• No results found

Juridische aspecten van gaswinning

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Juridische aspecten van gaswinning"

Copied!
38
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Juridische aspecten van gaswinning

(2)

Monografieën Privaatrecht

De serie Monografieën Privaatrecht staat onder redactie van:

Prof. mr. Jac. Hijma Mr. W.A.M. van Schendel Prof. mr. M.H. Wissink

De deeltjes in de serie Monografieën BW vormen gezamenlijk een compleet en onderling samenhangend commentaar op het burgerlijk recht zoals dat vormgegeven is in de Boeken eerder 1, 3, 4, 5, 6 en 7 van het Burgerlijk Wetboek. De serie Monografieën Privaatrecht vult deze serie aan met onderwerpen die niet strikt in het Burgerlijk Wetboek geregeld hoeven te zijn, maar die wel een privaatrechtelijke grondslag hebben. De delen die als Monografie Privaatrecht gaan verschijnen, verschenen in het kader van de serie Studiepockets Privaat- recht. Deze serie is opgehouden te bestaan en gaat op in de serie Monografieën Privaatrecht.

(3)

18 Juridische aspecten van gaswinning

Een ‘Groningse’ verkenning

Prof. mr. F.T. Oldenhuis & mr. P. Koerts Prof. mr. H.E. Bröring

Prof. dr. O. Couwenberg & prof. dr. E. Woerdman Mr. M.C. Gozoglu

Mr. M.M.E. Hesselman & prof. mr. J.G. Brouwer Prof. mr. M.M. Roggenkamp

Mr. N.J. Vermaak Prof. mr. M.H. Wissink

Deventer – 2019

MONOGRAFIEËN PRIVAATRECHT

(4)

Het complete productaanbod vindt u in de online webshop: www.wolterskluwer.nl/shop.

Ontwerp omslag: Hans Roenhorst, www.h2rplus.nl ISBN: 978 90 13 15368 2

ISBN: 978 90 13 15369 9 (E-book) NUR: 822-206

© 2019, Wolters Kluwer Nederland B.V.

Onze klantenservice kunt u bereiken via: www.wolterskluwer.nl/klantenservice.

Auteur(s) en uitgever houden zich aanbevolen voor inhoudelijke opmerkingen en suggesties.

Deze kunt u sturen naar: boeken-NL@wolterskluwer.com.

Alle rechten in deze uitgave zijn voorbehouden aan Wolters Kluwer Nederland B.V. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Wolters Kluwer Nederland B.V.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van art. 16h t/m 16m Auteurswet jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl).

Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en Wolters Kluwer Nederland B.V. geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan.

Op alle aanbiedingen en overeenkomsten van Wolters Kluwer Nederland B.V. zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden van Wolters Kluwer Nederland B.V. U kunt deze raadplegen via:

www.wolterskluwer.nl/algemene-voorwaarden.

Indien Wolters Kluwer Nederland B.V. persoonsgegevens verkrijgt, is daarop het privacybeleid van Wolters Kluwer Nederland B.V. van toepassing. Dit is raadpleegbaar via www.wolterskluwer.nl/

privacy-cookies.

www.wolterskluwer.nl/navigator

Verkorte citeerwijze: [Auteur], in: Juridische aspecten van gaswinning (Mon. Pr. nr. 18) 2019 Volledige citeerwijze: [Auteur], ‘[Bijdrage]’, in: Juridische aspecten van gaswinning. Een

‘Groningse’ verkenning (Monografieën Privaatrecht nr. 18), Deventer: Wolters Kluwer 2019.

(5)

V Woord vooraf

WOORD VOORAF

In 1959 werd in Groningen nabij Slochteren een gasveld ontdekt ter grootte van een derde van de provincie Groningen. In 1963 werd een start gemaakt met de winning van het laagcalorische gas. Tot dusverre werd uit het Groningenveld ongeveer 3600 miljard m3 aardgas gewonnen. De bijbehorende baten gaan in de richting van € 300 miljard.

De gaswinning heeft naast bodemdaling tot aardbevingen geleid. In de periode 1986 tot begin 2019 zijn ongeveer 1250 aardbevingen geregistreerd van uiteenlopende zwaarte.

De bevingen vinden plaats op een diepte van slechts drie kilometer. Hierdoor vallen de effecten ervan niet samen met de te doen gebruikelijke waarden op de schaal van Richter.

De zware aardbeving te Huizinge van 3,8 op 16 augustus 2012 was voor elf Groningse juristen reden om zich te gaan verdiepen in de juridische aspecten van het winningsproces.

Zij publiceerden in een NJB-special de ins en outs van dit zo complexe dossier, elk vanuit zijn of haar specialisme.

In deze monografie onder de titel Juridische aspecten van gaswinning, Een ‘Groningse’ Ver- kenning wordt dit enkele jaren later opnieuw gedaan. Het onderwerp van deze monografie ontwikkelt zich voortdurend. De monografie beschrijft dan ook geen eindsituatie. Maar zij biedt handvatten om de juridische aspecten van de aardbevingsproblematiek te kennen en op waarde te kunnen schatten.

De auteurs zijn Carlijne Manders, Student Rechtswetenschappelijk onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen en (oud) student-assistent van de vakgroep Privaatrecht en Notarieel Recht van de Rijksuniversiteit Groningen dankbaar voor haar inspanning om de teksten van de onderscheiden opstellen te uniformeren.

De ontwikkelingen zijn afgesloten op 1 juni 2019.

Groningen, 1 juni 2019 F.T. Oldenhuis (red.) Naschrift

In de drukproeffase verschenen achtereenvolgens: het wetsontwerp Tijdelijke wet Groningen, Kamerstukken II 2018/19, 35250, nrs. 1-3, de uitspraak van de bestuursrechter over het door de NAM ingediende winningsplan voor de gaswinning uit het Groningenveld in het gasjaar 2018-2019 (ABRvS 3 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2217) en voorts de uitspraak van de Hoge

(6)

VI

Woord vooraf Raad met betrekking tot de prejudiciële vragen (HR 19 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1278).

Genoemde onderwerpen werden ‘op de valreep’ in de tekst verwerkt. Actueler kan een monografie niet zijn.

Groningen, 29 juli 2019 F.T. Oldenhuis (red.)

(7)

VII

INHOUDSOPGAVE

Woord vooraf / V

Lijst van afkortingen / XIII

Lijst van verkort aangehaalde literatuur / XV HOOFDSTUK 1

Inleiding / 1

Prof. mr. F.T. Oldenhuis & prof. mr. J.G. Brouwer 1.1 Inleiding / 1

1.2 De inhoud in vogelvlucht / 3 1.3 Grip krijgen op de materie / 6 HOOFDSTUK 2

Regulering van de aardgaswinning in Groningen: balanceren tussen eigendom, leve- ringszekerheid en schadepreventie

Prof. mr. M.M. Roggenkamp 2.1 Inleiding / 7

2.2 Ontwikkeling van het wettelijk kader ten behoeve van de winning en afzet van aardgas in Nederland / 8

2.3 Het reguleringskader voor de gaswinning op land / 9 2.3.1 Concessies en vergunningen / 9

2.3.2 Concessie Groningen / 10

2.3.3 Het plaatsen van bovengrondse installaties / 12

2.3.4 Monitoring van de mijnbouwwerkzaamheden: winningsplannen en meetplan- nen / 12

2.3.4.1 Inleiding / 12 2.3.4.2 Winningsplan / 14 2.3.4.3 Meetplan / 16

2.3.5 Gasproductieplafond / 16 2.4 Advisering en toezicht / 17 2.4.1 Staatstoezicht op de Mijnen / 18

2.4.2 Technische commissie bodembeweging / 18 2.5 Conclusie / 20

(8)

VIII

Inhoudsopgave HOOFDSTUK 3

De gaswinning en het recht op veiligheid / 23 Mr. M.M.E. Hesselman & prof. mr. J.G. Brouwer 3.1 Inleiding / 23

3.2 Het begrip ‘veiligheid’ in de gewijzigde Mijnbouwwet / 25 3.2.1 Nieuwe Mijnbouwwet / 25

3.2.2 Nieuwe besluitvorming in de praktijk en rechterlijk oordeel / 28

3.2.3 Wetsvoorstel Wijziging van de Gaswet en van de Mijnbouwwet betreffende het minimaliseren van de gaswinning uit het Groningenveld / 31

3.2.4 Vooruitblik op Operationele Strategie voor Groningerveld: ABRvS 3 juli 2019 / 33 3.3 Mensenrechten en de Groninger gaswinning / 35

3.3.1 Art. 2 EVRM – het recht op leven / 35

3.3.2 Art. 8 EVRM – het recht op privé- en gezinsleven / 40 3.4 Toepassing op de Groningse situatie / 44

HOOFDSTUK 4

Causaliteit en preventie / 51 Prof. mr. F.T. Oldenhuis & mr. P. Koerts 4.1 Inleiding / 51

4.2 Grondslag en normschending / 53 4.3 Causaliteit / 55

4.3.1 Dubbel causaal verband / 55

4.3.2 Causaliteit in twee stappen: vestigingsfase en schadeomvang / 55 4.3.3 Juridisch causaal verband: ‘multi-factorale’ benadering / 57 4.3.4 Omvang / 59

4.3.5 Causaal verband en bewijs / 60

4.4 Preventieve maatregelen, wie betaalt dat? / 62 4.4.1 De wetsgeschiedenis / 62

4.4.2 Rechtspraak toegespitst op gaswinning / 63

4.5 Privaatrechtelijke normen in een bestuursrechtelijke mal: dat wringt / 65 4.6 Slot / 69

HOOFDSTUK 5

Wet bewijsvermoeden (art. 6:177a BW): hoe het bewijsvermoeden tot stand kwam en (geografisch) werd afgebakend

Mr. N.J. Vermaak 5.1 Inleiding / 71 5.2 Totstandkoming / 71 5.2.1 Amendement / 71 5.2.2 Advies Raad van State / 73

5.2.3 Novelle Wet bewijsvermoeden gaswinning Groningen / 74 5.2.4 Over afstanden / 75

5.3 Het bewijsvermoeden in de praktijk / 76

(9)

IX Inhoudsopgave

5.3.1 Schadeafhandeling in de praktijk / 76 5.3.2 Commissie Hammerstein / 77 5.3.3 Rechtbank Noord-Nederland / 78 5.3.4 Besluit mijnbouwschade Groningen / 79 5.3.5 TCMG / 80

5.3.6 Panel van deskundigen / 80 5.4 Conclusie / 81

HOOFDSTUK 6

Aansprakelijkheid van de mijnbouwexploitant voor waardedaling van onroerende zaken door gaswinning

Mr. M.C. Gozoglu 6.1 Inleiding / 83

6.1.1 Gaswinning en waardedaling / 83 6.1.2 Fysieke schade en (toekomstig) risico / 84 6.1.3 Opzet / 85

6.2 Aansprakelijkheid van de mijnbouwexploitant voor schade / 86 6.3 Schade en schadebegroting / 87

6.3.1 Schade / 87

6.3.2 Omvang en waardering / 89

6.3.3 Abstracte schadebegroting en abstractie als schadebegrip / 90 6.4 Jurisprudentie met betrekking tot waardedaling in Groningen / 92 6.4.1 Inleiding / 92

6.4.2 Hof Arnhem-Leeuwarden 23 januari 2018 / 92 6.4.3 Productieverlaging aardgaswinning / 94 6.4.4 Hoge Raad 19 juli 2019 / 96

6.5 Gederfd woongenot en immateriële schade / 97

6.6 Waardedaling in Groningen en (buiten)gerechtelijke schadeafhandeling / 98 6.6.1 Protocol Schadeafhandeling en de Regeling Waardedaling / 98

6.6.2 Wijzigingen in schadeafhandeling / 100 6.6.3 TCMG / 101

6.6.4 Wetsvoorstel Tijdelijke wet Groningen / 102 6.7 Conclusie / 105

HOOFDSTUK 7

Aansprakelijkheid voor aardbevingsschade: een rechtseconomische analyse / 107 Prof. dr. O. Couwenberg & prof. dr. E. Woerdman

7.1 Inleiding / 107

7.2 Externe kosten en verzonken kosten / 108 7.3 Vormen van schadecompensatie / 111 7.3.1 De minimale variant / 111

7.3.2 De maximale variant / 112 7.3.3 De optimale variant / 112

7.4 Een terecht calculerende burger / 116

(10)

X

Inhoudsopgave 7.5 Conclusie / 116

HOOFDSTUK 8

Overzicht van instanties: context, functie en ontwikkeling / 119 Prof. mr. H.E. Bröring

8.1 Inleiding / 119

8.1.1 Van Huizinge (2012) naar Zeerijp (2018) / 119 8.1.2 Enkele kerncijfers / 123

8.1.3 Opzet / 125

8.2 Actoren uit het Gasgebouw / 126 8.2.1 Publiek-private samenwerking / 126 8.2.2 NAM, EBN, Maatschap Groningen / 127 8.2.3 Tcbb, SodM, Mijnraad, Waarborgfonds / 129

8.3 Instanties speciaal voor de schadeafhandeling en versterkingsopgave / 130 8.3.1 Dialoogtafel / 130

8.3.2 NCG / 132 8.3.3 CVW / 133 8.3.4 CBS / 134

8.3.5 Arbiter Bodembeweging / 134 8.3.6 Onafhankelijk Raadsman / 135 8.3.7 Maatschappelijke organisaties / 136 8.4 Publieke actoren / 136

8.4.1 Kabinet en ministers / 136 8.4.2 Regiobestuur / 139

8.4.3 Bestuursrechter en civiele rechter / 139 8.5 Van ‘governance’ naar ‘government’? / 141 HOOFDSTUK 9

Publiekrechtelijke benaderingen / 145 Prof. mr. H.E. Bröring

9.1 Inleiding / 145

9.1.1 De schadeafhandeling door de NAM en het CVW (2012-2017) / 145 9.1.2 Oude en nieuwe zaken; aantallen / 147

9.1.3 Opzet / 148

9.2 De TCMG; Besluit mijnbouwschade Groningen / 149 9.2.1 Aard regeling, organisatie en bevoegdheid / 149 9.2.2 Aanvraag / 153

9.2.3 Primaire besluitvorming / 155 9.2.4 Bezwaarschriftprocedure / 158 9.2.5 Beroep bij de rechter / 160

9.3 Het IMG; Tijdelijke wet Groningen / 163 9.3.1 Organisatie en bevoegdheid / 163 9.3.2 Aanvraag / 166

9.3.3 Primaire besluitvorming / 166

(11)

XI Inhoudsopgave

9.3.4 Bezwaarschriftprocedure / 167 9.3.5 Beroep bij de rechter / 168

9.4 Versterkingsproblematiek en regioperspectief / 170 9.4.1 Vooraf / 170

9.4.2 Versterkingsproblematiek / 171 9.4.3 Regioperspectief / 176

9.5 Balans / 177 HOOFDSTUK 10 Uitleiding / 181 Prof. mr. M.H. Wissink

10.1 Een crisis in slow motion / 181 10.2 Een foto van de juridische situatie / 182 10.3 Het mensenrechtenperspectief / 183 10.4 Schade, causaal verband en bewijs / 183

10.5 Schadeafhandeling: privaatrecht en/of bestuursrecht / 184 10.6 Ruimhartig en rechtvaardig / 187

Wetsartikelenregister / 189 Jurisprudentieregister / 197 Trefwoordenregister / 201 Over de auteurs / 211

(12)
(13)

XIII Lijst van afkortingen

LIJST VAN AFKORTINGEN

ABRvS Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

A-G advocaat-generaal

CBS Commissie Bijzondere Situaties

CVW Centrum Veilig Wonen

EBN Energie Beheer Nederland

EHRM Europese Hof voor de Rechten van de Mens

EZ Economische Zaken

EZK Economische Zaken en Klimaat

GTS Gasunie Transport Services

IGdM Inspecteur Generaal der Mijnen (van het SodM) IMG Instituut Mijnbouwschade Groningen

IVO Instituut Versterkingsopgave

KNMI Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

LTO Land- en Tuinbouw Organisatie

Mbw Mijnbouwwet

Min. Reg. ministeriële regeling

MKB Midden- en Klein Bedrijf

MOR Meeropbrengst Regeling Groningen

MvA memorie van antwoord

MvT memorie van toelichting

NAM Nederlandse Aardolie Maatschappij NCG Nationaal Coördinator Groningen

NJB Nederlands Juristenblad

NPG Nationaal Programma Groningen

OvS Overeenkomst van Samenwerking

OVV Onderzoeksraad voor Veiligheid

par. paragraaf

RUG Rijksuniversiteit Groningen

RVO Rijksdienst voor Ondernemend Nederland SodM Staatstoezicht op de Mijnen

Stichting WAG Stichting Waardevermindering door Aardbevingen Groningen TCABMG Tijdelijke Commissie Advisering Bezwaarschriften Mijnbouwscha-

de Groningen

Tcbb Technische commissie bodembeweging

TCMG Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen TcV Tijdelijke commissie versterking

(14)

XIV

Lijst van afkortingen

TNO Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

TwG Tijdelijke wet Groningen

UMCG Universitair Medisch Centrum Groningen

UO Uitvoeringsorganisatie

(15)

XV Lijst van verkort aangehaalde literatuur

LIJST VAN VERKORT AANGEHAALDE LITERATUUR

Advies Raad van State TwG

Tijdelijke maatregelen inzake een publiekrechtelijke aanpak van de gevolgen van bodem- beweging door gaswinning uit het Groningenveld en de gasopslag bij Norg (Tijdelijke wet Groningen), Advies Afdeling Advisering Raad van State en nader rapport, Kamerstukken II 2018/19, 35250, 4, p.1-13.

Advies SodM 2018

Advies over de gevolgen van de afbouw van de gaswinning in Groningen voor de veiligheidsrisi- co’s en versterkingsopgave (advies van 27 juni 2018), Den Haag: SodM 2018 (www.sodm.nl).

Adviescommissie, Advies waardedaling woningen aardbevingsgebied Groningen 2019 A. Hammerstein, J. Rouwendal & P. Boelhouwer (adviescommissie), Advies waardedaling woningen aardbevingsgebied Groningen, 24 april 2019 (bijlage bij Kamerbrief inzake Advies waardedaling van de minister van EZK van 24 april 2019, DGBI/19085737).

Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-II 2013

A.S. Hartkamp & C.H. Sieburgh, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Neder- lands Burgerlijk recht. 6. Verbintenissenrecht. Deel II. De verbintenis in het algemeen, tweede gedeelte, Deventer: Kluwer 2013.

Asser/Sieburgh 6-II 2017

A.S. Hartkamp & C.H. Sieburgh, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Neder- lands Burgerlijk recht. 6. Verbintenissenrecht. Deel II. De verbintenis in het algemeen, tweede gedeelte, Deventer: Kluwer 2017.

Van den Berg, deVolkskrant 22 november 2018

J. van den Berg, ‘Nieuwe inschatting: 15 duizend huizen in Groningen moeten mogelijk versterkt worden’, deVolkskrant 22 november 2018.

Van den Beukel & Van Geuns, Groningen gas 2019

J. van den Beukel & L. van Geuns, Groningen gas: the loss of a social license to operate, Den Haag: The Hague Centre for Strategic Studies 2019.

Bloembergen, Schadevergoeding bij onrechtmatige daad 1965

A.R. Bloembergen, Schadevergoeding bij onrechtmatige daad (diss. Utrecht), Deventer:

Kluwer 1965.

(16)

XVI

Lijst van verkort aangehaalde literatuur Bluemink, AV&S 2015/7

P. Bluemink, ‘Civielrechtelijke aansprakelijkheid voor bevingsschade in Groningen’, AV&S 2015/7, afl. 2, p. 44-53.

BOA, Relatie gaswinning en aardbevingen 1993

A.R. Ritsema e.a. (Begeleidingscommissie Onderzoek en Aardbevingen (BOA)), Eindrapport multidisciplinair onderzoek naar de relatie tussen gaswinning en aardbevingen in Noord-Ne- derland, Tiel: Meerpaal Offset 1993 (www.bibliotheek.knmi.nl).

De Bock, NJB 2019/3

R.H. de Bock, ‘Mijnbouwschade in Groningen. Waar is de civiele rechter?’, NJB 2019/3, afl. 1, p. 19-26.

De Bock, NJB 2019/691

R.H. de Bock, ‘Aardbevingsschade hoort thuis bij de civiele rechter’, NJB 2019/691, afl. 13, p. 872-874.

Bosker e.a., ESB 2016, p. 294-298

M. Bosker e.a., ‘Bijdrage aardbevingen aan waardedaling woningen in Groningen overschat’, ESB 2016, afl. 4733, p. 294-298.

Bosker e.a., Nog altijd in beweging 2018

M. Bosker e.a., Nog altijd in beweging, Het effect van aardbevingen op de huizenprijzen in Groningen per 1-1-2018, Utrecht: Atlas voor gemeenten 2018.

Brandsma, Ekker & Start, De gaskolonie 2016

M. Brandsma, H. Ekker & R. Start, De gaskolonie. Van nationale bodemschat tot Groningse tragedie, Groningen: Uitgeverij Passage 2016.

Brochure Gaswinning en aardschokken 1995

Brochure: Gaswinning en aardschokken, Den Haag: Ministerie van Economische Zaken, december 1995.

Brouwer & Hesselman, NJB 2015/1248

J.G. Brouwer & M.M.E. Hesselman, ‘Gaswinning en het recht op veiligheid’, NJB 2015/1248, afl. 26, p. 1716-1723.

Bröring & Roelfsema, NJB 2015/1252

H.E. Bröring & J.P. Roelfsema, ‘Aardbevingen en rechtsbedeling. De (on)mogelijkheden van governance als alternatief voor rechtspraak’, NJB 2015/1252, afl. 26, p. 1745-1753.

Bröring, JBplus 2017/3

H.E. Bröring, ‘Lex in Gronings perspectief. Over mijnbouwschade, rechtsrelativisme en

‘de kloof’ van Struycken: het ‘antagonisme tusschen administratie en volk’, JBplus 2017/3, afl. 0 (Afscheid Lex Michiels), p. 107-117.

(17)

XVII Lijst van verkort aangehaalde literatuur

Bröring, NTE 2018, p. 117-132

H.E. Bröring, ‘Schadeafhandeling te Groningen: van privaat naar publiek’, NTE 2018, afl. 4, p. 117-132.

Bröring, NTB 2018/58

H.E. Bröring, ‘Het concept-wetsvoorstel Wet Instituut Mijnbouwschade Groningen’, NTB 2018/58, afl. 8, p. 353-362.

Bröring, Gaswinning, aardbevingen en wat nu? 2019

H.E. Bröring, ‘Geprangde gedupeerden. Biedt publieke regie hun verlossing?’, in: Gaswinning, aardbevingen en wat nu? Verslag van het op 15 november 2018 gehouden symposium van het Groninger Universiteitsfonds ter gelegenheid van de uitreiking van de Ubbo Emmius-penning aan Annemarie Heite, Groningen: RUG 2019, p. 16-25.

Van de Bunt, AV&S 2017/27

J. van de Bunt, ‘Een schadefonds voor de mijnbouwschade in Groningen?’, AV&S 2017/27, afl. 4, p. 139-146.

Van de Bunt & Tjepkema, NJB 2018/587

J.E. van de Bunt & M.K.G. Tjepkema, ‘Een nieuw schadeprotocol voor de mijnbouwschade in Groningen’, NJB 2018/587, afl. 12, p. 792-800.

Van de Bunt, NJB 2019/689

J. van de Bunt, ‘Geef de bestuursrechter het voordeel van de twijfel’, NJB 2019/689, afl. 13, p. 869-870.

Van de Bunt, MvV 2019/2.2

J.E. van de Bunt, ‘Het concept-wetsvoorstel Instituut Mijnbouwschade Groningen nader bekeken’, MvV 2019/2.2, afl. 2, p. 42-53.

Commissie Bodemdaling, Jaarverslag 2012

T. van Bouten e.a. (Commissie Bodemdaling), Jaarverslag, Groningen: 2012 (www.com missiebodemdaling.nl).

Commissie Bodemdaling, Jaarverslag 2017

T. van Bouten e.a. (Commissie Bodemdaling), Jaarverslag, Groningen: 2017 (www.com missiebodemdaling.nl).

Commissie Hammerstein, Advies aan de NGC 2017

A. Hammerstein, W.D.H. Asser & J.E. van de Bunt (Commissie Hammerstein), Advies over de mijnbouwschade in Groningen uitgebracht aan de NGC e.a., 13 oktober 2017

(www.provinciegroningen.nl).

Commissie Meijdam, Eindadvies Handelingsperspectief voor Groningen 2015

H. Meijdam e.a. (Commissie Meijdam), Eindadvies Handelingsperspectief voor Groningen, 14 december 2015 (bijlage bij Kamerstukken II 2015/16, 33529, 212).

(18)

XVIII

Lijst van verkort aangehaalde literatuur Commissie Meijer, Vertrouwen in een duurzame toekomst 2013

W. Meijer e.a. (Commissie Meijer), Vertrouwen in een duurzame toekomst. Een stevig perspec- tief voor Noord-Oost Groningen, Groningen: WM Veenstra 2013 (www.provinciegroningen.nl).

Correljé, Van der Linde & Westerwoudt, Natural Gas in the Netherlands 2003

A. Correljé, C. van der Linde & T. Westerwoudt, Natural Gas in the Netherlands: From Cooperation to Competition?, Amsterdam: Oranje-Nassau Groep BV 2003.

Couwenberg, Review of Law and Economics 2008, p. 621-640

O. Couwenberg, ‘Corporate Architecture and Limited Liability’, Review of Law and Economics 2008, afl. 2, p. 621-640.

Couwenberg, in: De Toekomst van het Ondernemingsrecht – Het Ondernemingsrecht van de Toekomst 2015

O. Couwenberg, ‘Beperkingen in beperkte aansprakelijkheid en organisatie architectuur van de onderneming’, in: B.F. Assink e.a.(red.), De Toekomst van het Ondernemingsrecht – Het Ondernemingsrecht van de Toekomst, Deventer: Kluwer 2015, p. 73-84.

Couwenberg, NJB 2015/1251

O. Couwenberg, ‘Aansprakelijkheid voor aardbevingsschade vanuit rechtseconomisch perspectief: een kwestie van beschermingsniveau’, NJB 2015/1251, afl. 26, p. 1739-1744.

Damveld, Gasberaad 3 februari 2017

H. Damveld, ‘Groningers gebruiken twee procent van Gronings gas’, Gasberaad 3 februa- ri 2017, www.gasberaad.nl.

Damveld, Gas uit Groningen 2017

H. Damveld, Gas uit Groningen. Vijf jaar na de aardbeving bij Huizinge, Groningen: SP-fractie provincie Groningen 2017.

Diestelmeier & Hesselman 2018, p. 31-40.

L. Diestelmeier & M.M.E. Hesselman, 'De positie van huishoudelijke consumenten in het EU Winterpakket: Tussen participeren en beschermen’, NTE 2018, afl. 1/2, p. 31-40.

Van Dooren, MvO 2018/3.1

E.A. van Dooren, ‘De ingetrokken 403-verklaring van Shell: een tactische zet?’, MvO 2018/3.1, afl. 3/4, p. 61-62.

Duijkersloot, S&O 2016, p. 61-66

A.P.W. Duijkersloot, ‘Bestraffing van de overheid: stand van zaken sinds 2010’, S&O 2016, afl. 2/3, p. 61-66.

Dulleman & Woerdman, ESB 2017, p. 122-125

M. Dulleman & E. Woerdman, ‘Op de tekentafel: verhandelbare aardbevingscertificaten’, ESB 2017, afl. 4747, p. 122-125.

(19)

XIX Lijst van verkort aangehaalde literatuur

Van Dunné, NJB 2014/2264

J. van Dunné, ‘Mijn en dijn in de Mijnbouwwet 2003, NJB 2014/2264, afl. 44/45, p. 3122-3132.

Van Dunné, NJB 2016/2062

J. van Dunné, ‘De Wet bewijsvermoeden gaswinning Groningen, laatste bedrijf’, NJB 2016/2062, afl. 40, p. 2975-2979.

Van Dunné, NJB 2018/821

J. van Dunné, “Gaswinning in Groningen’, een drama in vele bedrijven’, NJB 2018/821, afl. 17, p. 1191-1199.

Eindrapport Aanpak gezondheidsgevolgen aardbevingen 2019

Aanpak gezondheidsgevolgen aardbevingen. Eindrapport (rapport van 12 maart 2019), Groningen: GGD Groningen (www.ggdgroningen.nl).

Een programma dat groeit 2019

Een programma dat groeit. Afspraken over het Nationaal programma Groningen (afspraken van 4 maart 2019), Groningen: NPG (nationaalprogrammagroningen.nl).

European Pillar of Social Rights 2018

European Pillar of Social Rights, Luxemburg: Publication Office of the European Union 2018 (ec.europa.eu).

Ford, NTE 2018, p. 220-243

L.W.J. Ford, ‘Wet minimalisering Groningenveld’, NTE 2018, afl. 6, p. 220-243.

Friedman, Law’s Order 2000

D.D. Friedman, Law’s Order, Princeton: Princeton University Press 2000.

Van Gastel, Van Manen & Kuijken, Onderzoek Toekomst Governance Gasgebouw 2014 M. van Gastel, G. van Manen & W. Kuijken, Onderzoek Toekomst Governance Gasgebouw, Den Haag: ABDTOPConsult 2014.

Van Geel & Wallage, Aan tafel! 2013

P. van Geel & J. Wallage, Aan tafel! Een verkenning naar de mogelijkheid om in het aardbe- vingsgebied Noordoost Groningen een dialoogtafel op te zetten, Groningen: Grafisch centrum provincie Groningen 2013.

Gijselaar & De Jong, NTBR 2016/6

E.C. Gijselaar & E.R. de Jong, ‘Overheidsfalen en het EVRM bij ernstige bedreigingen voor de fysieke veiligheid’, NTBR 2016/6, afl. 2, p. 36-45.

Gijselaar, Rijnhout & Emaus, AA 2014, p. 801-813

E.C. Gijselaar, R. Rijnhout & J.M. Emaus, ‘Gasboringen in Groningen en de aansprakelijkheid van de NAM’, AA 2014, afl. 11, p. 801-813.

(20)

XX

Lijst van verkort aangehaalde literatuur Gozoglu, Aansprakelijkheid mijnbouwexploitant 2017

M.C. Gozoglu, Aansprakelijkheid van de mijnbouwexploitant voor materiele schade ontstaan door gaswinningsactiviteiten, Den Haag: Boom juridisch 2017.

De Graaf & Marseille, AA 2018, p. 315-322

K.J. de Graaf & A.T. Marseille, ‘Een historische uitspraak over gaswinning?’, AA 2018, afl. 4, p. 315-322.

Hartlief e.a., Verbintenissen uit de wet en Schadevergoeding 2018

T. Hartlief e.a., Verbintenissen uit de wet en Schadevergoeding, Deventer: Kluwer 2018.

Van der Heijden & Boelhouwer, Evaluatie pilot Koopinstrument 2017

H. van der Heijden & P. Boelhouwer, Evaluatie pilot Koopinstrument. Eindrapportage, Delft: Onderzoeksinstituut OTB 2017 (bijlage bij Kamerbrief inzake Evaluatie van de pilot Koopinstrument van de minister van EZ van 19 mei 2017, DGBI-DR/17070797).

Hermans, NJB 2019/688

M.C.A. Hermans, ‘De opgedrongen bestuursrechter’, NJB 2019/688, afl. 13, p. 867-868.

Hertogh e.a., Evaluatie pilot Spreekuurrechter 2018

M. Hertogh e.a., ‘Zegt u het eens, wat wilt u van de rechter?’ Evaluatie van de pilot Spreek- uurrechter, Den Haag: Sdu 2018.

Hesselman, in: Edward Elgar Encyclopedia Energy and Environmental Law 2019

M.M.E. Hesselman, ‘Energy Poverty and Household Access to Energy Services in International, Regional and National Law’, in: M.M. Roggenkamp e.a. (red.), Edward Elgar Encyclopedia Energy and Environmental Law, Cheltenham: Edgar Elgar Publishing (forthcoming 2019/2020).

Hoekstra, Wonen en aardbevingen in Groningen 2016

J.S.C.M. Hoekstra, Wonen en aardbevingen in Groningen. Een onderzoek in negen gemeenten, Delft: OTB 2016.

Hornman, TBS&H 2019/1.2

M.J. Hornman, ‘De immuniteit van de feitelijk leidinggever na NJ 2018/134 (Stichtse Vecht).

Een analyse in het licht van de uit artikel 2 EVRM voortvloeiende positieve verplichtingen’, TBS&H 2019/1.2, afl. 1, p. 3-11.

Jaarverslag Delfstoffen en aardwarmte in Nederland 2017

Jaarverslag Delfstoffen en aardwarmte in Nederland, Den Haag: Ministerie van Economische Zaken 2018 (www.nlog.nl).

Jansen e.a., Rapport woningmarktmodellen Groningen 2016

S. Jansen e.a., Rapport Beoordeling woningmarktmodellen aardbevingsgebied Groningen, Delft: Onderzoeksinstituut OTB 2016 (bijlage bij Kamerstukken II 2015/16, 33529, 216).

(21)

XXI Lijst van verkort aangehaalde literatuur

De Jong & Verheul, Vaste grond gezocht 2017

A. de Jong & R. Verheul, Vaste grond gezond. Kinderen en jongeren in het aardbevingsgebied (rapport van 18 oktober 2017), Den Haag: de Kinderombudsman 2017.

Joustra, Muller & Van Asselt, Rapport Aardbevingsrisico’s Groningen 2015

T.H.J. Joustra, E.R. Muller en M.B.A. van Asselt, Rapport Aardbevingsrisico’s in Groningen, onderzoek naar de rol van veiligheid van burgers in de besluitvorming over de gaswinning (1959-2014), Den Haag: Onderzoeksraad voor Veiligheid 2015 (bijlage bij Kamerstukken II 2014/15, 33529, 123).

Joustra, Muller & Van Asselt, Rapport Aardbevingsrisico’s Groningen 2017

T.H.J. Joustra, E.R. Muller en M.B.A. van Asselt, Rapport Aardbevingsrisico’s in Groningen.

Stand van zaken opvolging aanbevelingen, Den Haag: Onderzoeksraad voor Veiligheid 2017.

De Kam, Waardedaling woningen door aardbevingen 2016

G.R.W. de Kam, Waardedaling van woningen door aardbevingen in de provincie Groningen, (URSI report 352), Groningen: RUG 2016.

Kanning & Kerkmeester, Economie en Recht 2008

W. Kanning & H.O. Kerkmeester, Economie en Recht, Groningen/Houten: Noordhoff 2008.

Klaassen, Schadevergoeding: algemeen, deel 2 (Monografieën BW B35) 2007

C.J.M. Klaassen, Schadevergoeding: algemeen, deel 2 (Monografieën BW B35), Deventer:

Kluwer 2007.

Kottenhagen-Edzes, Onrechtmatige daad en milieu 1992

P.A. Kottenhagen-Edzes, Onrechtmatige daad en milieu, Arnhem: Gouda Quint BV 1992.

Köster, Causaliteit en voorzienbaarheid 1963

H.K. Köster, Causaliteit en voorzienbaarheid (oratie Amsterdam), Zwolle: Tjeenk Willink 1963.

Krans, Schadevergoeding bij wanprestatie 1999

H.B. Krans, Schadevergoeding bij wanprestatie (diss. Leiden), Deventer: Kluwer 1999.

Kuipers & Tjepkema, NJB 2017/1576

G.M. Kuipers & M.K.G. Tjepkema, “Publieke regie’ in Groningen. Publiekrechtelijke schade- afhandeling en het vertrouwen in de overheid’, NJB 2017/1576, afl. 29, 2058-2067.

Lindenbergh, in: Abstracte schadeberekening 2013

S.D. Lindenbergh, ‘Abstracties bij vaststelling van schade’, in: Abstracte schadeberekening (Preadviezen van de Vereniging voor Aansprakelijkheids- en Schadevergoedingsrecht (VASR)), p. 1-32.

Lindenbergh, Schadevergoeding: algemeen, deel 1 (Monografieën BW B34) 2014

S.D. Lindenbergh, Schadevergoeding: algemeen, deel 1 (Monografieën BW B34), Deventer:

Kluwer 2014.

(22)

XXII

Lijst van verkort aangehaalde literatuur Linstra, NTE 2018, p. 73-79

D. Linstra, ‘Toerekenbaarheid van kosten van schadebeperkende maatregelen aan NAM’, NTE 2018, afl. 3, p. 73-79.

Lubach, O&A 2014/2

R.D. Lubach, ‘Verhaal van schade door gaswinning’, O&A 2014/2, afl. 1, p. 2-9.

Lubach, MvV 2016/2.4

R.D. Lubach, ‘Aardbevingsschade en het aansprakelijkheidsrecht: over vergoeding van waardevermindering en omkering van de bewijslast’, MvV 2016/2.4, afl. 2, p. 62-68.

Marseille, Bröring & De Graaf, Laagdrempelige procedure aardbevingszaken 2018

A.T. Marseille, H.E. Bröring & K.J. de Graaf, Laagdrempelige procedure aardbevingszaken, Den Haag: Raad voor de Rechtspraak 2018.

Marseille, Bröring & De Graaf, NJB 2019/690

A.T. Marseille, H.E. Bröring & K.J. de Graaf, ‘Mijnbouwschadegeschillen. Beter af bij de bestuursrechter dan bij de civiele rechter’, NJB 2019/690, afl. 13, p. 870-871.

Marseille, Bröring & De Graaf, NJB 2018/1948

A.T. Marseille, H.E. Bröring & K.J. de Graaf, ‘Een gebruikersperspectief op aardbevingsscha- devergoedingsprocedures’, NJB 2018/1948, afl. 37, p. 2810-2819.

McCurry, The Guardian 14 april 2014

J. McCurry, ‘Japan's Post-Fukushima Nuclear Restart Plans Dealt a Blow by Court Ruling’, The Guardian 14 april 2014.

Meijers, Verzamelde Privaatrechtelijke Opstellen III 1955

E.M. Meijers, ‘De betekenis der elementen ‘waarschijnlijkheid’ en ‘schuld’ voor de aanspra- kelijkheid uit onrechtmatige daad’ (WPNR 1935/36, afl. 3442-3444, p. 551-555, p. 567-571, p. 579-582 en WPNR 1936, afl. 3445, p. 1-6), in: E.M. Meijers, Verzamelde Privaatrechtelijke Opstellen III, Leiden: Universitaire pers Leiden 1955.

Merkouris, in: Socio-Economic Human Rights in Essential Public Services Provision 2017 P. Merkouris, ‘Is Cutting People's Electricity Off 'Cut Off' from the Ratione Materiae Jurisdiction of the CJEU and the ECtHR?’, in: M.M.E. Hesselman, A. Hallo de Wolf & B. Toebes (red.), Socio-Economic Human Rights in Essential Public Services Provision, Abingdon: Routledge 2017, p. 83-102.

Meurkens, Punitive Damages 2014

R.C. Meurkens, Punitive Damages. The Civil Remedy in American Law. Lessons and Caveats for Continental Europe (diss. Maastricht), Deventer: Kluwer 2014.

Van Mierlo e.a., Rapport Beantwoording vragen TCMG 2019

A.I.M. van Mierlo e.a., Rapport Beantwoording vragen Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen. Panel van deskundigen, 22 januari 2019 (www.schadedoormijnbouw.nl).

(23)

XXIII Lijst van verkort aangehaalde literatuur

Mijnraadadvies veiligheidsrisico’s en versterkingsopgave Groningen 2018

Mijnraadadvies veiligheidsrisico’s en versterkingsopgave Groningen (advies van 29 juni 2018), Den Haag: Mijnraad 2018 (bijlage bij Kamerbrief van de minister van EZK van 2 juli 2018, DGBI-DR/18156563).

Ter Mors, Nieuwsbrief Milieu & Economie 2015

E. ter Mors, ‘De effectiviteit van compensatie bij energieprojecten’, Nieuwsbrief Milieu &

Economie, 30 april 2015 (www.nieuwsbriefmilieueneconomie.nl).

Naar een nieuwe schadeafhandeling 2017

Naar een nieuwe schadeafhandeling. Met draagvlak Gasberaad, Groninger Bodem Beweging en Regionale Bestuurders, 23 mei 2017 (www.raadhethogeland.nl).

NCG Kwartaalrapportage Q2 2017 (2017)

NCG Kwartaalrapportage, april-juni 2017 (rapport van 24 juli 2017), Groningen: NCG 2017 (www.nationaalcoordinatorgroningen.nl).

NCG Kwartaalrapportage Q4 2017 (2018)

NCG Kwartaalrapportage, oktober-december 2017 (rapport van 6 februari 2018), Groningen:

NCG 2018 (www.nationaalcoordinatorgroningen.nl).

NCG Halfjaarrapportage O3/Q4 2018 (2019)

NCG Halfjaarrapportage, juli-december 2018 (rapportage van 5 maart 2019), Groningen:

NCG 2019 (www.nationaalcoordinatorgroningen.nl).

NGA 5/2013

VN Speciaal Rapporteur over het Adequate Huisvesting als een Component van het Recht op een Adequate Levenstandaard, e.a. ‘Communication regarding Nigeria’ (26 november 2013) NGA 5/2013.

Oldenhuis, NJB 2015/1249

F.T. Oldenhuis, ‘Aansprakelijkheid van de mijnbouwexploitant. Over causaliteit en preventie’, NJB 2015/1249, afl. 26, p. 1724-1732.

Onafhankelijke Raadsman, Jaarrapportage 2014 (2015)

L.J. Klaassen (Onafhankelijke Raadsman), Klachten over afhandeling van aardbevingsschade in Groningen. Jaarrapportage 2014, Zuidhoorn: 3 februari 2015 (www.onafhankelijke raadsman.nl).

Onafhankelijke Raadsman, Jaarrapportage 2018 (2019)

L.J. Klaassen (Onafhankelijke Raadsman), Klachten over afhandeling van aardbevingsschade in Groningen. Jaarrapportage 2018, Zuidhoorn: 25 maart 2019 (www.onafhankelijkeraads man.nl).

(24)

XXIV

Lijst van verkort aangehaalde literatuur Onderzoeksraad voor Veiligheid

Onderzoeksraad voor Veiligheid, Rapport Aardbevingsrisico’s in Groningen 2015, p. 7, 70-72, 79-80 en 88

Paterson, in: Oil and Gas Law – Current Practice and Emerging Trends 2007

J. Paterson, ‘Health and Safety at Work Offshore’, in: G. Gordon, J. Paterson (red.), Oil and Gas Law – Current Practice and Emerging Trends, Dundee: Dundee University Press 2007, p. 115-148.

Postmes e.a., Veiligheidsbeleving, gezondheid en toekomstperspectief Groningers 2016 T. Postmes e.a., Veiligheidsbeleving, gezondheid en toekomstperspectief van Groningers.

Wetenschappelijk rapport (rapport van 15 juli 2016), Groningen: RUG 2016 (www.groningsperspectief.nl).

De Pous, Nota inzake het aardgas 1962

J.W. de Pous, Nota inzake het aardgas, 17 juli 1962, Kamerstukken II 1961/62, 6767, 1.

PVA Mijnraadadvies 2018

Veiligheid voorop en de bewoner centraal. Plan van Aanpak Mijnraadadvies Veiligheid voorop en de bewoner centraal (plan van 13 november 2018, in opdracht van het Rijk, provincie Gro- ningen en tien aardbevingsgebieden), NCG 2018 (www.nationaalcoordinatorgroningen.nl).

Raad van Europa 2018

Raad van Europa, Guide on Article 2 of the European Convention on Human Rights: The Right to Life, Raad van Europa: 2018 (versie van 30 april 2019).

Redenen waarom eigenaren aanbod schade-afhandeling niet hebben geaccepteerd 2018 Onderzoek: Redenen waarom eigenaren aanbod schade-afhandeling niet hebben geaccepteerd (onderzoek in opdracht van de provincie Groningen en het ministerie van EZK), Groningen:

Aha! marktonderzoek en marketingadvies 2018.

Review HRA2019 2019

Snelle review van de risico-analyse voor de gaswinning in Groningen (2019). Eerste oordeel van SodM over de Hazard and Risk Assessment van de NAM in het kader van gasjaar 2019-2020 (HRA2019) (review van 22 maart 2019), Den Haag: SodM 2019.

De Rie & Smulders, Fundament voor herstel van vertrouwen 2014

C. de Rie & F. Smulders, Fundament voor herstel van vertrouwen. Rapportage over doorlichting protocol voor afhandeling van schade door aardgasbevingen (in opdracht van Dialoogtafel Groningen), Amersfoort: Lysias Advies 2014.

Rijnhout & Ter Hoek, TBR 2018/101

R. Rijnhout & C.J. ter Hoek, ‘De vergoeding voor waardevermindering veroorzaakt door gaswinning in Groningen, TBR 2018/101, afl. 7, p. 676-687.

(25)

XXV Lijst van verkort aangehaalde literatuur

Roef, O&A 2018/26

D. Roef, ‘De strafrechtelijke positie van de overheid anno 2018: een stand van de rechts- ontwikkeling’, O&A 2018/26, afl. 3, p. 113-123.

Roggenkamp, Oil and Gas: Netherlands Law and Practice 1991

M.M. Roggenkamp, Oil and Gas: Netherlands Law and Practice, London: Chancery Law 1991.

Roggenkamp & Verwer, NTE 2004, p. 213-222

M.M. Roggenkamp & Ch.P. Verwer, ‘De aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door de bodembeweging’, NTE 2004, afl. 6, p. 213-222.

Roggenkamp, SEW 2006, p. 456-466

M.M. Roggenkamp, ‘Reorganisatie van de Nederlandse gassector – Van Gasgebouw naar Gasrotonde’, Sociaal Economische Wetgeving: Tijdschrift voor Europees en economisch recht, 2006, afl. 54, p. 456-466.

Roggenkamp & Bröring, NTE 2016, p. 82-96

M.M. Roggenkamp & H.E. Bröring, ‘Schade ten gevolge van de gaswinning in Groningen.

Achtergrond en stand van zaken’, NTE 2016, afl. 2/3 (special schade door olie- en gaswin- ning), p. 82-96.

Salet & Bruurs, Schadeonderzoek Groningen Buitengebied 2017

T.A.M. Salet & M.J.A.M. Bruurs, Schadeonderzoek Groningen Buitengebied. Technische rap- portage (rapport van 29 maart 2017 in opdracht van NAM), Deventer: Witteveen+Bos Raadgevende ingenieurs 2017.

Salomons, Schadevergoeding: zaakschade (Monografieën BW B38) 1993

R.A. Salomons, Schadevergoeding: zaakschade (Monografieën BW B38), Deventer: Kluwer 1993.

Sanderink, NJB 2016/883

D.G.J. Sanderink, ‘De aardgaswinning in Groningen’, NJB 2016/883, afl. 18, p. 1267-1273.

Van Sliedregt, Immuniteiten 2013

E. van Sliedregt, ‘Immuniteit van de Staat: de houdbaarheid voorbij?’, in: Verslag van de op 14 juni 2013 te Breda gehouden algemene vergadering over: Immuniteiten (Handelingen Nederlandse Juristen-Vereniging 2013/II), Deventer: Kluwer 2013, p. 164-177.

Van der Sluis, Aardbevingen in Noord-Nederland 1989

M.W. van der Sluis, Aardbevingen in Noord-Nederland. Over bodemdaling en bodemtrilling, Hoogezand: Stubeg 1989.

Snijders, NJB 2015/1902

H. Snijders, ‘Bewijsvermoedens nader beschouwd. Mede in het licht van de actuele discussie over vergoeding van mijnbouwschade’, NJB 2015/1902, afl. 38, p. 2664-2672.

(26)

XXVI

Lijst van verkort aangehaalde literatuur SRB 3/2016

VN Speciaal Rapporteur over de Rechten van Mensen met een Handicap e.a., ‘Communication regarding Serbia’ (23 november 2016) SRB 3/2016.

Staalduinen, Terwel & Rots, Onderzoek oorzaken bouwkundige schade Groningen 2018 P.C. van Staalduinen, K.C. Terwel & J.G. Rots, Rapport Onderzoek naar de oorzaken van bouwkundige schade in Groningen Methodologie en case studies ter duiding van de oorzaken (rapport van 11 juli 2018), Delft: TU Delft 2018.

Stiller, Gasland 2018

L. Stiller, Gasland. Nederland wordt wakker geschud, Amsterdam: De Geus 2018.

Stoker e.a., Dialoogtafel: woorden én daden 2015

J.I. Stoker e.a., Dialoogtafel: woorden én daden. Eindrapport van de tussentijdse evaluatie (rapport van 26 juni 2015), Groningen: RUG 2015 (www.rug.nl).

Stroebe e.a., Sociale impact gaswinning Groningen 2018

K. Stroebe e.a., De Sociale impact van gaswinning in Groningen. Stand van zaken, meting juni 2018 (onderzoek van 8 november 2018), Groningen: RUG 2018.

Taverne, De Nederlandse Mijnwetgeving in Historisch Perspectief 2006

B.G. Taverne, De Nederlandse Mijnwetgeving in Historisch Perspectief, Deventer: Kluwer Rechtswetenschappelijke Publicaties 2006.

Tully, NQHR 2006, p. 557-587

S. Tully, ‘Access to Electricity as a Human Right’, NQHR 2006, afl. 24, p. 557-587.

UN Doc. E/1991/23

ESOCUL-Comité, General Comment No. 3: The nature of States parties' obligations (art. 2 (1) of the Covenant), (1990) UN Doc. E/1991/23.

UN Doc. E/1992/23

ESOCUL-Comité, General Comment No. 4: The Right to Adequate Housing (art. 11 (1) of the Covenant), (1991) UN Doc. E/1992/23.

UN. Doc. E/C.12/NLD/CO/6

ESOCUL-Comité 2017, ‘Concluding Observations Netherlands’ (6 juli 2017) UN. Doc. E/C.12/

NLD/CO/6.

UN Doc. CCPR/C/GC/36

VN Mensenrechtencomité, General Comment No. 36 (2018) on Article 6 of the International Covenant on Civil and Political Rights, on the Right to Life’ (30 October 2018) UN Doc.

CCPR/C/GC/36.

(27)

XXVII Lijst van verkort aangehaalde literatuur

De Veer, Dagblad van het Noorden 12 december 2018

J. de Veer, ‘Groningen gaat bij Raad van State in beroep tegen gasbesluit van Wiebes’, Dagblad van het Noorden 12 december 2018.

Van der Velde, NJB 2015/351

R. van der Velde, ‘Voorzorg in het bestuursrecht. Over zeehonden, zoönosen, en wat als Groningen op Antarctica zou liggen’, NJB 2015/351, afl. 7, p. 435-441.

Verheij, NJB 2015/1250

A.J. Verheij, ‘Geldt het Burgerlijk Wetboek nog in Groningen?’, NJB 2015/1250, afl. 26, p. 1733-1738.

Verhulst e.a., Rapport Besteding van aardgasbaten 2014

J. Verhulst e.a., Rapport Besteding van aardgasbaten: feiten, cijfers en scenario’s (rapport van 6 oktober 2014), Den Haag: Algemene Rekenkamer 2014.

Verkenning uniforme onafhankelijke afhandeling mijnbouwschade 2018

Een verkenning naar een uniforme en onafhankelijke afhandeling van mijnbouwschade in Nederland (rapport van februari 2018), Den Haag: Tcbb 2018.

Visscher, Rechtseconomische analyse 2005

L. Visscher, Een rechtseconomische analyse van het Nederlandse onrechtmatigedaadsrecht, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2005.

Winter e.a., Governance afhandeling mijnbouwschade 2016

H.B. Winter e.a., De governance van de afhandeling van mijnbouwschade, Groningen: RUG 2016 (www.provinciegroningen.nl).

Winter, in: Brouwer-bundel 2017

H.B. Winter, ‘Governance en aardbevingen in Groningen’, in: P.A.J. van den Berg & G. Molier (red.), In Dienst van het Recht (Brouwer-bundel), Den Haag: Boom juridisch 2017, p. 231-244.

Wind, Dagblad van het Noorden 31 januari 2018

M. Wind, ‘Hier zijn ze dan, die geheime stukken uit 1963 over de gaswinning in Groningen’, Dagblad van het Noorden 31 januari 2018.

Zijlstra e.a., Een veilig huis, een veilig thuis? 2019

E. Zijlstra e.a., Een veilig huis, een veilig thuis? Een kwalitatief onderzoek naar het welbevinden en de leefomgeving van kinderen en jongeren in het Gronings gaswinningsgebied, Groningen:

RUG 2019 (www.rug.nl).

(28)
(29)

1

Inleiding 1.1

HOOFDSTUK 1

Inleiding

Prof. mr. F.T. Oldenhuis & prof mr. J.G. Brouwer 1.1 Inleiding

De ‘zware’ aardbeving van 16 augustus 2012 in Huizinge deed Nederland op zijn grond- vesten schudden. Om meerdere redenen. De beving toonde ten eerste onomstotelijk aan dat de schaal van Richter geen maatstaf is om de gevolgen van de grondbewegingen in het Groninger land te duiden. De ondiepte waarop de trillingen plaatsvinden, maakt dat de effecten en dientengevolge de schade vele malen groter zijn dan de waarden die behoren bij die schaal.

Ten tweede maakte de beving op pijnlijke wijze duidelijk dat een ongewijzigde voortzetting van de gaswinning in de toekomst gepaard zou gaan met onevenredig zware lasten voor de Groningers, zowel in de materiële als in de immateriële sfeer. Waren zij tot dan toe geconfronteerd met scheuren in hun woningen, boerderijen en eeuwenoude kerkgebouwen al dan niet monumentaal, vanaf nu dreigde instortingsgevaar van appartementencomplexen, dammen, dijken en bruggen. De veiligheid van de Groningers en daarmee hun recht op leven bleek plotseling op het spel te staan.

Ten derde veroorzaakte de ernst van de beving een schok in het denken van juristen over de aardgaswinning. Hadden zij zich tot dan toe min of meer afzijdig gehouden van deze problematiek in het algemeen en de schadeafhandeling in het bijzonder, vanaf nu kwam de aandacht voor de juridische aspecten van de gaswinning in een stroomversnelling terecht.

Kon de winning van het aardgas nog wel eenzijdig worden gestuurd vanuit economische motieven, of dwong de beving van 2012 de overheid een veel breder perspectief te gaan hanteren? Dwongen verdragsverplichtingen niet om aan het recht op veiligheid in de Mijnbouwwet een dominante plek toe te kennen? En kon de schadeafhandeling wel op dezelfde voet worden voortgezet als voorheen? Dat waren de meest essentiële vragen die de juristen gingen opwerpen.

Medio 2014 publiceerde een drietal Utrechtse auteurs een opstel over de Groningse gaswinning, waarin de rol van de NAM zeer kritisch werd besproken (Gijselaar, Rijnhout

& Emaus, AA 2014, p. 801-813). Enige tijd erna nam een drietal hoogleraren van de Rijks- universiteit Groningen, te weten J.G. Brouwer, H.E. Bröring en F.T. Oldenhuis, het initiatief tot het geven van een avondcollege, speciaal voor de gedupeerde burgers. Niet alleen om hen een hart onder de riem te steken, maar ook om duidelijk te maken dat hun wensen en eisen steun vinden in ons recht.

(30)

2

Hoofdstuk 1 / Inleiding 1.1

In de winter van 2015 gaf een vijftal hoogleraren – A.J. Verheij en O. Couwenberg had- den zich inmiddels bij het drietal aangesloten – elk vanuit zijn eigen specialisme in het Academiegebouw voor een massaal opgekomen gehoor, waaronder advocaten, rechters, bestuurders van gemeenten en provincie, een avondvullend hoorcollege met aansluitend een debat. Enkele van de conclusies waren dat fundamentele rechtsbeginselen als het recht op veiligheid en het recht op ongestoord woongenot met voeten werden getreden alsook dat sprake was van een schrijnende onevenwichtigheid tussen de partijen als het gaat om de afwikkeling van schade. Gemeentebesturen, laat staan burgers, bleken in het geheel niet opgewassen tegen het almachtige mijnbouwbedrijf NAM.

De NAM ontwikkelde een schadeprotocol voor gedupeerde burgers, maar al gauw bleek de omvang van de schade zo groot dat het bestuurlijk gezien niet (meer) opportuun was om de verantwoordelijkheid voor de afwikkeling van de schade uitsluitend in handen te leggen van de schadeveroorzaker zelf, zijnde de NAM.

Op grond hiervan riepen de juristen onder meer de Rechtbank Noord-Nederland op haar verantwoordelijkheid te nemen en een speciale Aardbevingskamer te installeren.

De afhandeling overhevelen naar de overheid was echter ook niet direct een optie. Die is immers eveneens belanghebbende, verreweg het grootste deel van de aardgasbaten vloeit rechtstreeks in de nationale staatskas.

Hoe dan wel te handelen? De juiste balans is nog steeds – 2019! – niet gevonden: regelingen worden ontworpen, treden in werking en worden weer ingetrokken. Een Ontwerp voor een definitieve regeling van de mijnbouwschade is op het moment dat deze monografie verschijnt in de maak.

De wijze waarop de NAM kort ná 2012 zélf de afwikkeling van de schade jegens de gedu- peerde individuele burgers ter hand nam, deed bij veel burgers én juristen het vermoeden rijzen dat dit proces zou ontsporen.

De in 2015 gehouden voordrachten, versterkt met een bijdrage van M.M. Roggenkamp, hoogleraar Energierecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, leidde tot een speciale editie van het Nederlands Juristenblad (NJB 2015, afl. 26). Nu worden die bijdragen in sterk geactualiseerde vorm in dit boek gepubliceerd. Bij een aantal hoofdstukken schoof een coauteur aan.

Met elf verschillend georiënteerde auteurs is het een illusie om te denken dat zij een uniforme oplossing aandragen voor de bestaande problemen. Het onderlinge debat wordt in deze monografie niet uit de weg gegaan. Dat maakt het boek voor de gebruiker alleen maar waardevoller. In deze monografie is er vooral sprake van een verschil van inzicht als het gaat over het te verkiezen schadevergoedingstraject. Moet dit exclusief op het bestuursrecht worden geënt of is het civiele recht bij uitstek het aangewezen rechtsgebied voor de afhandeling van de schade? Illustratief in dat opzicht zijn de hoofdstukken 4 (Oldenhuis & Koerts) en 9 (Bröring).

(31)

3

De inhoud in vogelvlucht 1.2

1.2 De inhoud in vogelvlucht

In deze monografie schetsen de auteurs de ontwikkelingen ná 2015 in rechtspraak, literatuur en regelgeving. In het bijzonder geldt dit voor de elkaar in sneltreintempo opvolgende regelingen met betrekking tot de schadeafhandeling. Een en ander wordt in chronologische volgorde besproken, in een breder perspectief geplaatst en van commentaar voorzien. De inhoud van de monografie kan als volgt in hoofdlijn worden weergegeven.

In hoofdstuk 2 bespreekt Roggenkamp het juridische kader achter de gaswinning in Gro- ningen. Zij gaat met name in op de gevolgen voor dit kader van de aardbevingen na 2012.

Om de huidige ontwikkelingen te begrijpen, wordt begonnen met een overzicht van de ontwikkeling van het juridische kader en de betrokken organisaties. Speciale aandacht wordt besteed aan de betekenis van de recente Wet minimalisering gaswinning Groningenveld op het bestaande reguleringskader. Zoals zal blijken, is het reguleringskader het resultaat van een moeizaam tot stand gekomen balans tussen belangen die samenhangen met de gegunde winningsactiviteiten, de leveringszekerheid en de belangen van de bewoners in het vergunningengebied. Een en ander wordt gecompliceerd doordat de Staat zowel optreedt als wetgever en hoeder van het algemeen belang maar daarnaast ook als Staatsparticipant medeverantwoordelijk is voor de gaswinning en tevens een aanzienlijk belang heeft bij de aardgasbaten die voortvloeien uit de gaswinning.

In hoofdstuk 3 bespreken Hesselman en Brouwer het recht op veiligheid van de Groningers zoals dit voortvloeit uit art. 2 en 8 EVRM in het licht van de meest rechte ontwikkelingen.

Hieraan voorafgaand analyseren zij de meest recente wijzigingen in de Mijnbouwwet, waaronder de toevoeging van bijzondere regels voor het Groningenveld en de bijbehorende ministeriële regeling met operationele strategie. Hoewel in de aangepaste Mijnbouwwet veiligheid een centralere plaats inneemt en inzichten over veiligheid steeds veranderen, zijn schrijvers van mening dat hieraan nog altijd onvoldoende recht wordt gedaan. Dit is vooral het gevolg van de gehanteerde 10-5-norm. Die heeft slechts tot doel het (recht op) leven van de inwoners van het gebied veilig te stellen. Veiligheid is echter een veel meer omvattend begrip dan dit.

Bij de bespreking van art. 8 EVRM staan zij stil bij de rol van risiconormen die bepalen wanneer er sprake is van een disproportionele last voor individuele personen. Ook beste- den zij aandacht aan de bijzondere betekenis van het recht op leven als ‘fundamenteel’

mensenrecht dat in tegenstelling tot veel andere mensenrechten een absoluut karakter toekomt en derhalve geen enkele inperking toelaat, niet op grond van het algemeen belang noch op basis van rechten van anderen. Uit de rechtspraak van het EHRM blijkt dat er een hoge beschermplicht op de overheid rust ten aanzien van alle EVRM-rechten als het gaat om gevaarlijke industriële activiteiten in bewoond gebied.

Wanneer dit mensenrechtelijke kader wordt gelegd op de Groningse situatie dan blijkt dat de focus in de huidige besluitvorming te eenzijdig ligt op bescherming van het recht op leven en de versterking van woningen en andere panden. Te zeer ook focust men op schadevergoeding van materiele schade zonder rekening te houden met wat de voorts- lepende problemen van de winning in individuele ‘huishoudens’ veroorzaakt buiten het

(32)

4

Hoofdstuk 1 / Inleiding 1.2

levensgevaar dat dreigt. Het zou een verbetering zijn indien vergelijkbare ‘objectieve’

risiconormen zouden worden ontwikkeld voor immateriële schadeclaims wegens chronische inbreuk op andere fundamentele rechten.

De bijdrage wordt afgesloten met de conclusie dat mensenrechten niet alleen (nog) sterker en completer onderdeel moeten uitmaken van juridische procedures rondom de instemmingsbesluiten, maar ook dat ze prominenter deel moeten uitmaken van het publieke debat. Het gaat om een wezenlijke afweging van belangen van de Nederlandse samenleving als geheel en die van de Groningers als deel van dit collectief.

In hoofdstuk 4 gaan Oldenhuis en Koerts in op het uitgangspunt van de wetgever dat de aan de gaswinning gerelateerde aardbevingsschade ruimhartig dient te worden vergoed.

Zowel bij de totstandkoming van de wettelijke grondslag voor aansprakelijkheid van de exploitant (art. 6:177 lid 1, aanhef en onderdeel b BW) als van het wettelijk bewijsvermoeden met betrekking tot het vereiste causaal verband (art. 6:177a BW) is immers uitdrukkelijk overwogen dat gedupeerden hun schade op eenvoudige en ruimhartige wijze vergoed zouden moeten krijgen. Bij het tweeledige causaal verband van art. 6:177 lid 1, aanhef en onderdeel b BW alsook bij het bepalen van de omvang van de schade (art. 6:98 BW) dient de burgerlijke rechter een multi-factorale benadering te hanteren. Het bewijsvermoeden van art. 6:177a BW dient ruim te worden opgevat en benadert een daadwerkelijke omkering van de bewijslast. Voorts verdient de mogelijke toepassing van art. 6:184 BW (kosten ter voorkoming van schade) meer aandacht. Ten slotte moet het de burgerlijke rechter zijn, die in een laagdrempelige en eenvoudige procedure de verzoeken om schadevergoeding dient te beoordelen: anders dan de bestuursrechter is hij tot het toepassen van de aan de orde zijnde privaatrechtelijke normen bij uitstek geëquipeerd.

In hoofdstuk 5 legt Vermaak de totstandkomingsgeschiedenis van art. 6:177a BW onder een vergrootglas. Zij bespreekt voorts hoe – zowel vóór de inwerkingtreding van deze bepaling als er na – de rechtsfiguur van het bewijsvermoeden in de dagelijks praktijk wordt gehanteerd. In het bijzonder gaat zij daarbij in op het op 22 januari 2019 verschenen rapport van het door de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG) ingeschakelde Panel van deskundigen over de vraag hoe de TCMG zou moeten omgaan met het vaststellen van de causaliteit en daarmee de reikwijdte van het bewijsvermoeden. Laten we onze zegeningen tellen maar blijven streven naar een stevige technische onderbouwing van besluiten over schade als gevolg van bodembeweging, aldus Vermaak.

Vervolgens staat in hoofdstuk 6 de problematiek van de waardedaling centraal. Gozoglu gaat in deze bijdrage in op een van de vormen van schade in Groningen: de schade die voortvloeit uit waardedaling van woningen. Het Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat woningeigenaren aanspraak kunnen maken op schadevergoeding vanwege de waardever- mindering van hun woningen ten gevolge van de gaswinning, nog voordat een woning wordt verkocht.

Gozoglu zet uiteen dat er momenteel twee buitengerechtelijke regelingen bestaan voor de waardedaling van gebouwen, zij het bij verschillende instanties. De oorzaak van de

(33)

5

De inhoud in vogelvlucht 1.2

waardedaling is bepalend voor het te volgen schadeafhandelingstraject. De bedoeling is om één loket te realiseren voor alle vormen van bevingsschade.

Op 19 juli 2019 heeft de Hoge Raad (prejudiciële beslissing) echter geoordeeld dat het begroten van schade in de zin van waardevermindering van een woning als gevolg van het risico van toekomstige bodembeweging in het Groningenveld op dit moment in het algemeen nog niet mogelijk is. De omvang van de schade kan pas begroot worden op het moment dat sprake is van een geofysisch voldoende stabiele toestand. Afgewacht moet worden wanneer hiervan sprake is en hoe dit in het (buiten)gerechtelijke traject vorm moet worden gegeven.

In hoofdstuk 7 analyseren Couwenberg en Woerdman de aansprakelijkheid voor aard- bevingsschade vanuit rechtseconomisch perspectief. Zij betogen dat voor een correcte internalisering van de aardbevingskosten de maximale variant van schadecompensatie nodig is. Gedupeerden hadden, aldus de auteurs, immers niet de mogelijkheid om scha- debeperkende maatregelen te nemen. Ten eerste betekent dit, aldus de auteurs, dat alle relevante toekomstige aardbevingskosten moeten worden vergoed. Ten tweede ontstaat hierdoor een economisch correcte prikkel voor bij de winning en exploitatie betrokken partijen om de totale maatschappelijke kosten in ogenschouw te nemen. Ten derde geeft deze vorm van compensatie aan burgers het belangrijke signaal af dat zij hun belangen gerespecteerd weten.

In hoofdstuk 8 schetst Bröring een overzicht van instanties die zich bezighouden met de afwikkeling van de mijnbouwschade, althans de door de overheid ondernomen pogingen om tot een afwikkeling te komen, hun context en functie. In deze bijdrage gaat het over het bestuur en de organisatie (de ‘governance’) rond de mijnbouwschadeproblematiek.

Het bevat enkele kerncijfers over gaswinning en mijnbouwschade. Vervolgens wordt een reeks bij de problematiek betrokken instanties beschreven. De kern van het hoofdstuk betreft de ontwikkeling van een privaat-publiek besturingsmodel (‘governance’) naar publieke regie (‘government’).

In hoofdstuk 9 analyseert Bröring de publiekrechtelijke route van afhandeling van schade waarvoor de wetgever begin 2018 heeft gekozen. In dit hoofdstuk wordt diepgaand ingegaan op de schadeafhandeling door de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen en later het Instituut Mijnbouwschade Groningen. Voorts is er aandacht voor de publiekrechtelijke aanpak van de versterkingsproblematiek en voor het bieden van perspectief aan de regio.

In hoofdstuk 10 blikt Wissink zowel terug als vooruit op de problematiek van de aard- gaswinning in het Groningenveld. Naar zijn mening vergt het beantwoorden van de tot nu toe gerezen en in de toekomst nog te rijzen vragen niet alleen inzicht in het aanspra- kelijkheids- en schadevergoedingsrecht, maar ook in de mogelijke keuzes, oplossingen en de repercussies daarvan. Hij vraagt zich om die reden voorzichtig af of de door de wetgever naar voren geschoven bestuursrechter wel de exclusieve taak zou moeten krijgen om de antwoorden te formuleren. Het is immers bij uitstek de verantwoordelijkheid en deskundigheid van de Hoge Raad om leiding te geven aan de rechtsontwikkeling in het civiele aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht.

(34)

6

Hoofdstuk 1 / Inleiding 1.3

1.3 Grip krijgen op de materie

Deze monografie heeft als doel een handreiking te vormen bij het grip krijgen op de bijna niet te vatten juridische ‘achterkant’ van de gaswinning in het Groningenveld.

Moge deze monografie in de eerste plaats bijdragen aan het inzichtelijker maken van een bijna niet meer te volgen proces, maar bovendien aan een rechtvaardige schaderegeling.

(35)

7

Inleiding 2.1

HOOFDSTUK 2

Regulering van de aardgaswinning in Groningen: balanceren tussen eigendom, leveringszekerheid en schadepreventie

Prof. mr. M.M. Roggenkamp 2.1 Inleiding

Dit hoofdstuk bespreekt het reguleringskader dat relevant is voor de gaswinning in Gro- ningen. Het regime ten aanzien van de gaswinning in Groningen kan echter niet los gezien worden van afspraken die zijn gemaakt ten aanzien van de afzet van het gewonnen aardgas.

Het oorspronkelijke streven naar een maximale productie en afzet van het Groningengas is sinds de aardbeving in Huizinge in 2012 ingrijpend veranderd met als huidig streven dat de winning van het Groningenveld in 2030 zou moeten worden beëindigd. De Nederlandse overheid wordt daarom geconfronteerd met een groot aantal uiteenlopende belangen.

De Nederlandse overheid speelt een rol als wetgever en hoeder van het algemeen belang maar is daarnaast als Staatsparticipant medeverantwoordelijk voor de gaswinning en heeft tevens een aanzienlijk belang bij de aardgasbaten die voortvloeien uit de gaswinning.

Veel van de huidige dilemma’s zijn terug te voeren op afspraken die ten tijde van de ontdekking van het Groningenveld zijn gemaakt. Hierna wordt daarom eerst een kort overzicht geboden van de ontwikkeling van het wettelijk kader ten aanzien van de winning en afzet van aardgas in Nederland. Vervolgens zal meer specifiek worden ingegaan op het reguleringskader dat relevant is voor de gaswinning in Groningen. Hoewel verschillende toezichthoudende en regulerende instanties bij de gaswinning zijn betrokken, behandelt dit hoofdstuk vooral het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) en de Technische commissie bodembeweging (Tcbb). Terwijl de invloed van de eerste sterkt toeneemt, lijkt die van de ander juist verbazingwekkend genoeg af te nemen. Daarna volgt een conclusie met een analyse van het proces van heroverweging die momenteel plaatsvindt ten aanzien van de aardgaswinning in Groningen.

(36)

8

Hoofdstuk 2 / Regulering van de aardgaswinning 2.2

2.2 Ontwikkeling van het wettelijk kader ten behoeve van de winning en afzet van aardgas in Nederland

De winning en afzet van aardgas wordt momenteel vooral bepaald door de Mijnbouw- wet (Stb. 2002, 542) en de Gaswet (Stb. 2000, 305). Beide wetten zijn echter pas in dit millennium tot stand gekomen als gevolg van een proces van Europese marktliberalisatie en de noodzaak tot implementatie in Nederland van Richtlijn 98/30/EG inzake de interne gasmarkt (naderhand vervangen door Richtlijn 2003/55/EG en Richtlijn 2009/73/EG) en de Koolwaterstoffenrichtlijn (Richtlijn 94/22/EG). Voordien was er in Nederland geen wet die de gasafzet reguleerde en werd de winning van aardgas op land bepaald door de Loi concernant les Mines, les Minières et les Carrières van 21 april 1810 (Bulletin des Lois 1810, 285) ofwel de Mijnwet 1810, die ten tijde van de Franse bezetting in Nederland werd ingevoerd en op 1 december 1813, toen Nederland zijn onafhankelijkheid herkreeg,

‘voorlopig van toepassing [werd] verklaard totdat deze vervangen zou worden door een nieuwe Nederlandse Mijnwet’ (Stb. 1813, 3). Uiteindelijk heeft deze wet bijna tweehonderd jaar als basis gediend voor de winning van ondergrondse delfstoffen in Nederland. Pas in 2003 is deze wet vervangen en samen met diverse andere wetten, waaronder de Mijnwet 1903 en de Mijnwet Continentaal Plat, opgegaan in de huidige Mijnbouwwet en het daarbij behorende Mijnbouwbesluit en de Mijnbouwregeling (zie overheid.nl).

Het ontbreken van een Gaswet en een moderne Mijn(bouw)wet zijn bepalend geweest bij de besluitvorming rondom de ontwikkeling van het gasveld (Groningenveld) dat in 1959 bij Slochteren is ontdekt. Omdat de tijd ontbrak voor het opstellen van nieuwe wetgeving heeft de toenmalige Minister van Economische Zaken J.W. De Pous in 1963 een aantal uitgangspunten ten aanzien van de winning en afzet van het Groningengas neergelegd in de ‘Nota inzake het aardgas’ (De Pous, Nota inzake het aardgas 1962). Ten aanzien van de winning werd besloten dat de ‘tijdelijke’ Mijnwet 1810 als basis zou moeten dienen voor de verlening van een concessie aan de Nederlandse Aardolie Maatschappij, ofwel NAM (50% Shell, 50% Exxon) om het Groningenveld te ontwikkelen. De situatie rondom de afzet van het aardgas was minder evident. Diverse soorten gas, zoals hoogovengas en cokesovengas, werden lokaal geproduceerd. Aardgas speelde destijds vrijwel geen rol van betekenis omdat de winning ervan zich in Nederland beperkte tot een paar kleinere velden nabij Schoonebeek (concessie 1948), Tubbergen (concessie 1953), Rijswijk (concessie 1955) en Rossum de Lutte (concessie 1961). Tevens was van belang dat steenkool destijds de belangrijkste nationale energiebron was en verwacht werd dat kernenergie op korte termijn bepalend zou zijn voor de Nederlandse – en Europese – energievoorziening.

Mede vanwege de enorme omvang van het voorkomen (reservoir) werd derhalve een snelle ontwikkeling van het Groningengasveld noodzakelijk geacht. Opdat de winning van het aardgas zou moeten leiden tot maximale inkomsten van zowel de Staat als van de gasproducent en verwacht werd dat de interesse in het gewonnen aardgas slechts van korte duur zou zijn, werd besloten om het aardgas niet alleen in Nederland af te zetten maar ook naar het buitenland te exporteren (De Pous, Nota inzake het aardgas 1962, p. 8 en 10). Dienovereenkomstig worden sindsdien vrijwel alle Nederlandse huishoudens (rond de eeuwwisseling circa 98%) en veel grootverbruikers voorzien van Groningengas en zijn langjarige exportcontracten afgesloten met importeurs in België, Frankrijk en Duitsland.

(37)

9

Het reguleringskader voor de gaswinning op land 2.3.1

Deze contracten en de aanleg van de noodzakelijke gastransportleidingen vormen in feite de basis van de huidige Europese gasmarkt.

Sinds de ontdekking van het Groningenveld zijn in Nederland nog veel andere aardgasvelden ontdekt (Jaarverslag Delfstoffen en aardwarmte in Nederland 2017). In verhouding tot het Groningenveld zijn deze velden niet alleen veel kleiner van omvang maar bevatten ook een andere gaskwaliteit, namelijk hoogcalorisch gas in tegenstelling tot het laagcalorische Groningengas. Toch is de ontwikkeling van de kleine velden op land tot aan de inwerking- treding van de Mijnbouwwet in 2003 grotendeels gebaseerd op dezelfde uitgangspunten als toegepast op de ontwikkeling van het Groningenveld. De keuzes die de overheid ten tijde van de ontdekking van het Groningenveld heeft gemaakt, bepalen bovendien nog steeds voor een belangrijk deel het huidige winningskader. De Mijnbouwwet heeft namelijk geen terugwerkende kracht ten aanzien van de belangrijkste uitgangspunten die de winning van het Groningenveld betreffen.

In de volgende paragraaf zal meer specifiek worden ingegaan op de wijze waarop de Mijnbouwwet en de Gaswet invloed hebben op de ontwikkeling van het Groningenveld.

Een belangrijk aspect hierbij vormt het beleid dat sinds de aardbeving in Zeerijp in 2018 is ingezet om de exploitatie van het Groningenveld vanaf 2030 te beëindigen (Kamerstukken II 2017/18, 33529, 457, p. 7) en de daartoe strekkende Wet minimalisering gaswinning uit het Groningenveld (Stb. 2018, 371).

2.3 Het reguleringskader voor de gaswinning op land

De ontwikkeling van deze gasvelden is, zoals eerder aangegeven, gebaseerd op een stuk historische wetgeving, namelijk de Mijnwet 1810 en aanvullende wetgeving zoals de Mijnwet 1903 en de Wet Opsporing Delfstoffen 1967. Terwijl de Mijnwet 1903 vooral de basis heeft gevormd voor de invoering van noodzakelijke veiligheidswetgeving, heeft de Wet Opsporing Delfstoffen geleid tot de invoering van een opsporingsvergunning waardoor exploratieactiviteiten (dat wil zeggen: exploratieboringen) werden gereguleerd in gebieden waarvoor nog geen concessie was verleend. In 2003 is deze sterk versnipperde wetgeving ingetrokken en vervangen door de Mijnbouwwet. Omdat de Mijnbouwwet geen (volledige) terugwerkende kracht heeft, zijn onderdelen van het oude regime in stand gebleven.

2.3.1 Concessies en vergunningen

De Mijnwet 1810 ging uit van een classificatie van delfstoffen naar gelang het belang voor de soeverein (Roggenkamp, Oil and Gas: Netherlands Law and Practice 1991; Taverne, De Nederlandse Mijnwetgeving in Historisch Perspectief 2006). De ‘mines’ vormden de belangrijkste categorie en de ontwikkeling daarvan was voorbehouden aan de Kroon die hiervoor een concessie kon verlenen. Omdat ten tijde van Napoleon bitumina wel, maar koolwaterstoffen zoals aardgas en aardolie nog niet bekend waren en als zodanig niet gekwalificeerd als ‘mines’ in de Mijnwet 1810, heeft de Nederlandse vergunningverlener (oorspronkelijk de Kroon en later de Minister van Economische Zaken) gebruik moeten maken van een truc door de concessies te verlenen voor de winning van ‘bitumina zoals aardolie en/of aardgas’ (zie o.a. concessie Schoonebeek van 1948).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De eventuele regulering van algoritmen vraagt om een integrale (beleids)afweging, waarbij wordt geïdentificeerd welke van de relevante kansen en risico’s voor publieke waarden

Gegeven de nieuwe boortechnieken, waarbij het niet nodig is om boorinstallaties in de Waddenzee zelf te plaatsen, uit gaswinning zich primair in de vorm van bodemdaling. Dit

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

De vragen die in de reacties naar voren kwamen hadden betrekking op uiteenlopende onderwerpen van het onderzoek: vragen over de rol van gas in de duurzame energietransitie, het

Minister Wiebes stelt in zijn brief dat een sterk verminderde gaswinning uit het Groningenveld een positief effect zal hebben op het veiligheidsrisico voor de bewoners van

• Constaterend dat in die wetsvoorstellen overigens gesteld wordt dat de adviezen in het besluitvormingsproces gericht moeten zijn "op een zo veilig mogelijke winning binnen de

Meestal wel buiten de directe actieradius van eikenspintkever (100 m). Met de wind kunnen grotere afstanden worden afgelegd. De conditie van de boom speelt een cruciale rol voor