blok 2 toets
4
3000
3007 3010
5300 3070
5325 5400
5500
2
Vul in.1
Tel verder of tel terug.100 meer of minder
Welk getal ligt het dichtst in de buurt?
Kleur het goede vakje.
1111 4889
1211 2314 4989 6022
2414 3449 6122
3549
73 333 58 203
74 333 59 203 41 293
42 293 55 555 10 232
56 555 11 232
e buurt?
4020
4027 4030
4100
3000
3089 3100
3800
30 000
33 427 33 000
34 000 1000 meer of minder
5000 5050 5100 5150 5200
8000 9000
1311 1411 1511
2214
2514 2614
3249 3349
3649
5089 5189 5289
5922
6222 6322
75 333 76 333 77 333
60 203 61 203 62 203
40 293
43 293 44 293
53 555 54 555
57 555
8 232 9 232
12 232
5300
4030 3010
33 000 3100
5020 5040 5090 5130 5180
7600 8100 8400 8700 9400
509286.indd 4
509286.indd 4 22-1-10 8:3722-1-10 8:37
5
toets blok 2
3
Reken uit.4
Kijk naar het plaatje. Hoeveel moeten ze betalen?Schrijf de som erbij.
550 + 225 = ...
280 + 510 = ...
306 + 437 = ...
465 + 344 = ...
672 + 199 = ...
730 + 290 = ...
636 + 363 = ...
309 + 588 = ...
579 + 375 = ...
486 + 355 = ...
430 – 130 = ...
725 – 305 = ...
581 – 340 = ...
845 – 450 = ...
621 – 619 = ...
535 – 230 = ...
846 – 548 = ...
776 – 298 = ...
623 – 99 = ...
901 – 599 = ...
De familie Arends bestelt:
1 broodje en 1 koffi e.
Ik reken uit: € ....
Loek bestelt:
2 rollen drop en 1 zakje chips.
Ik reken uit: € ....
De familie Benie bestelt:
1 broodje, 1 zakje chips en 1 kauwgom.
Ik reken uit: € ....
Marthe bestelt:
2 koeken en 2 blikjes fris.
Ik reken uit: € ....
Ali bestelt:
1 koffi e, 1 thee en 2 zakjes snoep.
Ik reken uit: € .... 2300
Schrijf de getallen op volgorde van klein naar groot.
2190 2201 2298 2199
775 790 743 809 871
305 298 478 524 302 300
420 241 395 2 1020
999 897 954 841
4,30
3,70
4,50
4,00
6,40
2190 2199 2201 2298 2300
509286.indd 5
509286.indd 5 22-1-10 8:3722-1-10 8:37
