• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. c.b.s. It Harspit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. c.b.s. It Harspit"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK

c.b.s. It Harspit

Plaats : Ternaard

BRIN nummer : 07IP|C1

(2)
(3)

1 INLEIDING . . . 5

2 EINDOORDEEL . . . 6

3 TOELICHTING . . . 7

4 REACTIE VAN HET BESTUUR . . . 12

5 OPZET VAN HET ONDERZOEK . . . 14

INHOUDSOPGAVE

(4)
(5)

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 24 november 2015 een onderzoek uitgevoerd op c.b.s. It Harspit naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende.

De inspectie heeft voor It Harspit een risicoanalyse uitgevoerd.

Uit deze analyse kwam naar voren dat de opbrengsten mogelijk onvoldoende zijn en dat er risico's zijn in de kwaliteit van het onderwijsleerproces.

Op 3 november 2015 hebben wij de uitkomsten van deze risicoanalyse met het bestuur besproken. Naar aanleiding van dit gesprek hebben wij besloten een onderzoek uit te voeren om eventuele tekortkomingen vast te stellen.

Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven onderzoekt de inspectie tevens standaard of wordt voldaan aan bepaalde wettelijke

voorschriften.

Toezichthistorie

In 2010 is de school door de inspectie bezocht en als zwak beoordeeld. In 2012 heeft de inspectie een onderzoek naar kwaliteitsverbetering uitgevoerd en was de kwaliteit van het onderwijs weer van voldoende niveau.

INLEIDING

1

(6)

Wij kennen aan c.b.s. It Harspit het basisarrangement toe. Dit betekent dat wij op dit moment geen reden hebben om het toezicht te intensiveren.

Belangrijkste bevindingen

• De eindresultaten zijn voldoende.

• Er is sprake van een gezamenlijke visie.

• Het aanbod van de kernvakken en de kwaliteit van de instructie zijn op orde.

• De kwaliteit van de analyses zijn in de afgelopen drie jaar sterk verbeterd.

• De planmatige uitvoering van de zorg en de differentiatie kan beter.

• De leerlingen zijn niet in iedere groep voldoende zelfredzaam, zelfstandig en taakgericht aan het werken en leren.

EINDOORDEEL

2

(7)

Hieronder staan de indicatoren die in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2012. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2012 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator

gerealiseerd is.

Legenda:

1. zeer zwak 2. zwak 3. voldoende 4. goed

5. niet te beoordelen

De cognitieve eindresultaten zijn voldoende. In 2013 en 2014 zijn de

eindresultaten nog onvoldoende, maar in het afgelopen schooljaar scoorden de leerlingen volgens verwachting op de leerlingvolgsysteemtoetsen. Ook is het perspectief op voldoende resultaten op de eindtoets van 2016 gunstig.

De tussentijdse resultaten zijn eveneens van voldoende niveau, vanwege de voldoende resultaten voor technisch lezen in groep 3 en 4, rekenen en wiskunde in groep 4 en 6 en begrijpend lezen in groep 6.

TOELICHTING 3

Opbrengsten

Opbrengsten 1 2 3 4 5

• 1.1* De resultaten van de leerlingen aan het eind van de

basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

1.2* De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

(8)

In haar onderwijs heeft de school zich de afgelopen jaren vooral gericht op de cognitieve ontwikkeling, vanwege de tegenvallende (eind)resultaten de afgelopen jaren. De leraren maken gebruik van eigentijdse methoden voor de kernvakken, waarbij er veel aandacht is voor taal. Als verbeteronderwerpen heeft het team de versterking van het woordenschatonderwijs en

het actualiseren van het aanbod in de creatieve vakken in haar schooljaarplan opgenomen. Op deze wijze wil het team een meer evenwichtiger aanbod

realiseren, dat tevens is afgestemd op de kenmerken van de leerlingenpopulatie.

Er is voldoende tijd ingeroosterd voor de verschillende leer- en

vormingsgebieden. Wel wijst de inspectie erop dat er roosterverschillen zijn tussen de groepen 3/4 en 4/5, terwijl je verwacht dat alle vierdejaars leerlingen evenveel tijd besteden aan de vakken Fries en Begrijpend Lezen/Luisteren. Dit geldt ook voor de groepen 6/7 en 7/8. Tijdens de lesbezoeken valt op dat de leraren de onderwijstijd voldoende efficiënt benutten.

Leerstofaanbod

Leerstofaanbod 1 2 3 4

• 2.1* Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en

rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen.

2.2* De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.

2.3 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan.

2.4* De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.

Tijd

Tijd 1 2 3 4

3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande • onderwijstijd.

Didactisch handelen en afstemming

Didactisch handelen 1 2 3 4

• 5.1* De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.

(9)

Uit de lesbezoeken is gebleken dat de leraren over het algemeen duidelijk uitleggen en de leerlingen in voldoende mate weten te betrekken bij de lessen, onder andere door het gebruik van coöperatieve werkvormen. Wel valt op dat de interactie tijdens de instructie vooral plaatsvindt tussen de leraar en enkele individuele leerlingen. Het (effectieve) instructiemodel waar de school mee werkt, is tijdens de meeste lessen te herkennen. In meerdere groepen valt op dat de leerlingen moeite hebben met het omgaan met uitgestelde aandacht en het zelfstandig werken (al dan niet op de gang). Dit is negatief van invloed op de taakgerichte werkhouding van de leerlingen. Daarom is indicator 5.2 als onvoldoende beoordeeld.

De leraren zijn in staat om te differentiëren in de leerinhouden en de verwerking van de leerstof. De kwaliteit van de groepsplannen zijn nu echter nog van onvoldoende kwaliteit om sturend te zijn voor het handelen van de leraren, waardoor de differentiatie van de instructie aan de drie subgroepen waar de school mee werkt, te algemeen is en te weinig gericht op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen (indicator 6.2).

Didactisch handelen 1 2 3 4

• 5.2* De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.

5.3* De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.

Afstemming 1 2 3 4

• 6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op

verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

Begeleiding en zorg

Begeleiding 1 2 3 4

• 7.1* De school gebruikt een samenhangend systeem van

genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.

7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.

(10)

Ten opzichte van het inspectiebezoek van 2012 is de kwaliteit van de analyses van de toetsgegevens en observaties van de leerlingen sterk in kwaliteit verbeterd. De indicatoren 7.2 en 8.2 zijn dan nu ook als voldoende beoordeeld.

De zorgstructur is helder opgezet en gericht op het planmatig werken van de leraren. Toch is indicator 8.3 nog onvoldoende, omdat de doelen en de aanpak die zijn geformuleerd voor de zorgleerlingen nog te algemeen zijn en niet goed aansluiten bij de uitgevoerde analyses. De school loopt hiermee het risico dat de zorgactiviteiten niet genoeg gericht zijn op de oorzaken van de geconstateerde leer- en/of gedragsproblemen. Voorts is in de dag/weekplanning van de leraren onvoldoende concreet gemaakt wanneer, welke zorgactiviteiten met de

zorgleerlingen gepland zijn en wat de voortgang is.

Team en directie hebben de afgelopen veel aandacht besteed aan het uitwerken van de visie van de school en het versterken van de professionele cultuur. De visie is breed gedragen en alle teamleden voelen zich verantwoordelijk voor de totale schoolontwikkeling.

De kwaliteitszorg is grotendeels op orde. De resultaten van de leerlingen zijn uitvoerig geanalyseerd, zowel op groeps- als op schoolniveau. Op basis van de evaluatie van de resultaten worden de verbeteronderwerpen van de school

Zorg 1 2 3 4

• 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig

hebben.

8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.

8.3* De school voert de zorg planmatig uit.

8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.

Kwaliteitszorg en voorwaarden voor kwaliteitszorg

Kwaliteitszorg 1 2 3 4

• 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar

leerlingenpopulatie.

9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.

9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.

9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.

9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.

9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.

(11)

gepland. Wel is de inspectie van mening dat de verbeterdoelen en de bijbehorende aanpak meer specifiek uitgewerkt kunnen worden in het

schooljaarplan. De werkwijze met betrekking tot de zelfevaluatie wordt voor alle scholen van het bestuur opnieuw opgezet en vorm gegeven. Het uitvoeren van schoolvisitaties (audits) zal hierin een plaats krijgen.

Indicator 9.6 is onvoldoende omdat de ouders slechts in algemene

bewoordingen worden geïnformeerd over de resultaten van de school. Dit betreft zowel de leerlingresultaten van de schoolverlaters als ook de (resultaten van de) schoolontwikkeling.

De inspectie concludeert dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd.

Naleving wet- en regelgeving

Wet- en regelgeving Ja Nee

• NT1A De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art.

16, lid 2 en 3, WPO).

NT1B In de schoolgids is informatie opgenomen over standaard gecontroleerde onderdelen (art. 13 WPO).

NT2A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO).

NT2B In het schoolplan is informatie opgenomen over een of meer standaard gecontroleerde onderdelen (art. 12 WPO).

NT4A Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO).

(12)

Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op c.b.s. It Harspit.

Daarnaast hebben we de school gevraagd haar eigen kwaliteit te beoordelen en dat samen met de oordelen van de inspectie te vertalen naar de

ontwikkelingsrichting van de school.

Hieronder geeft het bestuur haar reactie:

In reactie op het conceptrapport m.b.t. kwaliteitsonderzoek op CBS It Harspit, Ternaard verklaar ik namens het college van bestuur van de Stichting Arlanta het volgende:

Het team waardeert de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd en de manier waarop de bevindingen middels het feedback gesprek zijn gedeeld.

Het rapport en de inhoudelijke dialoog hebben geen verrassingen opgeleverd.

De majeure punten waarvan de inspecteur aangeeft dat er verbetering is te behalen waren reeds binnen de school middels eigen analyse bekend en daarom ook opgenomen in het schoolplan 2015-2019:

• Zelfstandig en taakgericht werken en leren van de leerlingen. De eerste stap in dit proces is aan het begin van het schooljaar in gang gezet middels scholing van het team op het gebied van het toepassen van coöperatieve werkvormen, waarbij taakopvatting en de rol van de leerlingen verder ontwikkeld wordt.

• Visie vorming en het opstellen van beleid voor het aanbod betreffende de creatieve vakken zodat een doorgaande lijn geborgd is.

• De planmatige uitvoering van de zorg heeft zoals u opmerkt een grote slag gemaakt. Het analyseren van gegevens is op een hoger plan gebracht. Een verdere verdieping en praktische gedifferentieerde

toepassing staat reeds in de planning: in januari zal een nieuwe werkwijze middels een pilot in de groepen 4b, 5, 7b, 8 uitgevoerd en verfijnd

worden. Daarna zal de werkwijze volledig geïmplementeerd worden door de gehele school.

• Zoals in het schoolplan is aangegeven zal de verdere implementatie van het nieuwe taalbeleidsplan zijn uitvoering vinden waarbij er gerichte aandacht is voor de ontwikkeling van de mondelinge taalvaardigheid en het uitbreiden van de woordenschat.

REACTIE VAN HET BESTUUR

4

(13)

Daarnaast zullen we de zaken die niet in schoolplan zijn opgenomen meenemen, het betreft:

• Werkwijze m.b.t. het vak Fries afstemmen en borgen.

• Afstemming roostertijd voor Fries en begrijpend lezen/luisteren.

• Het jaarplan zal ’smarter’ uitgewerkt worden.

Als college van bestuur zijn wij blij dat de grote inzet, die het team de afgelopen jaren in de schoolontwikkeling heeft gestoken, duidelijk gezien is. Met name het werken en leren vanuit een gedeelde visie en het zich als team verantwoordelijk weten voor de totale schoolontwikkeling is een groot winstpunt.

De schoolvisie en de gezamenlijke verantwoordelijkheid zullen de

uitgangspunten blijven om aan de verdere schoolontwikkeling te werken. Uw reactie en aanbevelingen nemen we daarbij zeker ter harte.

(14)

Op 24 november 2015 hebben de volgende onderzoeksactiviteiten plaatsgevonden:

• een documentenanalyse;

• gesprekken met verschillende groepen belanghebbenden: schoolleiding, intern begeleider, leraren, ouders en leerlingen;

• observaties van de onderwijspraktijk in een aantal groepen. Deze observaties heeft de inspectie samen met observanten van de school uitgevoerd.

Na afloop van de onderzoeksdag heeft de inspectie een feedbackgesprek gevoerd met het bestuur, de schoolleiding, de intern begeleider en de leraren van de school. In dit gesprek heeft de inspectie haar bevindingen en oordelen besproken en heeft de school aangegeven wat zij gaat doen met deze

bevindingen.

OPZET VAN HET ONDERZOEK

5

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar het gemeentelijke beleid ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie (vve) in de

Dit rapport beschrijft de oordelen en waarderingen van de inspectie over het gemeentelijke beleid ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Vianen. Wij hebben

De inspectie heeft op het niveau van de gemeente het beleid voor de voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Loppersum beoordeeld. Dit vanwege mogelijke risico’s ten aanzien

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

De waardering voor de samenwerking tussen deze organisaties is ten opzichte van vorig jaar niet significant veranderd, maar over de langere termijn zien we een positieve

Aangezien in het onderzoek is uitgegaan van de levensgebeurtenis en het perspectief van de burger of ondernemer bij zijn of haar contact met de overheid kan de ‘keten van

Er werd geen enkel nest aan een open of stompe dakrandhoek (>90°; doch zie Fig. 10) of onder een spits gesloten dakrand (<45°) gebouwd; dergelijke dakconstructies komen ook

De rechtbank overweegt vervolgens dat bepaalde vormen van alternatieve geneeskunde terecht niet worden meegeteld bij de werkervaringseis en het beoordelingskader, omdat deze