• No results found

Wilfried Brieven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Wilfried Brieven"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

K L A P S T O E L 7

K E R K + L E V E N - 2 3 M E I 2 0 0 7

Vele jaren lang was kanunnik Wilfried Brieven als privésecretaris de rechterhand van achtereenvolgens de kardinalen Leo-Jozef Suenens en Godfried Danneels. Tijdens een lezingentournee van eerstgenoemde in de Verenigde Staten kwam hij in contact met de Charismatische Vernieuwing. Pinksteren is dan ook een uitgelezen moment voor een gesprek over de veertig jaar van deze merkwaardige kerkelijke beweging.

E r i k D e S m e t

‘De Geest kan iemand wezenlijk veranderen’

OE de geboren en getogen Vlaamse Brusse- laar terecht- kwam bij onze kardinalen? In 1966 was Wilfried Brieven als jeugdig priester direc- teur van het college in Ganshoren.

Een tweetalig college, dat kon toen nog. Het bleek echter een on- mogelijke taak. Tijdens een ont- moeting van Brusselse collegedi- recteurs met kardinaal Suenens mocht de jonge Brieven het woord voeren. Daags nadien vroeg de grote voorman van het concilie hem of hij zijn privésecretaris wil- de worden. „De kardinaal had me wel gewijd en we hadden elkaar wel eens eerder ontmoet, maar echt kennen deden we elkaar niet”, aldus Wilfried Brieven. Tot zijn pensionering in 2001 mocht hij dus vanaf de eerste rij de re- cente geschiedenis van de Kerk in ons land meemaken.

– Kardinaal Suenens speelde een grote rol in de ontwikkeling van de Charismatische Vernieu- wing. Toch ging hij de ge- schiedenis in als een ra- tioneel en strategisch denkend man. Is dat niet tegenstrijdig?

Vergeten we ook niet dat Leo-Jozef Suenens’

bisschopsspreuk In de heilige Geest luidde, en dat hij zijn hele leven op zoek was naar waar de heilige Geest zich mani- festeerde. Zo meende hij de Geest aan het werk te zien in het Maria- legioen, een beweging waarvoor hij veel heeft gedaan, maar ook zijn inspanningen als mode- rator van het Tweede Va- ticaans Concilie staan niet los van datzelfde streven. In 1972 hoorde de kardinaal via contac- ten van zogeheten ka- tholieke pinksterchris- tenen, actief aan Ameri- kaanse universiteiten. Studenten aan de Duquesne University in Pittsburgh hadden in 1967 het doopsel van de heilige Geest ont- vangen en daaruit was een nieuwe beweging gegroeid. In maart 1973 had de kardinaal een lezingen- reeks gepland in de Verenigde

Staten en vóór en na wilde hij graag enkele charismatische ge- meenschappen bezoeken.

– En daar leerde u ook de Cha- rismatische Vernieuwing kennen?

Normaal vergezelde ik de kar- dinaal nooit op z’n reizen. Ik bleef in Mechelen op post als zijn con- tactpersoon. Kardinaal Suenens reisde echter niet graag in z’n eentje. In luchthavens voelde hij zich bijvoorbeeld behoorlijk op zijn ongemak. Voor die bewuste tournee had hij Herman Servotte als reisgezel gevraagd, maar deze moest om familiale reden afzeg- gen. Of ik hem dan niet wilde ver- gezellen?

Voordien had ik wel wat gelezen over de charismatici, maar het zei me eerlijk gezegd niets. Vurige emoties tonen, het ligt nu eenmaal niet in mijn aard. En toch werd ook ik tijdens een van de gebedsdien- sten aangegrepen! De woorden van de Kolossenzenbrief vielen letterlijk op mij: Niet mijn eigen wil volgen, maar de wil van de Va- der. In Ann Arbor in de staat Mi- chigan baden twee studenten over mij voor de heilige Geest. Het zou me we- zenlijk veranderen.

Kardinaal Suenens kreeg achteraf van Pau- lus VI de opdracht om de verbindingsman te zijn tussen Rome en de Cha- rismatische Vernieu- wing. Mij liet de kardi- naal evenwel steeds vrij in mijn engagement voor de beweging.

– Hoe verspreidde die zich in Vlaanderen?

De doorbraak kwam er na 1973. Toen stichtte oblaat Jos Biesbrouck in West-Vlaanderen de eerste charismatische gebedsgroep, maar hij kende de beweging al lang. Hij had reeds in de jaren 1960 de Zuid-Afri- kaanse predikant David du Plessis leren kennen, de protestantse ‘Mister Pentecost’

die tijdens het Tweede Vaticaans Concilie observator was geweest.

Andere pioniers waren de jezuïet Walter Smet en professor Jan Van der Veken.

Terug uit Amerika, begon ook ik spreekbeurten te geven over het

onderwerp en daaruit ontstonden weldra nieuwe gebedsgroepen.

Voor een pinksterfeest vroeg de Karmel van Mechelen mij voor een gebedsbijeenkomst. Daaruit is het gebedshuis Sjaloom voort- gekomen. Op 31 maart waren we met vierhonderd samen voor on- ze verjaardag. En ja hoor, ook met een mooie groep jongeren. Vorig jaar was ik met Pinksteren op het Sint-Pietersplein in Rome voor een wereldontmoeting. Dan merk je pas helemaal het jeugdige en- thousiasme van de vernieuwings- beweging!

– Is bidden de belangrijkste ui- ting van de Charismatische Ver- nieuwing?

Het is één van de uitingen. De vernieuwing is gegrondvest op het bewust worden van gelovigen dat Christus inderdaad de grond is van hun leven en dat zij daarvan, in de kracht van de Geest, willen getuigen. Gebed is geen einddoel, maar een middel. Er is immers de noodzaak om te evangeliseren plus de oproep om te groeien in het geloof. Onze wijze van bidden verschilt niet zo veel van die van de protestantse pinkstergemeen- schappen. Ons spontaan bidden,

geworteld in de Bijbel en met aan- dacht voor lofprijzing, hebben wij allen gemeenschappelijk. Daar moeten we dankbaar voor zijn.

Het is waarachtig oecumenisch.

De Geest maakt ons immers één.

– Wat houdt het doopsel in de heilige Geest eigenlijk in?

Eigenlijk gebeurt niets speci- aals, behalve dat we bidden onder de vorm van handoplegging. We bidden dat Jezus het centrum mag zijn van iemands leven en dat hij of zij daarover mag getuigen.

Velen ondergaan op dat moment een intense ervaring. Zeker 120 miljoen hebben dit wereldwijd al beleefd. Zonder ervaring, heb je ook het doopsel in de Geest niet ondergaan. Wie aansluit, wordt gevraagd dit biddende gebeuren mee te maken. Het staat evenwel niet los van een grondige vorming.

Dikwijls betreft het een beke- ringservaring. Mensen verande- ren ook werkelijk door dit doop- sel. In mijn eigen leven bespeurde ik een grotere honger voor het woord van God, om er aldus beter over te kunnen spreken. Nadat ik de ervaring van het doopsel in de Geest had meegemaakt, zeiden vrienden: „Wilfried, jij bent veran-

derd.” Ja, ik kon een grotere vrij- heid en spontaniteit aan de dag leggen. Mijn taak op het aartsbis- dom had me immers in zekere mate een strak keurslijf opgelegd.

– In jullie bewegingsblad ‘Jezus leeft’ staan geregeld genezings- diensten aangekondigd. Hoe moe- ten we ons dat voorstellen?

Eén van Jezus’ activiteiten was het helen van mensen, innerlijk zowel als lichamelijk. Wij geloven dat sommigen nog steeds het cha- risma van de heling ontvangen. Ja, we mogen getuigen dat daardoor wonderen gebeuren. Ik denk al- lereerst aan wonderen van beke- ring, maar ook aan bevrijding van verslaving en aan lichamelijke ge- nezingen. Heel wat mensen ko- men er op af, maar het blijft iets delicaats. Er is veel wijsheid en on- derscheiding voor nodig. Ik ben er bijvoorbeeld tegen dat mensen hun medische behandeling stop- zetten na een gebedsdienst.

Ikzelf koppel deze bediening aan het sacrament van de verzoe- ning. De veranderingen die men- sen dankzij dit biddende gebeu- ren doormaken zijn mijn verdien- ste niet. Ik ben enkel het instru- ment van Gods Geest.

© Hugo Maris

Jezus heelde mensen, innerlijk zowel als lichamelijk.

Wij geloven dat sommigen van ons nog steeds het charisma van de heling ontvangen

WILFRIED BRIEVEN

K

H

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

o Het feit dat wij nu de Heilige Geest hebben bewijst dat op een dag onze redding gecomple- teerd zal worden en we bij de Heer zullen zijn. Allen die verzegeld zijn, zijn voor

1) Vermits ik IN CHRISTUS ben, werd ik geïdentificeerd met Hem in Zijn dood, begrafenis en opstanding (Romeinen 6:3-4) en dus is de waterdoop een afbeelding van het feit dat ik

De perenboom zwoegt niet en spant zich niet tot het uiterste in om peren voort te brengen, en evenmin maakt hij zich zorgen en piekert niet over de kwestie of er al dan niet

De vrucht van de Geest komt overeen met het wonderlijke karakter van Jezus Christus, dat gevormd wordt in het kind.. van God, door de Geest

zij zoekt niet haar eigen belang [SV1977: zoekt zichzelf niet], zij wordt niet verbitterd,?. zij denkt

“Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid” (1 Johannes 1:9). Als wij onze zonden

Als de gelovige wandelt in de Geest, en als de Geest van God zijn leven bestuurt, dan moet het re- sultaat daarvan het volgende zijn: “De vrucht van de Geest is echter:

Het lichaam heeft vele leden, die sterk van elkaar verschillen, maar die elkaar nodig hebben, zonder uitzondering, opdat zij samen één functionerend lichaam zouden vormen.. Het