1
Jaar-op-jaar evolutie van het aantal volledig werklozen (in budgettaire eenheden) 1999 - 2001
-50.000 -40.000 -30.000 -20.000 -10.000 0 10.000 20.000 30.000 40.000
01/99 03/99 05/99 07/99 09/99 11/99 01/00 03/00 05/00 07/00 09/00 11/00 01/01 03/01 05/01 07/01 09/01 11/01
Volledig werklozen
Recente evoluties binnen de volledige werkloosheid
Terwijl er in 2000 gemiddeld 116 125 kortdurig (< 1 jaar) werklozen waren, is dat aantal in 2001 opgelopen tot 122 845. Naast deze stijging van kortdurig werklozen (+6 720 of +5,8 %), is er een daling van het aantal langdurige werklozen (≥1 jaar) (-3 085 of -0,7 %).
De toename van de werkloosheid doet zich eerder voor bij de mannen (+2 028 of +0,9 %) dan bij de vrouwen (+1 607 of +0,5 %).
Met name sinds het 2e semester van 2001 groeit de werkloosheid op jaarbasis sneller bij de mannen dan bij de vrouwen. Dat kan verklaard worden door een sterkere stijging van de kortdurige werk- loosheid bij de mannen (+4 654 of +9,1 %) dan bij de vrouwen (+2 066 of +3,2 %).
Bij de langdurige (≥1 jaar) werkloosheid is er op jaarbasis slechts een daling van 2 626 (1,4 %) bij de mannen en 459 (-0,2 %) bij de vrouwen.
De geringe daling van de langdurig werklozen in 2001 wordt mede bepaald door de aanwas van de harde kern zeer langdurig werklozen (met een inactiviteitsduur van minstens vijf jaar) bij de 55-60 -jarigen.
Grafiek 1
Het voorbije jaar kwam er een einde aan de daling van de werkloosheid. Gemiddeld waren er in 2001 542 038 volledig werklozen (in budgettaire eenheden). Dat zijn er 3 635 (+0,7 %) meer dan in 2000, daar waar de daling tussen 1999 en 2000 nog 20 658 of -3,7 % bedroeg (tabel 1).
De jaar-op-jaar evolutie toont duidelijk dat de vertraging van de daling reeds vroeg in het jaar werd ingezet om vanaf juni uit te monden in een stijging.
2
Jaar-op-jaar evolutie van het aantal volledig werklozen (in budgettaire eenheden) duur < 1 jaar 2000 - 2001
-10.000 -5.000 0 5.000 10.000 15.000
01/00 02/00 03/00 04/00 05/00 06/00 07/00 08/00 09/00 10/00 11/00 12/00 01/01 02/01 03/01 04/01 05/01 06/01 07/01 08/01 09/01 10/01 11/01 12/01
Mannen Vrouwen
Grafiek 2
Grafiek 3
De conjuncturele invloed komt goed tot uiting bij de werkzoekende UVW (statuut 1) (tabel 3). De afname van de werkloosheid in dit statuut is veel kleiner bij de mannen (-245 of -0,2 %) dan bij de vrouwen (-5 298 of -2,9 %). Dit kan verklaard worden door een sterkere stijging van de kortdurige werkloosheid bij de mannen (+3 939 of +8,8 %) dan bij de vrouwen (+1 258 of +2,5 %) en een grotere daling van de langdurige werkloosheid bij de vrouwen (-6 557 of -5,1 %) dan bij de mannen (-4 184 of -4,5 %).
Jaar-op-jaar evolutie van het aantal volledig werklozen (in budget taire eenheden) duur >= 1 jaar 2000 - 2001
-12.000 -10.000 -8.000 -6.000 -4.000 -2.000 0 2.000 4.000 6.000
01/00 02/00 03/00 04/00 05/00 06/00 07/00 08/00 09/00 10/00 11/00 12/00 01/01 02/01 03/01 04/01 05/01 06/01 07/01 08/01 09/01 10/01 11/01 12/01
Mannen Vrouwen
3
Jaar-op-jaar evolutie van het aantal volledig werklozen statuut 1
(in budgettaire eenheden) duur >= 1 jaar 2000 - 2001
-16. 000 -14. 000 -12. 000 -10. 000 -8. 000 -6. 000 -4. 000 -2. 000 0 2. 000
01/00 02/00 03/00 04/00 05/00 06/00 07/00 08/00 09/00 10/00 11/00 12/00 01/01 02/01 03/01 04/01 05/01 06/01 07/01 08/01 09/01 10/01 11/01 12/01
Mannen Vrouwen
Jaar-op-jaar evolutie van het aantal volledig werklozen statuut 1 (in budgettaire eenheden) duur < 1 jaar
2000 - 2001
-20.000 -15.000 -10.000 -5.000 0 5.000 10.000 15.000
01/00 02/00 03/00 04/00 05/00 06/00 07/00 08/00 09/00 10/00 11/00 12/00 01/01 02/01 03/01 04/01 05/01 06/01 07/01 08/01 09/01 10/01 11/01 12/01
Mannen Vrouwen
Grafiek 4
Grafiek 5
De stijging van de werkloosheid doet zich voor bij de kortdurige werkloosheid en dat vooral bij de jongeren (tabel 2).
Zij zijn eerder tewerkgesteld in een tijdelijke job en stromen tijdens een conjuncturele vertraging sneller in de werkloosheid. Zonder het Rosettaplan zou de tol bij de jongeren nog groter zijn.
Grafiek 6 markeert het verschillend patroon van de jaar-op-jaar evolutie van de kortdurige werkloosheid in 2000 en 2001 volgens geslacht.
Daar waar in 2000 de jaar-op-jaar evolutie nagenoeg gelijklopend is voor de mannen en de vrouwen, stijgt de werkloosheid bij de mannen tot 35 jaar in 2001 met 3 275 op jaarbasis tegen een toename van slechts 913 bij de vrouwen van dezelfde leeftijd.
Grafiek 6
Grafiek 7
Jaar-op-jaar evolutie van het aantal volledig werklozen (in budgettaire eenheden) naar leeftijd; duur < 1 jaar; 2000 - 2001
-2.000 -1.500 -1.000 -500 0 500 1.000 1.500
<20 20-25 25-30 30-35 35-40 40-45 45-50 50-55 55-60 >60 <20 20-25 25-30 30-35 35-40 40-45 45-50 50-55 55-60 >60
Mannen Vrouwen Gemiddelde
2000 2001
Jaar-op-jaar evolutie van het aantal volledig werklozen (in budgettaire eenheden) naar leeftijd; duur >= 1 jaar; 2000 - 2001
-4.000 -3.000 -2.000 -1.000 0 1.000 2.000 3.000 4.000
<20 20-25 25-30 30-35 35-40 40-45 45-50 50-55 55-60 >60 <20 20-25 25-30 30-35 35-40 40-45 45-50 50-55 55-60 >60
Mannen Vrouwen Gemiddelde
2000 2001