• No results found

Datum Ons kenmerk Behandeld door Aantal bijlagen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Datum Ons kenmerk Behandeld door Aantal bijlagen"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Geachte raadsleden,

Geachte raadsleden,

Op donderdag 25 januari 2018 heeft het college besloten in te stemmen met een zogeheten Vaststellingsovereenkomst horeca Groene Engel. Ook heeft het college –in samenhang daarmee- besloten om een nieuwe huurovereenkomst voor de horeca in het pand De Groene Engel aan te gaan.

Deze besluiten zijn het sluitstuk van een lange, roerige periode in de samenwerking tussen het cultuurpodium en de horeca. Omdat dit dossier al zo lang speelt, zijn er ook veel

omstandigheden die een rol hebben gespeeld in de besluitvorming van 25 januari jongstleden.

Al die achtergrondinformatie kan begrijpelijkerwijs niet in een B&W advies worden

weergegeven. Daarvoor dient deze informatiebrief. Aan de hand van vragen en antwoorden ga ik hier verder op in.

Achtergronden van keuzes

De keuzes die in beide dossiers gemaakt worden, zijn samenhangend en richten zich primair op de –verschillende- belangen van de gemeente in dit dossier. Hierbij gaat het om de volgende keuzes en achtergronden:

1. Hoe is de gang van zaken geweest sinds de uitbesteding van de horeca in 2001?

In 1999 is het cultuurpodium De Groene Engel (CGE) van start gegaan. De horeca was destijds in handen van de stichting Achter de Coulissen. Die stichting was speciaal opgericht om de horeca te exploiteren ten dienste van het cultuurpodium. De horeca beschikte over een volledige vergunning. De eerste jaren verliepen turbulent, omdat

Datum Ons kenmerk Behandeld door Aantal bijlagen

29-01-2017 P. Noten Onderwerp

Achtergronden bij het dossier horeca Groene Engel

Postbus 5 5340 BA Oss

Wilt u bij uw reactie de datum van deze brief en ons kenmerk vermelden?

van de gemeente Oss

(2)

2 men op weinig ervaring kon bogen. Omdat zowel het cultuurpodium als de horeca in deze eerste jaren telkens meer kostten dan werd begroot, vond de gemeente het uiteindelijk noodzakelijk om in te grijpen. Het cultuurpodium werd onder

verantwoordelijkheid gebracht van Muzelinck en de horeca werd door Muzelinck commercieel verhuurd. De horeca-uitbater werd de VOF Solo & Duo (S&D).

2. Wat zijn de aanleidingen geweest voor het juridisch conflict?

In de periode 2001 – 2009 was de samenwerking tussen cultuurpodium en horeca niet optimaal, maar wel werkbaar. De samenwerking werd echter nadelig beïnvloed door het besluit van Muzelinck in 2009 om de horeca in eigen beheer te willen nemen (nadat de gemeente hiermee ingestemd had). De huuropzegging werd juridisch aangevochten door S&D en dat resulteerde in een jarenlange juridische strijd. In 2012 deed de rechter definitief uitspraak ten nadele van Muzelinck. De juridische strijd had Muzelinck financieel uitgeput. Omdat in de juridische procedure er diverse

schadeclaims werden neergelegd door S&D bij Muzelinck en Muzelinck niet meer verder wilde procederen, is toen een schikking getroffen.

Nadat de gemeente in 2014 had besloten om het cultuurpodium te verzelfstandigen en voortaan zelf rechtstreeks als verhuurder aan de horeca op te treden, zijn er uitgebreide overeenkomsten gesloten tussen partijen. In de huur- en

samenwerkingsovereenkomsten zijn vergaande afspraken gemaakt tussen partijen over wederzijdse rechten en plichten. Daarnaast werd er een overeenkomst

Voorkeursrecht afgesloten tussen S&D en CGE, waarbij CGE het recht verwierf om als preferente koper te kunnen optreden bij een eventuele verkoop van de horeca. Ook toen is er een schikking getroffen tussen partijen (Muzelinck- S&D-gemeente), waarbij de juridische claims van tafel gingen en er verbeteringen aan het gebouw door de gemeente werden gerealiseerd.

Halverwege 2015 kwamen er nieuwe samenwerkingsklachten vanuit S&D en werd er opnieuw gedreigd met juridische claims. Bij de gemeente en de stichting

Cultuurpodium zijn ook daadwerkelijk claims op schadevergoeding neergelegd. S&D stelde dat de gemeente nalatig is geweest bij het toezicht op handhaven van het rookverbod en drankverstrekking door CGE. Ook stelde S&D de gemeente

aansprakelijk voor omzetderving als gevolg van schade aan de vloer van de brasserie.

Omgekeerd werd vanuit CGE geklaagd over het gebrek aan synergie tussen cultuurpodium en horeca. Kortom het onderling vertrouwen ebde verder weg.

Vanaf die tijd ontstonden ook de eerste betalingsachterstanden van S&D bij de gemeente. Ondanks aanmaningen en toegezegde nakomingen liepen deze schulden

(3)

3 gedurende 2016 steeds verder op. Dat resulteerde uiteindelijk in een kort geding tegen S&D, aangespannen door de gemeente. Doel was om de huurovereenkomst te kunnen ontbinden en de achterstanden voldaan te krijgen. Dat kort geding werd verloren , omdat de rechter oordeelde dat de ingebrachte bezwaren door de

tegenpartij nader uitgewerkt moesten worden in een bodemprocedure en omdat de gemeente niet direct een onmiddellijk belang had, temeer ook omdat op dat moment de horeca te koop was aangeboden aan CGE.

3. Welke opties had de gemeente in de wijze van omgaan met dit juridisch conflict en de achterstanden?

Tegenover de kortgedingrechter verklaarde S&D dat de achterstanden niet verder meer op zouden lopen. Daar kwam echter niets van terecht.

Als gemeente hebben we ons voortdurend beraden op wat de meest gewenste stap zou moeten zijn: Niets doen en wachten op een akkoord tussen partijen, een faillissement aanvragen/ afwachten, een bodemprocedure aanspannen en/of de stroom afsluiten.

Voortdurend hebben we gebalanceerd tussen ingrijpen en afwachten tot de

onderhandelingen tot een resultaat leidden. Ingrijpen zou een oplossing op een lange baan schuiven (al dan niet via een curator), maar niet ingrijpen had steeds hogere betalingsachterstanden tot gevolg. We hebben als gemeente voortdurend contact gehouden met de onderhandelende partijen en waar het kon, hebben we voortgang bespoedigd. Steeds kregen wij signalen die duidden op voortgang in het proces. Keer op keer kozen we daarom niet voor de onzekere, langdurende en kostbare routes van het faillissement of de bodemprocedure. Het college heeft mij bij besluit van 2 oktober 2017 gemachtigd om in te grijpen wanneer dat noodzakelijk werd geacht. Ik kon vervolgens een bodemprocedure opstarten, maar ook bijv. de stroom afsluiten.

Daarna zijn de onderhandelingen echter in een versnelling terecht gekomen die uiteindelijk eind december tot een koopovereenkomst hebben geleid. De maand januari 2018 bleek nog noodzakelijk voor een definitief crediteurenakkoord.

4. Waarom krijgt het cultuurpodium nu de horeca in handen?

Zoals eerder vermeld heeft CGE op grond van de overeenkomst Voorkeursrecht de eerste gelegenheid gekregen om de horeca te verwerven. Wij willen die overeenkomst respecteren als betrouwbare overheid. Bovendien past het bij het landelijke beeld, waar veel cultuurpodia ook de horeca in eigen handen hebben. Wij hebben ons daarover laten adviseren door adviesbureau BMC, die een viertal scenario’s heeft uitgewerkt. In de raadsinformatiebrief van 14 februari 2017 is dit toegelicht aan de raad, inclusief het voorkeursscenario van gescheiden entiteiten onder een gezamenlijk doel.

(4)

4 Het past dus bij het cultuurpodium en het past bij ons streven om een bruisend cultuurpodium inclusief horeca op een prachtige plek in het stadscentrum te realiseren. Voorwaarden zijn wel dat er gescheiden exploitaties zijn, dat er

deskundigheid voor de horeca beschikbaar is en dat er geen culturele subsidiegelden worden aangewend voor horecadoeleinden. Aan al deze voorwaarden wordt voldaan, zoals ook onderschreven wordt door de extern adviseur van BMC in zijn advies van 08-01-2018.

5. Wat is onze verantwoordelijkheid naar de andere horeca-aanbieders in de stad?

Wij hebben de verantwoordelijkheid om toe te zien dat de gekozen organisatievorm en de daadwerkelijke exploitatie van de horeca op geen enkele wijze in strijd zijn met onze regels rondom het horecabeleid in het algemeen en paracommercie in het bijzonder. Dus toezien dat de horeca in de Groene Engel niet bevoordeeld wordt door de gemeente als verhuurder of anderszins (bijvoorbeeld in het toezicht of

handhaving). Met andere woorden: op formele gronden moet er een gelijk speelveld zijn voor alle commerciële horeca in de stad, inclusief die van de Groene Engel.

Wij hebben Koninklijke Horeca Nederland afdeling Oss (KHN) in staat gesteld om zich onafhankelijk een oordeel te vormen over dat gelijke speelveld. Op 24 januari

jongstleden heb ik hierover nog overleg gevoerd met het bestuur van KHN Oss. Men toonde zich in dat overleg ontevreden over het verloop. Op 17 januari had men de stukken ontvangen van de gemeente en men vond dat er te weinig tijd beschikbaar was voor een advies, voordat het besluit door het college genomen zou worden. Men voelde zich op deze wijze niet serieus genomen.

Ik snap dat gevoel, maar constateer tegelijkertijd dat er geen andere manier

voorhanden was. Immers, zodra er overeenstemming was tussen alle partijen (S&D, schuldeisers, CGE, gemeente) zijn alle stukken meteen doorgestuurd naar KHN.

Eerder toezenden was niet mogelijk, omdat er dan advies gevraagd wordt over een oplossing die nog niet definitief is. Daarnaast was er wel ruim een week beschikbaar voor HN om met een advies te komen. Het is spijtig dat dit niet is gelukt. Uiteraard hoop ik dat KHN Oss alsnog advies uit wil brengen over de horeca binnen de Groene Engel.

Verder is de huurprijs van het horeca gedeelte van de Groene Engel op commerciële basis vastgesteld. Dit is ook als zodanig getoetst door een makelaar. Tot slot gelden voor de nieuwe horeca BV binnen de Groene Engel contractueel dezelfde eisen als voor S&D golden, o.a. ten aanzien van ruimtegebruik, beveiliging en schoonmaak.

6. Welke alternatieven had de gemeente voor de horecaexploitatie in De Groene Engel?

(5)

5 Zie hiervoor ook het scenariodocument van BMC. In de kern was er de keuze om of de horeca via het cultuurpodium te organiseren of de horeca door een onafhankelijke derde te laten exploiteren.

De keuze om de stichting Cultuurverrijking/Horeca Groene Engel BV te horeca te gunnen heeft de volgende afwegingen:

- de gekozen organisatievorm biedt de meeste kans op synergie tussen horeca en cultuurpodium;

- winsten van de horeca komen ten goede van het cultuurpodium, dus meer maatschappelijke (culturele) waarde;

- risico’s voor het cultuurpodium zijn er in beginsel nauwelijks;

- voor de gemeente zijn de risico’s niet anders dan bij een andere commerciële horecapartij;

- het is in overeenstemming met onze eigen beleid.

7. Waarom is de nieuwe huurovereenkomst met de stichting Cultuurverrijking Oss weer zo gedetailleerd?

In 2014 zijn er nieuwe huurovereenkomsten gesloten met de gebruikers van het pand De Groene Engel. Vooral de huurovereenkomsten met het cultuurpodium en de horeca putten zich uit in een zo volledig mogelijke omschrijving van een ieders rechten en plichten ten aanzien van het gehuurde, in het bijzonder de gemeenschappelijke ruimten. Dat had in 2014 – toen de vorige overeenkomsten werden gesloten - de functie om de onderlinge verhoudingen te reguleren. Dat er desondanks altijd meningsverschillen kunnen ontstaan over de mate waarin de verplichtingen worden nagekomen, heeft de afgelopen periode helaas ook bewezen.

Hoe het ook zij, de huidige afspraken worden door het cultuurpodium niet als knellend ervaren en zijn duidelijk in de rechten en plichten naar elkaar toe. We hopen natuurlijk op een situatie dat terugvallen op de huurovereenkomst niet nodig zal zijn, omdat horeca en cultuurpodium op een vanzelfsprekende manier goed met elkaar zouden moeten samenwerken. Daarnaast hebben wij zoveel als mogelijk willen voortborduren op bestaande overeenkomsten, om zodoende elke schijn van bevoorrechting te vermijden.

Ik hoop u hiermee meer inzicht te hebben gegeven in dit achtergronden van dit langlopende dossier.

Hoogachtend,

Frank den Brok

Wethouder Cultuur c.a.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om toename van effecten te voorkomen is het noodzakelijk dat de sloop/aanlegwerkzaamheden voor N307 Roggebot worden uitgevoerd zoals deze in de aanvraag zijn beschreven, en de N307

U dient voor 1 januari 2022 blijvend te voldoen aan het gestelde in artikel 5.19 van het Activiteitenbesluit juncto artikel 5.21, tweede lid, aanhef en onder b, van

284 mensen zijn volledig uitgestroomd omdat ze betaald werk hebben gevonden, waarvan 57 jongeren onder de 27 jaar en 80 50-plussers.. De uitstroom naar werk is net zoals in 2016

Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van Gemeenschappelijke Regeling Maasveren Limburg- Noord een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over

De ambitie van het College voor de verdere verrijking van het eigen gebeid is gelegen in het effectief doorzetten van deze bewezen formule, aanpak van verdroging, onderzoek naar

Besluit van GEDEPUTEERDE STATEN VAN FLEVOLAND op een verzoek voor een ontheffing op grond van artikel 3.10 Wet natuurbescherming.. Inhoudsopgave

De toetsing van Waterschap Zeeuwse Eilanden, zoals beschreven in "Rapportage toetsing bekleding, Borsselepolder Oost (Zuid-Beveland) dijkpaaI504-541" (PZDT-R-06476)

Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob blijft verstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang dat de