816 149 163 670
12 404 338 781 271 1 862 453 170 830
2009 1 447 733 1 002 332 1 960 262 182 690
2 441 398 1 061 415 1 955 265 190 940
3 457 280 1 068 591 1 939 582 197 770
4 432 406 1 025 818 1 909 395 205 090
5 450 978 966 623 1 929 299 210 720
6 464 674 931 807 1 871 844 220 210
7 448 663 979 099 1 925 357 229 730
8 490 345 984 856 2 041 690 237 070
9 465 726 914 573 2 020 631 241 620
10 458 679 866 203 2 082 813 250 370
11 469 307 878 672 2 122 490 258 570
12 432 373 927 633 2 144 505 269 860
2010 1 498 368 1 140 379 2 184 485 283 220
2 468 820 1 166 928 2 128 680 289 610
3 461 091 1 093 486 2 043 040 281 770
4 456 649 928 929 1 972 085 274 700
5 461 599 841 652 1 969 783 267 650
6 452 485 784 515 1 903 624 261 380
7 457 157 824 900 1 955 896 260 500
8 481 791 817 325 2 074 445 260 730
9 450 814 750 139 2 014 351 254 200
10 463 792 718 330 2 069 480 250 450
11 450 112 716 684 2 086 999 253 380
12 425 832 776 988 2 111 941 263 740
11 Tabel 8
Vervolg
België Duitsland Frankrijk Nederland
2011 1 482 201 954 013 2 153 540 276 240
2 453 311 929 404 2 093 149 273 820
3 442 701 832 136 2 009 540 265 890
4 440 953 733 389 1 955 801 258 400
5 439 051 677 944 1 914 322 253 520
6 427 740 647 011 1 895 351 250 710
7 452 239 694 531 1 966 583 252 850
8 452 274 694 975 2 081 515 255 260
9 443 281 642 524 2 027 060 251 170
10 453 401 622 601 2 121 426 252 500
11 435 357 622 531 2 133 715 257 780
12 422 429 681 215 2 170 704 269 900
2012 1 474 497 851 039 2 223 724 291 590
2 445 738 883 247 2 188 312 298 870
3 436 073 809 294 2 098 488 295 570
4 445 266 740 559 2 044 134 292 100
5 422 641 682 823 2 012 203 290 870
6 433 331 674 862 1 965 168 290 580
7 443 122 727 639 2 034 495 297 970
8 435 136 741 144 2 156 166 304 010
9 456 584 699 654 2 151 847 304 340
10 436 337 678 102 2 202 483 309 850
11 436 146 706 505 2 247 624 322 320
12 431 997 775 790 2 304 196 340 170
2013 1 463 416 947 986 2 334 270 369 280
2 457 298 974 354 2 289 474 376 690
3 462 468 908 571 2 229 085 379 700
4 444 017 831 474 2 138 959 379 520
5 451 191 761 720 2 114 862 377 770
6 457 155 735 913 2 080 862 381 560
7 445 683 771 540 2 092 055 394 580
8 459 945 778 618 2 220 060 399 320
9 476 045 730 522 2 186 789 400 370
10 452 266 696 393 2 222 806 408 200
11 470 037 719 694 2 281 958 419 070
12 453 895 773 385 2 314 660 437 730
2014 1 489 074 935 821 2 341 490 460 490
2 473 515 945 931 2 293 122 460 070
3 487 035 868 249 2 228 811 453 830
4 446 390 780 987 2 132 631 443 300
5 446 108 734 322 2 132 687 435 550
6 464 370 716 765 2 083 692 430 580
7 439 616 740 572 2 115 535 436 960
8 474 234 762 819 2 260 382 430 400
9 464 098 717 172 2 214 500 419 890
10 436 731 675 233 2 309 400 419 430
11 457 144 685 345 2 401 100 425 210
12 425 390 733 399 2 442 000 440 830
12 Tabel 9
Sociale bijstand
België Duitsland Frankrijk Nederland
2007 1 54 755 2 483 841 1 527 668 299 500
2 54 834 2 486 909 1 526 347 298 000
3 55 138 2 508 813 1 526 098 296 100
4 55 037 2 494 925 1 509 169 294 200
5 54 545 2 447 249 1 494 267 292 200
6 54 316 2 415 785 1 478 098 289 400
7 54 111 2 403 936 1 470 617 286 400
8 54 017 2 326 000 1 465 859 283 500
9 54 407 2 256 000 1 452 857 279 700
10 54 673 2 215 000 1 451 912 276 800
11 55 009 2 190 000 1 453 281 275 300
12 55 035 2 189 000 1 453 895 273 900
2008 1 55 858 2 248 000 1 448 880 272 700
2 56 172 2 249 000 1 445 507 272 000
3 56 410 2 221 000 1 442 138 270 900
4 56 317 2 182 000 1 431 046 270 400
5 56 079 2 146 000 1 423 116 269 500
6 55 958 2 090 000 1 413 492 268 300
7 55 664 2 091 000 1 409 751 266 800
8 56 051 2 086 000 1 409 514 264 900
9 56 755 2 010 000 1 400 016 262 200
10 57 440 1 952 000 1 406 162 260 400
11 58 026 1 927 000 1 414 931 259 200
12 58 727 1 964 000 1 423 554 258 800
2009 1 60 074 2 061 000 1 432 012 258 800
2 61 094 2 076 000 1 442 115 260 600
3 62 142 2 092 000 1 452 491 263 100
4 62 414 2 106 000 1 449 563 265 400
5 62 254 2 052 000 1 451 624 267 300
6 62 497 2 037 000 1 454 405 270 100
7 62 346 2 044 000 1 469 531 272 800
8 62 753 2 052 000 1 486 987 274 400
9 63 394 1 989 000 1 496 359 274 900
10 63 941 1 948 000 1 503 220 276 300
11 64 574 1 942 000 1 511 543 278 000
12 65 058 1 974 000 1 518 062 280 800
2010 1 65 906 2 073 000 1 524 440 284 200
2 66 405 2 081 000 1 532 661 287 900
3 66 798 2 089 000 1 541 062 292 100
4 66 416 2 066 000 1 543 454 295 800
5 65 946 2 025 000 1 547 545 297 800
6 65 310 1 989 000 1 550 157 300 200
7 64 456 1 989 000 1 547 861 301 700
8 64 798 1 980 000 1 549 007 302 400
9 65 222 1 903 000 1 541 219 301 700
10 65 319 1 861 000 1 547 664 302 600
11 65 367 1 845 000 1 556 407 304 200
12 65 129 1 894 000 1 564 796 307 000
13 Tabel 9
Vervolg
België Duitsland Frankrijk Nederland
2011 1 65 843 2 019 000 1 573 765 312 400
2 65 851 2 030 000 1 582 329 314 900
3 65 880 2 033 000 1 590 328 317 200
4 65 296 1 997 000 1 586 899 317 600
5 65 104 1 961 000 1 584 547 317 500
6 64 176 1 930 000 1 582 541 316 900
7 63 357 1 929 000 1 578 990 316 100
8 63 690 1 926 000 1 578 063 315 000
9 64 225 1 843 000 1 569 344 314 300
10 64 331 1 801 000 1 576 289 314 600
11 64 285 1 793 000 1 583 811 316 300
12 64 204 1 824 000 1 589 580 318 600
2012 1 64 928 1 916 000 1 598 668 318 500
2 65 620 1 926 000 1 608 140 319 400
3 65 475 1 916 000 1 616 001 319 500
4 65 313 1 909 000 1 618 490 319 800
5 64 920 1 859 000 1 621 830 320 700
6 64 382 1 837 000 1 628 001 321 300
7 64 147 1 835 000 1 637 150 321 500
8 64 221 1 837 000 1 647 278 322 100
9 64 916 1 766 000 1 649 844 322 700
10 65 155 1 738 000 1 665 750 324 300
11 65 379 1 731 000 1 682 282 327 200
12 65 498 1 766 000 1 697 712 330 200
2013 1 66 695 1 850 000 1 712 439 321 800
2 67 208 1 862 000 1 727 064 335 600
3 67 522 1 858 000 1 742 912 339 600
4 67 345 1 853 000 1 754 922 343 400
5 67 131 1 834 000 1 768 744 346 800
6 66 759 1 812 000 1 781 797 348 900
7 66 250 1 820 000 1 786 592 349 600
8 66 649 1 833 000 1 793 656 350 700
9 67 413 1 784 000 1 792 248 350 200
10 67 585 1 766 000 1 799 376 350 400
11 67 871 1 767 000 1 813 409 352 400
12 68 359 1 796 000 1 825 513 355 200
2014 1 69 473 1 869 000 1 834 263 358 800
2 69 914 1 866 000 1 843 382 363 200
3 69 923 1 858 000 1 852 899 366 500
4 69 615 1 835 000 1 860 433 369 500
5 69 223 1 815 000 1 870 092 372 200
6 69 077 1 801 000 1 878 224 373 500
7 68 718 1 797 000 1 880 163 373 700
8 69 087 1 810 000 1 885 461 374 200
9 69 937 1 756 000 1 878 808 372 500
10 69 939 1 727 000 1 881 007 371 300
11 70 379 1 720 000 1 885 685 372 500
12 70 651 1 741 000 1 887 656 374 800
14 Tabel 10
Totaal: werkloosheidsverzekering + sociale bijstand
België Duitsland Frankrijk Nederland
2007 1 542 037 3 564 900 3 422 782 550 340
2 517 452 3 554 185 3 373 730 545 590
3 503 652 3 471 790 3 300 505 533 930
4 508 449 3 331 176 3 213 172 520 580
5 489 792 3 208 190 3 157 392 509 430
6 502 897 3 130 553 3 090 751 500 820
7 508 093 3 144 361 3 128 808 494 020
8 501 586 3 067 755 3 211 146 487 810
9 516 721 2 936 561 3 150 497 477 190
10 486 408 2 849 602 3 144 577 470 380
11 485 619 2 836 065 3 161 719 467 630
12 480 955 2 886 347 3 195 740 465 870
2008 1 498 019 3 121 009 3 203 412 468 770
2 492 464 3 116 550 3 148 347 463 940
3 491 743 3 018 831 3 097 913 456 520
4 465 192 2 902 276 3 024 221 449 810
5 469 806 2 814 738 3 011 827 443 420
6 475 588 2 729 812 2 963 401 437 490
7 464 577 2 775 392 3 017 568 433 640
8 496 884 2 781 910 3 137 523 430 070
9 484 932 2 677 383 3 076 069 423 650
10 473 596 2 595 810 3 135 316 421 230
11 483 881 2 605 185 3 231 080 422 870
12 463 065 2 745 271 3 286 007 429 630
2009 1 507 807 3 063 332 3 392 274 441 490
2 502 492 3 137 415 3 397 380 451 540
3 519 422 3 160 591 3 392 073 460 870
4 494 820 3 131 818 3 358 958 470 490
5 513 232 3 018 623 3 380 923 478 020
6 527 171 2 968 807 3 326 249 490 310
7 511 009 3 023 099 3 394 888 502 530
8 553 098 3 036 856 3 528 677 511 470
9 529 120 2 903 573 3 516 990 516 520
10 522 620 2 814 203 3 586 033 526 670
11 533 881 2 820 672 3 634 033 536 570
12 497 431 2 901 633 3 662 567 550 660
2010 1 564 274 3 213 379 3 708 925 567 420
2 535 225 3 247 928 3 661 341 577 510
3 527 889 3 182 486 3 584 102 573 870
4 523 065 2 994 929 3 515 539 570 500
5 527 545 2 866 652 3 517 328 565 450
6 517 795 2 773 515 3 453 781 561 580
7 521 613 2 813 900 3 503 757 562 200
8 546 589 2 797 325 3 623 452 563 130
9 516 036 2 653 139 3 555 570 555 900
10 529 111 2 579 330 3 617 144 553 050
11 515 479 2 561 684 3 643 406 557 580
12 490 961 2 670 988 3 676 737 570 740
15 Tabel 10
Vervolg
België Duitsland Frankrijk Nederland
2011 1 548 044 2 973 013 3 727 305 588 640
2 519 162 2 959 404 3 675 478 588 720
3 508 581 2 865 136 3 599 868 583 090
4 506 249 2 730 389 3 542 700 576 000
5 504 155 2 638 944 3 498 869 571 020
6 491 916 2 577 011 3 477 892 567 610
7 515 596 2 623 531 3 545 573 568 950
8 515 964 2 620 975 3 659 578 570 260
9 507 506 2 485 524 3 596 404 565 470
10 517 732 2 423 601 3 697 715 567 100
11 499 642 2 415 531 3 717 526 574 080
12 486 633 2 505 215 3 760 284 588 500
2012 1 539 425 2 767 039 3 822 392 610 090
2 511 358 2 809 247 3 796 452 618 270
3 501 548 2 725 294 3 714 489 615 070
4 510 579 2 649 559 3 662 624 611 900
5 487 561 2 541 823 3 634 033 611 570
6 497 713 2 511 862 3 593 169 611 880
7 507 269 2 562 639 3 671 645 619 470
8 499 357 2 578 144 3 803 444 626 110
9 521 500 2 465 654 3 801 691 627 040
10 501 492 2 416 102 3 868 233 634 150
11 501 525 2 437 505 3 929 906 649 520
12 497 495 2 541 790 4 001 908 670 370
2013 1 530 111 2 797 986 4 046 709 691 080
2 524 506 2 836 354 4 016 538 712 290
3 529 990 2 766 571 3 971 997 719 300
4 511 362 2 684 474 3 893 881 722 920
5 518 322 2 595 720 3 883 606 724 570
6 523 914 2 547 913 3 862 659 730 460
7 511 933 2 591 540 3 878 647 744 180
8 526 594 2 611 618 4 013 716 750 020
9 543 458 2 514 522 3 979 037 750 570
10 519 851 2 462 393 4 022 182 758 600
11 537 908 2 486 694 4 095 367 771 470
12 522 254 2 569 385 4 140 173 792 930
2014 1 558 547 2 804 821 4 175 753 819 290
2 543 429 2 811 931 4 136 504 823 270
3 556 958 2 726 249 4 081 710 820 330
4 516 005 2 615 987 3 993 064 812 800
5 515 331 2 549 322 4 002 779 807 750
6 533 447 2 517 765 3 961 916 804 080
7 508 334 2 537 572 3 995 698 810 660
8 543 321 2 572 819 4 145 843 804 600
9 534 035 2 473 172 4 093 308 792 390
10 506 670 2 402 233 4 190 407 790 730
11 527 523 2 405 345 4 286 785 797 710
12 496 041 2 474 399 4 329 656 815 630
16
5.2
Evolutie van de vergoede werkloosheid 5.2.1
Tabellen
Tabel 11
Werkloosheidsverzekering
België Duitsland Frankrijk Nederland België Duitsland Frankrijk Nederland
2007 T1 466 138 1 037 104 1 838 968 245 420 2007 T1 100 100 100 100
T2 445 747 770 653 1 659 927 218 343 T2 100 100 100 100
T3 454 622 720 914 1 700 373 203 140 T3 100 100 100 100
T4 429 422 659 338 1 714 316 192 627 T4 100 100 100 100
Jaar 448 982 797 002 1 728 396 214 883 Jaar 100 100 100 100
2008 T1 437 929 846 130 1 704 382 191 210 2008 T1 94 82 93 78
T2 414 077 676 275 1 577 265 174 173 T2 93 88 95 80
T3 425 974 682 562 1 670 626 164 487 T3 94 95 98 81
T4 415 450 701 089 1 802 585 165 110 T4 97 106 105 86
Jaar 423 358 726 514 1 688 715 173 745 Jaar 94 91 98 81
2009 T1 448 804 1 044 113 1 951 703 190 467 2009 T1 96 101 106 78
T2 449 353 974 749 1 903 513 212 007 T2 101 126 115 97
T3 468 245 959 509 1 995 893 236 140 T3 103 133 117 116
T4 453 453 890 836 2 116 603 259 600 T4 106 135 123 135
Jaar 454 964 967 302 1 991 928 224 553 Jaar 101 121 115 105
2010 T1 476 093 1 133 598 2 118 735 284 867 2010 T1 102 109 115 116
T2 456 911 851 699 1 948 497 267 910 T2 103 111 117 123
T3 463 254 797 455 2 014 897 258 477 T3 102 111 118 127
T4 446 579 737 334 2 089 473 255 857 T4 104 112 122 133
Jaar 460 709 880 021 2 042 901 266 778 Jaar 103 110 118 124
2011 T1 459 404 905 184 2 085 410 271 983 2011 T1 99 87 113 111
T2 435 915 686 115 1 921 825 254 210 T2 98 89 116 116
T3 449 265 677 343 2 025 053 253 093 T3 99 94 119 125
T4 437 062 642 116 2 141 948 260 060 T4 102 97 125 135
Jaar 445 411 727 690 2 043 559 259 837 Jaar 99 91 118 121
2012 T1 452 103 847 860 2 170 175 295 343 2012 T1 97 82 118 120
T2 433 746 699 415 2 007 168 291 183 T2 97 91 121 133
T3 444 947 722 812 2 114 169 302 107 T3 98 100 124 149
T4 434 827 720 132 2 251 434 324 113 T4 101 109 131 168
Jaar 441 406 747 555 2 135 737 303 187 Jaar 98 94 124 141
2013 T1 461 061 943 637 2 284 276 375 223 2013 T1 99 91 124 153
T2 450 788 776 369 2 111 561 379 617 T2 101 101 127 174
T3 460 558 760 227 2 166 301 398 090 T3 101 105 127 196
T4 458 733 729 824 2 273 141 421 667 T4 107 111 133 219
Jaar 457 785 802 514 2 208 820 393 649 Jaar 102 101 128 183
2014 T1 483 208 916 667 2 287 808 458 130 2014 T1 104 88 124 187
T2 452 289 744 025 2 116 337 436 477 T2 101 97 127 200
T3 459 316 740 188 2 196 806 429 083 T3 101 103 129 211
T4 439 755 697 992 2 384 167 428 490 T4 102 106 139 222
Jaar 458 642 774 718 2 246 279 438 045 Jaar 102 97 130 204
2013 100 100 100 100
2014 100 97 102 111