• No results found

Een patiënt op onze IC bleek corona te hebben. Rabobank Altena-Bommelerwaard. najaar 2020 BEELD: RIJK IN BEELD

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Een patiënt op onze IC bleek corona te hebben. Rabobank Altena-Bommelerwaard. najaar 2020 BEELD: RIJK IN BEELD"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een patiënt op onze IC bleek corona te hebben

BEELD: RIJK IN BEELD

Rabobank Altena-Bommelerwaard

w w w .ra b oe nc o.n l

najaar 2020

(2)

Wij mensen zoeken elkaar graag op, zeker in tijden van crisis. Maar uitgerekend nu we een van de meest ingrijpende crises uit ons leven doormaken, hebben we onszelf moeten aanleren om anderhalve meter afstand te houden tot (bijna) iedereen die ons lief is.

Duurzaam verbonden blijven

Deze editie van Rabo &Co staat in het teken van duurzame verbindingen in tijden van corona. In ons werk, maar zeker ook privé. Zo vertelt Nicolette van Andel over hoe de HartenBrigade tijdens de crisis vele mensen heeft weten te bereiken. Huib de Vries van Fanfare Juliana uit Rossum en Hella Goesten en Hidde van der Donk van Stichting Scouting St. Martinus uit Zaltbommel zetten zich al jaren als vrijwilliger in.

Wat betekent dit voor hen en hoe maken zij in deze tijd duurzame verbindingen? De intelligente lockdown maakte het voor het verenigingsleven erg lastig.

Wat corona met een ziekenhuis doet, vertellen Karin Koeman en Jolanda Berghoef van het Beatrixziekenhuis in Gorinchem.

Hockey-international Terrence Pieters en aanstormend kunstenares Klaskie nemen ons mee in het rijke Nederlandse verenigingsleven. Zonder de begeleiding van Kunstbende was de ster van Klaskie nooit zo snel gerezen. Pieters leert ons dat een hockeyclub veel meer is dan een plek om te sporten. De vrijwilligers op de club hebben hem belangrijke levenslessen geleerd, die hem hebben gevormd tot de zelfbewuste man die hij is geworden. De club is van kinds af aan zijn tweede thuis geweest. Des te mooier dat we in 2020 maar liefst 150.000,- verdelen over lokale clubs en verenigingen via Rabo ClubSupport.

De oud-directievoorzitter van Rabobank Hengelo Jan van Holstein (1932) neemt ons mee terug in de tijd. Van Holstein begon in 1948 als jongste bediende bij de Boerenleenbank in Naaldwijk en bleef Rabo tot aan zijn pensionering in 1992 trouw. Hij herinnert zich nog hoe de klerken de juiste formulieren uit de la trokken als ze hun klanten de straat in zagen fietsen.

Zo hecht was de relatie tussen de bank en haar klanten. Na zijn pensionering is de bank in grote mate gedigitaliseerd. Het persoonlijke contact is gelukkig gebleven. Vertrouwen is de basis van de bank.

Afhankelijk

De uitdagingen van deze tijd overschrijden de grenzen van onze eigen haard. Ze vragen om een coöperatieve grondhouding. Eén waarbij we ons realiseren dat we afhankelijk zijn van elkaar. Met andere woorden, duurzame onderlinge verbindingen zijn belangrijk. Juist nu. Ik wens je veel leesplezier!

Joan Wassink Directievoorzitter Rabobank Altena- Bommelerwaard

Duurzaam verbinden (op 1,5 meter)

De coronacrisis maakt zichtbaar wat we bij Rabobank al heel lang weten: alleen samen kunnen we bouwen aan een betere wereld.

Daarom zoeken we voortdurend naar duurzame verbindingen, ook op anderhalve meter.

TEKST: RABOBANK ALTENA-BOMMELERWAARD BEELD: RIJK IN BEELD

Rabo &Co

(3)

Rabo &Co is een uitgave van de lokale banken van Rabobank Groepsorganisatie en wordt kosteloos verspreid onder leden en relaties van de bank en op verschillende openbare gelegenheden. Rabo&Co wordt gedrukt op duurzaam gerecycled papier en verschijnt in 87 verschillende lokale edities.

Het magazine verschijnt drie keer per jaar. Concept en realisatie: Coöperatieve Rabobank U.A., Altavia Sumis, MPG, Pop Up Press en Feike de Keijzer.

Fotografie: Rijk in Beeld en Wesley de Wit. Mailadres redactie: communicatie.ab@rabobank.nl. Lithografie en drukwerkcoördinatie: Altavia Sumis.

Niets uit deze Rabo &Co mag worden overgenomen, opgeslagen, en/of verspreid op welke wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van Rabobank. De Rabobank, Altavia Sumis en andere informatieleveranciers zijn niet aansprakelijk voor schade van welke aard ook als gevolg van onjuistheden in deze uitgave of in verband met het gebruik van deze uitgave.

4

Hart voor de omgeving Wat doe je als je door de corona- crisis geen mensen mag samen- brengen? Nicolette van Andel van de HartenBrigade bedacht hiervoor een passende oplossing.

6

Koop lokaal

Een globaal voedselsysteem maakt ons kwetsbaar. Betekent corona de doorbraak van de korte keten?

8

Interview

In het voormalige Rabobank-pand in Heesch zit nu Gezondheids- centrum Ceres.

12

Familiebanden

Door corona konden veel groot- ouders hun kleinkinderen niet bezoeken. Hoe lost je dat op?

15

Saamhorigheid binnen de zorg Karin Koedam en Jolanda Berghoef van het Beatrixziekenhuis aan het woord over het coronavirus.

16

Coöperatief

Deze tijd leert ons dat we afhankelijk zijn van elkaar. Dat vergt een coöperatieve houding.

18

Rabo ClubSupport

Verenigingen bieden een waardevol netwerk. En soms helpen ze bij het realiseren van een droom. Rabo ClubSupport 2020 is begonnen!

20

Waken lichter maken Mantelzorgers in de thuissituatie een steuntje in de rug bieden.

In gesprek met Gerlinde, Leny en Frans van Stichting Waakmand Bommelerwaard.

21

Kort nieuws

Nieuws van Rabobank Altena- Bommelerwaard.

22

Pionier

Remoticom ontwikkelde sensoren die ervoor zorgen dat mensen afstand houden én zich vrij kunnen bewegen.

24

Ik blik terug

Jan van Holstein (1932) klom op van jongste bediende tot directeur Rabobank Hengelo.

26

Interview

BuitengewoonThuis in Giessen.

Interview met Truida en Mark Kleinjan.

28

Hier & Daar

Metaalbedrijf Etemf uit Tilburg ging desinfectiepalen maken

toen de coronacrisis de productie stillegde.

32

Financieel advies

Eerste huis kopen? Verbouwen?

Verduurzamen? Een hypotheek passend bij jouw situatie.

33

De vrijwilliger

Huib de Vries van Fanfare Juliana in Rossum en Hella Goesten en zoon Hidde van der Donk van Scouting St. Martinus in Zaltbommel vertellen waarom zij vrijwilligerswerk doen.

36

Huisje-Boompje-Beestje Merlijn en Mijke verhuisden vlak voor corona van Amsterdam naar een ruime woning in Vught.

Hoe maak je het?

38

Egels hebben het moeilijk in de winter. Bouw een hotel voor deze beestjes.

De kwestie

40

Ligt de toekomst van ons voedsel in hoogproductieve landbouw of juist in natuurinclusieve, agro- ecologische technieken?

Kunst

42

Kunstenaar Alicia Framis vertelt over het levende sculptuur dat ze in 1997 op de Dam maakte.

Alles op een rij

43

Alles wat je moet weten over Rabo Clubsupport. Van inschrijf- periode tot lid worden en van stemperiode tot de uitslag.

3

inhoudsopgave

(4)

Het is niet

vanzelfsprekend dat je als

vrijwilliger

een plek vindt die bij je past

TEKST: RIJAN VAN LEEST BEELD: RIJK IN BEELD

Wat doe je als je door de coronacrisis geen mensen mag samenbrengen?

De lijst met klusjes afwerken, dacht Nicolette van Andel (43) van de HartenBrigade. De klussenlijst belandde echter weer in de la, want Nicolette had een beter idee: ‘Als de mensen niet naar

de soep komen, dan brengen we de soep naar de mensen.’

HA RT V OO R D E OM GE VIN G

4 Rabo &Co

(5)

Soep is voor De HartenBrigade, onderdeel van Trema Welzijn, hét middel om mensen te verbinden. Twee keer per week is er daarom SoepPraat in restaurant De HartenJager in Giessen. Dan wordt er samen soep gekookt en gegeten. Een simpele activiteit met een groot resultaat: er ontstaan contac- ten, mensen zijn minder eenzaam en hebben een invulling voor hun dag.

‘Tijdens de lockdown verviel SoepPraat, maar we vonden het belangrijk om contact te houden met onze vrijwilligers, gasten en andere mensen die door corona de deur niet uit konden’, vertelt Nicolette. In vijftien weken werd er door de HartenBrigade 3300 liter soep gekookt en rondgebracht in Altena.

‘Het heeft ons blije gezichten en tranen opgeleverd. Er was zo veel dankbaar- heid.’

De HartenBrigade kon in die weken een beroep doen op tientallen extra vrijwilligers. ‘Wij hebben bijna nooit te weinig vrijwilligers. Hoe dat komt? Ik denk door de warme sfeer en omdat we goed kijken wat bij de vrijwilligers past.’

Dat zag Nicolette in het verleden vaak misgaan bij de stichting waar ze destijds werkte. ‘Het is niet vanzelfsprekend dat je als vrijwilliger een plek vindt die bij je past. Bijvoorbeeld voor mensen met psychische problemen en een taalachterstand kan het lastig zijn om geschikt vrijwilligerswerk te vinden. Ze gaan ergens aan de slag en dan blijkt na enkele maanden dat het toch niet werkt. Regelmatig heeft de organisatie te weinig tijd besteed aan de vrijwilligers en dat is jammer.’

In december 2016 startte Nicolette de HartenBrigade, een sociaal initiatief waarmee ze mensen wil samenbrengen. ‘Ik heb van huis uit meegekregen dat je naar elkaar moet omzien.’ Iedereen is welkom en elke vrijwilliger krijgt passende taken, zoals koken, het begeleiden van creatieve activiteiten, klus- sen, bardiensten draaien of samen in de tuin werken. ‘Naast de HartenJager hebben we sinds dit jaar een schitterende moestuin in de vorm van een hart:

Het Groene Hart. Onze Tuinbrigade verbouwt er groente, fruit en kruiden voor onze soepen en maaltijden. Bovendien is het een mooie manier om in de natuur met je handen bezig te zijn.’

Meer dan soep

Samen zaaien, samen oogsten, koken en eten. Maar niet alleen soep. Eens per maand is er in de HartenJager een gezamenlijk diner: Pan met Passie.

Vijftig gasten genieten dan van een eenvoudig driegangenmenu. ‘Ik ben er trots op dat er zo veel verschillende mensen bij ons aanschuiven. Ouderen, jongeren, migranten en mensen met een lichte beperking. Iedereen is welkom bij ons aan tafel.’

Voor de maaltijden en activiteiten wordt een kleine bijdrage aan de deelne- mers gevraagd. ‘Door donaties van onder meer Rabobank Altena-Bommeler- waard kunnen we de prijs laag houden. Wij vinden dat geld geen belemme- ring mag vormen om mee te doen aan onze activiteiten. Gelukkig durven de mensen die het echt niet kunnen betalen dat bij ons aan te geven.’

De HartenBrigade zorgt ervoor dat ook de Roefelweek betaalbaar is voor gezinnen met een kleine portemonnee. Tijdens deze kampweek steken vijftig kinderen uit Altena hun handen uit de mouwen voor anderen. Dit jaar verliep het kamp door de coronamaatregelen anders, maar in voorgaande jaren gingen de kinderen aan de slag bij zorginstellingen. ‘Zo leren ze al op jonge leeftijd wat vrijwilligerswerk inhoudt en hoe waardevol dat is voor onze maatschappij. Ze ervaren dat ze met iets kleins al een groot verschil kunnen maken.’

Samen soep maken zorgt voor verbinding

lokaal 5

(6)

De voedselsector kan veel meer doen om consumenten te helpen om meer lokaal te kopen

6 Rabo &Co

(7)

TEKST: REDACTIE RABO &CO BEELD: BAS LOSEKOOT

De coronacrisis heeft de aandacht voor lokaal geproduceerd voedsel ver- groot. Er mogen zich in Nederland dan wel geen echte voedselproblemen hebben voorgedaan, het virus liet wel zien dat het volledig vertrouwen op een globaal voedselsysteem ons kwetsbaar maakt als grenzen plots worden gesloten. De vraag is of we voortaan niet veel beter al ons voedsel lokaal kunnen gaan produceren? En moeten we nog wel zoveel willen produceren voor de export?

‘Soms wordt export tegenover alles-moet-lokaal gezet, maar we moeten vooral op zoek naar een betere balans’, zegt Joris Lohman, oprichter van FoodHub. Met zijn bedrijf is Lohman op zoek naar nieuwe, duurzamere verbindingen in het gepolariseerde landbouwdebat. ‘Lokale consumptie en im- en export kunnen, én moeten, naast elkaar bestaan. Als er één wegvalt door welke oorzaak dan ook, dan vangt het andere dat op.’ Om beide systemen meer met elkaar in balans te brengen, moeten we meer lokaal gaan consumeren, zegt Lohman. ‘Op dit moment is vooral de korte keten in Nederland onderontwikkeld.’

Geen doel, maar middel

Kortere voedselketens moeten nooit een doel op zich worden, zegt directeur Food & Agri Nederland Carin van Huet van Rabobank. ‘Korte ketens kunnen wel een goed middel zijn om andere doelen te realiseren.’ Bij het verpakken, vervoeren en verhandelen van voedsel is een groot aantal bedrijven betrok- ken die allemaal iets willen verdienen. Van Huet: ‘In een keten met minder schakels kunnen we een betere opbrengst voor de boer realiseren.’

Het inkorten van de voedselketen zal de ervaren afstand tussen de stad en het platteland bovendien verkleinen. Als consumenten weer weten waar hun voedsel vandaan komt, hebben ze mogelijk ook meer begrip voor de mensen die hun voedsel produceren. ‘Als samenleving stellen we heel veel eisen aan boeren, bijvoorbeeld qua duurzaamheid’, zegt Van Huet. ‘Maar we moeten dan ook wel samen bereid zijn om hiervoor te betalen, je kunt de rekening niet eenzijdig bij de boeren neerleggen.’

Eten met de seizoenen

Consumenten zullen hun eetpatroon wel moeten aanpassen, als we meer lokaal willen eten. Asperges behoren tot de laatste producten waarvan de meeste stedelingen nog weten wanneer ze groeien. De meeste andere gewassen liggen het hele jaar door in de schappen. Sperziebonen bijvoor- beeld, die alleen ’s zomers uit eigen bodem voorhanden zijn. De rest van het jaar worden ze ingevlogen uit landen als Kenia.

‘In de drukte van alledag is het lastig om de aandacht van de consument te vragen voor lokaal en seizoensgebonden voedsel’, zegt lector Voedsel en Gezond Leven Sigrid Wertheim-Heck van de Aeres Hogeschool in Almere.

De voedselsector zou veel meer kunnen doen om de consument te helpen.

‘Supermarkten kunnen bijvoorbeeld een schap inrichten met uitsluitend regionale seizoensgroenten.’ De consument wil dit ook, denkt Wertheim:

‘We zien in de bierwereld dat seizoensgerelateerde producten het heel goed doen. Denk bijvoorbeeld aan Herfstbock.’

Balans

Conclusie? Het is goed om onze boeren te steunen door meer lokaal te ko- pen, maar we moeten onze mondiale ketens evengoed koesteren. Lohman:

‘Je moet voedsel verbouwen op de plek die zich hier het beste voor leent.

Koffie, thee en bananen blijven we importeren.’ Van Huet: ‘85 procent van onze export blijft binnen Noordwest-Europa. Op wereldschaal is dit eigenlijk gewoon regionale afzet.’

Verbouw voedsel vooral op de plek waar dit het beste groeit

koop lokaal 7

(8)

8 Rabo &Co

(9)

In het voormalige Rabobank-pand in Heesch is tegenwoordig Gezondheidscentrum Ceres gevestigd. Het nieuwe medische hart van

het dorp biedt onderdak aan 22 partijen op het gebied van gezondheidszorg, van een huisarts en een apotheek tot een ergotherapeut en een logopedist.

‘Elke keer als we het gebouw passeren, komt een gevoel van trots naar boven.’

SJ ON REI JE RS & RO EL VA N BA KE L

TEKST: GUUS PETERS BEELD: FRANK RUITER

9

interview

(10)

B

Sjon Reijers en

Wie

Roel van Bakel Initiatiefnemers van

Wat

Ceres Het voormalige

Waar

kantoorpand van Rabobank Bernheze-Maasland

Waarom

Rabobank vond het belangrijk dat het pand een maatschappelijke functie kreeg en steunde de plannen

van Sjon Reijers en Roel van Bakel

Ons gezondheidscentrum heeft dezelfde

kernwaarden als Rabobank

ij binnenkomst in het splinternieuwe Gezondheidscentrum Ceres in Heesch springen doorzichtige, in de muur ge- metselde kokers in het oog. Daarin zitten briefjes die zijn voorzien van woorden. Dichtbij, betrokken, verbin- den en coöperatief staat er onder meer op geschreven.

Rabobank Bernheze-Maasland liet de doorzichtige kokers bij de bouw van haar kantoorpand in 2005 in de muren metselen. Op die manier vereeuwigde de bank de kernwaarden in het pand dat vijftien jaar geleden in gebruik werd genomen als adviescentrum voor Bernheze.

Toen Sjon Reijers en Roel van Bakel, initiatiefnemers van Gezondheidscentrum Ceres, het pand begin 2019 kochten van Rabobank, hadden zij het snel gezien:

van binnen moest het pand flink onder handen genomen worden. Maar de kokers in de muur werden behouden. ‘Met ons gezondheidscentrum hebben we

precies dezelfde kernwaarden als Rabobank’, zegt Reijers, eigenaar van ontwikkelaar en belegger Stein.

Oude woonkamer

Samen met Roel van Bakel, van Van Bakel Ont- wikkeling, liep Sjon Reijers al langer rond met het idee om in Heesch een gezondheidscentrum neer te zetten waar allerlei specialisaties bij elkaar zouden komen. Als geboren en getogen Heeschenaren hadden zij van artsen in het dorp weleens de vraag gekregen of er niet ergens een plek was waar zij gezamenlijk praktijk konden houden.

‘De meeste artsen zaten in een oude woonkamer aan huis’, zegt Van Bakel. ‘Als je werd doorge- stuurd naar de fysiotherapeut, moest je een nieuwe afspraak maken en kon je een paar dagen later op een ander adres terecht. En de apotheek zat weer een stuk verderop. Zo moest je het hele dorp door voor je zorgpakket.’

Het contrast met Gezondheidscentrum Ceres, dat eind maart openging, is levensgroot. Op 3.100 vierkante meter zitten 22 zorgaanbieders:

waaronder drie huisartsen, een apotheek, de prikpost van ziekenhuis Bernhoven, een verlos- kundigenpraktijk, een tandarts, een fysiothera- peut, een ergotherapeut, een cesartherapeut, een huidtherapeut, een podotherapeut, een thuiszorgorganisatie, een diëtist, een logopedist, een psycholoog, een hand- en polscentrum en een plastisch chirurg.

‘De specialisten komen elkaar de hele dag tegen.

Of het nu op de parkeerplaats, in de gang of tijdens de lunch in het restaurant is. De drempel om met elkaar samen te werken of dingen af te stemmen is veel lager dan wanneer je iemand moet bellen of mailen’, zegt Reijers. ‘Bovendien kunnen de patiënten na hun afspraak bij de huisarts meteen langs de apotheek lopen, mocht dat nodig zijn.’

De initiatiefnemers van Gezondheidscentrum Ceres maakten hun plannen direct kenbaar

10 Rabo &Co

(11)

De specialisten komen elkaar hier de hele dag tegen

toen in 2018 duidelijk werd dat het kantoorpand van Rabobank Bernheze-Maasland vrijkwam.

Rabobank was meteen enthousiast over de plannen voor een gezondheidscentrum, dat van maatschappelijk belang zou zijn voor de Heesche gemeenschap. ‘Omdat we nog niet alle ruimtes bezet hadden toen we het pand kochten, moesten we vooruit financieren’, zegt Van Bakel.

‘Rabobank heeft met ons meegedacht en dingen mogelijk gemaakt.’

Reijers en Van Bakel hadden toen al contact gehad met een aantal huisartsen in het dorp. Veel van hun werkruimtes waren in de loop der jaren verouderd of te klein geworden, niet in de laatste plaats doordat artsen de afgelopen jaren steeds meer zorgtaken hebben gekregen. Het was een van de redenen dat de initiatiefnemers de artsen als het fundament van het nieuwe zorgcentrum zagen.

Reijers: ‘We hadden er alle vertrouwen in dat de rest zou volgen. Het is een landelijke trend dat verschillende zorgverleners onder één dak sa- menkomen. Veel kleine ingrepen of behandelin- gen worden weer lokaal gedaan. Het ziekenhuis is er voor het grovere werk. Door samen op te

trekken, werk je efficiënter en bespaar je kosten.’

Als voorbeeld noemt hij de gedeelde kosten voor internet, alarm en afvalverwerking. Bovendien is het makkelijker om met meerdere partijen voordelige contracten voor de lange termijn af te sluiten dan wanneer een arts, fysiotherapeut of apotheek dat in zijn eentje moet doen. Daarbij heeft het gezondheidscentrum, dat aan de rand van Heesch ligt, een grote parkeerplaats.

Decibellen

Bij hun zoektocht naar geschikte huurders voor het pand richtten Reijers en Van Bakel hun blik uitsluitend op zorgaanbieders uit Heesch en de aangrenzende dorpen. Zorgverleners uit Uden, Veghel en Den Bosch toonden ook interesse. ‘Als we die hadden toegelaten, hadden we onze zorg- aanbieders in Heesch in de weg gezeten’, zegt Reijers. ‘Dat was het laatste wat we wilden. We komen tenslotte zelf uit Heesch.’

Hoewel het pand aan de buitenkant nog altijd dezelfde uitstraling heeft, doet in het gebouw – op de doorzichtige kokers na – weinig tot niets meer denken aan Rabobank. Alle vloeren, wan- den en plafonds zijn eruit gesloopt. De huisartsen mochten hun praktijk van 250 vierkante meter zelf indelen.

Omdat de bestemming van het pand veranderde werden plots heel andere eisen aan het gebouw gesteld. Volgens de richtlijnen van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) mogen muren maar een bepaalde hoeveelheid decibellen doorlaten in verband met de privacy van patiënten. Van Bakel: ‘Dat zijn harde eisen die we overal in het pand hebben doorgevoerd.’

Op de voormalige directiekamer na zijn alle ruimtes gevuld. Reijers en Van Bakel willen in die veertig vierkante meter elke dag een andere spe- cialist neerzetten. Van een gynaecoloog tot een radioloog. Reijers: ‘Het zou kwalitatief een mooie aanvulling zijn op het gezondheidscentrum.’

Door het coronavirus kon de opening van het ge- zondheidscentrum in maart niet groots gevierd worden. Dat was even balen, maar Reijers en Van Bakel vinden het veel belangrijker dat het ge- zondheidscentrum daadwerkelijk is gerealiseerd.

‘Elke keer als we het gebouw passeren, komt er een gevoel van trots naar boven.’

11

interview

(12)

Door het coronavirus konden veel grootouders hun kleinkinderen een poosje niet bezoeken. Hoe ging een hechte familie daar mee om?

En hoe belangrijk zijn sterke familiebanden eigenlijk?

‘Onze Zoom- party voelde

vertrouwd’

Toen haar kinderen twee en vier jaar oud waren, nam Tirzah Tetelepta hen mee naar de Molukken, naar het geboortedorp van haar ouders. Tirzah is geboren in Winterswijk, haar man is een geboren Groninger, maar de Molukse cultuur zit in de familie. Haar kinderen moeten wat leren over de afkomst van hun familie. Dat is immers ook een deel van hun identiteit, meent Tirzah. ‘Familie vind ik erg belangrijk. Je deelt een onverwoest­

bare band met elkaar.’

Tirzah Tetelepta (1976) werkt bij de Rabobank Groepsorganisatie in Utrecht als projectmanager cyber security. Ze is tevens voorzitter van het Kleurrijk Rabo­netwerk. Het begrip ‘familie’ neemt ze ruimer dan anderen: alle generaties, aftakkingen en partners horen erbij. Tirzahs dochter Amy is vernoemd naar haar vader, haar zoon Ruben naar haar lievelingsoom. Familieverjaardagen zijn áltijd druk bezocht. Oma en opa sturen vrijwel dagelijks appjes naar hun kleinkinderen: ‘Hoe gaat het met onze kindjes?’ Regelmatig logeren Tirzahs kinde­

ren bij hun grootouders, waar alles kan en mag.

En toen was daar het coronavirus.

Tirzah: ‘Omdat mijn ouders tot de risicogroep behoren – vanwege hun leeftijd, maar ook omdat mijn moeder een aangezichtsverlamming heeft – konden we elkaar niet meer bezoeken. Dat vond ik vervelend, ook voor mijn kinderen, maar ik merkte dat met name mijn ouders het er moeilijk mee hadden.’

Steun aan elkaar

We houden misschien niet allemaal van familie­

bezoeken, maar vanuit sociologisch perspectief is familie uiterst belangrijk.

Katya Ivanova is universitair docent sociologie aan Tilburg University, gespecialiseerd in interge­

nerationele saamhorigheid in complexe families.

‘Alle familieleden hebben profijt bij sterke familie­

banden — daar is tal van wetenschappelijk bewijs voor. In zo’n familie voelen mensen zich minder eenzaam en hebben ze steun aan elkaar.

Men zorgt ook voor elkaar. Je kunt ook aan heel praktische voordelen denken: goede kans dat opa en oma regelmatig op de kleinkinderen passen of dat ouders hun kind financieel kunnen steunen bij het kopen van een huis.

Kinderen op hun beurt kunnen ouderen leren omgaan met WhatsApp, om maar wat te noemen, en ze kunnen voor hen zorgen wanneer dat nodig is. Voordat we de verzorgingsstaat hadden, was de familie ons veiligheidsnet. Nog altijd is familie ons belangrijkste netwerk.’

Ivanova vervolgt: ‘Familieleden die regelmatig op de een of andere manier contact met elkaar hou­

den, plukken de vruchten van een familieband — die correlatie is aangetoond. Maar dat hoeft niet per se lijfelijk contact te zijn.’ Dat is goed nieuws, in tijden van corona. Met elkaar bellen of video­

bellen kan dus een goed alternatief zijn.

Op een kluitje

Ook in Tirzahs familie werd bij gebrek aan bezoeken van en aan opa en oma uitgeweken naar videobellen. Pardon: ‘Zoom­parties’, met de hele familie (zie fotobijschrift). ‘Rommelige gesprekken, maar daar staat onze familie om bekend. Het voelde dus heel vertrouwd’, lacht Tirzah. Natuurlijk, videobellen is niet hetzelfde als elkaar in het echt zien. Knuffelen.

Maar de familie bleef er nuchter onder: wat niet kan, kan niet. Maar de opluchting was groot en duidelijk zichtbaar toen Tirzah en haar ouders het weer aandurfden om elkaar te bezoeken.

‘We hadden afgesproken anderhalve meter afstand van elkaar te houden. Maar zowel de kinderen als mijn ouders konden zich niet bedwingen: ze omhelsden elkaar gauw.’ In juni was er ‘eindelijk weer’ een familieverjaardag en werd het nog eens duidelijk hoezeer ook de ande­

re familieleden fysiek contact hadden gemist.

‘De halve woonkamer bleef leeg. Op de andere helft zat iedereen op een kluitje. Heerlijk.’

TEKST: RENS LIEMAN BEELD: MARCO VAN DUYVENDIJK

Rabo &Co

12

(13)

Agnes (1950) en Joseph (1948) Tetelepta, met hun dochter Tirzah (1976) en hun kleinkinderen Ruben (2013) en Amy (2014). Tijdens de lockdown konden ze alleen online met elkaar praten, via

Zoom. Het was de eerste keer voor iedereen even wennen, maar opa en oma zijn blij wanneer hun (klein)kinderen in beeld verschijnen. ‘Kunnen we al die smoeltjes niet ook in een raster zien?’, vraagt Joseph bij hun eerste Zoom-party. Na wat drukken op de knoppen krijgt hij het voor elkaar.

Kijk, daar zijn de kleinkinderen, Ruben en Amy hangen over Tirzah heen. Ze trekken gekke bekken.

‘Hallo lievelingen! Hoe is het daar?’ Agnes ziet Ruben antwoorden, maar ze hoort alleen haar beide zonen, die druk met elkaar in gesprek zijn. Joseph mengt zich erin, wil ook het woord. Agnes trekt zich juist terug. Laat ze hun gang maar gaan. Het wordt steeds rumoeriger, drukker, luider — net zoals op verjaardagen hier in huis. ‘Fijn, zeg.’

Kleinkinderen in tijden van corona

portretten 13

(14)

Tirzah vertelt hoe haar kinderen het online contact met haar ouders tijdens de lockdown hebben beleefd. ‘Ze weten hoe videobellen werkt, dat het nu

even wachten is totdat de anderen ook ingelogd zijn.’ Pling: oma en opa. Ruben:

‘Oma, we zien alleen je voorhoofd, haha!’ Tirzah zegt tegen haar moeder dat ze de telefoon iets moet kantelen. ‘Heeee, oma!’ roept Amy blij. Terwijl de rest van de familie inlogt, trekken de twee gekke bekken. Amy drukt haar neus bijna tegen het telefoonscherm, het is reuze interessant om iedereen te zien en te horen praten. Ook hun ooms melden zich en die beginnen met elkaar te praten. Weet de rest wel dat zij er ook nog zijn? Zo is er niets meer aan. De twee springen van de bank. ‘Doei allemaal, wij gaan buiten spelen’, roepen ze nog. En weg zijn ze.

Dochter in tijden van corona

portretten

14

(15)

olanda Berghoef is een van de 33 ledenraadsleden van Rabobank Altena-Bommelerwaard. Als adviseur marketing bij Rivas Zorggroep, de zorgorganisatie die naast het Beatrixziekenhuis in Gorinchem ook zeventien verpleeghuizen, drie locaties revalidatie- en herstel en wijkver- pleging omvat, stond zij dicht op de coronazorg toen begin dit jaar de crisis uitbrak. Nóg dichterbij was haar collega Karin Koedam, hoofd IC en crisiscoördinator in het Beatrixziekenhuis. Een terug- blik. Karin: ‘Een aantal keer per jaar oefenen wij een crisis.

We worden dan geconfronteerd met een ramp. Zo ook afgelo- pen oktober. Een meerdaagse oefening van de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) voor de regio Zuid-Holland-Zuid, met als thema Hollandse Griep. Het scenario:

een grootschalige infectieziektenuitbraak. Toen de eerste inter- nationale berichten over corona verschenen, dacht ik: dat lijkt wel héél erg op ons scenario. Op 29 februari kwam het bericht dat een patiënt die een paar dagen bij ons op de IC had gelegen, corona bleek te hebben. Het Rivasbrede crisisbeleidsteam werd meteen bijeengeroepen om de situatie in kaart te brengen en de nodige maatregelen te nemen. In de tussentijd werd er steeds meer bekend over aantallen patiënten wereldwijd, maar ook over de situatie in Italië. Het aantal besmettingen breidde zich ook in Nederland snel uit.’

Saamhorigheid

‘Bij onze aanpak volgen we de richtlijnen van het RIVM, waarbij we voortdurend op veiligheid toetsen. Niet alleen voor onze patiënten, maar ook voor onze medewerkers. We vinden het erg belangrijk dat ook onze medewerkers aandacht en nazorg krijgen, bijvoorbeeld in de vorm van mentale ondersteuning of een extraatje bij de koffie. Zij hebben echt bergen verzet en het mooie was dat ik vaak terugkreeg: ja, maar ik doe toch gewoon mijn werk? Terwijl je je moet voorstellen dat verpleegkundigen die normaal gesproken op de poli’s werken nu ineens heel ander werk moesten doen binnen het ziekenhuis of in een van onze verpleeghuizen. Weg uit de veilige omgeving en dan ook nog eens bij patiënten met een ziekte waarvan we nog niet zoveel wisten. Dat is best pittig. Als ik in onze gezamenlijke app de dien- sten zette die gedraaid moesten worden, was alles binnen een half uur voor de hele week opgelost. Ik heb dat echt elke keer als heel bijzonder ervaren. De saamhorigheid is enorm!’

Trots

‘Wat ik het zwaarste vond? Ik denk toch wel het feit dat de patiënten geen bezoek mochten ontvangen. We probeerden het zo aangenaam mogelijk voor ze te maken, en het was geweldig om te zien hoe iedereen zich daarvoor inzette, maar al die zieke mensen en al dat verdriet dat je elke dag ziet, dat is enorm heftig.

Op de IC maak ik natuurlijk vaker verdrietige situaties mee, maar nu waren het gewoon heel veel patiënten. Sommigen werden

van het ene op het andere moment zó ziek dat ze aan de beademing moesten.

De dierbaren kregen dan de gelegen- heid om afscheid te nemen via de iPad, maar op die manier afscheid moeten nemen blijft vreselijk. Voor iedereen.’

Jolanda: ‘Het is belangrijk dat je daar als team met elkaar over praat. Het helpt dat je elkaar begrijpt, je maakt hetzelfde mee. Voor medewerkers is er psychologische ondersteuning beschikbaar in de vorm van maatschappelijk werk en geestelijke verzorging. Dat was toen zo en dat blijft ook zo. We blijven onze medewerkers ondersteunen waar we kunnen.’ De hectiek van de eerste periode is voorbij; er is weer wat rust. Ook om terug te kijken, naar ervaringen en naar lessen. Karin: ‘Alles in die tijd was bijzonder en ik ben ongelooflijk trots op iedereen die zo hard heeft gewerkt en meegedacht. Het meest bijzonder? Misschien toch wel de verhalen van onze patiënten die erg ziek zijn geweest maar die het hebben gered. Zoals een oudere patiënt die wekenlang op de IC lag, daarna nog een tijd bij ons moest revalideren, en op een dag weer naar huis kon. Dan denk je:

dáár doen we het voor.’

Jolanda: ‘Ik denk ook aan de waardering die onze collega’s kregen voor hun liefdevolle zorg. Zij doen echt hun best om patiënten, bewoners en cliënten net even wat extra’s te bieden.

En wat deze tijd ook gebracht heeft: we hebben elkaar intern beter leren kennen. Normaal gesproken zit ik in een ander pand, maar nu verhuisde ons team naar de verdieping waar het crisis- beleidsteam bijeen komt. We zien binnen de hele organisatie dat mensen elkaar makkelijker weten te vinden.’ Voor nieuwe uitbra- ken staat Rivas klaar, al hopen zowel Karin als Jolanda dat ze niet meer teruggaan naar waar ze vandaan kwamen. Veel daarbij valt of staat bij het gedrag van iedereen, zo onderstrepen ze allebei.

‘Corona maakt geen onderscheid, het kan ook jou overkomen.

Dus: houd afstand en was je handen.’

Tekst: Monique van de Vall Beeld: Rijk in Beeld

Afscheid

nemen via de iPad is vreselijk.

Voor iedereen

TEKST: MONIQUE VAN DE VALL BEELD: RIJK IN BEELD

J

Karin Koedam, hoofd IC en crisiscoördinator 15

(16)

Corona houdt de wereld in haar greep. Maar behalve de negatieve gevolgen die we ervan ondervinden, kunnen we er ook iets van leren: terwijl we elkaar fysiek op afstand houden, groeit het besef dat we in geestelijk opzicht juist naar elkaar toe moeten bewegen.

De coöperatie is springlevend

TEKST: ROLAND VAN DER VORST BEELD: BAS LOSEKOOT

heeft op het waterniveau in Bangladesh. Dat de brandende regenwouden in Brazilië wel eens zouden kunnen bijdragen aan de noodzaak tot ophoging van onze dijken. Ook de oplossingen voor deze uitdagingen beginnen bij het besef van onderlinge afhankelijkheid.

Je zou denken dat technologie ons daarbij kan helpen. Maar achteraf bekeken is de hele global village vooral een praatclub gebleken. Iedereen kan online naar hartelust communiceren, spelle- tjes spelen en zaken doen met de hele wereld.

Maar om nou te zeggen dat dit heeft geleid tot een diepgaand besef dat we elkaar nodig hebben, valt nog maar te bezien.

Digitale ecosystemen

Toch komt daar verandering in. Er komt steeds meer ‘coöperatieve technologie’. Zoals systemen die de onderlinge afhankelijkheden tussen meerdere partijen op een goede manier regelen.

De meeste platforms – zoals e-commercebedrijven, dating platforms en marktplaatsen – stimuleren nu nog de economische uitwisseling tussen twee partijen. Maar er komen steeds meer digitale ecosystemen die verschillende spelers met elkaar verbinden op een manier waar iedereen beter van wordt. Denk aan de digitale platforms in bijvoorbeeld Afrika en India die boeren gemakke- lijker verbinden met financiers, zadenleveranciers en afzetmarkten. Goed voor boeren en alle bedrijven in die keten. Deze digitale systemen stemmen de onderlinge afhankelijkheden zorg- vuldig op elkaar af. De spelers staan zo niet meer tegenover, maar tussen elkaar. We zijn vanuit

innovatie bij Rabobank actief aan het investeren in dergelijke platforms in de wereld.

Op de tweede plaats zijn er platforms die expli- ciet het algemene belang behartigen. Een klein voorbeeld dat bedoeld is om voedselverspilling tegen te gaan is Olio, een gratis app die buurtge- noten met elkaar verbindt die eten hebben dat ze zelf niet kunnen opeten. De app werkt eenvoudig:

je maakt een foto van je eten en mensen die zijn aangesloten ontvangen een alert. Inmiddels hebben een miljoen mensen in 49 landen zich hierbij aangesloten. Olio zorgt ervoor dat mensen niet tegenover, maar naast elkaar staan.

Hier zie ik traditioneel een belangrijke rol voor ons in Nederland. Het platform Support Your Locals, dat Rabobank actief heeft helpen bouwen, is zo’n voorbeeld hiervan.

Dit zijn nieuwe coöperatieve systemen die mensen bijeenbrengen op basis van wederzijdse afhankelijkheid. Dat is misschien wel een van de meest hoopgevende ontwikkelingen: het blijft niet meer bij praten alleen. Deze nieuwe syste- men maken het verbinden van mensen minder vrijblijvend.

Bouwer van coalities

Maar er is een derde manier waarop we het individuele belang kunnen helpen overstijgen:

een fysieke plek inrichten waar mensen onder elkaar zijn. Zo is de voetbalkantine voor veel ondernemers in het Westland een plek waar geschillen worden beslecht en oplossingen bedacht. De kantine is een neutrale, derde ruimte, waar men elkaar vertrouwt. Onder het voetbal ontstaat er tijd om het eens te worden.

De kantine is juist zo effectief omdat hij niet bedoeld is voor overleg. Langzamerhand kunnen we elkaar weer gaan ontmoeten. Laten we die mogelijkheid gebruiken om mensen uit ons netwerk bij elkaar te brengen. Van elkaar te laten leren. Hoe zij met de crisis zijn omgegaan.

Kunnen we samen misschien een buurt vooruit helpen?

Zelf ben ik onder andere betrokken bij een initiatief waarbij Rabobank kijkt hoe we boeren wereldwijd kunnen laten profiteren van de opslag van CO₂ in hun land. Ik zie een belangrijke rol weggelegd voor de bank als bouwer van coalities. Op lokaal niveau en op wereldschaal.

Daarmee helpen we de wereld vooruit.

En het is goed voor zaken, want nieuwe initiatieven moeten ook gefinancierd worden.

Twintig jaar geleden klonk de coöperatie voor veel mensen misschien ouderwets.

Tegenwoordig is zij springlevend. Rabobank is bij uitstek de organisatie om te laten zien dat de coöperatie kan werken. Let’s grow a better world together!

Roland van der Vorst Head of Innovation, Rabobank Nederland Meer dan ooit wordt duidelijk dat we alleen door samenwerking problemen kunnen oplossen.

De schade van deze crisis was veel kleiner geweest als landen een gezamenlijke strategie tegen Covid-19 hadden gekozen. Als er goede afspraken waren gemaakt over het delen van kennis, medicijnen en de mobiliteit van mensen.

De schade was minder groot geweest als we gekeken hadden naar de samenhang van de ver- schillende elementen (zoals gezondheidssymp- tomen, ziekenhuiscapaciteit, mobiliteitspatronen en culturele context) en hun systeemdynamische effecten. Als deze crisis íets duidelijk maakt, is het dat we de wereld als geheel moeten beschouwen.

Dat geldt niet alleen voor het bestrijden van Covid-19. De uitdagingen van deze tijd overschrij- den de grenzen van onze eigen haard. Ze vragen om een coöperatieve grondhouding. Eén waarbij we ons realiseren dat we afhankelijk zijn van elkaar. Dat het gebruik van fossiele brandstoffen in New York, Shanghai en Amsterdam invloed

16 Rabo &Co

(17)

Meer dan ooit wordt duidelijk dat we alleen door samenwerking de problemen van deze tijd kunnen oplossen

17

coöperatief

(18)

Hockey-international Terrance Pieters en kunstenaar Klaskie kunnen excelleren dankzij alle vrijwilligers die het verenigingsleven dragen. ‘De club voelt als mijn tweede huis.’

Onze

TEKST: SABINE SLUIJTERS BEELD: STUDIO POLAT

club

Maar we zaten ook jankend in de kleedkamer na een verloren finale.’

ClubSupport

Het verenigingsleven is een van de steunpilaren onder de Nederlandse samenleving. Naar schat- ting telt ons land 28.000 sportclubs en een kleine 40.000 culturele verenigingen. Hier komen jong en oud samen om te ontspannen, te leren of zichzelf uit te dagen. Verenigingen verbinden mensen en bieden een waardevol netwerk. En soms helpen ze jongeren bij het realiseren van hun ultieme droom.

Met ClubSupport ondersteunt Rabobank het Nederlandse verenigingsleven.

errance Pieters is zes jaar als hij begint met hockeyen in de F5 van Almere.

‘Ik was eigenlijk altijd op de club.’

Als hij terugdenkt aan die tijd verschijnt er een grote grijns op het gezicht van de 23-jarige aanvaller van het Nederlands elftal. ‘Op woensdag en vrijdag had ik training. Maar op dinsdag en donderdag organiseerde de vereniging instuif- trainingen voor wie zin had. Daar was ik altijd bij.’

Voor Pieters voelt zijn club als een tweede thuis.

Zijn ouders zijn actief als vrijwilliger. ‘Mijn vader coördineerde de zaalhockey en mijn moeder zat in de communicatie-commissie.’ Hij leert er al zijn beste vrienden kennen. ‘We speelden jarenlang in hetzelfde team. Dan breng je veel tijd met elkaar door en deel je heftige emoties. Intense blijdschap als we een belangrijke wedstrijd wonnen.

Ik wil mee naar de Olympische Spelen in Tokio

T

Help mee 150.000,- te verdelen onder clubs in de regio

De clubs en verenigingen van Nederland zijn ongelofelijk waardevol, omdat ze ons bij elkaar brengen. Daarom investeert Rabobank haar kennis, netwerk en een deel van de winst in clubs en verenigingen, zodat we met elkaar ons land – buurt voor buurt – sterker maken. Dat doen we samen met onze leden. Want samen vieren we de winst. Lees meer informatie over Rabobank ClubSupport op pagina 43 van dit magazine.

Rabo &Co

18

(19)

Ik mag

mijn collectie showen in New York

Code

Pieters wordt zes jaar achtereen gecoacht door de vader van zijn beste vriend Manuel Verga.

Van hem leert hij ‘de code’: ongeschreven omgangsregels die hem vormen, ook buiten het hockeyveld. ‘Dat je altijd eerlijk moet zijn.

En iemand moet aanspreken als je het ergens niet mee eens bent.’ Maar wanneer hij gecon­

fronteerd wordt met racistische opmerkingen in en om het veld spreekt hij zich niet uit. ‘Ik vond dat ik ermee moest leren omgaan.’ De grappen die gemaakt worden – ook door teamgenoten – lijken onschuldig, maar raken hem wel degelijk.

‘Mensen realiseren zich gewoon niet wat woorden als ‘zwarte’ en ‘neger’ met je doen.’

Inmiddels hockeyt Pieters vier jaar in de hoofd­

klasse, het hoogste niveau in de hockeysport en maakt hij deel uit van de selectie van het Nederlands elftal. Vorig jaar stapte hij met pijn in zijn hart over van Almere naar Kampong.

‘Dat was een hele moeilijke beslissing, maar ik wilde hogerop. Mijn doel is meegaan naar de Olympische Spelen in 2021 en bij Kampong kan ik beter laten zien wat ik kan.’

Toch biedt een club een sporter niet alleen een platform om te leren en te excelleren, vindt Pieters. ‘De meerwaarde zit ook in het netwerk.

Ik ken genoeg jongens die stageplekken of werk hebben gekregen dankzij de vereniging.’

Zelf vond hij via een bestuurslid van Almere een huis in Amsterdam. Een notaris binnen Kampong hielp hem met het oprichten van een eigen bv.

‘Als ik iets nodig heb, kijk ik eerst even binnen de vereniging of er iemand is die me kan helpen of advies kan geven.’

Kunstbende

Hockey is een teamsport en dus bij uitstek een verenigingssport. Maar ook in de kunst en cultuur spelen verenigingen een belangrijke rol.

Uit recent onderzoek blijkt dat zo’n 1,5 miljoen Nederlanders een creatieve activiteit beoefenen bij een culturele of kunstzinnige vereniging.

Voor de 16­jarige Klaske Duin – of Klaskie zoals haar artiestennaam luidt – is dat Kunstbende, een jaarlijkse wedstrijd voor jong creatief talent, die eerder grote artiesten als Duncan Laurence en Martin Garrix voortbracht. Deelnemers komen uit in diverse categorieën uiteenlopend van fashion en theater tot dj, taal en influencer.

Met gratis workshops bereiden ze zich voor en wie de regionale voorronde wint, mag mee naar het finalistenweekend. ‘Dat is zo leuk. Je ontmoet daar zoveel nieuwe creatieve mensen.’

Met haar kledingcollectie won Klaskie de finale

van 2019 in de categorie fashion. ‘Daardoor mocht ik naar de Fashion Clash in Maastricht en Lowlands. Ik heb daar zoveel geleerd over het organiseren van een modeshow.’ Ook krijgt ze coaching in social media, waardoor ze beter vindbaar is op Instagram. ‘Daardoor ben ik gevonden door NY Fashion Week en mocht ik naar New York om mijn collectie te showen.’

Kunstbende geeft jonge talenten een podium en de kans om te ontdekken of ze echt verder willen in een bepaalde discipline. Naast de workshops en masterclasses zit de meerwaarde vooral in het enorme netwerk dat de vereniging biedt.

Maar liefst 85 procent van de deelnemers krijgt later werk in de cultuursector. Ook Klaskie weet zeker dat ze hierin verder wil. ‘Ik ben interdiscipli­

nair verteller. Ik vertel verhalen en gebruik daar­

voor alle kunstvormen die er zijn. Bij Kunstbende kan ik dat uitproberen. Tot ik achttien ben, ga ik elk jaar meedoen.’

Rabo ClubSupport 19

(20)

WAKEN LICHTER MAKEN

Stichting Waakmand Bommelerwaard biedt mantelzorgers in de thuissituatie een steuntje in de rug, met een waakmand vol zorg, troost en aandacht. Een gesprek met bestuursleden

Gerlinde Baron, Leny Merks en Frans van Amelsvoort. ‘De bekende longarts Sander de Hosson – nu een van onze ambassadeurs – schreef een column over waakmanden.

Die maakte indruk. Bij een terminale ziekte gaat de aandacht meestal uit naar de patiënt, veel minder naar de mantelzorger. Terwijl bij een dierbare waken heel intens en emotioneel is. Mantelzorgers zijn bovendien gewend altijd maar door te gaan, zelfs zo dat ze soms nauwelijks tijd maken om afscheid te nemen.

Om hen een steuntje in de rug te geven hebben we deze stichting opgezet in de Bommelerwaard; waakmanden bestaan al, maar voor zover wij hebben kunnen nagaan alleen in bijvoorbeeld hospice- en verpleeghuissituaties, niet voor thuis. We vullen de mand zo lokaal

mogelijk met zaken als een plaid, een kaars, wat lekkers, een kleurboek voor volwassenen, een puzzelboekje, fruit van het seizoen, een tijdschrift, en een boekje van Rob Bruntink, ook ambassadeur, over het einde van het leven;

de inhoud varieert al naar gelang de ontvanger.

Nu kunnen mantelzorgers tijdens het waken lekker lezen of kleuren, of rustig ontspannen.

Ze krijgen de mand gratis, en mogen hem houden, maar de inhoud, zo benadrukken we altijd, hoeven we niet gratis te hebben. Wel zijn we blij als een leverancier een mooie prijs voor ons maakt. Zoals we ook blij waren toen we een bijdrage kregen uit o.a. het Coöperatiefonds van Rabobank Altena-Bommelerwaard en van de Van Voorden Stichting. Wij zijn volledig afhankelijk van donaties, met de steun die we krijgen kunnen we nog meer mantelzorgers een hart onder de riem steken.’ Stichting Waakmand Bommelerwaard heeft een ANBI-status.

Website: www.waakmand-bommelerwaard.nl.

TEKST: MONIQUE VAN DE VALL BEELD: WESLEY DE WIT

coöperatiefonds

20

(21)

KORT NIEUWS

Rabobank Altena-Bommelerwaard

PinPin Doeboek

Exclusief voor kids van de Rabo PinPin Kidsclub!

Vanwege de coronacrisis kiezen we dit jaar voor een andere invulling van het Rabo PinPin Kidsfeest. Daarom ontvangen leden van de Rabo PinPin Kidsclub in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar dit jaar een PinPin Doeboek boordevol spelletjes, puzzels, acties, nieuws en weetjes over de bank en geldzaken. Zijn jouw (klein)kinderen al lid van de Rabo PinPin Kidsclub? Meld ze vóór 14 oktober kosteloos aan en ontvang het leuke PinPin Doeboek geheel gratis.

Kijk voor meer info en voorwaarden op rabobank.nl/altena-bommelerwaard.

Mobiele adviseur

Adviseur aan huis voor een financiële check van uw bankzaken*

Soms is het lastig om zelf je bankzaken te regelen. Bijvoorbeeld omdat het te ingewikkeld is, je niet alles meer kunt onthouden of je niet mobiel bent. Rabobank biedt hulp met Samen Bankie- ren via duidelijke informatie, helder advies en handige hulpmiddelen. Zo kun je zelfstandig of samen met iemand die je vertrouwt je bankzaken blijven regelen. Ben je (nog) niet zo thuis in de moderne vormen van bankieren? Dan is onze Mobiele Adviseur er speciaal voor jou! Informeer naar de mogelijkheden. *In verband met de maatregelen rondom corona kan het zijn dat de service beperkt of aangepast wordt aangeboden. Informeer naar de opties: (088) 722 66 00.

Actuele openings- tijden kantoren

Check onze website

Als gevolg van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus verder tegen te gaan is ons kantoor in Kerkdriel tot nader order gesloten. Voor dringende zaken ben je welkom op de kantoren in Almkerk en Zaltbommel. Op rabobanl.nl/

altena-bommelerwaard vind je de meest actuele informatie.

De bank voor

agrarische ondernemers

Food & agri

De ontwikkelingen in de agrarische markten gaan razendsnel. Je staat telkens voor belang- rijke beslissingen die grote financiële gevolgen kunnen hebben. Ook bedrijfsoverdracht en schaalvergroting brengen complexe vragen met zich mee. De Rabobanken

Altena-Bommelerwaard, De Langstraat, Tilburg en omstreken, Oss-Bernheze en 's-Hertogenbosch en omstreken hebben hun agrarische kennis en ervaringen gebun- deld in het Food & Agri Team Midden-Brabant.

Met deze samenwerking investeren we samen

in de groei van Midden-Brabant en hebben we alle expertise in huis om jou als klant actief en slagvaardig te ondersteunen.

Samen met de accountmanagers van het Food & Agri Team Midden-Brabant vind je de beste oplossingen. We zijn en blijven ge- worteld in de agrarische sector. Neem contact met ons op via (088) 722 66 66 of mail naar bedrijven.ab@rabobank.nl.

Korting: Het Noordbrabants Museum – tentoonstelling Asjemenou

Exclusief voor leden: 2

e

kaartje gratis

Wat hebben Loekie de Leeuw, het cassettebandje en patatje kapsalon ge- meen? De tentoonstelling Asjemenou! vertelt aan de hand van maar liefst 100 voorwerpen het verhaal van de naoorlogse Nederlandse populaire cultuur. Kom ook herinneringen ophalen in Het Noordbrabants Museum!

Wanneer: 10 oktober t/m 24 januari. Bestel je kaarten via www.hnbm.nl en gebruik de kortingscode ‘Rabokorting’. Veel plezier!

21

(22)

Toen Joost van der Velden hoorde over de

anderhalvemetersamenleving wist hij meteen wat zijn bedrijf Remoticom moest doen.

Hij ontwikkelde sensoren waardoor mensen zich vrij kunnen bewegen en toch afstand bewaren.

of Things’. Door sensoren te verbinden met het internet wil het bedrijf de leef- en werkomstan- digheden van mensen veiliger, efficiënter en duurzamer maken.

Bewegingsvrijheid

Vrijwel direct na die eerste digitale vergadering ontwikkelde het bedrijf vier producten die mensen moeten helpen om zoveel mogelijk bewegingsvrijheid te behouden zonder de grens van anderhalve meter te overschrijden. ‘Daarbij hebben we gekeken welke bestaande producten en technologieën we konden gebruiken om een bijdrage te leveren aan het bestrijden van deze crisis’, aldus Van der Velden.

De Sodisense is een sensor die mensen aan hun keycord, om hun pols of op een andere manier dragen. De sensor begint te trillen wanneer je ls directeur van technologie-

bedrijf Remoticom voelde Joost van der Velden zich geroepen iets te doen toen premier Rutte in maart de anderhalvemetermaatschappij in het leven riep.

Hij trommelde zijn medewerkers digitaal op om te bespreken hoe het bedrijf met zijn eigen technologische oplossingen een bijdrage kan leveren aan de nieuwe samenleving. ‘Met onze technologie lopen we een paar jaar voor op anderen. Ik vond dat we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid moesten nemen’, zegt Van der Velden. In dit geval door mensen te helpen om anderhalve meter afstand te bewaren.

Van der Velden heeft Remoticon in 2011 opge- richt en opende vier jaar later het hoofdkantoor in Tilburg. Het bedrijf richt zich op ‘the Internet

TEKST: GUUS PETERS BEELD: ANNABEL OOSTEWEEGHEL

Sensoren voor de nieuwe wereld

A

22 Rabo &Co

(23)

binnen anderhalve meter van iemand anders komt die ook een sensor draagt. Van der Velden:

‘Het is ideaal voor een gelegenheid waar mensen tijdelijk bij elkaar komen, denk aan een bar of restaurant.’

Daarnaast ontwikkelde het bedrijf een sensor die in openbare ruimten met een stoplichtstructuur registreert of het te druk is of niet. Heat maps geven aan of de drukte verantwoord is. ‘Sommige innovaties gaan nu sneller door de coronacrisis.

Maar we willen wel producten ontwikkelen die ook na het coronatijdperk bruikbaar zijn.’

Smiley’s

Een derde sensor, die werd ontwikkeld in samenwerking met het bedrijf Mr. Fill, telt realtime hoeveel bezoekers of klanten er in bijvoorbeeld een winkel zijn. In het begin van de anderhalvemetermaatschappij waren veel winkeliers voorzichtig, merkte Van der Velden.

‘Met behulp van onze sensor bleek dat ruimtes niet altijd optimaal gebruikt werden, er konden meer klanten naar binnen dan veel ondernemers dachten. Bijkomend voordeel was dat de rijen op straat korter werden.’

Als vierde hulpmiddel bedacht Remoticom een tevredenheidssensor. Deze is voorzien van smiley’s, om te meten of klanten en bezoekers tevreden zijn met de maatregelen die een onder- nemer heeft getroffen. Bij de kassa of de ingang kunnen zij de getroffen maatregelen beoordelen.

‘Zo weet je met één druk op de knop of bezoe- kers het prettig vonden’, zegt Van der Velden.

Door een ingrijpende gebeurtenis ontstaat een drang om iets te kunnen betekenen, vervolgt Van der Velden, die met Remoticom internationaal ge- oriënteerd is. De technologie maakt het mogelijk om toch aanwezig te zijn, zonder dat je er fysiek daadwerkelijk bent. ‘De meeste landsgrenzen waren de afgelopen maanden dicht, het sturen van een onderhoudsmonteur was niet mogelijk geweest. Maar doordat we onze technologie op afstand kunnen uitlezen, konden we toch van waarde zijn.’

Waar het normaal een behoorlijke tijd duurt voordat een idee is uitgewerkt tot een product, werd nu haast gemaakt. Alle vier de producten die Remoticom maakte om bij te dragen aan de anderhalvemetersamenleving zijn inmiddels op de markt. ‘Er is een maatschappelijk probleem ontstaan, waardoor we snel moesten handelen.’

Als het aan Van der Velden ligt, krijgen zijn producten zo snel mogelijk navolging. ‘De crisis is een ramp, maar levert ook mooie, nieuwe ideeën en samenwerkingen op. Dat is hartstikke waar- devol in deze moeilijke tijden. Door samen op te trekken en innovatief te zijn, hebben we laten zien dat sommige dingen die onmogelijk lijken, toch mogelijk zijn.’

Samen het onmogelijke

mogelijk maken

Rabo &

Remoticon

Remoticom is voortdurend op zoek

naar de nieuwste technologieën.

Dat sluit naadloos aan bij één van de kernwaarden van Rabobank: innovatie.

Rabobank denkt mee en draagt graag bij aan maatschappelijke

onderwerpen.

23

pionier

(24)

Het zijn voornamelijk tuinders uit de buurt die aan het loket komen. Om seizoenskrediet aan te vragen of een financiering voor een nieuwe kas.

Maar vanaf halverwege de jaren vijftig komen er ook steeds meer particulieren en middenstanders naar de bank. De Centrale Boerenleenbank maakt reclames die op hen gericht zijn. De dienstverle- ning wordt uitgebreid met spaarrekeningen voor particulieren, hypotheken en verzekeringen.

De ‘giralisering van het loonzakje’ in de jaren zestig helpt mee. De bank verleent daarnaast kredieten aan het midden- en kleinbedrijf, gemeentelijke instellingen en nutsbedrijven.

Assistente

Van Holstein maakt de ontwikkelingen van dicht- bij mee: vanaf 1957 eerst als assistent-kassier bij de Boerenleenbank in Huissen, vanaf 1961 als kan- toorbeheerder op een bijkantoor in Arnhem-Zuid.

Met al die nieuwe financiële producten in de aanbieding gaat Van Holstein in de middagen de hort op om klanten voor zijn bank te werven.

‘Ik mengde mij in de buurt. Ik werd secretaris- penningmeester van de winkeliersvereniging en bezocht samen met een vertegenwoordiger van de Centrale Boerenleenbank alle steenfabrieken in Arnhem-Zuid.’ Het wordt steeds drukker bij de bank. Kon Van Holstein het werk eerst nog alleen, na twee jaar neemt hij een assistente aan.

Persoonlijk contact

Het persoonlijke contact wordt er niet minder op.

Ook als Van Holstein in 1964 kassier wordt bij weer een andere Boerenleenbank: in Deurningen, nabij e moet het zo zien: vroeger had je geen

bankdirecteuren, maar kassiers: zij die de kas beheerden. De kassier wás de bank. In Naaldwijk, waar ik geboren ben, sprak men van ‘de bank van Krook’ en ‘de bank van Klapwijk’. De heer Krook was kassier bij de Boerenleenbank, Klapwijk bij de Raiffeisenbank.

Klanten kenden de kassier, de kassier kende zijn klanten.’

We schrijven 1948. Jan van Holstein - dan 16 jaar oud, nu 88 - komt op voordracht van zijn vader bij de Naaldwijker Boerenleenbank te werken.

Hoewel hij later naar de andere kant van het land zou verhuizen, bleef hij de bank altijd trouw. Hij maakte de fusie tussen de Boerenleenbank en de Raiffeisenbank mee en zag bovenal van dichtbij hoe het bankieren én zijn clientèle veranderden.

Een van die belangrijke veranderingen was auto- matisering en digitalisering. Als jongste bediende bij de bank zette Van Holstein zelf de eerste stap- jes in die richting. ‘Mijn werk bestond aanvankelijk vooral uit het uittypen van dagafschrijvingen.

Dat deed ik op een typemachine in een achterka- mertje van de bank. Kassier Krook hield kantoor in de kamer ervoor, waar ook de boekhouder werkte.

Klanten werden in het smalle halletje aan een van de twee loketten ontvangen.’

Als de eerste boekhoudmachines op de markt komen, die automatisch dagafschrijvingen kunnen uittypen, stuurt Krook zijn jongste medewerker op cursus. Van Holstein: ‘Toen ik terugkwam, was ik een hele pief: ik wist als enige hoe je die machine moest bedienen.’

Jan van Holstein (1932) klom van jongste bediende bij de Boerenleenbank op tot kassier. Bijna een halve eeuw later gaat hij in 1992 als directeur van Rabobank Hengelo met pensioen.

In al die jaren zag hij het bankwezen enorm veranderen.

Van jongste bediende tot bankdirecteur

TEKST: RENS LIEMAN BEELD: JITSKE SCHOLS

J

24 Rabo &Co

(25)

Hengelo. ‘Ik had een medewerker die kon zien als er een vaste klant aan kwam fietsen en dan alvast het juiste formulier en geldbedrag klaarlegde.

‘Honderd gulden weer, meneer Jansen?’ Als een boer voor een lening de bank binnenliep, dan hoefde hij maar te vragen: ‘Is Van Holstein er?’’

‘In de banken van tegenwoordig ontbreekt het wel een beetje aan persoonlijk contact, bij de alledaagse bankzaken althans. Maar dat is logisch, we leven in een andere tijd. Natuurlijk vermindert persoonlijk contact naarmate er meer automa- tisch en digitaal geregeld wordt.’

Dat zou trouwens vooral een grote vlucht nemen ná Van Holsteins pensioen. Na een carrière van vierenveertig jaar in het bankwezen gaat hij in 1992 met pensioen als directeur Rabobank Hengelo, waar dan inmiddels 128 personeelsleden werken.

‘Het was een geweldige tijd, ik genoot van de mensen om mij heen. De klanten, de medewer- kers...’

Meer vee en grotere stallen

Het is niet alleen de nieuwe technologie die maakt dat we in een andere bancaire wereld leven, merkt Van Holstein. ‘Neem de globalisering.

Klanten van de Rabobank, agrariërs en onder- nemers, moeten tegenwoordig op de hoogte blijven van álle ontwikkelingen in hun vakgebied, in heel de wereld. Ze moeten meer en efficiënter produceren om de concurrentie het hoofd te bieden, dus hebben ze meer vee en moeten de stallen groter. Je praat tegenwoordig over veel grotere geldbedragen dan in mijn tijd gebruikelijk was.’

Over dat persoonlijk contact tussen klant en bank:

dat is bij Rabobank zeker niet verdwenen, denkt Van Holstein: ‘Als een klant in mijn tijd een lening aanvroeg, dan bekeek ik zijn track record en controleerde ik de cijfers. Toch was vertrouwen de basis. Dan helpt het als je elkaar een beetje kent.

Dat is, denk ik, onveranderd gebleven bij Rabo- bank. Directeuren van lokale Rabobanken kennen nog altijd de bedrijven en de ondernemers uit de buurt.’

Vertrouwen was de basis.

Dan helpt het als je elkaar een beetje kent

25

ik blik terug

(26)

In Giessen staat een gezinshuis.

En in dat huis wonen Truida en Mark Kleinjan met hun eigen

gezin én kinderen die even, of iets langer, niet in hun ouderlijk

huis kunnen wonen. Samen zijn ze BuitengewoonThuis.

EEN TW EED E TH UI S

TEKST: MONIQUE VAN DE VALL BEELD: RIJK IN BEELD

n Rotterdam, waar ze hiervóór woonden, hadden ze ook een gezinshuis. Maar door de daar gel- dende afspraken waren de twee plekken die ze hadden niet altijd bezet. Mede daardoor kreeg Truida Kleinjan steeds meer het gevoel dat ze meer te bieden had dan ze kon. En dus ging ze, samen met haar man Mark, op zoek naar een nieuwe plek.

Eerst in de omgeving van Rotterdam, daarna in een grotere straal. In Giessen vonden ze een kansrijk huis.

Ze keken er zakelijk en kritisch naar, maar ook met hun hart. ‘We hebben eerst rondgekeken. Een praatje ge- maakt. De sfeer geproefd. Want we wilden wel weten of het zou passen. Steeds voelden we: dat gaat wel lukken.’ En zo werden de handtekeningen gezet.

Een tweede thuis

BuitengewoonThuis, zoals het huis heet, biedt een tweede thuis aan kinderen die, korter of iets langer, niet in hun ouderlijk huis kunnen wonen. Bijvoorbeeld omdat het kind zelf een stoornis heeft en er thuis ook problemen zijn. Mark: ‘We worden elke dag gebeld met aanvragen, de nood is hoog. Voor een plaatsing kijken we naar de problematiek, er moet evenwicht zijn tussen de kinderen die we plaatsen, maar ook tussen die kinderen en ons eigen gezin. Daarnaast gaat het om de vraag: waar komt een kind het beste tot zijn recht? Ook de leeftijd speelt mee. Oudere

I

26 Rabo &Co

(27)

kinderen kijken vaker naar een gezinshuis als een ‘hotel’ en we vinden het natuurlijk gezond dat ze steeds meer hun eigen weg gaan, maar wij helpen liever een laagje dieper. Waar het, naast de verzorging, ook gaat om het aangaan van de relatie.’ Truida: ‘Onze visie is dat we kijken naar de langere termijn. Juist om te voorkomen dat een kind van plek naar plek gaat.’

Verbinding

In Giessen voelen ze zich thuis, alles valt er samen.

Zoals ze ook zien aan de bijzondere aanbiedingen en samenwerkingen die op hun pad komen.

Een interview in het Kontakt, eind mei, versterkte dat gevoel. Truida: ‘De kledingbank, vrijwilligers, een leverancier die tegen horecaprijzen levert, we krijgen echt heel veel support. Soms zelfs ongevraagd.’ Mark: ‘Tegen het bedrijf dat hier een kast komt plaatsen zeiden we: we willen het heel graag, maar we kunnen het nu nog niet betalen. Waarop zij zeiden: we zetten hem gewoon neer, betaal hem volgend jaar maar.

Dat is toch geweldig? We zijn er nog niet, zo hebben we bijvoorbeeld nog een auto nodig, maar het enthousiasme hier was het hele traject voelbaar, dat gaf veel energie. En het geldt ook andersom. Wil iemand hier een bootcamp of een kinderfeestje organiseren, dat kan allemaal, wij hebben hier de ruimte. Het is heel fijn om zo met elkaar te kunnen werken. Ook dat is verbinding.’

Menselijke maat

Over de afspraken die ze maakten met hun accountmanager bij Rabobank Altena- Bommelerwaard, Manóach den Hertog, zijn ze heel tevreden. Truida: ‘Hij snapte snel wat we hier wilden neerzetten en wat we nog nodig hadden.

En hij belde bij elke stap. Sommige informatie moet nu eenmaal per mail, maar dan is het wel fijn dat iemand van tevoren belt om te zeggen:

er komt nu een mail aan en dit staat erin.’

Manóach: ‘Dat Truida en Mark zich inzetten voor deze kinderen, ik heb er veel respect voor. Want zoiets doe je “24/7” en ook je eigen gezin wordt erbij betrokken. Er is veel behoefte aan dit soort plekken, er zijn het komende jaar landelijk mini- maal driehonderd gezinshuizen nodig. Voor kinde- ren voor wie grotere instellingen niet de juiste plek zijn; kinderen die een warm nest nodig hebben.

Die gedachte heeft de Rabobank omarmd.

Landelijk hebben ze de betrokken partijen in kaart en bij elkaar gebracht. Zo kunnen we ons lokaal richten op de drive en de passie van men- sen zoals Truida en Mark. Ook lokaal het contact leggen met instanties in ons netwerk die kunnen helpen hoort daarbij. Het komt dicht bij waarvoor mensen bestaan: omzien naar elkaar. Dat ik daaraan bij mag dragen als accountmanager doet mij goed. We worden ons allemaal, zeker in deze tijd, meer bewust van de menselijke maat.’ Truida:

‘Bij de start van de bouwvak had de aannemer hier een barbecue georganiseerd, de stukadoor, de metselaar, de schilder, iedereen was er en wij mochten zelf ook mensen uitnodigen. Ze zeiden allemaal: we vonden het zo leuk om hier te wer- ken.’ Mark: ‘En dát is waar het om gaat. Als je naar

die verbinding kijkt, de bank, en alle bedrijven en mensen die ons ondersteunen, en het past ook nog eens qua huis en qua omgeving…

iets mooiers is er eigenlijk niet.’

Meer informatie over het gezinshuis:

buitengewoon-thuis.nl.

Het komt dicht bij waarvoor mensen bestaan: omzien naar elkaar

Truida en Mark

Wie

Kleinjan.

In augustus dit

Wat

jaar openden ze gezinshuis BuitengewoonThuis.

Waar

Giessen.

Waarom

Omdat we ruimte in ons hart en om ons huis hebben voor kinderen die even of

langer niet bij hun eigen ouder(s) kunnen

wonen.

27

interview

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Maar door creatief te zijn, hebben we de overcapaciteit op het gebied van werknemers goed kunnen inzetten en niemand naar huis hoeven sturen.. Ik voel als ondernemer ook

Ze willen zelfstandig zijn waar het kan en hulp krijgen waar nodig.” Adrie: “De jongens willen ook niet dat er straks een bordje met de naam van de stichting op de gevel komt..

Er zijn twee stromingen die precies dezelfde analyse maken (het huidige landbouwsysteem is niet duurzaam genoeg), die precies hetzelfde doel hebben (een groene en goed gevoede

Omdat de stad zo veel verhard oppervlak heeft, zorgt dat voor wateroverlast, die we vervolgens niet goed opslaan om droge periodes te overbrug- gen.. Met partijen als de gemeente

Vrijwilligers van Vitalis dragen kinderen een warm hart toe en zijn bereid hen voor langere tijd te begeleiden.. Voordat zij met dit belangrijke werk starten, worden zij

Ik vraag je niet om nooit meer online te bestellen, maar wel om je bewust te zijn van de gevolgen en je af te vragen: is deze onlinebestelling nu echt de beste keuze voor mij en

Dit systeem wordt in Zwolle en Apeldoorn gecombineerd met de aanplant van bomen, heesters en planten.. Faas: ‘Tijdens piekbuien doet deze tijdelijke waterberging dienst als

We zijn van mening dat het bestuur van onze stichting allereerst zelf verantwoordelijk is voor het besturen van de Voedselbank.. We laten ons in eerste instantie dus leiden door