• No results found

Dankjewel, Langstraters! Rabobank De Langstraat. najaar 2020 BEELD: PULLES & PULLES

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Dankjewel, Langstraters! Rabobank De Langstraat. najaar 2020 BEELD: PULLES & PULLES"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Dankjewel, Langstraters!

BEELD: PULLES & PULLES

Rabobank De Langstraat

w w w .ra b oe nc o.n l

najaar 2020

(2)

En ook Jurgen van Riel (Villa Pardoes), Daniël de Haan (Jongerencentrum De Tavenu), Tirza Bax (Villa Pardoes), Hans Govers (Villa Pardoes), Luwam Tadios (Jongerencentrum De Tavenu), Jack van Wanrooij (Zonnebloem), Emma Massuger (Jongerencentrum De Tavenu), Joop van Oene (Stichting de Strohalm), Anouk van Loon (Stichting de Schroef), Bente van Baardwijk (Jongerencentrum De Tavenu), Jacqueline van Riel (Zonnebloem), Wessel van Boven (Stichting Jeugdpret), Jeanne Westerburger (Voedselbank), Esther Damen (Steunpunt regio 0416), André Kom (Kansenfabriek). Twintig portretten van Langstraters die zich inzetten als vrijwilliger. Aangezien bijna de helft van alle inwoners van ons land weleens vrijwil- ligerswerk doet (bron: CBS), hadden we deze cover met een veelvoud aan Langstraters kunnen vullen.

Met deze bijzondere cover willen we onze waardering uitspreken naar de vele vrijwilligers die de Langstraat kent. Als bank ontmoet(t)en we velen van hen, tijdens evenementen, in ons eigen ‘clubhuis’ aan de Taxan- driaweg en bijvoorbeeld tijdens de pitches waarin zij een beroep doen op het Rabobank Stimuleringsfonds.

Zonder vrijwilligers zou onze samenleving er héél anders uit zien.

Dat bleek ook zeker de afgelopen maanden. Ondanks de onzekere periode, zetten mensen zich in om an- deren te steunen; de mouwen werden opgestroopt.

Dat leverde waardevolle acties en hartverwarmende momenten op. We hielpen en helpen elkaar zoveel mogelijk waar dat hard nodig was (en is). Lees bijvoor- beeld het verhaal op pagina 33.

Deze moeilijke tijd zet veel zaken in een ander perspectief. Gezondheid van ons allen staat met stip op de eerste plaats. Corona bracht en brengt voor velen helaas ook financiële onzekerheid. Behoud ik mijn baan, kan ik mijn hypotheek nog betalen?

Ondernemers worden geconfronteerd met forse omzetdalingen en andere vraagstukken. Verenigingen hebben het zwaar, na maanden zonder kantine- inkomsten en contributie. Wat vertrouwen geeft, is dat we er voor elkaar zijn. Samen maken we de Langstraat sterker, ook nu.

Dick van Rhee, directievoorzitter Rabobank De Langstraat

Dick van Rhee en Leo Mastenbroek praten je graag bij.

Lees het interview op pagina 26.

Zij (en wij) zijn er voor je

Op de cover (v.l.n.r.): Willeke de Man (Stichting de Strohalm) Jojanne Havelaar (Jongerencentrum De Tavenu) Hermine Houdijk (Kansenfabriek), Marcel Beerens (Voedselbank), Nel de Bont (Voedselbank)

TEKST: STAPS TEKST EN COMMUNICATIE BEELD: IMAGE & MOTION

Rabo &Co

(3)

Rabo &Co is een uitgave van de lokale banken van Rabobank Groepsorganisatie en wordt kosteloos verspreid onder leden en relaties van de bank en op verschillende openbare gelegenheden. Rabo &Co wordt gedrukt op duurzaam gerecycled papier en verschijnt in 87 verschillende lokale edities.

Het magazine geeft een inkijk in wat er speelt in de lokale en regionale gemeenschappen en op welke manier de Rabobank hier vanuit haar missie Growing a better world together bij betrokken is. Het magazine verschijnt drie keer per jaar. Concept en realisatie: Coöperatieve Rabobank U.A., Altavia Sumis, MPG, Pop Up Press. Mailadres redactie: communicatie.delangstraat@rabobank.nl. Lithografie en drukwerkcoördinatie: Altavia Sumis.

Rabo &Co is een uitgave van Rabobank. Niets uit deze Rabo &Co mag worden overgenomen, opgeslagen, en/of verspreid op welke wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van Rabobank. De Rabobank, Altavia Sumis en andere informatieleveranciers zijn niet aansprakelijk voor schade van welke aard ook als gevolg van onjuistheden in deze uitgave of in verband met het gebruik van deze uitgave.

4

Langstraat Box

Rabobank zette landelijk het project

‘Support Your Locals’ op en daar haakten we in de Langstraat graag op aan, met de Langstraat Box.

6

Koop lokaal

Een globaal voedselsysteem maakt ons kwetsbaar. Betekent corona de doorbraak van de korte keten?

8

Interview

In het voormalige Rabobank-pand in Heesch zit nu Gezondheids- centrum Ceres, het medische hart van het dorp.

12

Familiebanden Door corona konden veel groot ouders hun kleinkinderen niet bezoeken. Hoe loste een hechte familie dat op?

15

Muziek in de Klas

Méér muziek in het basisonderwijs is geen luxe, maar noodzaak.

16

Coöperatief

Deze tijd leert ons dat we afhankelijk zijn van elkaar. Dat vergt een coöperatieve houding.

18

Rabo ClubSupport

Verenigingen bieden een waardevol netwerk. En soms helpen ze bij het realiseren van een droom.

20

Actief in de ledenraad

Een interview met ledenraadsleden Marjolein van Hulten en Marcel Vrijhoeven.

21

De ledenraad

Nieuwe gezichten, herbenoemin- gen en afscheid van Matthé en John.

22

Voorloper

Remoticom ontwikkelde sensoren die ervoor zorgen dat mensen afstand houden én zich vrij kunnen bewegen.

24

Ik blik terug

Jan van Holstein (1932) klom op van jongste bediende tot directeur Rabobank Hengelo.

Hij zag veel veranderen.

25

Let's Play-bus SG De Overlaat Let's Play De Langstraat laat kinde- ren kennismaken met techniek.

26

Dick en Leo praten je bij In gesprek met directievoorzitter Dick van Rhee en directeur bedrij- ven Leo Mastenbroek.

28

Hier & Daar

Metaalbedrijf Etemf uit Tilburg ging desinfectiepalen maken toen de coronacrisis de productie stillegde.

32

Ook online blijven we dichtbij Lees alles over de Zakgeldactie, Rabo Samen Online voor Hypothe- ken, Rabo ClubSupport en inspira- tiesessies bij Station88.

33

Vrijwilligers

Samen in actie voor de voedselbank.

Butts and Shoulders

34

Schoenen in ‘de gouden laars’.

Korting

35

Bekijk hier onze ledenaanbiedingen.

Huisje-Boompje-Beestje

36

Merlijn en Mijke verhuisden vlak voor corona.

Hoe maak je het?

38

Bouw een hotel voor egels.

De Kwestie

40

Hoogproductieve landbouw of juist agro-ecologische technieken?

Kunst

42

Levende sculptuur van Alicia Framis op de Dam.

Kansrijk project

43

Groen schoolplein in Elshout

3

inhoudsopgave

(4)

TEKST: STAPS TEKST EN COMMUNICATIE BEELD: JANSSEN.NL / STOCKFOTO

In het voorjaar stond de wereld plots op z’n kop. Eetgelegenheden moesten op slot en veel boeren en ondernemers

in de voedingssector werden hard geraakt. Rabobank zette landelijk het project ‘Support Your Locals’ op en daar

haakten we in de Langstraat graag op aan, met de Langstraat Box.

LA NG STR AA T BOX

4 Rabo &Co

(5)

Je steun aan lokale ondernemers blijft méér dan welkom

Samen met Het Ware Ambacht uit Waalwijk, een bedrijf dat duurzame bedrijfslunches bezorgt, werd een heuse Langstraat Box samengesteld, boordevol verse kwaliteitsproducten van voedselproducenten uit de regio.

De Langstraat Box was in een gelimiteerde oplage beschikbaar en al na en- kele dagen uitverkocht. Ook werden Langstraat Boxen gedoneerd aan Stich- ting De Strohalm, die gezinnen met financiële problemen ondersteunt. De ontvangers van de box konden genieten van boerenmelk van Zuivelboer- derij De Kern (Drunen), peren van Verkooijen Fruit (Drunen), vers gestoken asperges van Musters (Elshout), eieren van Vermeulen (Riel), appelsap van Streekwinkel Spuijbroek (Drongelen), kaas van De Lange Hoeve (Genderen), jam van HeerlijkGemaakt (Waalwijk), desembrood van Bakker Allard (Drunen), duinham van slagerij Knippels (Waalwijk), slamix van Biekens Groenten en Fruit (Elshout), tomaten van Kwekerij De Naulanden (Drunen) en bier Blonde van Brouwerij Sint Crispijn (Waalwijk).

‘Welkom initiatief’

Groenten- en fruithandelaar Joan Biekens uit Elshout zag zijn omzet tijdens corona aanvankelijk enorm kelderen; de horeca is een belangrijke afnemer van het bedrijf. “Gelukkig staan we ook op vier weekmarkten, waaronder Waalwijk en Drunen”, vertelt hij. “Daar hadden we het juist ontzettend druk.

Mensen moesten immers zelf koken en vonden het prettig om in de buiten- lucht hun boodschappen te doen. Dankzij de weekmarkten komen we deze moeilijke tijd goed door. De Langstraat Box was een welkom initiatief, waar we graag aan deelnamen. We verwerkten diverse slasoorten van slateler Van Helvoirt uit Haarsteeg in een lekkere slamix.”

Suzanne Heijmans en Angelique ter Horst van HeerlijkGemaakt in Waalwijk leverden aardbeienjam. “Helaas mochten we geen gasten verwelkomen in onze bed & breakfast en ook konden we geen kookworkshops verzorgen.

Dankzij de warme aanbeveling door Zuivelboerderij De Kern werden we gevraagd om jam te maken. Daarvoor haalden we heerlijke aardbeien, die ter plekke voor ons geplukt werden. Verser kan het niet!”, aldus Suzanne. Ange- lique ontdeed maar liefst 25 kilo aardbeien met de hand van hun kroontjes, waarna er op ambachtelijke wijze jam van werd gemaakt. “Behoorlijk arbeids- intensief, maar erg leuk om te doen en met een heerlijke jam als resultaat.”

Bij aanvang van het aspergeseizoen golden in ons land de meest ingrijpende maatregelen. Daniëlle Musters van Aspergekwekerij Musters in Elshout zag daarmee meerdere uitdagingen op haar pad komen. “Voor het steken van de asperges zetten we veel buitenlandse krachten in. Zij kwamen om begrijpe- lijke redenen niet naar Nederland en dat leverde ons een praktisch probleem op”, vertelt Daniëlle. “Veel studenten zagen hun baantje in de horeca wegvallen en dat zorgde ervoor dat wij toch aan seizoenswerkers konden komen.” Hoewel veel restaurants overschakelden naar afhaalmenu’s, liep de afzet aan de horeca fors terug. Het feit dat mensen niet uit eten konden en lekker wilden koken, zorgde alsnog voor veel klandizie. Daniëlle: “Klanten namen vaak ook asperges mee voor de buren of familie. De Langstraat Box kwam voor ons op een perfect moment. Net na Moederdag hebben we een dip in onze verkoop en de box ving dat goed op. Het was fijn dat we eraan konden bijdragen.”

De Langstraat Box is helaas niet meer verkrijgbaar, maar het kopen bij lokale smaakmakers is nog net zo waardevol. Joan Biekens: “De horeca is weliswaar weer geopend, maar de meeste ondernemers kunnen sinds 1 juli nog altijd maar een deel ontvangen van de gasten die ze normaal kwijt kunnen. Die omzet loopt nog steeds flink achter.” Je steun aan lokale ondernemers blijft dus méér dan welkom; koop lokaal!

De box werd samengesteld met Het Ware Ambacht uit Waalwijk.

Koop lokaal 5

(6)

De voedselsector kan veel meer doen om consumenten te helpen om meer lokaal te kopen

6 Rabo &Co

(7)

TEKST: REDACTIE RABO &CO BEELD: BAS LOSEKOOT

De coronacrisis heeft de aandacht voor lokaal geproduceerd voedsel ver- groot. Er mogen zich in Nederland dan wel geen echte voedselproblemen hebben voorgedaan, het virus liet wel zien dat het volledig vertrouwen op een globaal voedselsysteem ons kwetsbaar maakt als grenzen plots worden gesloten. De vraag is of we voortaan niet veel beter al ons voedsel lokaal kunnen gaan produceren? En moeten we nog wel zoveel willen produceren voor de export?

‘Soms wordt export tegenover alles-moet-lokaal gezet, maar we moeten vooral op zoek naar een betere balans’, zegt Joris Lohman, oprichter van FoodHub. Met zijn bedrijf is Lohman op zoek naar nieuwe, duurzamere verbindingen in het gepolariseerde landbouwdebat. ‘Lokale consumptie en im- en export kunnen, én moeten, naast elkaar bestaan. Als er één wegvalt door welke oorzaak dan ook, dan vangt het andere dat op.’ Om beide systemen meer met elkaar in balans te brengen, moeten we meer lokaal gaan consumeren, zegt Lohman. ‘Op dit moment is vooral de korte keten in Nederland onderontwikkeld.’

Geen doel, maar middel

Kortere voedselketens moeten nooit een doel op zich worden, zegt directeur Food & Agri Nederland Carin van Huet van Rabobank. ‘Korte ketens kunnen wel een goed middel zijn om andere doelen te realiseren.’ Bij het verpakken, vervoeren en verhandelen van voedsel is een groot aantal bedrijven betrok- ken die allemaal iets willen verdienen. Van Huet: ‘In een keten met minder schakels kunnen we een betere opbrengst voor de boer realiseren.’

Het inkorten van de voedselketen zal de ervaren afstand tussen de stad en het platteland bovendien verkleinen. Als consumenten weer weten waar hun voedsel vandaan komt, hebben ze mogelijk ook meer begrip voor de mensen die hun voedsel produceren. ‘Als samenleving stellen we heel veel eisen aan boeren, bijvoorbeeld qua duurzaamheid’, zegt Van Huet. ‘Maar we moeten dan ook wel samen bereid zijn om hiervoor te betalen, je kunt de rekening niet eenzijdig bij de boeren neerleggen.’

Eten met de seizoenen

Consumenten zullen hun eetpatroon wel moeten aanpassen, als we meer lokaal willen eten. Asperges behoren tot de laatste producten waarvan de meeste stedelingen nog weten wanneer ze groeien. De meeste andere gewassen liggen het hele jaar door in de schappen. Sperziebonen bijvoor- beeld, die alleen ’s zomers uit eigen bodem voorhanden zijn. De rest van het jaar worden ze ingevlogen uit landen als Kenia.

‘In de drukte van alledag is het lastig om de aandacht van de consument te vragen voor lokaal en seizoensgebonden voedsel’, zegt lector Voedsel en Gezond Leven Sigrid Wertheim-Heck van de Aeres Hogeschool in Almere.

De voedselsector zou veel meer kunnen doen om de consument te helpen.

‘Supermarkten kunnen bijvoorbeeld een schap inrichten met uitsluitend regionale seizoensgroenten.’ De consument wil dit ook, denkt Wertheim:

‘We zien in de bierwereld dat seizoensgerelateerde producten het heel goed doen. Denk bijvoorbeeld aan Herfstbock.’

Balans

Conclusie? Het is goed om onze boeren te steunen door meer lokaal te ko- pen, maar we moeten onze mondiale ketens evengoed koesteren. Lohman:

‘Je moet voedsel verbouwen op de plek die zich hier het beste voor leent.

Koffie, thee en bananen blijven we importeren.’ Van Huet: ‘85 procent van onze export blijft binnen Noordwest-Europa. Op wereldschaal is dit eigenlijk gewoon regionale afzet.’

Verbouw voedsel vooral op de plek waar dit het beste groeit

koop lokaal 7

(8)

8 Rabo &Co

(9)

In het voormalige Rabobank-pand in Heesch is tegenwoordig Gezondheidscentrum Ceres gevestigd. Het nieuwe medische hart van

het dorp biedt onderdak aan 22 partijen op het gebied van gezondheidszorg, van een huisarts en een apotheek tot een ergotherapeut en een logopedist.

‘Elke keer als we het gebouw passeren, komt een gevoel van trots naar boven.’

SJ ON REI JE RS & RO EL VA N BA KE L

TEKST: GUUS PETERS BEELD: FRANK RUITER

9

interview

(10)

B

Sjon Reijers en

Wie

Roel van Bakel Initiatiefnemers van

Wat

Ceres Het voormalige

Waar

kantoorpand van Rabobank Bernheze-Maasland

Waarom

Rabobank vond het belangrijk dat het pand een maatschappelijke functie kreeg en steunde de plannen

van Sjon Reijers en Roel van Bakel

Ons gezondheidscentrum heeft dezelfde

kernwaarden als Rabobank

ij binnenkomst in het splinternieuwe Gezondheidscentrum Ceres in Heesch springen doorzichtige, in de muur ge- metselde kokers in het oog. Daarin zitten briefjes die zijn voorzien van woorden. Dichtbij, betrokken, verbin- den en coöperatief staat er onder meer op geschreven.

Rabobank Bernheze-Maasland liet de doorzichtige kokers bij de bouw van haar kantoorpand in 2005 in de muren metselen. Op die manier vereeuwigde de bank de kernwaarden in het pand dat vijftien jaar geleden in gebruik werd genomen als adviescentrum voor Bernheze.

Toen Sjon Reijers en Roel van Bakel, initiatiefnemers van Gezondheidscentrum Ceres, het pand begin 2019 kochten van Rabobank, hadden zij het snel gezien:

van binnen moest het pand flink onder handen genomen worden. Maar de kokers in de muur werden behouden. ‘Met ons gezondheidscentrum hebben we

precies dezelfde kernwaarden als Rabobank’, zegt Reijers, eigenaar van ontwikkelaar en belegger Stein.

Oude woonkamer

Samen met Roel van Bakel, van Van Bakel Ont- wikkeling, liep Sjon Reijers al langer rond met het idee om in Heesch een gezondheidscentrum neer te zetten waar allerlei specialisaties bij elkaar zouden komen. Als geboren en getogen Heeschenaren hadden zij van artsen in het dorp weleens de vraag gekregen of er niet ergens een plek was waar zij gezamenlijk praktijk konden houden.

‘De meeste artsen zaten in een oude woonkamer aan huis’, zegt Van Bakel. ‘Als je werd doorge- stuurd naar de fysiotherapeut, moest je een nieuwe afspraak maken en kon je een paar dagen later op een ander adres terecht. En de apotheek zat weer een stuk verderop. Zo moest je het hele dorp door voor je zorgpakket.’

Het contrast met Gezondheidscentrum Ceres, dat eind maart openging, is levensgroot. Op 3.100 vierkante meter zitten 22 zorgaanbieders:

waaronder drie huisartsen, een apotheek, de prikpost van ziekenhuis Bernhoven, een verlos- kundigenpraktijk, een tandarts, een fysiothera- peut, een ergotherapeut, een cesartherapeut, een huidtherapeut, een podotherapeut, een thuiszorgorganisatie, een diëtist, een logopedist, een psycholoog, een hand- en polscentrum en een plastisch chirurg.

‘De specialisten komen elkaar de hele dag tegen.

Of het nu op de parkeerplaats, in de gang of tijdens de lunch in het restaurant is. De drempel om met elkaar samen te werken of dingen af te stemmen is veel lager dan wanneer je iemand moet bellen of mailen’, zegt Reijers. ‘Bovendien kunnen de patiënten na hun afspraak bij de huisarts meteen langs de apotheek lopen, mocht dat nodig zijn.’

De initiatiefnemers van Gezondheidscentrum Ceres maakten hun plannen direct kenbaar

10 Rabo &Co

(11)

De specialisten komen elkaar hier de hele dag tegen

toen in 2018 duidelijk werd dat het kantoorpand van Rabobank Bernheze-Maasland vrijkwam.

Rabobank was meteen enthousiast over de plannen voor een gezondheidscentrum, dat van maatschappelijk belang zou zijn voor de Heesche gemeenschap. ‘Omdat we nog niet alle ruimtes bezet hadden toen we het pand kochten, moesten we vooruit financieren’, zegt Van Bakel.

‘Rabobank heeft met ons meegedacht en dingen mogelijk gemaakt.’

Reijers en Van Bakel hadden toen al contact gehad met een aantal huisartsen in het dorp. Veel van hun werkruimtes waren in de loop der jaren verouderd of te klein geworden, niet in de laatste plaats doordat artsen de afgelopen jaren steeds meer zorgtaken hebben gekregen. Het was een van de redenen dat de initiatiefnemers de artsen als het fundament van het nieuwe zorgcentrum zagen.

Reijers: ‘We hadden er alle vertrouwen in dat de rest zou volgen. Het is een landelijke trend dat verschillende zorgverleners onder één dak sa- menkomen. Veel kleine ingrepen of behandelin- gen worden weer lokaal gedaan. Het ziekenhuis is er voor het grovere werk. Door samen op te

trekken, werk je efficiënter en bespaar je kosten.’

Als voorbeeld noemt hij de gedeelde kosten voor internet, alarm en afvalverwerking. Bovendien is het makkelijker om met meerdere partijen voordelige contracten voor de lange termijn af te sluiten dan wanneer een arts, fysiotherapeut of apotheek dat in zijn eentje moet doen. Daarbij heeft het gezondheidscentrum, dat aan de rand van Heesch ligt, een grote parkeerplaats.

Decibellen

Bij hun zoektocht naar geschikte huurders voor het pand richtten Reijers en Van Bakel hun blik uitsluitend op zorgaanbieders uit Heesch en de aangrenzende dorpen. Zorgverleners uit Uden, Veghel en Den Bosch toonden ook interesse. ‘Als we die hadden toegelaten, hadden we onze zorg- aanbieders in Heesch in de weg gezeten’, zegt Reijers. ‘Dat was het laatste wat we wilden. We komen tenslotte zelf uit Heesch.’

Hoewel het pand aan de buitenkant nog altijd dezelfde uitstraling heeft, doet in het gebouw – op de doorzichtige kokers na – weinig tot niets meer denken aan Rabobank. Alle vloeren, wan- den en plafonds zijn eruit gesloopt. De huisartsen mochten hun praktijk van 250 vierkante meter zelf indelen.

Omdat de bestemming van het pand veranderde werden plots heel andere eisen aan het gebouw gesteld. Volgens de richtlijnen van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) mogen muren maar een bepaalde hoeveelheid decibellen doorlaten in verband met de privacy van patiënten. Van Bakel: ‘Dat zijn harde eisen die we overal in het pand hebben doorgevoerd.’

Op de voormalige directiekamer na zijn alle ruimtes gevuld. Reijers en Van Bakel willen in die veertig vierkante meter elke dag een andere spe- cialist neerzetten. Van een gynaecoloog tot een radioloog. Reijers: ‘Het zou kwalitatief een mooie aanvulling zijn op het gezondheidscentrum.’

Door het coronavirus kon de opening van het ge- zondheidscentrum in maart niet groots gevierd worden. Dat was even balen, maar Reijers en Van Bakel vinden het veel belangrijker dat het ge- zondheidscentrum daadwerkelijk is gerealiseerd.

‘Elke keer als we het gebouw passeren, komt er een gevoel van trots naar boven.’

11

interview

(12)

Door het coronavirus konden veel grootouders hun kleinkinderen een poosje niet bezoeken. Hoe ging een hechte familie daar mee om?

En hoe belangrijk zijn sterke familiebanden eigenlijk?

‘Onze Zoom- party voelde

vertrouwd’

Toen haar kinderen twee en vier jaar oud waren, nam Tirzah Tetelepta hen mee naar de Molukken, naar het geboortedorp van haar ouders. Tirzah is geboren in Winterswijk, haar man is een geboren Groninger, maar de Molukse cultuur zit in de familie. Haar kinderen moeten wat leren over de afkomst van hun familie. Dat is immers ook een deel van hun identiteit, meent Tirzah. ‘Familie vind ik erg belangrijk. Je deelt een onverwoest­

bare band met elkaar.’

Tirzah Tetelepta (1976) werkt bij de Rabobank Groepsorganisatie in Utrecht als projectmanager cyber security. Ze is tevens voorzitter van het Kleurrijk Rabo­netwerk. Het begrip ‘familie’ neemt ze ruimer dan anderen: alle generaties, aftakkingen en partners horen erbij. Tirzahs dochter Amy is vernoemd naar haar vader, haar zoon Ruben naar haar lievelingsoom. Familieverjaardagen zijn áltijd druk bezocht. Oma en opa sturen vrijwel dagelijks appjes naar hun kleinkinderen: ‘Hoe gaat het met onze kindjes?’ Regelmatig logeren Tirzahs kinde­

ren bij hun grootouders, waar alles kan en mag.

En toen was daar het coronavirus.

Tirzah: ‘Omdat mijn ouders tot de risicogroep behoren – vanwege hun leeftijd, maar ook omdat mijn moeder een aangezichtsverlamming heeft – konden we elkaar niet meer bezoeken. Dat vond ik vervelend, ook voor mijn kinderen, maar ik merkte dat met name mijn ouders het er moeilijk mee hadden.’

Steun aan elkaar

We houden misschien niet allemaal van familie­

bezoeken, maar vanuit sociologisch perspectief is familie uiterst belangrijk.

Katya Ivanova is universitair docent sociologie aan Tilburg University, gespecialiseerd in interge­

nerationele saamhorigheid in complexe families.

‘Alle familieleden hebben profijt bij sterke familie­

banden — daar is tal van wetenschappelijk bewijs voor. In zo’n familie voelen mensen zich minder eenzaam en hebben ze steun aan elkaar.

Men zorgt ook voor elkaar. Je kunt ook aan heel praktische voordelen denken: goede kans dat opa en oma regelmatig op de kleinkinderen passen of dat ouders hun kind financieel kunnen steunen bij het kopen van een huis.

Kinderen op hun beurt kunnen ouderen leren omgaan met WhatsApp, om maar wat te noemen, en ze kunnen voor hen zorgen wanneer dat nodig is. Voordat we de verzorgingsstaat hadden, was de familie ons veiligheidsnet. Nog altijd is familie ons belangrijkste netwerk.’

Ivanova vervolgt: ‘Familieleden die regelmatig op de een of andere manier contact met elkaar hou­

den, plukken de vruchten van een familieband — die correlatie is aangetoond. Maar dat hoeft niet per se lijfelijk contact te zijn.’ Dat is goed nieuws, in tijden van corona. Met elkaar bellen of video­

bellen kan dus een goed alternatief zijn.

Op een kluitje

Ook in Tirzahs familie werd bij gebrek aan bezoeken van en aan opa en oma uitgeweken naar videobellen. Pardon: ‘Zoom­parties’, met de hele familie (zie fotobijschrift). ‘Rommelige gesprekken, maar daar staat onze familie om bekend. Het voelde dus heel vertrouwd’, lacht Tirzah. Natuurlijk, videobellen is niet hetzelfde als elkaar in het echt zien. Knuffelen.

Maar de familie bleef er nuchter onder: wat niet kan, kan niet. Maar de opluchting was groot en duidelijk zichtbaar toen Tirzah en haar ouders het weer aandurfden om elkaar te bezoeken.

‘We hadden afgesproken anderhalve meter afstand van elkaar te houden. Maar zowel de kinderen als mijn ouders konden zich niet bedwingen: ze omhelsden elkaar gauw.’ In juni was er ‘eindelijk weer’ een familieverjaardag en werd het nog eens duidelijk hoezeer ook de ande­

re familieleden fysiek contact hadden gemist.

‘De halve woonkamer bleef leeg. Op de andere helft zat iedereen op een kluitje. Heerlijk.’

TEKST: RENS LIEMAN BEELD: MARCO VAN DUYVENDIJK

Rabo &Co

12

(13)

Agnes (1950) en Joseph (1948) Tetelepta, met hun dochter Tirzah (1976) en hun kleinkinderen Ruben (2013) en Amy (2014). Tijdens de lockdown konden ze alleen online met elkaar praten, via

Zoom. Het was de eerste keer voor iedereen even wennen, maar opa en oma zijn blij wanneer hun (klein)kinderen in beeld verschijnen. ‘Kunnen we al die smoeltjes niet ook in een raster zien?’, vraagt Joseph bij hun eerste Zoom-party. Na wat drukken op de knoppen krijgt hij het voor elkaar.

Kijk, daar zijn de kleinkinderen, Ruben en Amy hangen over Tirzah heen. Ze trekken gekke bekken.

‘Hallo lievelingen! Hoe is het daar?’ Agnes ziet Ruben antwoorden, maar ze hoort alleen haar beide zonen, die druk met elkaar in gesprek zijn. Joseph mengt zich erin, wil ook het woord. Agnes trekt zich juist terug. Laat ze hun gang maar gaan. Het wordt steeds rumoeriger, drukker, luider — net zoals op verjaardagen hier in huis. ‘Fijn, zeg.’

Kleinkinderen in tijden van corona

portretten 13

(14)

Tirzah vertelt hoe haar kinderen het online contact met haar ouders tijdens de lockdown hebben beleefd. ‘Ze weten hoe videobellen werkt, dat het nu

even wachten is totdat de anderen ook ingelogd zijn.’ Pling: oma en opa. Ruben:

‘Oma, we zien alleen je voorhoofd, haha!’ Tirzah zegt tegen haar moeder dat ze de telefoon iets moet kantelen. ‘Heeee, oma!’ roept Amy blij. Terwijl de rest van de familie inlogt, trekken de twee gekke bekken. Amy drukt haar neus bijna tegen het telefoonscherm, het is reuze interessant om iedereen te zien en te horen praten. Ook hun ooms melden zich en die beginnen met elkaar te praten. Weet de rest wel dat zij er ook nog zijn? Zo is er niets meer aan. De twee springen van de bank. ‘Doei allemaal, wij gaan buiten spelen’, roepen ze nog. En weg zijn ze.

Dochter in tijden van corona

portretten

14

(15)

m innovatie in de toekomst te kunnen aanjagen, zijn creatieve vaardigheden een vereiste. En laat het daar volgens een OESO-rapport* uit 2016 (!) nou net aan schorten in het (basis)onderwijs, waar zich onze beoogde innovators van de toekomst bevinden.

Ons onderwijs is sterk gericht op cognitieve en meetbare vaardigheden. Goed kunnen lezen, goed kunnen rekenen.

Dat is belangrijk, maar minstens zo belangrijk zijn creatieve vaardigheden. Sterker nog, creativiteit is feitelijk wat ons mensen drijft. Zonder creativiteit geen innovatie.

*OESO, Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling onderzocht het Nederlandse onderwijsstelsel – red.

Helaas besteedt het pedagogisch beroepsonderwijs weinig aandacht aan muziek en andere vormende vakken. Toekomstige onderwijzers kunnen het hooguit als keuzevakken volgen. Met als gevolg dat op de meeste basisscholen onvoldoende kennis en ervaring aanwezig is om adequaat muziekonderwijs te ver- zorgen en het mede daardoor niet of nauwelijks gebeurt. De wil is er bij veel scholen overigens beslist wel! Niet alleen het gebrek aan vakkennis, ook een gebrek aan middelen is de oorzaak van onvoldoende of geen muziekonderwijs. Dat daardoor te weinig kinderen de ervaring van muzieklessen meekrijgen in hun jeugd, is een gemiste kans. Het is erg waardevol om als kind te proeven van muziek. Het kan in meerdere opzichten veel voor een kind betekenen. Muziek stimuleert creativiteit, maar zorgt er ook vaak voor dat kinderen opbloeien en een andere kant van zichzelf ontdekken en laten zien. Onze muziekdocenten krijgen soms vooraf een ‘waarschuwing’ van ouders (of anderen): ‘Houd Jantje goed in de gaten, het is een druk/lastig/snel afgeleid kind’. Een- maal bezig met muziek blijkt Jantje helemaal niet druk/lastig/

snel afgeleid te zijn, maar juist betrokken en in zijn element. Ook gebeurt het regelmatig dat kinderen verrassen met hun keuzes.

Een kind dat je vooraf inschat als basgitarist, maar na een kennis- making met verschillende instrumenten een duidelijke voorkeur uitspreekt voor de klarinet, bijvoorbeeld. Het is belangrijk om alle kinderen die kennismaking met muziek te gunnen. Als het zaadje wordt geplant, zetten kinderen die echt plezier hebben in zingen of het bespelen van een instrument, vanzelf door.

Professioneel muziekonderwijs in het basisonderwijs is dan ook een droom die we koesteren. Met reden, het maatschappelijk belang van (meer) kunstonderwijs is enorm groot. We durven te spreken van URGENTIE. Het Kunstencentrum Waalwijk wil laten zien dat het ernst is en maakt er werk van: we zijn initiatiefne- mers van het project ‘Muziek in de Klas’. De projectnaam maakt al duidelijk wat het streven is. Ons doel is dat op termijn op alle basisscholen in gemeente Waalwijk structureel muzieklessen door vakdocenten worden verzorgd. Minimaal twintig uren per schooljaar. Met ‘Muziek in de Klas’ willen we basisscholen ont-

zorgen. Professionele muziekdocenten verzorgen lessen op school, zoals scho- len nu ook al vakdocenten lichamelijke oefening inhuren. In overleg met de scholen geven de muziekdocenten invulling aan de lessen. We vinden het namelijk belangrijk om maatwerk te leveren en aan te sluiten bij het karakter en de identiteit van de school. We kiezen dus niet voor een standaard lesprogramma. Twintig lesuren per schooljaar lijkt misschien nog niet zoveel, maar je kunt in zo’n lesreeks al behoorlijk wat bereiken. Het is prima mogelijk om bijvoorbeeld naar een eindvoorstelling toe te werken. In de loop van dit schooljaar start ‘Muziek in de Klas’ met een pilot in groepen 5 en 6; kinderen van circa 8 en 9 jaar oud. Voor de pilot gaan we uit van drie deelnemende basisscholen, maar als er vier of vijf scholen willen aanhaken juichen we dat toe. Op dit moment voeren we al gesprekken met enkele basisscholen die erg geïnteresseerd zijn.

Zoals al gesteld, de minimale aandacht voor kunsteducatie komt niet alleen voort uit het ontbreken van kennis en ervaring. Het gaat natuurlijk ook om een gebrek aan financiële middelen. Er is geld nodig voor structureel muziekonderwijs. Geld dat scholen niet zomaar op de plank hebben liggen. Om de pilot op te kun- nen starten, zijn we op zoek naar founders. Er is geld nodig voor de inhuur van vakdocenten en voor muziekinstrumenten, die overigens langere tijd dienst kunnen doen. We weten: bedrijven onderkennen het belang van het stimuleren van creativiteit op jonge leeftijd en het borgen ervan. Vandaar dat we ons tot het bedrijfsleven wenden om fondsen te verwerven voor ‘Muziek in de Klas’. Het Rabobank Stimuleringsfonds heeft reeds een mooie bijdrage toegekend, daar zijn we ontzettend blij mee. Ook neemt Rabobank De Langstraat een verbindende rol in het zakelijke netwerk op zich. De komende tijd brengen we onze ambities rond ‘Muziek in de Klas’ bij bedrijven onder de aandacht. Kans is groot dat je ons treft bij een netwerkbijeenkomst. We hopen dat veel bedrijven aanhaken bij ‘Muziek in Klas’ en daarmee bijdra- gen aan de ontwikkeling van de creativiteit van onze jeugd. Niet voor niets zijn er twee treffende gezegden: ‘jong geleerd, is oud gedaan’ en ‘wie de jeugd heeft, heeft de toekomst’. Muziekon- derwijs is in ons áller belang! Vragen of ideeën? Neem gerust contact op via info@kunstencentrumwaalwijk.nl.

Francesco van Mierlo (directeur Kunstencentrum Waalwijk) en Tessa Hendrikx (muziekdocente) zijn resp. initiatiefnemer en coördinator van ‘Muziek in de Klas’.

Méér muziek in

het basisonderwijs is geen luxe, maar noodzaak

BEELD: PIET PULLES

O

kansrijk project: Muziek in de Klas 15

(16)

Corona houdt de wereld in haar greep. Maar behalve de negatieve gevolgen die we ervan ondervinden, kunnen we er ook iets van leren: terwijl we elkaar fysiek op afstand houden, groeit het besef dat we in geestelijk opzicht juist naar elkaar toe moeten bewegen.

De coöperatie is springlevend

TEKST: ROLAND VAN DER VORST BEELD: BAS LOSEKOOT

heeft op het waterniveau in Bangladesh. Dat de brandende regenwouden in Brazilië wel eens zouden kunnen bijdragen aan de noodzaak tot ophoging van onze dijken. Ook de oplossingen voor deze uitdagingen beginnen bij het besef van onderlinge afhankelijkheid.

Je zou denken dat technologie ons daarbij kan helpen. Maar achteraf bekeken is de hele global village vooral een praatclub gebleken. Iedereen kan online naar hartelust communiceren, spelle- tjes spelen en zaken doen met de hele wereld.

Maar om nou te zeggen dat dit heeft geleid tot een diepgaand besef dat we elkaar nodig hebben, valt nog maar te bezien.

Digitale ecosystemen

Toch komt daar verandering in. Er komt steeds meer ‘coöperatieve technologie’. Zoals systemen die de onderlinge afhankelijkheden tussen meerdere partijen op een goede manier regelen.

De meeste platforms – zoals e-commercebedrijven, dating platforms en marktplaatsen – stimuleren nu nog de economische uitwisseling tussen twee partijen. Maar er komen steeds meer digitale ecosystemen die verschillende spelers met elkaar verbinden op een manier waar iedereen beter van wordt. Denk aan de digitale platforms in bijvoorbeeld Afrika en India die boeren gemakke- lijker verbinden met financiers, zadenleveranciers en afzetmarkten. Goed voor boeren en alle bedrijven in die keten. Deze digitale systemen stemmen de onderlinge afhankelijkheden zorg- vuldig op elkaar af. De spelers staan zo niet meer tegenover, maar tussen elkaar. We zijn vanuit

innovatie bij Rabobank actief aan het investeren in dergelijke platforms in de wereld.

Op de tweede plaats zijn er platforms die expli- ciet het algemene belang behartigen. Een klein voorbeeld dat bedoeld is om voedselverspilling tegen te gaan is Olio, een gratis app die buurtge- noten met elkaar verbindt die eten hebben dat ze zelf niet kunnen opeten. De app werkt eenvoudig:

je maakt een foto van je eten en mensen die zijn aangesloten ontvangen een alert. Inmiddels hebben een miljoen mensen in 49 landen zich hierbij aangesloten. Olio zorgt ervoor dat mensen niet tegenover, maar naast elkaar staan.

Hier zie ik traditioneel een belangrijke rol voor ons in Nederland. Het platform Support Your Locals, dat Rabobank actief heeft helpen bouwen, is zo’n voorbeeld hiervan.

Dit zijn nieuwe coöperatieve systemen die mensen bijeenbrengen op basis van wederzijdse afhankelijkheid. Dat is misschien wel een van de meest hoopgevende ontwikkelingen: het blijft niet meer bij praten alleen. Deze nieuwe syste- men maken het verbinden van mensen minder vrijblijvend.

Bouwer van coalities

Maar er is een derde manier waarop we het individuele belang kunnen helpen overstijgen:

een fysieke plek inrichten waar mensen onder elkaar zijn. Zo is de voetbalkantine voor veel ondernemers in het Westland een plek waar geschillen worden beslecht en oplossingen bedacht. De kantine is een neutrale, derde ruimte, waar men elkaar vertrouwt. Onder het voetbal ontstaat er tijd om het eens te worden.

De kantine is juist zo effectief omdat hij niet bedoeld is voor overleg. Langzamerhand kunnen we elkaar weer gaan ontmoeten. Laten we die mogelijkheid gebruiken om mensen uit ons netwerk bij elkaar te brengen. Van elkaar te laten leren. Hoe zij met de crisis zijn omgegaan.

Kunnen we samen misschien een buurt vooruit helpen?

Zelf ben ik onder andere betrokken bij een initiatief waarbij Rabobank kijkt hoe we boeren wereldwijd kunnen laten profiteren van de opslag van CO₂ in hun land. Ik zie een belangrijke rol weggelegd voor de bank als bouwer van coalities. Op lokaal niveau en op wereldschaal.

Daarmee helpen we de wereld vooruit.

En het is goed voor zaken, want nieuwe initiatieven moeten ook gefinancierd worden.

Twintig jaar geleden klonk de coöperatie voor veel mensen misschien ouderwets.

Tegenwoordig is zij springlevend. Rabobank is bij uitstek de organisatie om te laten zien dat de coöperatie kan werken. Let’s grow a better world together!

Roland van der Vorst Head of Innovation, Rabobank Nederland Meer dan ooit wordt duidelijk dat we alleen door samenwerking problemen kunnen oplossen.

De schade van deze crisis was veel kleiner geweest als landen een gezamenlijke strategie tegen Covid-19 hadden gekozen. Als er goede afspraken waren gemaakt over het delen van kennis, medicijnen en de mobiliteit van mensen.

De schade was minder groot geweest als we gekeken hadden naar de samenhang van de ver- schillende elementen (zoals gezondheidssymp- tomen, ziekenhuiscapaciteit, mobiliteitspatronen en culturele context) en hun systeemdynamische effecten. Als deze crisis íets duidelijk maakt, is het dat we de wereld als geheel moeten beschouwen.

Dat geldt niet alleen voor het bestrijden van Covid-19. De uitdagingen van deze tijd overschrij- den de grenzen van onze eigen haard. Ze vragen om een coöperatieve grondhouding. Eén waarbij we ons realiseren dat we afhankelijk zijn van elkaar. Dat het gebruik van fossiele brandstoffen in New York, Shanghai en Amsterdam invloed

16 Rabo &Co

(17)

Meer dan ooit wordt duidelijk dat we alleen door samenwerking de problemen van deze tijd kunnen oplossen

17

coöperatief

(18)

Hockey-international Terrance Pieters en kunstenaar Klaskie kunnen excelleren dankzij alle vrijwilligers die het verenigingsleven dragen. ‘De club voelt als mijn tweede huis.’

Onze

TEKST: SABINE SLUIJTERS BEELD: STUDIO POLAT

club

Maar we zaten ook jankend in de kleedkamer na een verloren finale.’

ClubSupport

Het verenigingsleven is een van de steunpilaren onder de Nederlandse samenleving. Naar schat- ting telt ons land 28.000 sportclubs en een kleine 40.000 culturele verenigingen. Hier komen jong en oud samen om te ontspannen, te leren of zichzelf uit te dagen. Verenigingen verbinden mensen en bieden een waardevol netwerk. En soms helpen ze jongeren bij het realiseren van hun ultieme droom.

Met ClubSupport ondersteunt Rabobank het Nederlandse verenigingsleven.

errance Pieters is zes jaar als hij begint met hockeyen in de F5 van Almere.

‘Ik was eigenlijk altijd op de club.’

Als hij terugdenkt aan die tijd verschijnt er een grote grijns op het gezicht van de 23-jarige aanvaller van het Nederlands elftal. ‘Op woensdag en vrijdag had ik training. Maar op dinsdag en donderdag organiseerde de vereniging instuif- trainingen voor wie zin had. Daar was ik altijd bij.’

Voor Pieters voelt zijn club als een tweede thuis.

Zijn ouders zijn actief als vrijwilliger. ‘Mijn vader coördineerde de zaalhockey en mijn moeder zat in de communicatie-commissie.’ Hij leert er al zijn beste vrienden kennen. ‘We speelden jarenlang in hetzelfde team. Dan breng je veel tijd met elkaar door en deel je heftige emoties. Intense blijdschap als we een belangrijke wedstrijd wonnen.

Ik wil mee naar de Olympische Spelen in Tokio

T

Rabo ClubSupport

van start in de Langstraat!

Dit jaar verdeelt Rabobank De Langstraat opnieuw

€ 200.000 onder verenigingen en stichtingen.

Van 5 tot 25 oktober kun je als lid van de bank stemmen op je favoriete clubs.

Hoe meer stemmen, hoe hoger het bedrag voor de club. Op 5 november delen we de cheques uit.

Dit jaar zijn de verenigingen daarvoor welkom in de feestelijke drive-thru in het Mandemakers Stadion.

Dus: save the date… het belooft een bijzonder feestje te worden. Samen vieren we de winst!

Rabo &Co

18

(19)

Ik mag

mijn collectie showen in New York

Code

Pieters wordt zes jaar achtereen gecoacht door de vader van zijn beste vriend Manuel Verga.

Van hem leert hij ‘de code’: ongeschreven omgangsregels die hem vormen, ook buiten het hockeyveld. ‘Dat je altijd eerlijk moet zijn.

En iemand moet aanspreken als je het ergens niet mee eens bent.’ Maar wanneer hij gecon­

fronteerd wordt met racistische opmerkingen in en om het veld spreekt hij zich niet uit. ‘Ik vond dat ik ermee moest leren omgaan.’ De grappen die gemaakt worden – ook door teamgenoten – lijken onschuldig, maar raken hem wel degelijk.

‘Mensen realiseren zich gewoon niet wat woorden als ‘zwarte’ en ‘neger’ met je doen.’

Inmiddels hockeyt Pieters vier jaar in de hoofd­

klasse, het hoogste niveau in de hockeysport en maakt hij deel uit van de selectie van het Nederlands elftal. Vorig jaar stapte hij met pijn in zijn hart over van Almere naar Kampong.

‘Dat was een hele moeilijke beslissing, maar ik wilde hogerop. Mijn doel is meegaan naar de Olympische Spelen in 2021 en bij Kampong kan ik beter laten zien wat ik kan.’

Toch biedt een club een sporter niet alleen een platform om te leren en te excelleren, vindt Pieters. ‘De meerwaarde zit ook in het netwerk.

Ik ken genoeg jongens die stageplekken of werk hebben gekregen dankzij de vereniging.’

Zelf vond hij via een bestuurslid van Almere een huis in Amsterdam. Een notaris binnen Kampong hielp hem met het oprichten van een eigen bv.

‘Als ik iets nodig heb, kijk ik eerst even binnen de vereniging of er iemand is die me kan helpen of advies kan geven.’

Kunstbende

Hockey is een teamsport en dus bij uitstek een verenigingssport. Maar ook in de kunst en cultuur spelen verenigingen een belangrijke rol.

Uit recent onderzoek blijkt dat zo’n 1,5 miljoen Nederlanders een creatieve activiteit beoefenen bij een culturele of kunstzinnige vereniging.

Voor de 16­jarige Klaske Duin – of Klaskie zoals haar artiestennaam luidt – is dat Kunstbende, een jaarlijkse wedstrijd voor jong creatief talent, die eerder grote artiesten als Duncan Laurence en Martin Garrix voortbracht. Deelnemers komen uit in diverse categorieën uiteenlopend van fashion en theater tot dj, taal en influencer.

Met gratis workshops bereiden ze zich voor en wie de regionale voorronde wint, mag mee naar het finalistenweekend. ‘Dat is zo leuk. Je ontmoet daar zoveel nieuwe creatieve mensen.’

Met haar kledingcollectie won Klaskie de finale

van 2019 in de categorie fashion. ‘Daardoor mocht ik naar de Fashion Clash in Maastricht en Lowlands. Ik heb daar zoveel geleerd over het organiseren van een modeshow.’ Ook krijgt ze coaching in social media, waardoor ze beter vindbaar is op Instagram. ‘Daardoor ben ik gevonden door NY Fashion Week en mocht ik naar New York om mijn collectie te showen.’

Kunstbende geeft jonge talenten een podium en de kans om te ontdekken of ze echt verder willen in een bepaalde discipline. Naast de workshops en masterclasses zit de meerwaarde vooral in het enorme netwerk dat de vereniging biedt.

Maar liefst 85 procent van de deelnemers krijgt later werk in de cultuursector. Ook Klaskie weet zeker dat ze hierin verder wil. ‘Ik ben interdiscipli­

nair verteller. Ik vertel verhalen en gebruik daar­

voor alle kunstvormen die er zijn. Bij Kunstbende kan ik dat uitproberen. Tot ik achttien ben, ga ik elk jaar meedoen.’

Rabo ClubSupport 19

(20)

ACTIEF IN DE LEDENRAAD: MARJOLEIN EN MARCEL

Samen met nog 28 Langstraters vormen Marjolein van Hulten (30 jaar, Waalwijk) en Marcel Vrijhoeven (40 jaar, Elshout) de ledenraad van Rabobank De Langstraat.

“Ik ben vrij actief in het verenigingsleven in Elshout en vind het belangrijk om de verbinding tussen bank en de lokale samenleving te versterken”, motiveert Marcel.

Marjolein vond dat haar leeftijdsgenoten niet voldoende vertegenwoordigd waren (ze was 26 bij aantreden – red). Zoals vrijwel alle 30 ledenraadsleden namen ze beiden zitting in een commissie. Marcel werd voorzitter van de commissie Stimuleringsfonds, die vier keer per jaar bijeenkomt om aanvragen te beoordelen.

De afgelopen maanden maakte hij bovendien deel uit van de commissie Noodfonds, die in coronatijd de nodige steun bood. Marjolein maakt zelfs deel uit van twee commissies:

Toezicht en Governance. Ze legt uit: “De commissie Toezicht houdt toezicht op het

handelen door de Raad van Commissarissen (RvC). De commissie Governance houdt zich vooral bezig met de vraag hoe landelijk beleid van de Rabobank te vertalen is naar lokaal beleid en de coöperatie. Deze commissie geeft input aan de RvC-voorzitter, die dat kan inbrengen in de landelijke Algemene Ledenraad.

Het is erg interessant en leerzaam.” Vrijblijvend is de ledenraad niet, de taken zijn de afgelopen jaren verzwaard, zo vinden Marjolein en Marcel.

“Er wordt van ieder ledenraadslid een actieve bijdrage gevraagd; tussentijds evalueren we dat met elkaar. Onze mening doet ertoe, de directie neemt ons zeer serieus.” Als lid van de ledenraad houden Marjolein en Marcel oren en ogen extra geopend. Marjolein: “Je bent alerter voor signalen, gaat het gesprek met iemand aan als het over de Rabobank gaat. Ja, ik zie mezelf wel echt als ambassadeur.” Marcel: “Je krijgt meer inzicht in de financiële wereld en vergroot je netwerk. De ledenraad brengt je ook veel.”

TEKST: STAPS TEKST EN COMMUNICATIE BEELD: IMAGE & MOTION

Rabobank De Langstraat

20

(21)

NIEUWE GEZICHTEN IN DE LEDENRAAD

Rabobank De Langstraat heeft ruim 17.000 leden. Zij worden vertegenwoordigd door de ledenraad: deze 30 Langstraters denken mee

over het beleid en vormen de schakel tussen jou en de bank.

Kijk voor meer informatie op www.rabo.nl/delangstraat/ledenraad

ledenraad Rabobank De Langstraat

Kandidaten Dilara, Stef en Ronald

Dilara Donmez (Waalwijk): “Meedenken in de ledenraad zie ik als extra uitdaging. Graag maak ik als ledenraadslid gebruik van mijn netwerk van (afgestudeerde) studenten met een frisse blik.”

Stef van Look (Sprang-Capelle): “Ik liep stage bij de Rabobank en kwam veel te weten over de organisatie. Ik voel me ambassadeur en zet dat graag voort via de Ledenraad.” Ronald Buitelaar (Kaatsheuvel): “Het lijkt me zinvol en eervol om een bijdrage te leveren aan het Stimulerings- fonds. Daarnaast ben ik ervan overtuigd dat de ledenraad een verrijking voor mezelf is.”

Matthé en John nemen afscheid

Volgens het rooster van aftreden treden Matthé Hoogeboom en John van Bladel eind dit jaar af. Beiden zijn dan acht jaar le- denraadslid geweest. Zowel John als Mat- thé dachten mee over de overgang naar een nieuwe structuur binnen Rabobank Nederland (2015/2016). Ook maakte Matthé onder meer deel uit van de commissie die meedacht over het nieuwe hoofdkantoor in Waalwijk en van de selectiecommissie voor nieuwe ledenraadsleden. We danken hen beiden voor hun inzet en bijdrage!

Kandidaten

Yvonne en Colleen

Ook dragen we Yvonne Fleerakkers en Colleen Savelkouls (beiden uit Waspik) aan je voor.

Yvonne Fleerakkers: “Samen met mijn man en kinderen exploiteer ik een duurzame melk- veehouderij, waar ik ook educatieve lessen voor basisscholen verzorg. Ik ben tevens dis- trictsraadlid bij coöperatie FrieslandCampina.

De zichtbaarheid van de Rabobank voor de agrarische leden en de rol daarin kan beter. Via de ledenraad hoop ik daaraan te kunnen bij- dragen.” Colleen Savelkouls: “Als Amerikaanse woon en werk al meer dan 35 jaar in Neder-

land. Ik zie graag dat de Rabobank coöperatie- ve, effectieve en verstandige keuzes maakt en blijft maken. Ik hoop daarin een rol te spelen.

De laatste jaren ben ik vrijwillig betrokken bij sociale en maatschappelijke organisaties in Waspik en Raamsdonksveer.”

Voordracht nieuwe ledenraadsleden

Graag dragen we vijf kandidaten, waarover je hier links meer leest, aan je voor. Ben je lid van onze bank, dan heb je het recht om zelf kandidaten voor te dragen (vóór 14 ok- tober, ondertekend door 10 of meer leden).

Als we geen nieuwe voordrachten ontvan- gen, dan zijn de kandidaten automatisch verkozen tot lid van onze ledenraad.

Herbenoeming 5 ledenraadsleden

Jochem van Woensel, Dialon Mandjes, Niels Vugts, Marcel Vrijhoeven en Marjolein van Hulten zijn herbenoembaar. Wat is hun drijfveer? Jochem:

“Ik voel me thuis bij deze bank, met name door de maatschappelijke be- trokkenheid. Vooral tijdens de dialoogsessies kan ik waarde toevoegen.”

Niels: “Ik richt me vooral op het behoud van de coöperatieve identiteit en wil meer publiciteit over de ledenraad.” Dialon: “Als betrokken Waalwijkse winkelier lever ik graag een bijdrage aan transparante contacten in de straat en bij de bank.” Lees op p 20 het interview met Marcel en Marjolein.

21

(22)

Toen Joost van der Velden hoorde over de

anderhalvemetersamenleving wist hij meteen wat zijn bedrijf Remoticom moest doen.

Hij ontwikkelde sensoren waardoor mensen zich vrij kunnen bewegen en toch afstand bewaren.

of Things’. Door sensoren te verbinden met het internet wil het bedrijf de leef- en werkomstan- digheden van mensen veiliger, efficiënter en duurzamer maken.

Bewegingsvrijheid

Vrijwel direct na die eerste digitale vergadering ontwikkelde het bedrijf vier producten die mensen moeten helpen om zoveel mogelijk bewegingsvrijheid te behouden zonder de grens van anderhalve meter te overschrijden. ‘Daarbij hebben we gekeken welke bestaande producten en technologieën we konden gebruiken om een bijdrage te leveren aan het bestrijden van deze crisis’, aldus Van der Velden.

De Sodisense is een sensor die mensen aan hun keycord, om hun pols of op een andere manier dragen. De sensor begint te trillen wanneer je ls directeur van technologie-

bedrijf Remoticom voelde Joost van der Velden zich geroepen iets te doen toen premier Rutte in maart de anderhalvemetermaatschappij in het leven riep.

Hij trommelde zijn medewerkers digitaal op om te bespreken hoe het bedrijf met zijn eigen technologische oplossingen een bijdrage kan leveren aan de nieuwe samenleving. ‘Met onze technologie lopen we een paar jaar voor op anderen. Ik vond dat we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid moesten nemen’, zegt Van der Velden. In dit geval door mensen te helpen om anderhalve meter afstand te bewaren.

Van der Velden heeft Remoticon in 2011 opge- richt en opende vier jaar later het hoofdkantoor in Tilburg. Het bedrijf richt zich op ‘the Internet

TEKST: GUUS PETERS BEELD: ANNABEL OOSTEWEEGHEL

Sensoren voor de nieuwe wereld

A

22 Rabo &Co

(23)

binnen anderhalve meter van iemand anders komt die ook een sensor draagt. Van der Velden:

‘Het is ideaal voor een gelegenheid waar mensen tijdelijk bij elkaar komen, denk aan een bar of restaurant.’

Daarnaast ontwikkelde het bedrijf een sensor die in openbare ruimten met een stoplichtstructuur registreert of het te druk is of niet. Heat maps geven aan of de drukte verantwoord is. ‘Sommige innovaties gaan nu sneller door de coronacrisis.

Maar we willen wel producten ontwikkelen die ook na het coronatijdperk bruikbaar zijn.’

Smiley’s

Een derde sensor, die werd ontwikkeld in samenwerking met het bedrijf Mr. Fill, telt realtime hoeveel bezoekers of klanten er in bijvoorbeeld een winkel zijn. In het begin van de anderhalvemetermaatschappij waren veel winkeliers voorzichtig, merkte Van der Velden.

‘Met behulp van onze sensor bleek dat ruimtes niet altijd optimaal gebruikt werden, er konden meer klanten naar binnen dan veel ondernemers dachten. Bijkomend voordeel was dat de rijen op straat korter werden.’

Als vierde hulpmiddel bedacht Remoticom een tevredenheidssensor. Deze is voorzien van smiley’s, om te meten of klanten en bezoekers tevreden zijn met de maatregelen die een onder- nemer heeft getroffen. Bij de kassa of de ingang kunnen zij de getroffen maatregelen beoordelen.

‘Zo weet je met één druk op de knop of bezoe- kers het prettig vonden’, zegt Van der Velden.

Door een ingrijpende gebeurtenis ontstaat een drang om iets te kunnen betekenen, vervolgt Van der Velden, die met Remoticom internationaal ge- oriënteerd is. De technologie maakt het mogelijk om toch aanwezig te zijn, zonder dat je er fysiek daadwerkelijk bent. ‘De meeste landsgrenzen waren de afgelopen maanden dicht, het sturen van een onderhoudsmonteur was niet mogelijk geweest. Maar doordat we onze technologie op afstand kunnen uitlezen, konden we toch van waarde zijn.’

Waar het normaal een behoorlijke tijd duurt voordat een idee is uitgewerkt tot een product, werd nu haast gemaakt. Alle vier de producten die Remoticom maakte om bij te dragen aan de anderhalvemetersamenleving zijn inmiddels op de markt. ‘Er is een maatschappelijk probleem ontstaan, waardoor we snel moesten handelen.’

Als het aan Van der Velden ligt, krijgen zijn producten zo snel mogelijk navolging. ‘De crisis is een ramp, maar levert ook mooie, nieuwe ideeën en samenwerkingen op. Dat is hartstikke waar- devol in deze moeilijke tijden. Door samen op te trekken en innovatief te zijn, hebben we laten zien dat sommige dingen die onmogelijk lijken, toch mogelijk zijn.’

Samen het onmogelijke

mogelijk maken

Rabo &

Remoticon

Remoticom is voortdurend op zoek

naar de nieuwste technologieën.

Dat sluit naadloos aan bij één van de kernwaarden van Rabobank: innovatie.

Rabobank denkt mee en draagt graag bij aan maatschappelijke

onderwerpen.

23

pionier

(24)

Jan van Holstein (1932) is van jongste bediende bij de Boerenleenbank opgeklommen tot kassier. Bijna een halve eeuw later gaat hij in 1992 als directeur van Rabobank Hengelo met pensioen. In al die jaren zag hij het bankwezen enorm veranderen.

jongste Van bediende tot kassier

TEKST: RENS LIEMAN BEELD: JITSKE SCHOLS

beetje aan persoonlijk contact, bij de alledaagse bankzaken althans. Maar dat is logisch, we leven in een andere tijd.’ Bovendien is het persoonlijk contact met de klant bij Rabobank zeker niet verdwenen, zegt Van Holstein: ‘Als een klant in mijn tijd een lening aanvroeg, dan bekeek ik zijn track record en controleerde ik de cijfers.

Toch was vertrouwen de basis. Dan helpt het als je elkaar een beetje kent. Dat is, denk ik, onveranderd gebleven bij Rabobank. De direc- teuren van de lokale Rabobank kennen de bedrijven en de ondernemers uit de buurt.’

e schrijven 1948. Jan van Holstein - dan 16 jaar oud, nu 88 - komt op voordracht van zijn vader bij de Naaldwijker Boerenleenbank te werken. Hoewel hij later naar Twente zou verhuizen, bleef hij de bank altijd trouw. Hij maakte de fusie tussen de Boeren leenbank en de Raiffeisenbank mee en zag bovenal van dichtbij hoe het bankieren én zijn clientèle veranderden. Een van die belangrijke veranderingen was automatisering en digitali- sering. Als jongste bediende zette Van Holstein zelf de eerste stapjes in die richting. ‘Mijn werk bestond aanvankelijk vooral uit het uittypen van dagafschrijvingen. Dat deed ik op een typemachine in een achterkamertje van de bank.’

Als de eerste boekhoudmachines op de markt komen, wordt Van Holstein op cursus gestuurd.

‘Toen ik terugkwam, was ik een hele pief: ik wist als enige hoe je die machine moest bedienen.’

Na de ‘giralisering van het loonzakje’ in de jaren zestig kreeg de bank steeds meer particuliere klanten. Het contact met klanten is dan nog heel persoonlijk. ‘Ik had een medewerker die kon zien als er een vaste klant aan kwam fietsen en dan alvast het juiste formulier en geldbedrag klaar- legde. ‘Honderd gulden weer, meneer Jansen?’

Als een boer voor een lening de bank binnenliep, dan hoefde hij maar te vragen: ‘Is Van Holstein er?’’ De grote vlucht van de digitalisering kwam pas later, nadat Van Holstein in 1992 pensioneer- de als directeur van Rabobank Hengelo. ‘In de banken van tegenwoordig ontbreekt het wel een

Vertrouwen was de basis. Dan helpt het als je elkaar

een beetje kent

W

ik blik terug

24

(25)

et Rabobank Stimuleringsfonds steunt innovatieve projecten die de Langstraat sterker maken. Naast het project ‘Muziek in de Klas’ (zie p 15) gaf het Rabobank Stimuleringsfonds eerder dit jaar ook support aan een project van Scholengemeenschap De Overlaat:

‘Let’s Play De Langstraat’. Susan Timmermans, directeur boven- bouw en Edwin Ploeg, inspirator en kartrekker van Let’s Play De Langstraat lichten het toe.

Scholengemeenschap De Overlaat in Waalwijk is een vmbo- school die onderwijs biedt volgens zeven profielen: Economie

& Ondernemen (E&O), Horeca, Bakkerij & Recreatie (HBR), Zorg &

Welzijn (Z&W), Dienstverlening & Producten (D&P), Mobiliteit &

Transport (M&T), Produceren, Installeren & Energie (PIE), Bouwen, Wonen & Interieur (BWI). Naast de nodige theorie wordt er veel aandacht besteed aan de praktijk. “Wij zijn gericht op het afleveren van vakmensen”, aldus Susan. “Om structureel in het systeem van het basisonderwijs te komen, lag er al jaren de wens om een Techlab te realiseren. Een rijkssubsidie maakte het in 2018 mogelijk om daar mee te starten. In Edwin Ploeg vonden we de ideale persoon om het Techlab te ontwikkelen; zijn ideeën kwamen exact overeen met onze ambities.”

“Het Techlab richt zich op kinderen in het basisonderwijs, met het doel hen kennis te laten maken met de zeven werelden van techniek. Al vanaf de kleuterleeftijd kun je kinderen inspireren en enthousiasmeren voor techniek.” Edwin: “Dat doen we op een manier die wel wat verder reikt dan knutselen in de klas.

Kinderen mogen in ons Techlab volop ontdekken en zich verwonderen. Ik werk allerlei thema’s uit met instructiefilmpjes op een tablet, inclusief QR-codes en ik zet materialen klaar en help leerkrachten op weg. Maar mijn uitgangspunt is dat ik de kinderen vrij laat en zoveel mogelijk zelfstandig laat werken. Vaak kijken ze de eerste vijf of tien minuten een beetje overdonderd om zich heen, om vervolgens enthousiast aan de slag te gaan.”

Susan, Edwin en hun collega’s waren blij met hun Techlab, maar wilden méér. Het verzorgingsgebied van het lab is namelijk groot, van Waspik tot Vlijmen, met in totaal 43 basisscholen die er gebruik van kunnen maken. “Zo ontstond afgelopen jaar de wens om ook een bus in te gaan zetten. Aanvankelijk vanuit het idee om kinderen op te gaan halen bij hun basisschool, maar dat idee lieten we al snel los. Met slechts één beschikbaar lokaal zitten we sowieso snel vol. Waarom geen bus die naar de scholen toe gaat?” De Overlaat weet zich gesteund door de Stichting Vrienden van de Overlaat, waaraan al 35 bedrijven en organisaties uit de regio zijn verbonden. Waaronder Rabobank De Langstraat. “Gezien onze samenwerking met de bank werden we op het spoor gezet van het Rabobank Stimuleringsfonds”, vertelt Susan. “We lichtten onze plannen toe aan de commissie Stimuleringsfonds en kregen al snel positief bericht. Fantastisch,

want dankzij de Rabobank hebben we een bus kunnen aanschaffen!” In februari werd de nieuwe bus feestelijk gepre- senteerd, waarbij tevens de nieuwe projectnaam bekend werd gemaakt: het Techlab is omgedoopt tot Let’s Play De Langstraat. De bus heeft allerlei interessante materialen en slim- me snufjes aan boord. Handige kratten zijn voorzien van deksels die ook als tafeltjes gebruikt kunnen worden. Niet verrassend:

vooral de 3D-printer, VR-brillen en drones die de Let’s Play-bus aan boord heeft, zijn razend populair. “Op het dak van de bus hebben we zelfs een drone-landingsplek gemaakt. Dat soort details maken het hartstikke leuk.”

Kort na de presentatie van de bus moesten alle scholen noodge- dwongen lange tijd sluiten. De Let’s Play-bus bewees direct zijn grote waarde: zodra het onderwijs op school weer (deels) werd hervat, ging Edwin met de bus op pad. “We leverden lesmateria- len op scholen af, zodat leerkrachten zelf met hun leerlingen aan het werk konden. Kinderen gingen onder andere aan de slag met het zuiveren van water, het opwekken van energie uit aardappe- len en met allerlei bouwmaterialen”, vertelt Edwin. Terwijl de Let’s Play-bus in het voorjaar dus al volop richting basisscholen reed, werkte Edwin ook plannen voor uitbreiding van het Let’s Play-lab in De Overlaat uit. Tijdens de zomervakantie is er keihard gewerkt om bij de start van dit nieuwe schooljaar een gloednieuw en inspirerend lab in gebruik te kunnen nemen. Het nieuwe Let’s Play-lab is in oppervlakte meer dan verdubbeld. Er zijn zes we- relden gecreërd, gelinkt aan de zeven profielen die De Overlaat kent. Elk hoekje is benut, over elk detail is nagedacht. Alles heeft een functie, zelfs de vloerbekleding. “Op het marktpleintje dat we in een hoek hebben gerealiseerd, is een realistische print van bestrating aangebracht”, vertelt Edwin. “Inclusief achteloos weggegooide sigarettenpeuken en kauwgumplakkaten zoals je dat op straat tegenkomt. Daarin zit dan weer een boodschap over het milieu versleuteld. Kinderen kunnen hier leren program- meren, proefjes doen, filmpjes maken en vooral: de wereld om zich heen ontdekken.”

www.letsplaydelangstraat.nl

www.rabo.nl/delangstraat/RabobankStimuleringsfonds

Let’s Play

De Langstraat laat kinderen kennismaken met techniek

BEELD: SG DE OVERLAAT

H

kansrijk project: Let’s Play-bus SG De Overlaat 25

(26)

Vanwege coronamaatregelen is ons kantoor in Waalwijk sinds maart

helaas beperkt toegankelijk en zijn onze kantoren in Drunen en Kaatsheuvel nog steeds gesloten.

Toch zitten we bepaald niet stil.

In gesprek met directievoorzitter Dick van Rhee en directeur bedrijven Leo Mastenbroek.

DI CK EN LE O PR AT EN J E B IJ

TEKST: STAPS TEKST EN COMMUNICATIE BEELD: IMAGE & MOTION

oe houdt Rabobank De Langstraat contact met leden en klanten?

Dick: “Mensen zijn sociale wezens. We willen elkaar zien, nieuwe mensen ontmoeten. Dat past ook heel erg bij Rabobank, we missen de reuring, ontmoetingen en activiteiten in ons clubhuis. Ge- lukkig hielden we contact. Dat kon, omdat iedereen massaal koos voor videobellen. Zowel voor zakelijke meetings als voor een praatje met oma of een digitale borrel met vrienden. Videobellen werd normaal, ook in het contact met de Rabobank. En wat toch wel bijzonder is, is dat het daardoor lijkt alsof we weer aan de keukentafel zitten bij onze klanten. Onze financieel adviseurs krijgen regelmatig letterlijk een kijkje in de keuken en dat maakt het contact heel persoonlijk.

Ook al zit er een schermpje tussen.”

Leo: “Ook het contact met onze zakelijke klanten hielden we de afgelopen maanden onverminderd vast. Vanaf het eerste moment zochten we actief telefonisch contact met ondernemers, om te horen hoe het met ze ging en uiteraard om ze te helpen met noodmaatregelen. Soms was praktische hulp nodig en ook daaraan konden we vaak een bijdrage leveren.

Als lokale bank brachten we veel partijen uit ons netwerk met elkaar in contact. Ons netwerk toonde opnieuw zijn kracht.”

H

26 Rabo &Co

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als speciale beschermingszone in de zin van artikel 4, vierde lid, van de Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding

[r]

Om hen een steuntje in de rug te geven hebben we deze stichting opgezet in de Bommelerwaard; waakmanden bestaan al, maar voor zover wij hebben kunnen nagaan alleen in

Omdat de stad zo veel verhard oppervlak heeft, zorgt dat voor wateroverlast, die we vervolgens niet goed opslaan om droge periodes te overbrug- gen.. Met partijen als de gemeente

Laten we er met z’n allen voor zorgen dat de scholen open kunnen blijven, niet alleen voor de sociale contacten, maar vooral ook voor: het leren door doen.

Ik vraag je niet om nooit meer online te bestellen, maar wel om je bewust te zijn van de gevolgen en je af te vragen: is deze onlinebestelling nu echt de beste keuze voor mij en

Janssen: ‘Ik merk daar niet heel veel van in mijn dagelijkse leven – hier in de omgeving weten mensen heel goed hoe het zit.. Maar toch… op verjaardagen voel ik dat

• Bestemt voor niet zelfredzame burgers die voor langere tijd financieel geholpen moeten worden;. • De looptijd van BudgetZorg is maximaal 48 maanden en kan (indien nodig)