• No results found

Advies Begroting 2017 Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Advies Begroting 2017 Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Advies

Begroting 2017

Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst

Regio Nijmegen

Gemeente Nijmegen

Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen Henk Jan Jansen van Doorn MC

Peggy van Gemert RA/AA April 2016

(2)

2

Inhoud

1. Inleiding ... 3

2. Advies ... 4

3. Algemeen ... 5

4. Bevindingen ... 7

4.1. Begroting 2017 en meerjarenbegroting 2018-2020 ... 7

4.2. Weerstandsvermogen ... 9

(3)

3

1. Inleiding

In de begroting legt de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) de deelnemende gemeenten een raming voor over 2017 en verdere jaren. Ten behoeve van de beoordeling van de begroting hebben de gemeenten in de Regio Nijmegen de Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen opgericht (hierna: Adviesfunctie). De Adviesfunctie beoordeelt de begroting en brengt hierover advies uit aan de regiogemeenten. Bijzonderheid bij de ODRN is dat er naast regiogemeenten tevens de provincie in de gemeenschappelijke regeling deelneemt.

Deze notitie bevat de uitkomsten van de beoordeling van de begroting 2017 van de ODRN.

Op 26 april 2016 hebben wij onze bevindingen besproken met de heer Bouman (Directeur) en de heer Peters (Controller) van de ODRN.

Tijdschema zienswijze

De ODRN heeft de begrotingsstukken 2017 verzonden naar de deelnemende gemeenten en de Adviesfunctie.

In de aanbiedingsbrief wordt u verzocht om vóór 22 juni 2016 uw zienswijze hierover mede te delen aan het Algemeen Bestuur van ODRN.

In de Algemeen Bestuursvergadering van 7 juli 2016 zullen de begrotingsstukken worden behandeld en vastgesteld.

Werkwijze Adviesfunctie

De Adviesfunctie is gepositioneerd bij de gemeente Nijmegen. Vertrekpunt bij de beoordeling zijn de Begrotingsrichtlijnen Regio Nijmegen (BRN), vastgesteld door de gemeenten in de Regio Nijmegen.

Hieraan wordt getoetst. De beoordeling van de begroting richt zich allereerst op het realiteitsgehalte van de meerjarenraming. Hiertoe worden de nieuwe ramingen in meerjarenperspectief afgezet tegen de realisatie over voorgaande jaren.

Ook wordt de vermogenspositie en in het bijzonder de ontwikkeling van de algemene reserves gevolgd. Tevens worden de risico’s en de risicobeheersing in ogenschouw genomen.

Een inhoudelijke beoordeling van beleidsvoornemens valt buiten de scope van de Adviesfunctie.

(4)

4

2. Advies

Gezien de voorliggende begroting, adviseren wij de deelnemende gemeenten en in het verlengde hiervan het AB van de ODRN om

1. In te stemmen met de begroting 2017

2. Kennis te nemen van de meerjarenraming 2018-2020

De deelnemende gemeenten worden geadviseerd om de risico’s van € 453.000 voor zover deze de algemene reserve € 200.000 van de ODRN overstijgen, op te nemen in hun eigen paragraaf weerstandsvermogen (zie toelichting in hoofdstuk 4.2). Dit naar rato van deelname.

(5)

5

3. Algemeen

De begroting 2017 is getoetst aan de Begrotingsrichtlijnen Regio Nijmegen (BRN).

In het eerste hoofdstuk van de begroting wordt kernachtig uitgelegd welke ontwikkelingen effect hebben op de begroting 2017. Voor een toelichting wordt dan ook verwezen naar pagina 5 tot en met 10.

Een aantal bijzonderheden wordt hieronder kort vermeld:

- Vanaf 2016 wordt gewerkt met outputfinanciering. De deelnemers betalen op basis van werkelijke productafname. Hierbij geldt de restrictie dat meer of minder afname binnen de 2%- bandbreedte blijft.

- Het werkplan 2017 is de basis voor de uitvoering van de ODRN-taken. In nauw overleg de deelnemende partijen wordt dit plan samengesteld. Naast de reguliere taken worden er ook projecten en thema’s in benoemd waar bijzondere aandacht aan zal worden besteed.

Het werkplan moet uiterlijk 1 december 2016 beschikbaar zijn ter vaststelling in het Dagelijks Bestuur van december 2016.

Dit vraagt van de deelnemende partijen dat zij tijdig aangeven waar in 2017 de prioriteiten moeten worden gelegd.

- Vanaf 2016 voert de ODRN de BRZO-taken uit voor landsdeel Oost. De activiteiten worden uitgevoerd vanuit een gezamenlijk opgesteld programma voor Gelderland en Overijssel. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het management informatiesysteem van de ODRN. De taken zijn voor landsdeel Oost zijn in deze geharmoniseerd met de aanpak voor de provincie Gelderland die al bestond.

- In 2017 heeft er conform de BRN richtlijnen een indexatie van de lasten en de baten plaatsgevonden van 0,6%.

- Outputfinanciering

Met ingang van 2016 wordt voor de deelnemende gemeenten met outputfinanciering gewerkt. In de begroting 2016 is opgenomen dat er een kaderstelling voorbereid zou worden die de randvoorwaarden zou verwoorden voor de outputfinanciering. Een duidelijke kaderstelling waar ook de financiële consequenties opgenomen zijn, is er echter nog niet.

De adviesfunctie constateert hierbij de volgende vraagstukken en onzekerheden :

In het verleden is aangegeven welke productie voor verschillende deelnemers gedraaid is en dit laat een nogal wisselend beeld zien. Sommige deelnemers hebben meer, andere minder geleverd gekregen dan de 100% financiering. Er wordt momenteel een bestuursnotitie opgesteld die inzicht geeft in de geleverde prestaties over de periode van inputfinanciering.

De verwachting is dat er geen grote verschillen zijn opgetreden. Met outputfinanciering zal

(6)

6 dit voor de diverse gemeenten wel rechtgetrokken worden, maar hoe wordt omgegaan met eventuele tekorten die dit op zou kunnen leveren? Naar mening ODRN treden deze

verschillen niet meer op bij outputfinanciering.

Er wordt gesproken over een bandbreedte van 2%: is dit een bandbreedte per gemeente? En betekent dit dat de gemeente die 110% geleverd krijgt, maar 102% behoeft te betalen? Of geldt de marge voor de gehele ODRN? Als dit laatste het geval is hoe wordt dan verrekend?

Volgens de ODRN is in 2016 de cyclus van programmering en uitvoering geoptimaliseerd. Er wordt gestuurd op realisatie van producten. Afwijkingen worden vroegtijdig (bestuurlijk) besproken. Productfinanciering betekent immers dat de afgenomen productie maatgevend is voor betaling. Volgens de ODRN is een nieuwe set van afspraken tussen opdrachtgevers en ODRN ontwikkeld. Volgens de adviesfunctie is het van belang dat een bestuurlijke afspraak rondom de outputfinanciering en de mogelijke verrekeningen gemaakt en vastgelegd worden.

De productiecijfers worden gebaseerd op het pas geïmplementeerde systeem. Zijn de opgedane ervaringen voldoende om hier als basis voor de financiering direct op te kunnen bouwen? Toegelicht is dat het vanuit de ODRN technisch mogelijk is om op basis van de output te factureren. Voor de zomer van 2016 zal een kwaliteitsslag gemaakt worden die met name betrekking heeft op de urenverantwoording naar de producten. Hierdoor wordt de samenhang tussen pdc en realisatie geoptimaliseerd.

Hoe wordt omgegaan met onderhanden werk? Besloten is al dat de onderhanden werk positie van 1 januari 2016 van ca. € 1,9 miljoen als 45% korting op de eindproducten verrekend zullen worden. Wat gebeurt er met de onderhanden werk positie eind 2016?

Wordt deze op de balans als onderhanden werk, nog te verrekenen opgenomen?

Voor gemeenten kan ook dit een wisselende bijdrage per jaar betekenen, terwijl gelijkmatigheid een wens zal zijn. Ook dit onderwerp wordt meegenomen in de reeds genoemde bestuurlijke afspraken.

De prijzen per product zijn voorcalculatorisch opgesteld. Sommige met vast prijzen, sommige op basis van urenschrijven. Hoe om te gaan met de nacalculatie moet nog bepaald worden.

Verwacht wordt dat er op grond van de outputfinanciering nog de nodige risico’s gelopen worden.

(7)

7

4. Bevindingen

4.1. Begroting 2017 en meerjarenbegroting 2018-2020

Onderstaand is een vergelijking gemaakt tussen de meerjarencijfers uit de begroting 2016 en de cijfers uit de meerjarenbegroting 2017 voor wat betreft de lasten. Daaronder is de dekking door bijdragen bovenregionaal, gemeenten en provincie aangegeven met het verloop van bijdrage 2017 uit de begroting 2016 naar bijdragen 2017 uit de voorliggende begroting.

In de begroting is vanaf pagina 28 ook een toelichting per post opgenomen. Onderstaand wordt een beknopte weergave hiervan gegeven.

LASTEN

Uit begroting 2016 2017 2018 2019

Salariskosten (Incl inhuur) 8.307.000 8.307.000 8.307.000

Piofah gastheer 1.160.000 1.160.000 1.160.000

Diverse kosten 2.025.000 2.025.000 2.025.000

Toegestane lasten 11.492.000 11.492.000 11.492.000

Uit begroting 2017 2017 2018 2019 2020

Salariskosten (Incl inhuur) 8.417.000 8.417.000 8.417.000 8.417.000 Piofah gastheer 1.101.000 1.101.000 1.101.000 1.101.000

Diverse kosten 2.665.000 2.665.000 2.665.000 2.665.000

Toegestane lasten 12.183.000 12.183.000 12.183.000 12.183.000 Verschil (hogere lasten) 691.000 691.000 691.000

Toelichting op hoofdlijnen:

A. Opname stelpost voor BRZO en RIE-4 werkzaamheden € 622.000

B. Formatie uitbreiding € 115.000

C. Lagere bijdrage gastheerschap -/- € 66.000

D. Overige verhogingen € 20.000

€ 691.000

Raming 2017

De stijging van de lasten wordt met name veroorzaakt door mogelijk extra lasten voor BRZO-taken van € 622.000. Dit wordt veroorzaakt door het verschuiven van het bevoegd gezag van BRZO bedrijven naar de provincie. De ODRN voert deze taken voor de provincie uit. Voor hoeveel, hoe en of dit extra bedrag wordt ingezet is nog niet duidelijk. Vandaar dat hiervoor een stelpost is

opgenomen. Hiertegenover staan bijdragen vanuit de provincie.

Daarnaast heeft er een uitbreiding van formatie plaatsgevonden. Tegenover deze uitbreiding staat een vergoeding en een verlaging van de bijdrage aan de gastheer.

(8)

8 Meerjarenraming

De ODRN heeft een bezuinigingstaakstelling opgelegd gekregen van 2,5% tot 10% in 2017.

Op pagina 25 van de begroting is een overzicht opgenomen hoe deze per jaarschijf wordt ingevuld.

In 2017 is er € 907.000 aan taakstelling gerealiseerd, zijnde 10%.

BATEN

in euro's

Bijdrage 2017 uit begroting 2016

Mutatie Bijdrage 2017 uit begroting 2017

Beuningen 495.200 3.000 498.200

Druten 379.300 2.300 381.600

Berg en Dal 1.399.800 8.400 1.408.200

Heumen 203.100 1.200 204.300

Nijmegen 5.060.300 -56.600 5.003.700

Wijchen 417.000 2.500 419.500

Provincie 1.245.100 7.500 1.252.600

Sub-totaal 9.199.800 -/- 31.700 9.168.100

Provincie obv opdrachten 507.000 3.000 510.000

Provincie BRZO en RIE-4 984.000 984.000

Baten bovenregionale taken 1.785.200 -/- 264.300 1.520.900 11.492.000 691.000 12.183.000

Toelichting op de grotere afwijkingen:

A. De daling van de bijdrage van Nijmegen wordt met name veroorzaakt door het verschuiven van het bevoegd gezag van de BRZO bedrijven naar de provincie. Voorheen waren

gemeenten aangewezen en kregen een uitkering gemeentefonds. Nu krijgt de provincie een bijdrage in het provinciefonds. De provincie betaalt dan ook de vergoeding aan de ODRN voor de uitgevoerde taken. De Nijmeegse bijdrage is hiermee vervallen.

B. Provincie BRZO en RIE-4 betreft de door de provincie geraamde BRZO en RIE-4

werkzaamheden. Op pagina 30 bij onderdeel 10 wordt op deze post een nadere toelichting gegeven in combinatie met de lastenzijde.

C. De daling van de baten bovenregionale taken wordt met name veroorzaakt door de eerder vermelde verschuiving van het bevoegd gezag naar de provincie.

Op pagina 27 van de begroting worden de gemeentelijke en provinciale bijdragen meerjarig weergegeven.

Outputfinanciering

Vanaf 2016 is outputfinanciering een feit. Door het ontbreken van ervaringscijfers blijkt het lastig om te komen tot ramingen die een duidelijk verloop van de activiteiten weerspiegelen.

Dit blijkt ook uit de bijdragen die over de jaren 2018 tot en met 2020 een stabiel beeld geven.

Voor de ODRN is het van belang om inzicht te krijgen in de afname van diensten door de deelnemende gemeenten met daarbij een reële prognose van de ontwikkeling hiervan voor de komende jaren.

(9)

9 De ODRN heeft ervoor gekozen om kwartaalvoorschotten te gaan werken van een kwart van de verwachte jaaromzet. Na afloop van elk kwartaal zal dit voorschot worden verrekend met de werkelijk geleverde prestaties over dat kwartaal.

Herverdelingseffecten

De Adviesfunctie wijst de deelnemende gemeenten nogmaals erop dat de outputfinanciering zeer waarschijnlijk herverdelingseffecten tot gevolg heeft. Dit baseert zij op de cijfers vanuit de

jaarrekening 2015. Zo zullen gemeenten waar nu de bijdrage lager ligt dan de geschreven bedragen mogelijk een verhoging van hun bijdrage tegemoet zien en bij gemeenten waar dit andersom ligt een verlaging.

4.2. Weerstandsvermogen

In de begroting is op pagina 32 is aangegeven dat voortaan de paragraaf weerstandsvermogen uitsluitend in het jaarverslag zal worden opgenomen om dubbele rapportages te voorkomen. Voor een zelfstandig leesbare rapportage is hieronder de passage opgenomen zoals deze ook in de rapportage bij de jaarrekening 2015 door de Adviesfunctie is verwoord.

Het weerstandsvermogen geeft aan in welke mate de organisatie in staat is om het hoofd te bieden aan mogelijke nadelen die kunnen voortvloeien uit risico’s. Teneinde een goede beoordeling te kunnen maken van de benodigde omvang, is het van belang om een gedegen risico-inventarisatie uit te voeren. Voor gemeenschappelijke regelingen geldt dat deelnemers altijd de achtervang zijn voor de risico’s van een GR. Om die reden heeft de regio Nijmegen een kadernota opgesteld waarin bepaald is welke omvang de vrije reserves bij een GR mogen hebben, zodat enige schommeling in de bedrijfsvoering in ieder geval opgevangen kunnen worden. Voor alle risico’s van de GR staan de deelnemende gemeenten aan de lat, waarbij de algemene reserve van de GR in mindering gebracht kan worden. Deelnemers dienen in hun eigen begroting en rekening in de paragraaf

weerstandsvermogen een buffer op te nemen voor de risico’s van een GR.

Eind 2015 zijn de risico’s van de ODRN geïnventariseerd en door het dagelijks bestuur vastgesteld.

Op pagina 49-51 van de jaarrekening 2015 is deze inventarisatie opgenomen.

De ODRN heeft naar aanleiding van de notitie “kader weerstandsvermogen voor gemeenschappelijke regelingen” en de risico-inventarisatie per jaareinde haar toegestane algemene reserve

gehandhaafd op € 200.000.

Voor de totaal berekende risico’s van € 453.000, onder aftrek van de algemene reserve bij de ODRN van € 200.000 worden de deelnemende gemeenten geadviseerd een buffer op te nemen in hun eigen paragraaf weerstandsvermogen. Dit naar rato van hun deelname.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door ons gerapporteerde bevindingen zijn derhalve niet materieel (dus hebben geen invloed op de strekking van onze controleverklaring), maar zijn naar onze mening vooral van

Voor 15 juli 2016 moet de door het Algemeen Bestuur van WNK Personeelsdiensten vastgestelde jaarrekening en begroting worden toegezonden aan de Provincie Noord Holland4.

Daarnaast hebben wij in totaal 829 bouwinspecties uitgevoerd voor gemeenten Groesbeek en Nijmegen en de provincie Gelderland.. Alle meldingen / milieuklachten van burgers

In de begroting legt de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) de deelnemende gemeenten een raming voor over 2016 en verdere jaren.. Ten behoeve van de

Daarnaast zijn een aantal voorzieningen binnen de systemen van de ODRN getroffen voor het juist berekenen van de leges op basis van de legesverordening van de gemeente Groesbeek..

Het algemeen bestuur wijst in zijn eerste vergadering na inwerkingtreding van deze regeling uit zijn midden de andere leden van het dagelijks bestuur als bedoeld in artikel 15,

omschrijving  waarde .

De lastenverlaging is daarentegen gericht op vijf doelgroepen of arbeidssegmenten: voor wie de grens wordt opgetrokken tot 2 000 euro; waarbij het vereiste minimumpercentage van