• No results found

Nummer Toegang: Inventaris van het archief van Anthonie Heinsius, raadpensionaris van Holland en West-Friesland, (1682)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Nummer Toegang: Inventaris van het archief van Anthonie Heinsius, raadpensionaris van Holland en West-Friesland, (1682)"

Copied!
230
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inventaris van het archief van Anthonie Heinsius, raadpensionaris van Holland en West-Friesland,

(1682) 1689-1720

Versie: 29-05-2019

A.J. Veenendaal jr.

Nationaal Archief, Den Haag 2001

This finding aid is written in Dutch.

(2)

I N H O U D S O P G A V E

Beschrijving van het archief...7

Aanwijzingen voor de gebruiker...8

Openbaarheidsbeperkingen... 8

Beperkingen aan het gebruik... 8

Materiële beperkingen... 8

Aanvraaginstructie... 8

Citeerinstructie... 8

Archiefvorming...9

Geschiedenis van de archiefvormer... 9

Hoofdstuk 1: ANTHONIE HEINSIUS, PERSONALIA EN LOOPBAAN...9

Hoofdstuk 2: Pensionaris van Delft en gezantschappen...9

Hoofdstuk 3: Raadpensionaris... 10

Geschiedenis van het archiefbeheer... 12

De verwerving van het archief... 12

Inhoud en structuur van het archief...13

Verantwoording van de bewerking... 13

Ordening van het archief... 14

Verwant materiaal...15

Beschikbaarheid van kopieën... 15

Beschrijving van de series en archiefbestanddelen...17

1 HEINSIUS ALS PENSIONARIS VAN DELFT (1679-1689)...17

1.1 Algemeen...17

1.2 Als gezant naar Frankrijk, 1682-1683...17

1.3 Als gecommitteerde van de Staten-Generaal naar Engeland, 1685-1687...18

2 HEINSIUS ALS RAADPENSIONARIS VAN HOLLAND, 1689-1720...20

2.1 Algemeen...20

2.1.1 Resoluties van de Staten van Holland...20

2.1.2 Eigenhandig opgemaakte memoriën en aantekeningen van verscheiden aard...21

2.1.3 Eigenhandig opgemaakte briefregisters...21

2.1.4 Briefwisseling met:...22

2.1.4.1 Stadhouder-Koning Willem III...22

2.1.4.2 John Churchill, hertog van Marlborough:...23

2.1.4.3 Everard van Weede, heer van Dijkveld:...25

2.1.4.4 Marinus van Vrijbergen:...27

2.1.4.5 Algemene correspondentie...27

1689. Ingekomen brieven van:...27

1689. Minuten en kopieën van brieven aan:...29

1690. Ingekomen brieven van:...30

1690. Minuten en kopieën van brieven aan:...33

1691. Ingekomen brieven van:...34

1691. Minuten en kopieën van brieven aan:...36

1692. Ingekomen brieven van:...37

1692. Minuten en Kopieën van brieven aan:...40

1693. Ingekomen brieven van:...41

1693. Minuten en Kopieën van brieven aan:...45

1694. Ingekomen brieven van:...45

1694. Minuten en Kopieën van brieven aan:...49

1695. Ingekomen brieven van:...49

1695. Minuten en kopieën van brieven aan:...54

1696. Ingekomen brieven van:...55

1696. Minuten en kopieën van brieven aan:...59

1697. Ingekomen brieven van:...60

1697. Minuten en kopieën van brieven aan:...65

(3)

1698. Ingekomen brieven van:...65

1698. Minuten en kopieën van brieven aan:...68

1699. Ingekomen brieven van:...69

1699. Minuten en kopieën van brieven aan:...72

1700. Ingekomen brieven van:...72

1700. Minuten en kopieën van brieven aan:...76

1701. Ingekomen brieven van:...77

1701. Minuten en kopieën van brieven aan:...81

1702. Ingekomen brieven van:...81

1702. Minuten en kopieën van brieven aan:...86

1703. Ingekomen brieven van:...87

1703. Minuten en kopieën van brieven aan:...93

1704. Ingekomen brieven van:...94

1704. Minuten en kopieën van brieven aan:...99

1705. Ingekomen brieven van:...100

1705. Minuten en kopieën van brieven aan:...105

1706. Ingekomen brieven van:...107

1706. Minuten en kopieën van brieven aan:...112

1707. Ingekomen brieven van:...114

1707. Minuten en kopieën van brieven aan:...121

1708. Ingekomen brieven van:...123

1708. Minuten en kopieën van brieven aan:...131

1709. Ingekomen brieven van:...133

1709. Minuten en kopieën van brieven aan:...142

1710. Ingekomen brieven van:...144

1710. Minuten en kopieën van brieven aan:...153

1711. Ingekomen brieven van:...154

1711. Minuten en kopieën van brieven aan:...162

1712. Ingekomen brieven van:...164

1712. Minuten en kopieën van brieven aan:...172

1713. Ingekomen brieven van:...173

1713. Minuten en kopieën van brieven aan:...180

1714. Ingekomen brieven van:...181

1714. Minuten en kopieën van brieven aan:...186

1715. Ingekomen brieven van:...187

1715. Minuten en kopieën van brieven aan:...193

1716. Ingekomen brieven van:...194

1716. Minuten en kopieën van brieven aan:...198

1717. Ingekomen brieven van:...198

1717. Minuten en kopieën van brieven aan:...202

1718. Ingekomen brieven van:...202

1718. Minuten en kopieën van brieven aan:...205

1719. Ingekomen brieven van:...206

1719. Minuten en kopieën van brieven aan:...209

1720. Ingekomen brieven van:...209

1720. Minuten en kopieën van brieven aan:...211

2.1.5 Correspondentie van de Staten van Holland door Heinsius aangehouden...211

2.2 Stukken betreffende de binnenlandse aangelegenheden van de Republiek...211

2.2.1 Instructies van ambtenaren en gecommitteerden; het vergeven van ambten...211

2.2.2 Interne geschillen binnen de Republiek...212

2.2.3 De Grote Vergadering, 1716-1717...213

2.2.4 Financiën en muntwezen...213

2.2.5 Admiraliteitszaken...214

2.2.6 Oost- en West-Indische Compagnieën...214

2.3 Stukken betreffende Willem III en het Huis van Oranje...215

2.4 Stukken betreffende buitenlandse aangelegenheden van de Republiek...215

2.4.1 Tractaten met andere landen...215

2.4.2 Handel en handelstractaten...216

2.4.3 De Negenjarige Oorlog en de Vrede van Rijswijk...217

(4)

2.4.4 De onderhandelingen over de Spaanse Successie...219

2.4.5 De Grote Alliantie, de Spaanse Successie-oorlog en de Vrede van Utrecht...221

2.4.6 Het Barrière Verdrag...224

2.4.7 De Triple- en Quadruple Allianties...225

2.4.8 Noordse Zaken...225

2.4.9 Interne aangelegenheden van andere mogendheden...226

2.4.10 Cijferschrift...227

3 RETROACTA EN ANDERE STUKKEN DOOR HEINSIUS OPGEMAAKT EN VERZAMELD...228

3.1 Stukken betreffende Delft...228

3.2 Stukken verzameld als raadpensionaris...229

4 AANHANGSEL... 233

(5)

Beschrijving van het archief

B E S C H R I J V I N G V A N H E T A R C H I E F

Naam archiefblok:

Anthonie Heinsius, Raadpensionaris van Holland en West-Friesland Periodisering:

archiefvorming: 1689-1720

oudste stuk - jongste stuk: 1682-1720 Archiefbloknummer:

3541 Omvang:

2428 inventarisnummer(s); 36,30 meter Taal van het archiefmateriaal:

Het merendeel der stukken is in het Nederlands. Er zijn tevens stukken in het Frans, Engels en in het Duits.

Soort archiefmateriaal:

Normale geschreven en gedrukte teksten. De Nederlandstalige stukken van vóór ca. 1700 zijn geschreven in het gotische cursiefschrift, met name in de oud-Hollandse klerkencursief.

Archiefbewaarplaats:

Nationaal Archief, Den Haag Archiefvormers:

Raadpensionaris Heinsius Heinsius, Anthonie (1641-1720)

Samenvatting van de inhoud van het archief:

Het archief bevat enige losse stukken m.b.t. de carrière van Heinsius als pensionaris van Delft (1679-1689), als gezant naar Frankrijk (1682-1683) en als gecommitteerde van de Staten-Generaal naar Engeland (1685-1687). Het overgrote deel van de inventaris betreft de activiteiten van Heinsius als raadpensionaris. Als zodanig was Heinsius de spil in het web in de internationale politiek en coalities van de Republiek gedurende de Negenjarige Oorlog (1688-1697) en de Spaanse Successieoorlog (1702-1713). Allereerst zijn er delen van de resoluties van de Staten van Holland (1689-1720). Verder is er een grote reeks briefwisseling met allerlei binnen- en buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders, diplomaten, militairen etc.

(6)

Aanwijzingen voor de gebruiker

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen

OPENBAARHEIDSBEPERKINGEN Volledig openbaar.

Beperkingen aan het gebruik

BEPERKINGEN AAN HET GEBRUIK

Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.

Materiële beperkingen

MATERIËLE BEPERKINGEN

Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.

Aanvraaginstructie

AANVRAAGINSTRUCTIE

Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:

1. Creëer een account of log in .

2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.

3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.

Citeerinstructie

CITEERINSTRUCTIE

Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.

VOLLEDIG:

Nationaal Archief, Den Haag, Anthonie Heinsius, Raadpensionaris van Holland en West-Friesland, nummer toegang 3.01.19, inventarisnummer ...

VERKORT:

NL-HaNA, Raadpensionaris Heinsius, 3.01.19, inv.nr. ...

(7)

Archiefvorming

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer

GESCHIEDENIS VAN DE ARCHIEFVORMER

Hoofdstuk 1: ANTHONIE HEINSIUS, PERSONALIA EN LOOPBAAN

HOOFDSTUK 1: ANTHONIE HEINSIUS, PERSONALIA EN LOOPBAAN

Anthonie Heinsius werd geboren op 22 november 1641 te Delft, als zoon van Adriaan Heinsius (1615-1679) en Maria Dedel (1614-1692) 1 . De familie Heinsius was afkomstig uit Broekburg, tegenwoordig Bourbourg in Frans-Vlaanderen, en sinds het einde van de 16e eeuw in Delft gevestigd. De familie had het niet slecht gedaan in economisch en bestuurlijk opzicht en vader Adriaan Heinsius had het gebracht tot suikerraffinadeur en schepen van de stad, maar werd om zijn Loevesteinse sympathieën in 1672 bij de wetsverzetting door stadhouder Willem III aan de kant geschoven. De jonge Anthonie Heinsius, de enige zoon, groeide op in een welgestelde familie met goede relaties in het Delftse en Hollandse regentenpatriciaat, vooral met vooraanstaande families als de Dedels, de Van der Dussens en de Van Bleiswijcks. Hij volgde het voor een

regentenzoon gebruikelijke onderwijs aan de Latijnse school van Delft en liet zich vervolgens op 16 september 1658 als student in de rechten inschrijven aan de Leidse Academie. Hoe lang hij in Leiden bleef is niet zeker, maar in ieder geval promoveerde hij op 4 november 1662 tot doctor in de beide rechten aan de - protestantse - universiteit van het Franse Angers. Een dergelijke promotie was voor een Hollander niet ongebruikelijk, en ook een van zijn voorgangers als raadpensionaris, Johan de Witt, was in 1645 te Angers gepromoveerd. 2 Na terugkeer uit Frankrijk promoveerde hij nogmaals, nu weer te Leiden op een 'disputatio in senatu' met de titel Illustres quaedam ex jure quaestiones. Een aantal jaren was hij werkzaam als advocaat in Delft en woonde - nog steeds ongetrouwd - waarschijnlijk in het ouderlijk huis aan de Oude Delft. Vanaf 1667 was hij ook stadsadvocaat en zal hij in voorkomende gevallen de stad vertegenwoordigd hebben in

rechtszaken. In 1670 begon dan zijn ambtelijke carrière met de aanstelling tot secretaris van de stad Delft. De toenmalige schepen Adriaan Heinsius zal aan de benoeming van zijn zoon wel niet vreemd zijn geweest, en deze vorm van nepotisme was in deze tijd niet ongebruikelijk. Als een van de twee secretarissen van de stad was Heinsius verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de stedelijke secretarie, notuleerde de vergaderingen van burgemeesters en vroedschap en van de rechtbank, en was in alles dienstbaar aan de stadsregering. 3

Hoofdstuk 2: Pensionaris van Delft en gezantschappen

HOOFDSTUK 2: PENSIONARIS VAN DELFT EN GEZANTSCHAPPEN

Verdere promotie volgde in 1679 met zijn benoeming tot pensionaris van Delft, een veel

verantwoordelijker en veel politieker functie dan die van secretaris. De pensionaris was niet alleen de rechtskundig adviseur van het stadsbestuur, maar ook het enige permanente lid van de Delftse delegatie naar de Staten van Holland en de woordvoerder van de stad in dat gremium. Heinsius kreeg nu ook een aantal van de bijbaantjes van de regenten toegeschoven, waarvan het

voornaamste en lucratiefste was het bewindhebberschap van de Kamer Delft van de Verenigde Oostindische Compagnie. Als pensionaris van Delft, en veel aanwezig in Den Haag, vestigde hij al spoedig de aandacht van leidende politici als de Hollandse raadpensionaris Gaspar Fagel op zich.

Ook stadhouder Willem III kwam onder de indruk van de kwaliteiten van de Delftenaar, en hoewel

1 Een echte biografie van Anthonie Heinsius bestaat nog steeds niet; bruikbaar is nog altijd Th. Bussemaker in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, I (Leiden, 1911) 1058-1061; zie ook A. de Fouw, jr., Onbekende raadpensionarissen ('s-Gravenhage, 1946) 137-164. Feitelijke gegevens over het leven van Anthonie Heinsius in H.P. Fölting, De landsadvocaten en raadpensionarissen der Staten van Holland en West-Friesland 1480-1795 ('s- Gravenhage, 1976) 82-85. Veel informatie over hem in A.J. Veenendaal jr., ed., De Briefwisseling van Anthonie Heinsius 1702-1720, I (RGP Grote Serie 158, 's-Gravenhage, 1976) vii-xxxiv; over zijn voorouders zie A.J.

Veenendaal [sr.], 'Raadpensionaris Heinsius in correspondentie met zijn Vlaamse bloedverwanten', Bijdragen en Mededelingen van hel Historisch Genootschap 66 (1948) 85-92.

2 Herbert H. Rowen, John de Witt, Grand Pensionary of Holland, 1625-1672 (Princeton, NJ, 1978) 15-16.

3 M.Claessens, 'Het verstand komt met het ambt; een opmerkelijke 'der steden clerc' in Delft', in J. Cox, J. van den Bosch, E. Figee en J. de Wildt, red., En bracht de schare lot kalmte. Bespiegelingen over de gemeentesecretaris door de eeuwen heen (Den Haag, 1997) 140-149.

(8)

Delft in de binnenlandse conflicten van die dagen veelal met Amsterdam partij tegen de stadhouder koos, zag de prins toch aanleiding om Heinsius aan zich te binden. 4 In 1682 weten Willem III en Fagel na veel aandrang Heinsius te overreden een bezending naar Frankrijk te ondernemen om te trachten Lodewijk XIV ervan te weerhouden het prinsdom Orange blijvend te bezetten. Dit gezantschap, hoewel niet succesvol, heeft een blijvende invloed op Heinsius gehad.

Hij zag sterker dan ooit in dat Frankrijk een gevaarlijke nabuur was geworden voor een verdeelde Republiek en dat tweedracht binnen Holland Frankrijk alleen maar in de kaart speelde en dus uit den boze was. Een volgende zending, ditmaal naar Engeland in 1685, had tot doel de geschillen over Bantam tussen de Engelse en Nederlandse Oostindische compagnieën glad te strijken, maar ook ditmaal lukte het de delegatie onder leidng van Heinsius niet dat doel te bereiken. Wel was duidelijk geworden dat Heinsius zo langzamerhand tot de kring van vertrouwden rond de prins, Gaspar Fagel, Hans Willem Bentinck en Everard van Weede-Dijkveld, was gaan behoren en het is daarom niet verwonderlijk dat er pogingen in het werk werden gesteld om hem op een of andere manier permanent bij het beleid te betrekken. Een aantal mogelijkheden passeerde in 1686 de revue, zoals het aanstellen van een adjunct-raadpensionaris om de oude en zieke Fagel bij te staan, maar een dergelijke nieuwigheid was in het traditionele Hollandse staatkundig bestel nog niet te realiseren. Een andere mogelijkheid was het benoemen van Heinsius in de vacante positie van pensionaris van Dordrecht, en omdat de Dortse pensionaris volgens de gewoonte de

raadpensionaris bij ziekte verving, zou Heinsius zo min of meer ongemerkt binnengeloodst kunnen worden.5 Tegen een dergelijke verhuizing had Heinsius zelf overwegende bezwaren, hoewel Bentinck en Fagel hem voorhielden dat er een precedent was in de vorm van de verhuizing van Jacob Cats van Middelburg naar Dordrecht. Gaspar Fagel overleed op 15 december 1688 op een wel zeer ongelegen tijdstip omdat Willem III op dat moment in Engeland onderweg was om zijn schoonvader James II te onttronen. Nadat de prins het overlijden van Fagel gehoord had schreef hij onmiddellijk aan een van zijn vertrouwensmannen in Holland, Dijkveld, dat hij Heinsius aanbeval als opvolger van Fagel, maar door de trage verbindingen tussen Engeland en Holland kwam deze boodschap te laat, want de Staten van Holland waren inmiddels al tot actie

overgegaan.6 Er ontstond veel ruzie tussen Dordrecht enerzijds en Haarlem, Leiden en Delft anderzijds. Dordrecht, vertegenwoordigd door Simon van Halewijn, hield vol dat de Dortse pensionaris het recht had bij een vacature het raadpensionarisschap waar te nemen, terwijl de andere steden meenden dat dit misschien wel altijd zo gebeurd was, maar 'niet omdat dit interim den pensionaris van Dord toequam, maer omdat de vergadering door een vrije dispositie 'tselve goed vont'.7De ware reden van dit verzet van de overige Hollandse steden was dat men Halewijn absoluut ongeschikt vond voor het zware ambt in deze moeilijke tijden en men hem zelfs niet als waarnemend raadpensionaris wenste. Inmiddels was de naam van een andere kandidaat

opgedoken, Michiel ten Hove, pensionaris van Haarlem en een trouw medestander van Willem III.

De 22e december 1688 werd Ten Hove aangesteld als waarnemend raadpensionaris van Holland, maar onder protest van Dordrecht. Willem III, hoewel dus oorspronkelijk meer geporteerd voor Heinsius, accepteerde de benoeming van Ten Hove als een fait accompli. Ten Hove en Haarlem, waar de Fagels grote invloed hadden, waren tenslotte altijd op zijn hand geweest. Maar Ten Hove was ziekelijk en daarom aarzelend een definitieve benoeming aan te nemen, ondanks druk van de zijde van Willem III en anderen. Een beslissing daarover werd hem bespaard doordat hij op 24 maart 1689, toch nog onverwacht, overleed.

Hoofdstuk 3: Raadpensionaris

HOOFDSTUK 3: RAADPENSIONARIS

Hiermee was de weg vrij voor een benoeming van Heinsius tot raadpensionaris. Inmiddels was de voorkeur van de prins algemeen bekend geworden en dus werd Heinsius op de 29e maart 1689 tot waarnemend raadpensionaris aangesteld, ondanks wat tegensputteren van Dordrecht. Twee

4 G.H. Kurtz, Willem III en Amsterdam (Utrecht, 1928) 92, 100-103.

5 Veenendaal jr., Briefwisseling, I, xiv-xv.

6 De perikelen rond de benoeming van Heinsius in Veenendaal jr., Briefwisseling, I, xvi-xix.

7 Rapport van gedeputeerden aan de burgemeesters van Leiden, 18 december 1688. GA Leiden, Archief secretarie 8097, f. 76 en 77.

(9)

dagen later accepteerde Heinsius deze benoeming. Zijn definitieve aanstelling tot raadpensionaris van Holland en West-Friesland volgde op 27 mei 1689. Pas na veel pressie van de stadhouder- koning, Bentinck, Dijkveld en anderen heeft Heinsius deze benoeming aanvaard, omdat hij zichzelf niet wel in staat achtte een dergelijk zwaar ambt te bekleden. Een benoeming tot raadpensionaris was steeds voor vijf jaar, en Heinsius werd elke vijf jaar zonder veel discussie herbenoemd, voor het laatst op 17 maart 1719. Na zijn benoeming tot raadpensionaris volgden nog de min of meer gebruikelijke aanstellingen tot grootzegelbewaarder en stadhouder en registermeester van de lenen van Holland en tot pensionaris van de Ridderschap van Holland.

Als raadpensionaris was Heinsius de enige permanent aanwezige in de Staten van Holland. Hoewel het voorzitterschap traditioneel door de vertegenwoordiger van de Ridderschap, het eerste lid van de Staten, werd bekleed, stond deze in de praktijk meestal zijn plaats af aan de pensionaris van de Ridderschap, dus aan Heinsius. Heinsius deed in de vergaderingen de voorstellen, leidde de besprekingen en formuleerde de resoluties. Hij opende de binnengekomen brieven, formuleerde de antwoorden en was gerechtigd een eigen correspondentie met de Nederlandse gezanten in den vreemde te onderhouden. Hij mocht de in Den Haag geaccrediteerde buitenlandse gezanten ontvangen en met hen corresponderen. Hij was ook in de vergadering van Gecommitteerde Raden van Holland, het dagelijks bestuur van het gewest, de enige permanent aanwezige, en hij maakte altijd deel uit van de Hollandse delegatie naar de Staten-Generaal. Daarnaast maakte hij nog deel uit van verschillende commissies en besognes, waarvan vooral dat voor de buitenlandse zaken zeer belangrijk was. 8 Omdat in veelhoofdige colleges van steeds wisselende samenstelling zoals de Staten-Generaal en de Staten van Holland geheimhouding vrijwel onmogelijk was, hadden vele gezanten en ministers de gewoonte de werkelijk belangrijke en vertrouwelijke zaken aan de raadpensionaris te schrijven. 9 Deze mocht dit soort brieven beschouwen als particulier, alleen voor hem bestemd, en hij mocht er naar eigen goeddunken gebruik van maken. Zodoende geeft de briefwisseling van Heinsius vaak meer informatie dan de officiële correspondentie van de Staten. De raadpensionaris van Holland beschikte over een klein aantal klerken onder leiding van een ambtelijk secretaris met de officiële titel van 'commis van den Lande van Holland ende Westfriesland ten comptoire van de raedtpensionaris', aangesteld en betaald door de Staten.

Daarnaast kon hij, indien gewenst, zelf een particulier secretaris aanstellen, die hij dan ook zelf moest betalen. De ambtelijke secretaris van Heinsius was tot 1709 Mr. Johan François Vallarea (1645-1709), waarna Mr. Jacob Surendonck (†1729) hem opvolgde. Surendonck was tevoren

advocaat van den lande geweest, en had al een zekere toegang tot de raadpensionaris verworven.

Hij schreef allerlei notities en memories voor Heinsius, die voor een deel in het archief van Heinsius, voor een ander deel ook in Surendonck's eigen archief bewaard zijn gebleven.10 Surendonck bleef ook aan onder de opvolger van Heinsius als raadpensionaris, Isaäc van

Hoornbeek, tot zijn ontslag op eigen verzoek in 1724. Als particulier secretaris beschikte Heinsius sinds 1702 over de diensten van Abel Tassin d'Alonne (1646-1723), volgens hardnekkige geruchten een onwettige zoon van stadhouder Willem II en Jenne de Bommert Silfvercrona, een levendige jongedame die in het Haagse circuit van die dagen een zekere bekendheid genoot.11 Hoe het ook zij, de jonge d'Alonne had een bliksemcarrière aan het Oranje-hof, eerst - sinds 1677 - als secretaris van Mary Stuart, de vrouw van Willem III, en na haar dood in 1695 als secretaris van de koning- stadhouder zelf. Na diens dood in 1702 liet Heinsius d'Alonne onmiddellijk uit Londen overkomen als privé-secretaris en als leider van zijn geheime dienst. D'Alonne blijkt namelijk een

8 Zie voor de staatsinstellingen van de Republiek R. Fruin, Geschiedenis der staatsinstellingen in Nederland tot den val der Republiek, uitgegeven door H.T. Colenbrander ('s-Gravenhage, 1901); S.J. Fockema Andreae, De

Nederlandse staat onder de Republiek. Verhandelingen Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, afd. Letterkunde, Nieuwe reeks LXVIII, no.3 (Amsterdam, 1961); A.Th. van Deursen, 'Staatsinstellingen in de Noordelijke Nederlanden 1579-1780', in Algemene Geschiedenis der Nederlanden, 5 (Haarlem, 1980) 350-387, hier speciaal 362-364. Over de instructie van de raadpensionaris H.E. Greve, 'Het ambt en de instructies van den raadpensionaris', in Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde, 4e reeks, 2 (1902) 367-390.

9 Zie G. de Bruin, Geheimhouding en verraad. De geheimhouding van staatszaken ten tijde van de Republiek (1600-1750) ('s-Gravenhage, 1991).

10 M. Claessens, Inventaris van het archief van Jacob Surendonck ('s-Gravenhage, 1991).

11 J.H. Hora Siccama, Aanteekeningen en verbeteringen op het register op de journalen van Constantijn Huygens den zoon (Werken Historisch Genootschap, 3e serie, nr. 35, Amsterdam, 1915) 13.

(10)

uitzonderlijke gave te hebben gehad voor het opstellen en breken van cijfercodes, iets wat natuurlijk van eminent belang was in een tijd dat codebrieven vaak de enige manier waren om vertrouwelijke mededelingen over te brengen. Overal in het archief van Heinsius zijn sporen van zijn activiteiten te vinden.12

Geschiedenis van het archiefbeheer

GESCHIEDENIS VAN HET ARCHIEFBEHEER

Na het overlijden van de raadpensionaris op 3 augustus 1720 is zijn archief, keurig bijgehouden door hemzelf en zijn secretarissen, in zijn geheel overgegaan aan een van zijn erfgenamen, Anthony van der Heim (1693-1746), zelf later ook raadpensionaris van Holland. De ambtelijke correspondentie van een raadpensionaris werd beschouwd als particulier bezit en alleen stukken gericht aan de Staten van Holland of afkomstig uit het archief van de Staten, werden door een commissie uit de Staten na de dood van de raadpensionaris afgezonderd en teruggebracht. Dat dit in dit geval nogal onzorgvuldig gedaan is blijkt wel uit de vele stukken aan of van de Staten, die zich nog in het archief van Heinsius bevinden. Opvallend is verder ook dat er bijzonder weinig echte familiecorrespondentie overgeleverd is. Heinsius moet toch wel eens met zijn moeder, zusters, zwagers en overige familieleden gecorrespondeerd hebben, maar daar blijkt niets van onder zijn papieren bewaard te zijn. Vermoedelijk is dit soort briefwisseling of door Heinsius zelf, of door latere eigenaren verwijderd. Wat overbleef is zijn ambtelijke correspondentie, naar schatting een 35.000 brieven en vele tientallen dossiers, grotendeels uit zijn ambtsperiode als raadpensionaris van Holland.

De papieren van Heinsius bleven in het bezit van de familie Van der Heim en werden zorgvuldig bewaard. Alleen de brieven van Willem III aan Heinsius zijn in 1827 aan het Koninklijk Huisarchief overgedragen. Het was in de familie Van der Heim gebruikelijk dat de oudste zoon steeds de familiepapieren erfde, behalve wanneer deze ongetrouwd bleef of zelf alleen maar dochters had.

In dat geval gingen de familiepapieren naar een tweede of derde zoon. Jonkheer H.J. van der Heim (1824-1890), minister en kamerlid, hoewel een tweede zoon, erfde zo het familiearchief, inclusief de papieren van Heinsius, bij het overlijden van zijn vader in 1870. 13 Deze Van der Heim had een grote historische belangstelling en publiceerde zelf een groot aantal brieven uit de jaren 1689 tot 1697 uit het archief van Heinsius, met toelichting en annotatie in drie delen. 14 Daar hij zelf alleen een ongetrouwde zoon en een dochter had, zag hij aankomen dat de familiepapieren verstrooid zouden kunnen raken en daarom schonk hij in 1887 alles, waaronder dus ook het archief van Heinsius, aan het Rijk. Het archief van Heinsius omvatte toen 72 portefeuilles en werd in een speciaal daarvoor vervaardigde kast geplaatst. 15

De verwerving van het archief

DE VERWERVING VAN HET ARCHIEF Het archief is door schenking verworven.

12 K. de Leeuw, Cryptology and statecraft in the Dutch Republic (Amsterdam, 2000), 52-75.

13 De oudere broer van Hendrik Jacob bleef ongetrouwd. Zie hierover A.J. Veenendaal jr., 'Het portret van

raadpensionaris Anthonie Heinsius', in M. Bruggeman e.a., red., Mensen van de Nieuwe Tijd. Een liber amicorum voor A.Th. van Deursen (Amsterdam, 1996) 339-353, hier speciaal 349.

14 H.J. van der Heim, ed., Het archief van den raadpensionaris Antonie Heinsius, 3 dln. ('s-Gravenhage, 1867-1880).

15 Deze en volgende passages zijn gebaseerd op gedetailleerde informatie welwillend verschaft door H.J.Ph.G.

Kaajan, medewerker van het Algemeen Rijksarchief. Voor de overdracht van de papieren van Heinsius aan het Rijk zie ARA, Archief van het ARA, inv.nr. 70, ingekomen brieven nr. 18 (24-01-1887), nr. 48 (24-02-1887), nr. 86 (09-04-1887), nr. 153 (27-06-1887); inv. nr. 71, uitgegane brieven nr. 30 (17-02-1887), nr. 72 (09-04-1887), nr. 3 (07- 07-1887); zie ook Nederlandsche Staatscourant van 12-08-1887 en Verslagen omtrent 's-Rijks Oude Archieven (VROA), 1887, 6; VROA, 1890, 10 en 36.

(11)

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking

VERANTWOORDING VAN DE BEWERKING

Aanvankelijk moesten onderzoekers zich tevreden stellen met de bestaande, maar weinig hulp biedende ordening van 72 portefeuilles per jaar gerangschikt . Toch duurde het nog tot 1926 voordat men aan een nieuwe inventaris kon denken. In dat jaar kreeg Mej. dra. S.M. van Zanten Jut, volontair bij het ARA, opdracht een begin te maken met nieuwe beschrijvingen. Een

veelbelovend begin, waar echter niets van terecht kwam omdat zij helaas voor het archief-examen zakte en dus vertrekken moest. 16 Maar gelukkig werd de juist gediplomeerde archivaris mr. B. van 't Hoff met de voortzetting van de inventarisatie belast. Hierbij speelde een rol dat dr. N. Japikse bezig was met de voorbereidingen voor een uitgave van de correspondentie van Willem III en van Hans Willem Bentinck, eerste graaf van Portland, waarvoor Van 't Hoff een overzicht van

Bentinck's brieven in het Heinsius-archief had gemaakt. 17 Binnen een jaar werd Van 't Hoff echter aangesteld als bibliothecaris van de Athenaeum-Bibliotheek te Deventer, en even later ook als archivaris van die stad, waardoor weer nieuwe vertraging leek te zullen ontstaan. 18 Omdat Van 't Hoff inmiddels echter een grote affiniteit met het archief van Heinsius had gekregen, bood hij aan de inventarisatie in Deventer af te maken. Dit aanbod werd geaccepteerd en het archief werd naar Deventer overgebracht. Volgens Van 't Hoff 's eigen woorden was de beschrijving van de

briefwisseling, het grootste bestanddeel van het archief, bij zijn vertrek naar Deventer al gereed. 19 Dit bleek echter wel wat te optimistisch te zijn geweest, en pas door de medewerking van Mej.

M.W. Jurriaanse, volontaire bij het Algemeen Rijksarchief, kwam er weer schot in de zaak, waarna de inventaris in 1935 uiteindelijk in typoscript voltooid kon worden. 20 Alleen inleiding en index ontbraken nog, en die maakte Van 't Hoff zelf in 1947 en 1948 nadat hij als rijksarchivaris van de Derde Afdeling bij het Algemeen Rijksarchief in Den Haag was teruggekeerd. 21

Nog voordat de nieuwe inventaris gedrukt was, kwam al kritiek los. De Algemene Rijksarchivaris jhr. mr. D.P.M. Graswinckel had vooral kritiek op de uitgebreide persoonsbeschrijvingen in de index, die hij meer vond passen bij een bronnenuitgave dan bij een archiefinventaris. 22 Ook had Graswinckel bezwaar tegen de herhaling van briefschrijvers van jaar tot jaar. Het leek hem eenvoudiger correspondenten slechts eenmaal te vermelden met een opsomming van de jaren waarin zij voorkomen. Van 't Hoff kon dit bezwaar gemakkelijk ontzenuwen met een verwijzing naar de oude ordening, die volgens de bestaande richtlijnen immers gehandhaafd diende te blijven. Fundamenteler was Graswinckel's bezwaar tegen de rubriek 'verscheidene personen', die elk jaar in de briefwisseling voorkomt. Hij begreep niet waarom niet elke briefschrijver in deze rubrieken eenvoudig vermeld kon worden. Dat was toch de taak van de archivaris en de

onderzoeker zou van zo'n vermelding meer gemak hebben dan van de veel te uitgebreide index en de lange literatuuropgaven. Graswinckel had natuurlijk gelijk met deze opvatting, en hij zou

waarschijnlijk nog uitgesprokener in zijn oordeel zijn geweest als hij had geweten dat sommige briefschrijvers het ene jaar wel onder een eigen nummer in de inventaris voorkomen, terwijl ze in andere jaren in de 'verscheidene personen' verstopt zitten. Van 't Hoff verdedigde zich flauwtjes met de opmerking dat het om erg veel personen ging en het dus erg veel werk zou zijn geweest hen allen te identificeren. 23 Een kritische noot bij deze affaire werd ook geplaatst door Veenendaal sr. in een bespreking van de inventaris, waar hij constateerde dat de bundels brieven van

16 VROA, 1926, I, 61.

17 VROA, 2e serie, I (1928) 60. Ook B. van 't Hoff, 'Overzicht van de correspondentie van het Heinsius-archief', in Jaarverslag van de Commissie voor 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën, 1930, 12-36., en Idem, Het archief 'van Anthonie Heinsius ('s-Gravenhage, 1951) 17-18.

18 J. Fox, 'In memoriam Mr. B. van 't Hoff 1900-1979', in Nederlands Archievenblad, 83 (1979) 273-278.

19 VROA, 2e serie, IV (1931) 41.

20 VROA, 2e serie, VII (1933) 15, VIII (1934) 10, en IX (1935) 9.

21 VROA, 2e serie, XX (1946) 16; XXI (1947) 17; XXII (1948) 13.

22 Briefwisseling tussen Graswinckel en Van 't Hoff over de inventaris in ARA, Archief van mr. B. van 't Hoff, doos 7.

23 Ook Fox in zijn 'In memoriam', 275, noemde deze inventaris geen 'voorbeeld van orthodoxe toepassing van onze Handleiding'. Van 't Hoff rechtvaardigde zijn werkwijze ook in de inleiding van zijn inventaris Het archief, 16.

(12)

'verscheidene personen' wel 'onontgonnen terrein zullen blijven', iets wat extra betreurenswaardig was omdat 'het lang niet altijd om onbelangrijke brieven van onbelangrijke personen ging'. 24 En inderdaad, vorsten en regenten, hoge officieren en diplomaten komen geregeld voor onder de 'verscheidene personen', samen met onaanzienlijke baantjesjagers en geruïneerde vluchtelingen.

En zelfs een groot correspondent als de Amsterdamse pensionaris Willem Buys begint voorzichtig in de omstreden rubriek voordat hij later onder eigen naam en nummers in de inventaris opduikt.

In 1967 werd ik door de Rijkscommissie voor Vaderlandse Geschiedenis belast met de uitgave van de briefwisseling van Heinsius vanaf de dood van stadhouder-koning Willem III in 1702 tot aan Heinsius' eigen overlijden in 1720. 25 Voor deze uitgave was het natuurlijk nodig de bundels

'verscheidene personen' over de jaren in kwestie door te nemen en de afzenders zoveel mogelijk te identificeren. Hierbij bleek al gauw dat er inderdaad talrijke zeer interessante brieven verscholen zaten tussen veel onbelangrijk materiaal, waarmee de eerdere kritiek dus volkomen

gerechtvaardigd bleek. Toen het toenmalige Rijksarchief in Zuid-Holland in 1975 besloot de archieven van de Staten van Holland, inclusief de papieren van de verschillende

raadpensionarissen, opnieuw te gaan ordenen, werd afgesproken de bestaande nummering van het Heinsius-archief in ieder geval te handhaven om niet in conflict te raken met de lopende uitgave van de briefwisseling van de raadpensionaris. Een nieuwe bewerking van het Heinsius- archief had echter geen hoge prioriteit door het bestaan van de gedrukte inventaris, zodat het tot 1996 duurde voordat ik zelf, na overleg tussen de Algemene Rijksarchivaris en het bestuur van het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, met de opdracht belast werd. Prioriteit had hierbij de uitwerking van de rubrieken 'verscheidene personen' en hierbij kwam natuurlijk goed van pas dat de meeste van deze briefschrijvers inmiddels voor de bronnenuitgave geïdentificeerd waren. Hun namen zijn achterin de nieuwe inventaris in bijlagen opgenomen, en ook in de index van

briefschrijvers verwerkt. Hiermee is het belangrijkste bezwaar tegen de oorspronkelijke inventaris weggenomen. Verder werden vele onder verkeerde nummers geplaatste brieven op hun juiste plaats ondergebracht en sommige onjuist geïdentificeerde personen onder hun juiste naam opgenomen. Herstel van dergelijke vergissingen had nu en dan tot gevolg dat inventarisnummers moesten vervallen en dat nieuwe nummers als a-nummers zijn toegevoegd. Vervallen zijn ook de inventarisnummers 2378-2403; dit zijn de fotokopieën van de originele brieven van John Churchill, hertog van Marlborough, aan Heinsius, die in 1945 aan Sir Winston Churchill zijn geschonken en die zich nu in de British Library bevinden. De fotokopieën zijn nu opgenomen onder de nummers 70-94 van de nu dus niet meer aanwezige originelen. In de index zijn de circa 1700

correspondenten opgenomen met hun volledige namen en levensjaren indien bekend, en een korte aanduiding van hun functie(s). Voor meer details en literatuur over deze personen wordt de onderzoeker verwezen naar de cumulatieve index van circa 8000 personen die in de editie van de correspondentie voorkomen, en die als bijlage in deel XIX van de Briefwisseling van Anthonie Heinsius 1702-1720 is opgenomen. Deze cumulatieve index is ook on line te raadplegen op de website van het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (www.inghist.nl).

Ordening van het archief

ORDENING VAN HET ARCHIEF

De 72 oorspronkelijke portefeuilles bevatten hoofdzakelijk per jaar geordende series

correspondentie met daarnaast naar onderwerp bijeengebrachte dossiers. Deze oorspronkelijke ordening was sinds 1720 gehandhaafd.

24 AJ. Veenendaal [sr.], Bespreking van B. van 't Hoff, Het archief van Anthonie Heinsius, in Nederlands Archievenblad 56 (1951-1952) 84-85.

25 A.J. Veenendaal jr., ed., De briefwisseling van Anthonie Heinsius 1702-1720, 19 dln. (RGP, Grote Serie, 's- Gravenhage 1976-2001).

(13)

Verwant materiaal

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën

BESCHIKBAARHEID VAN KOPIEËN

Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

(14)

Beschrijving van de series en archiefbestanddelen

B E S C H R I J V I N G V A N D E S E R I E S E N A R C H I E F B E S T A N D D E L E N

1 HEINSIUS ALS PENSIONARIS VAN DELFT (1679-1689).

1 HEINSIUS ALS PENSIONARIS VAN DELFT (1679-1689).

1.1 Algemeen.

1.1 ALGEMEEN.

1 Journalen door Heinsius bijgehouden, vaak met aantekening van ontvangen en verzonden brieven.

1682-1686, 1682-1685 7 katerns

Tijdens zijn zending naar Frankrijk:

a. 3 september 1682 - 30 augustus 1683 b. 1 september 1683 - 27 november 1683 c. 24 juni 1683 - 30 september 1683 d. 1 oktober 1683 - 24 november 1683

Tijdens zijn verblijf in Holland:

a. 1 januari 1684 - 29 december 1684 b. 1 januari 1685 - 24 februari 1685 c. 31 maart 1686 - 28 oktober 1686

2 Eigenhandige aantekeningen uit de resoluties van Heren XVII van de Verenigde Oostindische Compagnie en andere stukken.

15 april 1602 - 2 december 1688 1 deel

3 Resoluties van de Heren Gedeputeerden van de Grote Visserij van de Maas.

23 april 1652 - 9 juni 1681 1 deel

4 Stukken betreffende de werving van 16.000 man troepen en de geschillen daarover met Amsterdam.

1682-1685 1 pak

Hierbij vele gedrukte stukken, eigenhandige aantekeningen van Heinsius en een brief van Gaspar Fagel, 19 augustus 1683

5 Stukken betreffende de omstreden verkiezing van de vroedschap van Dordrecht en de schorsing van schout Willem Stoop aldaar.

1684-1685 1 omslag

Uitsluitend gedrukte stukken

6 Aantekeningen betreffende fortificatiën.

1685-1688 1 stuk

Eigenhandig

7 Aantekeningen betreffende pensioenen voor Franse gerefugieerde officieren.

1686-1688 1 stuk

Eigenhandig

8 Contra-protest van Delft tegen de handelwijze van Dordrecht bij de benoeming van een raadpensionaris.

1689 1 stuk

Met eigenhandige correcties van Heinsius

1.2 Als gezant naar Frankrijk, 1682-1683

1.2 ALS GEZANT NAAR FRANKRIJK, 1682-1683

Zie ook inv.nr. 1

(15)

9 Ingekomen brieven van Arnout van Citters, uit Windsor en Westminster.

1683 1 omslag

10 Ingekomen brieven van Johan Pesters, uit Bunnik en 's-Gravenhage.

1683 1 omslag

11 Ingekomen brieven van Willem van Wassenaer, heer van Starrenburg, uit Parijs.

1683-1685 1 om

slag

12 Ingekomen brieven van Everard van Weede, heer van Dijkveld, uit 's-Gravenhage.

1683 4 stukken

13 Ingekomen brieven van verscheidene personen.

1683 1 omslag

Hierin brieven van:.

Bogaers, Adriaen-.

6 stukken Delft, burgemeesters van-.

1 stuk Dussen, P. van der-.

6 stukken Fyck, Adriaen-.

1 stuk 's-Gravesande, Hugo van-.

1 omslag Leeuwenhoek, Anthonie van-.

6 stukken Moering, Cornelis-.

3 stukken Tollius.

4 stukken 14 Minuten van uitgaande brieven aan Gaspar Fagel.

1683 1 omslag

15 Minuten van uitgaande brieven aan Hendrik Fagel.

1683 1 omslag

16 Stukken betreffende de ambassade van Heinsius naar Frankrijk.

1683-1685 1 omslag

1.3 Als gecommitteerde van de Staten-Generaal naar Engeland, 1685-1687

1.3 ALS GECOMMITTEERDE VAN DE STATEN-GENERAAL NAAR ENGELAND, 1685-1687 17 Eigenhandig minuut-verbaal van de zending naar Engeland.

1685-1686 1 omslag

18 Verbaal van Anthonie Heinsius, Johan Goes, heer van Absmade, Isaäc van den Heuvel en Adriaan van Borssele van der Hooghe als commissarissen-deciseurs van de Staten-Generaal naar Engeland.

1685-1686 1 deel

Een ander exemplaar van dit verbaal in het archief van de Staten-Generaal nr. 8612

(16)

19 Lijst van stukken overgeleverd door de Engelse en Nederlandse Oostindische Compagnieën betreffende de kwestie Bantam.

1685 1 stuk

Gedrukt

20 Bij de Staten-Generaal door Bevil Skelton namens de East India Company ingediende klachten.

1685-1686 1 stuk

Gedrukt

21 Antwoord van de Verenigde Oostindische Compagnie op de door Bevil Skelton ingediende klachten.

1686 1 stuk

Gedrukt

22 Ingekomen brieven van Gaspar Fagel.

1685-1686 1 omslag

23 Ingekomen brieven van Johan Pesters.

1686 2 stukken

24 Minuten van uitgaande brieven aan Gaspar Fagel.

1685-1686 1 omslag

25 Minuut van een uitgaande brief aan Johan Pesters.

1686 1 stuk

26 Stukken betreffende de onkosten van de commissarissendeciseurs.

1687-1694 1 omslag

(17)

2 HEINSIUS ALS RAADPENSIONARIS VAN HOLLAND, 1689-1720

2 HEINSIUS ALS RAADPENSIONARIS VAN HOLLAND, 1689-1720

2.1 Algemeen.

2.1 ALGEMEEN.

2.1.1 Resoluties van de Staten van Holland.

2.1.1 RESOLUTIES VAN DE STATEN VAN HOLLAND.

27-27Z Resoluties van de Staten van Holland.

31 maart 1689 - 26 juli 1720 51 delen

Eigenhandige, zeer korte aantekeningen betreffende zaken die in de Staten van Holland besproken en besloten werden

27 31 maart 1689 - 29 oktober 1689 27A 23 november 1689 - 14 maart 1690 27B 16 maart 1690 - 30 september 1690 27C 19 oktober 1690 - 28 april 1691 27D 11 mei 1691 - 5 november 1691 27E 29 november 1691 - 14 juni 1692 27F 10 juli 1692 - 14 februari 1693 27G 17 februari 1693 - 24 oktober 1693 27H 19 november 1693 - 9 juli 1694 27I 16 juli 1694 - 21 mei 1695

27J 26 mei 1695 - 24 december 1695 27K 26 oktober 1696 - 3 augustus 1697 27L 12 september 1697 - 25 maart 1698 27M 26 maart 1698 - 24 december 1698 27N 7 januari 1699 - 26 september 1699 27O 7 oktober 1699 - 15 mei 1700 27P 7 juli 1700 - 9 februari 1701

27Q 10 februari 1701 - 24 september 1701 27R 6 oktober 1701 - 28 april 1702

27S 2 mei 1702 - 18 november 1702 27T 21 november 1702 - 24 maart 1703 27U 5 april 1703 - 1 september 1703 27V 19 september 1703 - 26 januari 1704 27W 13 februari 1704 - 16 augustus 1704 27X 24 augustus 1704 - 28 maart 1705 27Y 22 april 1705 - 31 december 1705 27Z 5 januari 1706 - 31 augustus 1706 27AA 1 september 1706 - 22 januari 1707 27BB 9 februari 1707 - 16 juli 1707

27CC 10 augustus 1707 - 31 december 1707 27DD 3 januari 1708 - 23 juni 1708

27EE 18 juli 1708 - 21 december 1708 27FF 9 januari 1709 - 29 juni 1709 27GG 17 juli 1709 - 21 december 1709 27HH 15 januari 1710 - 21 juni 1710 27II 16 juli 1710 - 20 december 1710 27JJ 14 januari 1711 - 23 mei 1711 27KK 10 juni 1711 - 10 december 1711 27LL 11 december 1711 - 5 juli 1712 27MM 6 juli 1712 - 29 december 1712 27NN 18 januari 1713 - 26 augustus 1713 27OO 20 september 1713 - 24 maart 1714 27PP 18 april 1714 - 17 november 1714

(18)

27QQ 5 december 1714 - 28 juli 1715 27RR 17 juli 1715 - 28 maart 1716 27SS 23 april 1716 - 30 december 1716 27TT 2 januari 1717 - 30 oktober 1717 27UU 17 november 1717 - 2 juli 1718 27VV 20 juli 1718 - 18 maart 1719

27WW 29 maart 1719 - 24 december 1719 27XX 3 januari 1720 - 23 juli 1720

2.1.2 Eigenhandig opgemaakte memoriën en aantekeningen van verscheiden aard.

2.1.2 EIGENHANDIG OPGEMAAKTE MEMORIËN EN AANTEKENINGEN VAN VERSCHEIDEN AARD.

28 Ontwerp-overeenkomst betreffende de legering van Brandenburgse troepen in het aartsbisdom Keulen.

1 stuk

Eigenhandig; ongedateerd

29 Aantekeningen betreffende subversieve activiteiten te Amsterdam.

1694 1 stuk

Eigenhandig

30 Aantekeningen betreffende de zaak van de heer van Ellemeet tegen Dirk van Swieten.

1695-1700 1 stuk

Eigenhandig

31 Aantekeningen betreffende de aan te gane alliantie met de koning van Pruisen.

1700-1701 5 stukken

Eigenhandig

32 Aantekeningen en extracten van brieven over diverse zaken.

1712-1719 1 omslag

Eigenhandig

33 Aantekeningen van gesprekken met buitenlandse gezanten.

1716-1718 1 omslag

Eigenhandig

34 Extract-resoluties van de Ridderschap van Holland.

1717 1 stuk

Eigenhandig

2.1.3 Eigenhandig opgemaakte briefregisters.

2.1.3 EIGENHANDIG OPGEMAAKTE BRIEFREGISTERS.

35-39 Registers van inkomende en uitgaande brieven, met soms uitvoerige excerpten en agenda.

1695-1702 5 delen

Eigenhandig

35 16 augustus 1689 - 30 december 1695 36 1 februari 1695 - 6 mei 1695

37 1 januari 1695 - 9 juni 1697 38 2 juli 1697 - 16 november 1700

39 19 november 1700 - 13 december 1702

40 Extracten van brieven van Franse gezanten met hun regering.

(19)

1706-1711 1 deel

Eigenhandig; waarschijnlijk extracten van onderschepte brieven

2.1.4 Briefwisseling met:

2.1.4 BRIEFWISSELING MET:

2.1.4.1 Stadhouder-Koning Willem III.

2.1.4.1 STADHOUDER-KONING WILLEM III.

41-69 Ingekomen en (minuten of kopieën van) uitgaande brieven.

1689-1702 11 pakken, 15 omslagen en enige losse stukken

Alle brieven worden bewaard in het Koninklijk Huisarchief te 's-Gravenhage, Inventaris KHA no. 16 van de inventarisssen van het Koninklijk Huisarchief, nrs. 128-615 (brieven van Heinsius) en nrs. 617- 1368 (brieven van Willem III). Alleen de inventarisnummers 60A, 62A en 64A zijn nog aanwezig in het archief van Heinsius

41 Ingekomen brief, uit Engeland, 1689

Inv. KHA, inv.nrs. 617-661. Vijf brieven dragen slechts de handtekening van Willem III, de overige zijn geheel eigenhandig

42 Uitgaande brieven, 1689

Inv. KHA, inv.nrs. 128-164. Een niet-eigenhandige kopie, verder eigenhandige minuten

43 Ingekomen brieven; uit Engeland en Ierland, 1690

Inv. KHA, inv.nrs. 662-702. De brief van 19/29 december is eigenhandig, verder moderne Kopieën

44 Uitgaande brieven, 1690

Inv. KHA, inv.nrs. 165-197. Van januari-augustus eigenhandige minuten, van oktober-december niet-eigenhandige kopieën

45 Ingekomen brieven; met bijlage, uit Engeland, het Loo, Breda en de Zuidelijke Nederlanden, 1691

Inv. KHA, inv.nrs. 703.752. Eén brief draagt slechts de handtekening van Willem III, verder geheel eigenhandige kopieën

46 Uitgaande brieven, 1691

Inv. KHA, inv.nrs. 198-228. De brieven van 26 september en 23 november zijn eigenhandige minuten, verder niet-eigenhandige kopieën

47 Ingekomen brieven, uit Engeland, het Loo en de Zuidelijke Nederlanden, 1692

Inv. KHA, inv.nrs. 753-813. Eén brief draagt slecht de handtekening van Willem III, verder geheel eigenhandige brieven

48 Uitgaande brieven, 1692

Inv. KHA, inv.nrs. 229-253. De brief van 16 augustus is een eigenhandige minuut of een origineel, de overige zijn niet-eigenhandige kopieën

49 Ingekomen brieven, uit Engeland, het Loo en de Zuidelijke Nederlanden, 1693

Inv. KHA, inv.nrs. 814-857. Eigenhandige brieven

50 Uitgaande brieven, 1693

Inv. KHA, inv.nrs. 254-269. Niet-eigenhandige kopieën en enkele eigenhandige kopieën en aantekeningen

51 Ingekomen brieven, uit Engeland, het Loo en de Zuidelijke Nederlanden, 1694

Inv. KHA, inv.nrs. 858-908. Eigenhandige brieven

52 Uitgaande brieven, 1694

Inv. KHA, inv.nrs. 270-271. Niet-eigenhandige kopieën

53 Ingekomen brieven, uit Engeland, het Loo en de Zuidelijke Nederlanden, 1695

Inv. KHA, inv.nrs. 909-958. Eigenhandige brieven

54 Uitgaande brieven, 1695

Inv. KHA, inv.nrs. 272-282. Eén eigenhandige minuut, verder eigenhandige originele brieven

55 Ingekomen brieven, uit Engeland, de Zuidelijke Nederlanden en Loo, 1696

Inv. KHA, inv.nrs. 959-1023. Eigenhandige brieven

(20)

56 Uitgaande brieven, 1696

Inv. KHA, inv.nrs. 283-299. Eigenhandige originele brieven en niet-eigenhandige kopieën. Van enkele brieven zowel de originele brief als de kopie

57 Ingekomen brieven, uit Engeland, Breda, de Zuidelijke Nederlanden, Loo en Dieren, 1697

Inv. KHA, inv.nrs. 1024-1089. Eén brief draagt slechts de handtekening van Willem III, verder geheel eigenhandige brieven

58 Uitgaande brieven, 1697

Inv. KHA, inv.nrs. 300-337. Vier niet eigenhandige kopieën, verder eigenhandige originele brieven

59 Ingekomen brieven; met bijlage, uit Engeland en het Loo, 1698

Inv. KHA, inv.nrs. 1090-1145. Eigenhandige brieven. De bijlage is een kopie van een brief van 15 maart van W. Bentinck-Portland aan Willem III

60 Uitgaande brieven, 1698

Inv. KHA, inv.nrs. 338-396. Vijf niet eigenhandige kopieën, verder eigenhandige originele brieven

60A Uitgaande brief, 1698, 1 stuk

Niet eigenhandige kopie

61 Ingekomen brieven, uit Engeland, het Loo en Dieren, 1699

Inv. KHA, inv.nrs. 1146-1210. Eigenhandige brieven

62 Uitgaande brieven, 1699

Inv. KHA, inv.nrs. 397-466. De brief van 17 juli is een niet-eigenhandige kopie, verder geen eigenhandige originele brieven

62A Uitgaande brieven, 1699, 5 stukken

Niet eigenhandige kopieën

63 Ingekomen brieven, uit Engeland, het Loo, Dieren en Breda, 1700

Inv. KHA, inv.nrs. 1211-1282. Eigenhandige brieven

64 Uitgaande brieven, 1700

Inv. KHA, inv.nrs. 467-541. Eigenhandige originele brieven

64A Uitgaande brieven, 1700, 3 stukken

Kopieën. Een eigenhandige minuut en twee niet-eigenhandige kopieën

65 Ingekomen brieven, uit Engeland, het Loo en Dieren, 1701

Inv. KHA, inv.nrs. 1283-1354. Eigenhandige brieven

66 Uitgaande brieven, 1701

Inv. KHA, inv.nrs. 542-590. Drie eigenhandige minuut-brieven, verder eigenhandige originele brieven

67 Ingekomen brieven, uit Engeland, 1702

Inv. KHA, inv.nrs. 1355-1368. Eén brief draagt slechts de handtekening van Willem III, verder alle brieven geheel eigenhandig

68 Uitgaande brieven, 1702

Inv. KHA, inv.nrs. 591-614. Eigenhandige originele brieven

69 Uitgaande brieven, zonder jaar

Inv. KHA, inv.nr. 615. Twee eigenhandige minuten en een niet-eigenhandige kopie, waarvan de data niet bepaald konden worden

2.1.4.2 John Churchill, hertog van Marlborough:

2.1.4.2 JOHN CHURCHILL, HERTOG VAN MARLBOROUGH:

De originele brieven van Marlborough aan Heinsius zijn in 1945 geschonken aan Winston S. Churchill en vervangen door fotokopieën. De originelen worden nu bewaard in de British Library, Londen, Add.Mss. 71.135-71.143

70 Ingekomen brieven, uit Dieren en Engeland.

1701 1 omslag

71 Ingekomen brieven, uit Engeland, 's-Gravenhage en het leger te velde.

1702 1 omslag

72 Uitgaande brieven.

1702 1 omslag

Kopieën en minuten; met bijlagen

(21)

73 Ingekomen brieven, uit Engeland, 's-Gravenhage en het leger te velde.

1703 1 pak

74 Uitgaande brieven.

1703 1 omslag

Kopieën en minuten

75 Ingekomen brieven, uit Engeland, 's-Gravenhage en het leger te velde in Zuid- Duitsland en de Zuidelijke Nederlanden.

1704 1 pak

76 Uitgaande brieven.

1704 1 omslag

Kopieën en minuten

77 Ingekomen brieven, uit Engeland, 's-Gravenhage, het leger te velde in de Zuidelijke Nederlanden, Frankfurt en Hannover.

1705 1 pak

78 Uitgaande brieven.

1705 1 pak

Kopieën en minuten; met bijlagen

79 Ingekomen brieven, uit Engeland, 's-Gravenhage en het leger te velde in de Zuidelijke Nederlanden.

1706 1 pak

80 Uitgaande brieven.

1706 1 pak

Kopieën en minuten

81 Ingekomen brieven, uit Engeland, 's-Gravenhage en het leger te velde in de Zuidelijke Nederlanden en Noord-Frankrijk.

1707 1 pak

82 Uitgaande brieven.

1707 1 pak

Kopieën en minuten

83 Ingekomen brieven, uit Engeland, 's-Gravenhage en het leger te velde in Noord- Frankrijk.

1708 1 pak

84 Uitgaande brieven.

1708 1 pak

Kopieën en minuten

85 Ingekomen brieven, uit Engeland, 's-Gravenhage en het leger te velde in Noord- Frankrijk.

1709 1 pak

86 Uitgaande brieven.

1709 Kopieën en minuten

(22)

87 Ingekomen brieven, uit Engeland en het leger te velde in Noord-Frankrijk.

1710 1 pak

88 Uitgaande brieven.

1710 1 pak

Kopieën en minuten

89 Ingekomen brieven, uit Engeland en het leger te velde in Noord-Frankrijk.

1711 1 pak

90 Uitgaande brieven.

1711 1 omslag

Kopieën en minuten

91 Ingekomen brieven, uit Londen.

1712 2 stukken

92 Ingekomen brief, uit Frankfurt.

1713 1 stuk

93 Ingekomen brief, uit Antwerpen.

1714 1 stuk

2.1.4.3 Everard van Weede, heer van Dijkveld:

2.1.4.3 EVERARD VAN WEEDE, HEER VAN DIJKVELD:

Op een of andere manier zijn de originele brieven van Heinsius aan Van Weede in het archief van de raadpensionaris teruggekeerd

95 Ingekomen brieven, uit Londen en Hampton Court.

1689 1 omslag

96 Ingekomen brieven, uit Utrecht, Maastricht en Brussel.

1690 1 omslag

97 Uitgaande brieven.

1690 4 stukken

Kopieën

98 Ingekomen brieven, uit Brussel en het leger te velde in de Zuidelijke Nederlanden.

1691 1 omslag

99 Uitgaande brieven.

1691 6 stukken

Kopieën

100 Ingekomen brieven, uit Brussel en het leger te velde in de Zuidelijke Nederlanden.

1692 1 pak

Met bijlagen

101 Uitgaande brieven.

1692 1 pak

Originelen

102 Uitgaande brieven.

1692 6 stukken

(23)

103A Ingekomen brieven, uit Brussel en het leger te velde in de Zuidelijke Nederlanden.

1693 1 pak

Met bijlagen

103B Uitgaande brieven.

1693 1 pak

Originelen en kopieën

104 Ingekomen brieven, uit Brussel, Luik, het leger te velde in de Zuidelijke Nederlanden en Utrecht.

1694 1 pak

Met bijlagen

105 Uitgaande brieven.

1694 1 pak

Originelen

106 Uitgaande brieven.

1694 1 omslag

Kopieën en minuten

107 Ingekomen brieven, uit Brussel, Namen en Rotterdam.

1695 1 pak

Met bijlagen

108 Uitgaande brieven.

1695 1 pak

Originelen en een kopie

110 Ingekomen brieven, uit Brussel, het leger te velde in de Zuidelijke Nederlanden, Amsterdam en Utrecht.

1696 1 pak

Met bijlagen

111 Uitgaande brieven.

1696 1 pak

Originelen

112 Ingekomen brieven, uit 's-Gravenhage en onbekend.

1697 8 stukken

113 Ingekomen brieven, uit Brussel.

1698 1 pak

Met bijlagen

114 Ingekomen brieven, uit Brussel.

1699 1 pak

Met bijlagen

115 Uitgaande brieven.

1699 1 pak

Originelen

116 Uitgaande brief.

1700 1 stuk

(24)

Origineel

2.1.4.4 Marinus van Vrijbergen:

2.1.4.4 MARINUS VAN VRIJBERGEN:

117-127 Uitgaande brieven van Heinsius aan Marinus van Vrijbergen.

1701-1711 10 omslagen, 2 stukken

Op een of andere manier zijn de originele brieven van Heinsius aan Van Vrijbergen in het archief van de raadpensionaris teruggekeerd

117 Uitgaande brieven, 1701, 2 stukken 118 Uitgaande brieven, 1702

119 Uitgaande brieven, 1703 120 Uitgaande brieven, 1704 121 Uitgaande brieven, 1705 122 Uitgaande brieven, 1706 123 Uitgaande brieven, 1707 124 Uitgaande brieven, 1708 125 Uitgaande brieven, 1709 126 Uitgaande brieven, 1710 127 Uitgaande brieven, 1711

2.1.4.5 Algemene correspondentie.

2.1.4.5 ALGEMENE CORRESPONDENTIE.

1689. Ingekomen brieven van:

1689. Ingekomen brieven van:

128 Citters, Arnout van-, uit Westminster.

3 stukken 129 Goes, Robert-, uit Kopenhagen en Hamburg.

5 stukken

De brieven zijn gericht aan de Staten van Holland

130 Ham, Johan-, uit Berlijn en enkele andere Duitse plaatsen.

1 omslag

Hierin ook een brief van Hans Adam von Schöning, luitenant-generaal-veldmaarschalk van de keurvorst van Brandenburg, met een minuut van het antwoord van Heinsius. Sommige brieven zijn gericht aan Johan Pesters of aan de Staten-Generaal

131 Heeckeren, Walraven van-, uit Celle, Goehr, Hannover en andere Duitse plaatsen.

1 pak

Een brief is gericht aan Willem III

132 Heemskerck, Coenraad van-, uit Hamburg en Celle.

1 pak

Met bijlagen. Een twaalftal brieven is gericht aan de Staten van Holland

133 Hop, Jacob-, uit Wenen, Amsterdam en Westminster.

1 pak

Met bijlagen. Een aantal brieven is gericht aan de Staten van Holland; een brief is gericht aan (wijlen) de raadpensionaris Michiel ten Hove

134 Hulft, Johan-, uit Brussel.

1 pak

De meeste brieven zijn gericht aan de Staten van Holland

135 Huls, Willem Carel van-, uit Londen.

1 omslag

(25)

Hierbij twee brieven van Samuel van Huls, een van Pieter de Wilde, een van S. van Huls en De Wilde samen, en een van Willem Adriaan van Nassau-Odijk

136 Kuysten, Gerard-, uit Hamburg.

1 pak

De meeste brieven zijn gericht aan de Staten van Holland

137 Eosander, Nils, baron Lillieroot-, uit Stockholm.

2 stukken 138 Pesters, Johan-, uit Hagen en Kleef.

2 stukken 139 Piccardt, Hendrik-, uit Groningen, 's-Gravenhage, Rotterdam en Amsterdam.

1 omslag 140 Rumpf, Christiaan Constantijn-, uit Stockholm.

1 omslag

Met een bijlage

141 Trier, Johann Hugo von Orsbeck, keurvorst-aartsbisschop van-, uit Ehrenbreitstein.

2 stukken

Met vertaling in het Nederlands

142 Waldeck-Pyrmont, Georg Friedrich, vorst van-, graaf van Culemborg-, uit Culemborg, Utrecht, Nijmegen, Breda, Maastricht en het leger in de Spaanse Nederlanden.

1 pak

Met een bijlage

143 Wassenaer, Jacob, baanderheer van-, heer van Obdam-, uit het leger in de Spaanse Nederlanden.

1 omslag 144 Wassenaer, Jacob, baron van-, heer van Duvenvoorde-, uit Kalkum, 's-Gravenhage,

en het jacht vóór Dordrecht.

5 stukken 145 Wildt, Job de-, uit Amsterdam.

7 stukken 146 Witsen, Nicolaas-, uit Londen en Westminster.

1 pak

Gedeeltelijk gericht aan de Staten van Holland

147 Verscheidene personen-.

1 pak

Specificatie. (Niet alle brieven zijn gericht aan Heinsius. Sommige brieven bevatten bijlagen.)

J. Beyer

H. van Bleiswijck (3x)

C. Bors van Waveren

Friedrich III, keurvorst van Brandenburg

J. Brouwer (3x)

R. ter Bruggen

H. Butendach

N.N. de Chambrun

N. Coninck

(26)

H. Cran

G. Cuper (3x)

E. Danckelman (3x)

W. Dedel

F. van Diest (2x)

S. van der Does (6x)

B. van der Dussen (2x)

N. Eosander-Lillieroot

M. van Es

W. Fabricius (5x)

A.G.J. van Flodorff (3x)

Gedeputeerden tot ontvangst van de koningin van Spanje (2x)

F.W. von Görtz

S. de Groulart (4x)

P. Hacke (2x)

A. Heldewier

W. van Heukelom (2x)

N.N. Holzhalb

C. Huygens

P. Jurieu (2x)

D. Jurrisse

J. Kerby

N.N. Lemoyne

N.N. de Lenk

P. de Lubieniec

L. de Méan

J. de Mey

M. Meyboom

H. Bois Billand de Montaciel-Lislemarais

H. van Nassau-Ouwerkerk

R. van Niedeck

J. Pesters

Johann W., keurvorst van Pfalz-Neuburg

J. van der Poel

G. Putmans (15x)

Soetje Putmans

G.A. van Reede-Amerongen en B.J. van Welvelde (5x)

A. van Renesse-Warmond

A. Rolas

A.S. Roomers

D. Roosmale

A. van Schagen (2x)

W. Slicher

A. van Spaen

W. Spitswecke

N.N. Stakenburg

J. van der Straate

H. van Thulden

N. van Valkenburgh

P. Valkenier

Verenigde Oostindische Compagnie (VOC)

S. Vroulingh

G. van Wallendal

H. van Wassenaer-Warmond

J. van Wassenaer-Obdam (2x) W. van Wassenaer

Niet ondertekend (2x)

Niet geïdentificeerd (6x)

1689. Minuten en kopieën van brieven aan:

1689. Minuten en kopieën van brieven aan:

148 Heemskerck, Coenraad van-.

2 stukken

(27)

149 Hop, Jacob-.

7 stukken 150 Piccardt, Hendrik-.

1 stuk 151 Verscheidene personen-.

1 omslag

Hierin brieven aan:

Beverningh, Hieronymus van-

Friedrich III, keurvorst van Brandenburg (2)-

Danckelman, Eberhard Christoffel Baltasar von-

Flodorff, Adriaan Gustaaf, graaf van-

Eosander, Nils, baron Lillieroot-

Ronquillo, Don Pedro de-

Trier, Johann Hugo von Orsbeck, keurvorst-aartsbisschop van-

Valckenier, Petrus-

N.N. (5)

1690. Ingekomen brieven van:

1690. Ingekomen brieven van:

152 Bothmer, Johann Kaspar, Freiherr von-, uit Hannover en Celle.

2 stukken 153 Citters, Arnout van-, uit Westminster.

1 omslag 154 Does, Steven van der-, heer van Noordwijk-, uit Genappes, Brussel en Diegem.

8 stukken

Eén brief is gericht aan de Staten van Holland

155 Goes, Robert-, uit Helsingör en Frederiksborg.

7 stukken

Met bijlagen

156 Ham, Johan-, uit Berlijn en Kleef.

5 stukken

Met bijlagen

157 Haren, Willem van-, uit Stockholm.

1 omslag

Gedeeltelijk gericht aan de Staten-Generaal, met één bijlage

158 Heeckeren, Walraven van-, uit Celle, Wesel en Nijmegen.

3 stukken 159 Heemskerck, Coenraad van-, uit Hamburg en Wenen.

1 omslag

Twee brieven zijn gericht aan de Staten van Holland

160 Hop, Jacob-, uit Westminster, Chester en het leger in Ierland.

1 pak

Met bijlagen; vier brieven zijn gericht aan de Staten van Holland

161 Hulft, Johan-, uit Brussel.

1 omslag

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het kader van de geldende privacywetgeving zijn deze brieven alleen voor raads- en commissieleden te benaderen.. Ingekomen stukken, gericht aan

In het kader van de geldende privacywetgeving zijn deze brieven alleen voor raads- en commissieleden te benaderen.. Ingekomen stukken, gericht aan

In het kader van de geldende privacywetgeving zijn deze brieven alleen voor raads- en commissieleden te benaderen.. Brief van 2-10-2018, Gemeente Eindhoven Ingetrokken actuele

ick sweere by de schoone, De schoone die mijn siel gevangen voert ten toone, Die my heeft in haer macht, ick sweere by de pijn Daer sonder ick niet sou in vreuchden konnen sijn:...

Dorothea, die sig tot nog toe ingebeeld had, dat ik niet zo zeer om Isabella, als om haar dagelyx in haar huis quam, wist niet wat zy beidersyds van onse liefdens betoningen

Zo meende hij de Geest aan het werk te zien in het Maria- legioen, een beweging waarvoor hij veel heeft gedaan, maar ook zijn inspanningen als mode- rator van het Tweede Va-

Ingevolge de Wgr kan het Algemeen Bestuur slechts besluiten tot de deelneming in een vereniging, indien de gemeenschappelijke regeling in die mogelijkheid voorziet én pas nadat

Brief van 20-11-2018, Raad van State: Verzoek inbrengen zienswijze op deskundigenverslag met betrekking tot beroep Bp Asten Verzamelplan 2018-1 c.. Brief van 25-10-2018, Raad