• No results found

De eerste stap op weg naar een zou z~n, ~on het een zonde genoemd juist begrip van het onderwerp kan een worden. En omdat men het tegen de van

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De eerste stap op weg naar een zou z~n, ~on het een zonde genoemd juist begrip van het onderwerp kan een worden. En omdat men het tegen de van"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

WISSELEND

BEGRIP

door

max banens

Als men zich heeft voorgenomen christel~ke denken werden afgekeurd.

be.zig te gaan met de geschiedenis van de Naast het woord sodomie kwam homoseksualiteit is er één inzicht dat als verduidel~kingdan ook de term onweerlegbaar voor de hand ligt, en dat 'tegennatuurl~ke••• '(voeg in: ontucht, is dit: dat een onderzoek naar een ver- zonde, losbandigheid, enz.) in ge-

sch~nsel, dat zo lang en effectief is bruik. Het ontstond al in de vroege weggedrukt uit de openbaarheid en dat middeleeuwen en bleef eveneens tot in ook nu nog met zoveel vooroord~len onze eeuw in gebruik. De term gaat wordt beschouwd, op b~zonder grote me- uit van een opvatting over homoseksua-

thodische problemen zal stuiten. Ik liteit die in de middeleeuwen vrij zal in het onderstaande proberen de in- gewoon was en nog steeds niet gfheel vloed van de gehanteerde terminologie, is verdwenen, de opvatting nameÜjk,:

uitgangspunten en achterliggende opvat- dat homoseksualiteit een vr~gekozen

tingcn omtrent homoseksualiteit op de hobby is, die tegen de natuurlijke orde

geschiedschr~vingvan de homoseksuali- - wat dat ook moge inhouden - ingaat.

teit te schetsen. Omdat het niet meer dan een hobby De eerste stap op weg naar een zou z~n, ~on het een zonde genoemd juist begrip van het onderwerp kan een worden. En omdat men het tegen de van

inventaris~tie z~n van de vele uitdruk- god gegeven orde in vond gaan, moest kingen die in het verleden gebruikt het met harde hand worden bestreden.

z~n voor wat men nu homoseksualiteit Zo is het, wanneer men in deze l~n

noemt. Het is de eenvoudigste ingang verder denkt, te begr~pen, dat in de naar het probleem. late middeleeuwen sodomie als een

Men gebruikte zeer lange tijd, . ketter~ gold, dat er een identificatie van de vroege middeleeuwen tot in onze optrad van homoseksualiteit met ket-

t~d toe, het woord sodomie, afgeleid ter~, van de lichamel~ke met de gees- van de b~belse stad Sodom. De betekenis tel~ke godslastering. We komen hier van het woord sodomie was overwegend op het terrein van de veranderde op- het anaal/genitale geslachtsverkeer vattingen, en ten dele ook de zich ~j- tussen mannen, maar niet uitsluitend. zigende uitingsvormen van homoseksua-

Afhankel~kvan wat de b~beluitleggers liteitj een terrein dat we hier moe- meenden dat er in Sodom gebeurd was toen ten overslaan. (2)

god haar strafte, kon het ook hetero- Pas als de donkere wolken seksueel anaal geslachtsverkeer z~n, van het christendom boven Europa be- of masturbatie, of seks met dieren, en ginnen weg te trekken, en juristen en in de late middeleeuwen ook seks met medici zich met homoseksualiteit gaan Joden, of met Turken, of hp.t gebruik bemoeien zonder de b~bel te raad plegen van anticonceptiemethoden. (~) Het is komen. minder beladen termen in ge- duidelijk dat de door de christel~ke bruik. Clitorizantes en fricatrices religie toegevoegde afkeuring zozeer (voor lesbiënnes), tribadisme en les- de overhand had gekregen, dat de bete- bisme (naar het eiland Lesbos, waar kenis van het woord sodomie volstrekt Sappho dichtte), inversie (van 'om-

onbelangr~kwerd, en ging zweven over kering'), urning en uranie (van eros

~a::;;;l;;.;l=-e;:;.;r:...;l=-e=i---:.t.;:;e;;.r;;.r..;;e..;;i.;;.;n;.;;e.;;.;n,--d_i....;e,--i_n_d_a_t_z_e_1_f_d_e .:-.._ur,;.=...;;.;an=a...;,s--.:.;u;:;i..:,t....:.;:h...;,e..:,t--.:.;S.Jj.ym=p..:,o..:,s,.;;i..:,o..:,n:.-.;v...;an,;;;;...:.p...:I;;.a;;.:.t..:...()-.:.).~

~.

(2)

T~t in 1869 de Hongaarse arts Benkert het woord homoseksualiteit introduceer- de, wat tot op de dag van vanda.ag het meest gangbare begrip is gebleven. Al is het niet het enige meer.

Onder invloed van de emanci- patiebeweging, die vooral na de tweede wereldoorlog in een aantal Westeuropese

landen opbloeide, kwam de term homofi- lie in zwang. Men vond .in dit woord het geestelijke element meer tot zijn recht komen, en dat werd 'in de begin- nende emancipatiestrijd zeer benadrukt.

André Baudry van het Franse blad Arca:- die en Arent van Santhorst van het COC blad Vriendschap. strijden om de eer van de vondst, maar het belangrijkste is dat de vervanging van homoseksualiteit door homosilie met heilige ernst werd gepropageerd. ~ls in de jaren zestig de discussie over homoseksualiteit uit de kring van het COC breekt, en psychiaters, zielzorgers en sociale wetenschappers zich in het gesprek men- gen, ontstaat er dan ook een voort- durende verwarring over de vraag of het nu 'homofilie' of 'homoseksuali- teit moet zijn. (3) En men kan pdgingen gewaar worden om met behulp van weer nieuwe termen een uitweg uit het ter- minologische probleem te vinden. (4) Vooralsnog lijkt echter het woord homo- seksualiteit, althans in de wetenschap- pelijke litteratuur (5), nog het meest geaccepteerd. Zolang we de geschiede- nis van de jaren zestig nog niet schrij- ven, kunnen we deze terminologische discussies verder laten rusten.

Het spreekt vanzelf dat be- kendheid met in het verleden gehanteeer- de termen voor.homoseksualiteit nog niet betekent dat daarmee de problemen bij het opsporen van bronnenmateriaal verdwenen zouden zijn. Men heeft in de christelijke wereld altijd een schaam- tevolle terughoudendheid betracht tegenover homoseksualiteit, zo sterk zelfs, dat het als het even kon ver- zwegen en. doodgezwegen werd. (6) Om de verdekte signalen toch op te kunnen vangen, moet men dan ook vaak merk- waardige paden bewandelen. Met een enkele illustratie daarvan wil ik dit deel over de sprpakverwarring afslui- ten. In een artikel over 'Homo-erotiek in de middeleeuwse poëzie' (Maatstaf 24, 1976) neemt Harry Kuster, om uit te maken "wat nu precies een uitspraak in een gedicht van die tijd tot een homo-erotische, of zo. men wil homo- sensuele (over begripsverwarring

gesproken, mb.), maakt" als werkhypo- these a.an "dat die uitingen homosensueel waren die doen denken aan antieke,

Griekse meer dan Romeinse, beelden.

waarden en opvatting_en_

Bij een historisch onderzoek stui t men behalve op terminologische ook op· inhoudelijke problemen. De histo- rische dimensie is niet alleen een nood-

zakel~k onderdeel van een compleet be- grip van homoseksualiteit, maar wordt ook in belangrijke mate door dit laat- ste bepaald. Om dit aan te tonen zal ik een korte historiografie moeten geven van het onderwerp.

Het wetenschappelijke denken heeft zich pas in de tweede helft van de negentiende eeuw, althans op het punt van de homoseksualiteit, weten los te maken uit de christelijke veroor- deling. De eerste die een in wetenschaps- kringen gezaghebbend werk schreef was de

jurist K.H. Ulrichs, onder het pseudo- niem Numa Numantius. (7) Zijn stelling dat homoseksualiteit een aangeboren en dus onveranderbare eigenschap is, brak op het vitale punt door het benauwde christelijke denken heen: was het waar, dan was homoseksualiteit niet iets tegen- natuurlijks, maar evenzeer (of evenmin) van god gegeven als heteroseksualiteit.

Met deze uitdagende stelling werd onmiddellijk de interesse gewekt van psychiaters, biologen, antropologen en juristen. Er ontspon zich, met name in Duit~land, een discussie over de vraag of homoseksualiteit aangeboren dan wel verworven was, een discussie die een halve eeuw zou voortduren.

Aanvankelijk stonden de meesten op het

'verworve~' standpunt: gezaghebbende stemmen waren bijvoorbeeld Richard von Krafft-Ebing, Iwan Bloch, P. N"äcke en Ho Fischer, (8)maar toen de psychiatrisch ervaringen talrijker werden, en enkele

'apologeten'(9) steeds materiaal voor het tegenEt.ael aan bleven dragen, ging de een na de ander over tot het 'aan- geboren' standpunt. Von Krafft-Ebing in 1901, niet lang voor zijn dood, middels een artikel "Neue Studien auf dem Gebiete der Homosexuali tät", N"äcke in 1906 met zijn "Vergleich von Verbrechen und Homosexuali tät", Bloch in 1908 met zijn

"Das Sexualleben unserer Zeit in seinen Beziehungen zur modernen Kul tur", enz ••

Rond 1900 was men in de kleine groep van wetenschappers, die zich met

(3)

homoseksualiteit bezig hielden, vrij un~

niem van mening dat het een aangeboren eigenschap betrof, een anomalie en geen pathologie, een geslachtelijke variant, die men het 'derde geslacht' noemde, ofwel 'the intermediate sex'.(10) Vanuit onze tijd zien wij sceptisch op deze theo- rie terug, want we hebben een directe lijn zien gaan van de 'derde geslacht' theorie naar de dubieuze studies van , Ces are Lombroso (11), naar de fascis- tische rassentheorie (12), en ook nog naar de korte reactionaire opleving aan het begin van de jaren vijftig (13).

Maar rond de eeuwwisseling was het een geweldig stimulerende bron voor de eerste emancipatiegolf (die hier bui- ten beschouwing moet blijven) en voor de golf van wetenschappelijke, meestal historische belangstelling voor homo- seksuali tei t.

Het aantal historische studies was enorm. Hirschfeld telde in 1914 meer dan 1000 publicaties die uitsluitend over de geschiedenis van de homoseksualiteit handelden. Op zich was deze opleving van historische be- langstelling het belangrijkste resultaat van de nieuwe wetenschappelijke op- vatting over homoseksualiteit, die ik hier kortheidshalve maar de 'derde geslacht' theorie zal blijven noemen.

Maar uiteraard kleurde deze theorie ook de aard van de geschiedschrijving.

De biografieën vormden een belangrijk onderdeel van de publicaties.

(14) De meest vooraanstaande personen werden daarin beschreven en als onder- steuning voor de theorie aan het :derde geslacht toegevoegd. Bovendien bleken deze grote voorganger-biografieën een'uitstekend middel om het moreel in de aarzelend op gang gekomen emancip~

tiebeweging hoog te houden. Vooral om deze reden zouden dergelijke biogr~

fieën, die tot ontzag~ijk lange lijsten uit konden groeien, nog tot ver na de tweede wereldoorlog geschreven blijven worden en zelfs nog in de jaren zestig door de Franse historicus Marc Daniel verdedigd worden als de eigen aard van de homofiele geschiedschrijving. (15)

Zelfs in de gedegen studies van Westermarck, Carpenter, von Romer en anderen, treft men, naast voor- treffelijke analyses, deze lijsten van beroemde voorgangers aan. (16) Deels uit het gerechtvaardigde verlangen om homoseksualiteit uit de sfeer van crimi- naliteit en zedeloosheid te halen,

deels ook als een poging om andere ei- genschappen op het spoor te komen, die aan dat 'derde geslacht' verbonden zouden kunnen zijn. Zo spanden'de Renaissancekenner John Addington Sy- monds, de seksuoloog Havelock Ellis en de dichter, socialist 'en seksueel hervormer Edward Carpenter zich in om met behulp van historisch materiaal

aan te tonen dat de 'inverts' een 'special spirituality' bezaten, dat hen kunstzinniger, verfijnder, moreel superieur en betere leiders zou maken.

(17) In wezen onderscheidde zich zo'n poging niet van de veel schadelijker theorieën van Lombroso en anderen, die op grond van gegevens ui t gevangeni s- sen, psychiatrische inrichtingen, politie-archieven en dergelijke een relatie tussen homoseksualiteit en

criminaliteit wisten te ontdekken.

Hoewel de 'derde geslacht' theorie dus een enorme stimulans is geweest voor de geschiedschrijving van de homoseksualiteit tussen 189Ó en 1914, en dat in de persoon van Magnus Hirschfeld ook zal blijven tot in de jaren dertig (18), heeft het er ook een zeer duidelijk stempel op nagelaten.

Men schreef om de theorie te onder- bouwen, en tegelijk uit emancipatori- sche overwegingen: om de maatschapp~lij­

ke vooroordelen te ontkrachten. De toon werd nogal eens moralistisch en op het randje van misleiding wist men overal de'pseudohomoseksualiteit' te onderscheiden van de 'zuivere', ~

geboren homoseksuele geaardheid.

Maar desondanks werd er in deze twintig à vijfentwintig jaar, tegen de enorme maatschappelijke en wettelijke veroor- deling in, zoveel historisch materiaal bijeengegaard, dat er sindsdien nauwelijks meer iets van waarde is aan toegevoegd, noch aan informatie, noch aan inzichten (19).

Na de eerste wereldoorlog keerde de historische aandacht voor homoseksualiteit niet meer terug. Er waren nog wat uitlopers natuurlijk, onder wie in de eerste plaats Magnus Hirsch- feld genoemd moet worden en daarnaast de Nederlanders H. Lewandowski en P. J. van Dranen met hun "Beschavings- en Zedengeschiedenis van Nederland", uit 1933. Maar het hoofdaccent van de wetenschappelijke interesse was naar nieuwe terreinen verschoven.

Mede op grond van het werk van de Nederlander Hugo de Vries maakte in

(4)

de jaren twintig en dertig het erfel~k­

heidsonderzoek furorè, met in haar

kielzog de eugenetica. De aanhang van de 'derde geslacht' theorie was voor een belangrijk deel in deze stroming te- rechtgekomen. In Duitsland deden biolo- gen als Th. Lang en K. Jensch, in Ne- derland Th. stomps en J. Sanders onder- zoek naar de genetische bepaaldheid van homoseksualiteit door eeneiige en tweeeiige tweelingen te vergel~kenen families in kaart te brengen. Hoewel hen meestal de verdediging van homo- seksualiteit voor ogen stond, zouden hun resultaten uiteindel~kmeer in de concentratiekampen duidel~k worden dan

in wetenschappel~kinzicht (20).

"Voor den in de erfelijkheids- leer geschoolden bioloog gaat het hier om een zeer eenvoudig verschijnsel", zei Stomps in z~n diësrede voor de Uni- versiteit van Amsterdam, in 1935. En hij meende de "uitingen als die van Freud en Adler volstrekt waardeloos

(te moeten) verklaren". Deze uitspraak is illustratief voor de polarisatie die in de jaren dertig tussen de twee wetenschappelijke visies op homoseksua- liteit ontstaan was. Omdat geen van beide aan het historisch onderzoek

werkel~kwaarde hechtte hoeven w~ op deze plaats niet erg lang stil te blij- ven staan b~ deze.wetenschappel~ke

burenruzie. Het w~s, kort gezegd, het zelfde twistpunt als voorheen: patholo- gie contra anomalie, een stoornis of een vari ant; maar nu met aan de ene

z~de de psycho-analytici die met de theqrfein van Freud , Jung, Adler en Reich een grote aanhang hadden verwor- ven en aan de andere z~de de biologen.

Freud en de zijnen stonden in het alge- meen negatief tegenover homoseksua- liteit. Het was een ziekel~k, trauma- tisch versch~nsel, en het enige pro- bleem dat aandacht verdiende was in hun ogen hoe het te vermijden, dan wel te 'genezen was.(21)

En zo verdween tussen beide wereldoorlogen de historie van de homo-

seksualiteit geheel uit de wetenschap-

pel~ke belangstelling.

Toen na 1945 de anthropogene- tica, vanwege de geur van fascisme die er aan kleefde, in discrediet was ge- raakt, viel daarmee de laatste positie- ve wetenschappel~keinteresse voor homoseksualiteit weg. Het is dan ook

begr~pel~k dat de homoseksuele eman- cipatiebeweging , die na 1945 opnieuw

een opleving kende, op allerlei manieren de genetische theorieën in de aandacht probeerde te houden. Z~ zag heel wel in dat er van de bevrijding van de homosek- suali tei t geen sprake zou kunnen zijn zonder de steun van de wetenschap, omdat onderdrukkende wetgeving, religieuze veroordeling en sociale minachting al- leen met het gezag van de 'waarheid' zou kunnen worden teruggedrongen. Het COJ droeg de reeds genoemde Stomps op handen, en de bejaarde, op dat moment in Alexandrië woonachtige zenuwarts dr.

H.C. Rogge probeerde middels een COC uitgave de discussie met behulp van nieuwe hormone~onderzoekingenweer nieuw leven in te blazen. (22) Maar het was tevergeefs. Op een in feite verrassend belangwekkende publicatie na van F.J. Kallmann (23) was de biologische belangstelling voor homoseksualiteit voorbij.

In het begin van de jaren vijftig dreigde het maatschappel~koor- deel negatiever te worden dan het in dertig jaar geweest was. In de Verenig- de Staten joeg het McCarthyisme op de eerste voorboden van homoseksuele be- vrijding aldaar (24), en in Europa gingen met name in katholieke kringen stemmen op die de strafbaarstelling van homo- seksualiteit weer in wilden voeren waar hij afgeschaft was en verscherpen waar h~ nog bestond. (25) In een derge-

l~ke situatie stond ook de wetenschap-

pel~ke belangstelling, de historische niet uitgesloten, op nul.

Uit onverdachte hoek kwam echter steun. Het· was de empirische so- ciologie die als enige wetenschappelijke richting in de jaren veertig en vijftig het delicate punt van de homoseksua- liteit aandurfde zonder onmiddell~k

te veroordelen (26). In 1948 publiceer- de Kinsey een l~vig rapport over het seksleven van de Amerikaanse man, in 1953 gevolgd door eenzelfde werk over dat van de Amerikaanse vrouw (27).

Kinsey' s rapporten waren niet de enige noch de eerste, maar wel de invloed-

r~kste onderzoeken uit het nucntere empirisch-sociologische denken. En het is niet overdreven om 'te stellen dat Kinsey een kleine revolutie teweeg

bracht in het wetenschappel~kbegrip van homoseksualiteit. De feitel~ke seksuele handel en wandel van de Amerikaanse man en vrouw bleken onthullend af te wijken van wat men algemeen aannam. Niet alleen bleek het aantal mannen dat zich uitslui

5

(5)

tend tot andere mannen aangetrokken voel- de

5%

te zijn in plaats van 1 à

2%,

maar

daarnaast bleek er nog een groep van 10% te zDn die zich overwegend tot het zelfde geslacht aangetrokken voelde, en nog eens minstens zo'n groep bD wie de aantrekkingskracht van beide seksen ongeveer in evenwicht was. De mannen die zich uitsluitend heteroseksueel voelden en leefden waren in de minderheid. De aantallen bleken voor vrouwen iets anders te lïggen, maar het globale beeld kwam met dat van de mannen overeen.

Nu was het wel eerder bekend dat de scheidslDn tussen homo-en hetero- fiel niet zo absoluut was, het veel- vuldig opduikende begrip 'pseudohomosek- sueel' moet men in dit licht zien, maar Kinsey was de eerste die deze overgange~

serieus nam, en zDn bevindingen stel- den hem zeer overtuigend in' het gelijk.

Hij stelde voor in plaats van de tweede- ling homo-hetero, of de driedeling homo- bi-hetero een glDdende schaal te gebrui- ken van uitsluitend homo naar uitsluitend hetero. Een schaal waarop iedereen zich willekeurig zou kunnen bevinden en verschuiven. De wezenlDke doorbraak die Kinsey heeft betekend in het denken over homoseksualiteit, is de gedachte dat er een oneindige variatie in seksue- le gerichtheid zou bestaan, die boven- dien niet zozeer gebonden zou zDn aan de persoon en in zekere mate zou kunnen wisselen in tDd. Homoseksualiteit moest meer als een maatschappelDk verschijnsel beschouwd worden, los van de personen die dit verschDnsel vorm geven. Over homoseksualiteit kan men praten, over homoseksuelen niet, boud gezegd. De re- sultaten van Kinsey zDn naderhand vele malen bevestigd in vervolgonderzoeken, zodat langzaam maar zeker zDn schaal algemeen aanvaard is. Het COC drukte dat in 1971 uit met een naamswijziging, die de vlag op een lading beleidswijzigin- gen was: van Vereniging voor Homoseksue- len naar Vereniging voor de Integratie van Homoseksualiteit.

Maar voor de historische weten- schap was de idee van een vloeiende 0-

vergang tussen homo's en hetero's geen stimulans. En omgekeerd was de empiri- sche sociologie niet gewend haar theo- rieën ook historisch te onderbouwen.

Een werkelDke, hernieuwde belangstel- ling voor het verleden zou moeten wachten op de in talloze opzichten zo vruchtbare j aren zestig.

Het is nu nog te recent om dui-

6

delDk de inspiratiebronnen in die jaren zestig te kunnen onderscheiden. Daarom volsta ik met enkele losse opmerkingen.

- Er vond rond 1960 een ommekeer plaats in het christelDke denken over homo- seksualiteit (28). De volledig afwijzen- de houding maakte plaats voor 'begrip'.

Hoewel de progressieve lDn er voor wat de gehele kerk betreft al weer·· uit is nog v66r bDvoorbeeld het CDA aan homo- seksualiteit dezelfde rechten heeft toegekend als aan heteroseksualiteit, heeft toch het meest verlichte deel van de christenen zich ontwikkeld tot een positieve houding tegenover homo- seksualiteit. Men heeft in deze kringen zelfs de historische belangstelling weer opgepikt. In ons land heeft frater Herman van den SPDker zich over het verleden van de kerk gebogen, zich daarbD baserend op het eerdere werk van de theoloog D.S. Bailey (29).

- In de jaren zestig heeft het psycho- analytische denken opnieuw de historie hervonden onder invloed van met name Norbert Elias. Er werden belangrDke studies gedaan naar de geschiedenis van de seksualiteit (30), waarbD inderdaad het verscmjnsel homoseksualiteit los van een concreet omschreven groep be- schreven wordt. Maar in het .algemeen is men in deze richting toch nog niet los van een negatieve houding ten op- zichte van homoseksualiteit, hetgeen de beschrijvingen nu en dan irritant ver- troebelt.

- De emancipatiebeweging is in de jaren zestig zover uitgegroeid dat ZD zich in haar eigen geschiedenis ging interessere In Nederland heeft Jan Rogier hier ver- scheidene artikelen aan gewijd (31), in de Verenigde Staten schreef Jonathan Katz zDn imposante werk over de Ameri- kaanse beweging en hebben Arno Karlen, Lauritsen

&

Thorstad en anderen studies over de Duitse beweging tot 1933 geschr ven die belangrDker zDn dan de Duitse geschiedschrDving hierover, van bDVOOr- beeld Joachim Hohmann (32).

- Binnen de homoseksuele emancipatia- beweging brak het politieke denken pas in de jaren zestig werkelDk door. De theorieën van Wilhelm Reich en de homo- vervolging onder het Derde RDk zDn daartoe een belangrDke inspirerende factor geweest. Het resulteerde in historische studies, die tot nu toe beperkt zijn gebleven tot deze periode,

al zou men ook de verschillende studies naar de processen van 1730, en naar de

(6)

Noten.

invoering van par. 248bis, tot de poli- tiek-historische kunnen rekenen (33).

De belangstelling voor het verleden lijkt weer gewekt. Om de positie van de huidige geschiedschrijving in enkele zinnen samen te vatten, zou men kunnen stellen dat er (a) een socio- logische invloed zeer'sterk aanwezig is;

dat wil zeggen,het 'derde geslacht' denken van Hirschfeld en de zijnen is vervangen door het koppel homoseksuali- teit en homofobie, die in hun eeuwen- lange onderlinge strijd bestudeerd wor- den zonder de directe identificatie met personen die aan deze strijd vorm gaven (34). (b) Een psycho-analytische invloed waardoor zowel homoseksualiteit als homofobie begrepen worden in een ge- heel van driften die de ruimte van het redelijk denken begrensd houden. (c) Van uit een politiek denken wordt de aan- daóht gericht op de politieke motiva.- ties achter de maatschappelijke institu- ties, ,die als een bevestiging van be- staande verhoudingen kunnen functio- neren. Maar het historische bewustzijn was zover weggezonken, dat originele bijdragen over de historische homoseksu-

aliteit nog minimaal zijn gebleven.

Van Ussel gaat weer een andere weg op.

Ha het "Afscheid" van het woord seksua.- liteit keert mj in 1915 terug met een substituut "Intimiteit".

5. Daarbuiten ligt het anders en heeft het ook altijd anders gelegen. De man in de straat gebruikt'woorden als flikker, pot,mietje, poot, nicht enz. Op dit moment echter worden de woorden flikker en pot in de strijdbare 'flikkerij'

overgenomen als een erenaam met marte- laarsachtige bijklank. Voor een opsom- ming vanvolksbenamingen voor flikkerij in het duits: Borneman, E. "Sex im Volksmund".

6. Zo ontstond er in christelijke kringen n. a. v. Regout 's optreden als mini ster van Justitie (met zijn art. 248bis) een discussie of het überhaupt wel verstandig was dat er over dit' pro- bleem' gepraat werd. zie Bockma, H.

"Troelstra, poging tot moord", in: , Dialoog, 1966-5. en Kempe, G.Th.,

"Uitvoerder of kruisvaarder 11 in Kelk, C. e. a. "Recht, macht en manipulatie".

Utrecht/Antwerpen, 1916.

Deze moraal is overigens niet voorbe- houden aan christenen. In Rusland treffen we nog dezelfde discussie aan, zie: Chripkova, A.G. e.a. "Fortsetzung des Gesprächs liëer ein schweriges Thema". Moskow, 1913.

1. Ulrichs, K.H., "Forschungen über'des ,Räthsel des Mannmännlichen Liebe",

Leipzig, 1864-8.

1. z. Kuster,H. "Homoseksuali tei t in 8. Krafft-Ebing, R. von "Psychopathia middeleeuws Westeuropa". Utrecht,1911 Sexualis", Stuttgart, 1810. Dit werk 2. z. Kuster en ook o. a. Westermar,ck,E. beleefde herdruk op herdruk, en gold

"The origin and development of moaral tot in de twintigste eeuw als een van ideas". London, 1908. de meest gezaghebbende boeken op dit 3. A. van Dantzig meent het woord homo- terrein.

filie te moeten afwijzen in zijn "Homo-

9.

Zo noemt A. Karlen in zijn voortref- seksua.li teit bij de man" (Den H,aag,1969). felijke werk "Sexuali ty and Homosexuali- omdat de "suggestie als zou li'efde ty", New York, 1911t de voorvechters voor mannen slechts zijn voorbehouden van het 'aangeboren' standpunt,omdat

aan homoseksuele mannen" hem "zo on- zij er vrijheidsrechten voor homoseksue- juist en schadelijk lijkt". J. van Dssel len aan verbonden. De medicus dr. M.

daarentegen wilde in zijn "Afscheid Hirschfeld was onder hen een der bela.ng-, van de seksuali tei t" (Meppel,1910) om rijksten.

dezelfde reden het woord homofilie 10. Carpenter, E."The Inte['mediate Sex"

handhaven en verklaarde daarmee de 11. Lombroso dacht homoseksualiteit in Nederlandse samenleving overwegend verband te kunnen brengen met crimina.- homofiel. li tei t. zie: N"äcke, P. "Vergleich von 4. In 1968 introduceert H. van den Verbrechen und Homosexualität", 1906.

Spijker het woord 'homotropie', waarin ,12. verwoord bijv. door: Eckardt, K.A.

hij naast homoseksualiteit en homofilie "Widernatürliche Unzucht ist Todeswür- ook het woord homo-erotiek een dig", in: Das schwarze Korps, 22/5/31.

plae.ts geeft. Spijker,H. van den, en in Nederland: Michel, E., "Anti-

"Die gleichgeschlechtliche Zuneigung" homo, een geschrift tegen de weekdieren

Olten, 1968. onzer samenleving, 1929.

(7)

8

of: Barnhoorn,

J.,

"Het vraagstuk der dat bovendien de naivetei t van sommige' Homosexuali tei t"; Roermond-Maaseik, 1941 wetenschappers illustreert. Sanders was 13. Opnieuw zijn het voornamelijk katholie-" directeur van het Nederlands Instituut

ken die, dit maal naar het voorbeeld voor erfelijkheidsonderzoek bij den Mens van McCarthy de klok proberen terug en voor Rassenbiologie. In die hoed~

te draaien. In Nederland: KVP-vor- nigheid spreekt hij zich in 1934 uit tegen mi ngscentrurn, "Openbare Zeden en Over- de strafbaarstelling van homoseksua.- heide ", waarin voor algehele straf- "li tei t, althans hij meent dat er geen baarstelling wordt gepleit. En in Duit wetenschappelijke gronden meer voor kunnen land: Gatsweiler, "Das dri tte Geschlech bestaan. Wellicht wel andere, en daar- , urn die Strafbarkei t der Homosexua:- mee had hij de moraal van het nationaal- li tät", Bonn, 1952. socialisme voor ogen. Tot aan de oorlog 14. In Duitsland publiceerde dr. mede werkt hij mee aan het ontwikkelen van

Albert Moll in 1900 al zijn "Berühmte rassentheorieën en een paar jaar later Homosexuelle" en in Nederland ver- wordt hij vanwege het beetje Joodse bloed volgde G. Helpman deze met "de neiging dat door zijn aderen stroomt in een

tot het eigen geslacht", Baarn, 1912. Dui ts concentratiekamp vergast.

15. Daniel, M. "Essai de méthodologie 21. Freud, S., "Ueber einige neurotische pour l'étude des aspects homosexuels Mechanismen bei Eifersucht, Paranoia de l ' histoire", in: Arcadie, nr. 131-4, und Homosexuali tät." in: Werke Bd. 8,

1964-5. London, 1940 (oorspr. 1922).

16. zelfs in het meest complete over- Adler, A., "Das Problem der Homosex- zichtswerk dat aan het einde van deze uali tät". Leipzig, 1917.

periode werd geschreven: Hirschfeld, M. 22. Rogge, "De psychische verschillen en

"Die Homosexuali tät des Mannes und de overgangsvormen tussen man en des Weibes. " Berlijn, 1914. vrouw." Amsterdam, 1949 (?).

17. Elli s, H. "Sexual Inversion" , 1897. 23. Kallmann, F. J. ,e. a. "Study of Overt Het is het eerste van de zeven delen Male Homosexuali ty", in: Am. Journal

"The Psychology of Sex", dat tussen of Human Genetics. 1952.

1897 en 1928 verscheen. 24. zie Katz, J., "Gay American History"

Carpenter, E., "Love' s coming of

age",

New York, 1976.

1896, waarin de idee van een 'inter- 25. zie noot 13.

mediate sex' slechts geformuleerd 26. Dat veroordelen was in de Europese wordt; in "Intermediate Types among sociologie nog steeds gebruik. Bijv.

Primi tive Folk", 1914, meent hij vol- Schelsky, H., in "Soziologie der doende materiaal te hebben om deze Sexuali tät" van 1955, waarin hij een idee bewezen te achten. samenhang tussen "Kriminali tät, Aso- 18. In 1966 begon men onder de .ti tel ziali tät und Homosexuali tät" vast

"Si ttengeschichte des 20 Jahrhundert" stelt. (pag. 81)

de uitgave van zijn werk dat in de jaren 27. Kinsey, A.C., "Sexual Behaviour in the twintig en begin dertig ont.stond Human Male/Female"; Philadelphia, '48/53.

(Hirschfeld overleed in 1935 in Frank- 28. Andriessen, T., "De veranderende rijk, nadat hij in 1933 Duitsland had mentaliteit in Nederlandse r.k. kringen' moeten ontvluchten). in: Dialoog, 1965-2. en Spaan, R., "De 19. Een uitzondering vormen wellicht de homosexueel als naaste herkend", id.

juridisch-historische onderzoeken 29. Spijker, H.v.d., "Die gleichgeschlech hierop. Hoewel op dit gebied rond liche Zune igung" , Olten, 1968. Bailey, 1900 al belangrijk werk was gedaan (F. D.S., "Homosexuali ty in the Western Wachenfeld "Homosexuali tät und Straf- Christian Tradi tion", London/New York'

5

gesetz", Leipzig, 1901; H. Michaëlis, 30. Ussel, J. v., "De geschiedenis van het

"Par. 175! Homosexuali tät in Si tte und seksuele probleem", Meppel, 1971.

Recht, Berlijn, 1907) is de aandacht Borneman, E.,"Das Patriarchat",Frankfur sindsdien nooit geheel verdwenen. ~, 1975.

20. Naar schatting werden 70 tot 100.000 31. Rogier, J., "Homoseksuele emancipatie"

homo's in de concentratiekampen ver- in: Dialoog 1966-5.

moord. Zie hiervoor: Harthauser, W. 32. Hohmann,J.S., "Der unterdrückte Sexus'

"Der Massenmord an Homosexuellen im Lollar, 1977.

Dri tten Reich", in: Schlegel (hg) 33. Lautmann,R., Seminar: "Gesellschaft

"Das grosse Tabu", München, 1969. und Homo s exuali tät", Frankfurt aM. ,

'77.

Bijzonder cynisch was het geval Sanders,

ver\t)\g z'le blz.. 23

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de nieuwe constellatie was kortom de persoonlijke normatieve motivatie dominant en werd deze ondersteund door de economische motivatie (de angst voor meer boetes).. Ook wat

De gesprekstechniek is natuurlijk enkel een leidraad. De vrijwilliger mag hieraan zijn eigen draai geven. Wanneer de vrijwilliger bijvoorbeeld verschillende huisbezoeken wil

These workshops should not only empower people with knowledge and understanding of relational well-being and relational qualities and the impact thereof on a school community,

To achieve this aim, the following objectives were set: to determine the factors that play a role in the pricing of accommodation establishments; to determine

Dit onderzoek heeft opgeleverd dat Oriëntals heel goed een warmwaterbehandeling bij 41°C kunnen verdragen mits de bollen gedurende 4 dagen bij 20°C worden bewaard voor en na de

Maatregel Om de aanvoercapaciteit van zoetwater voor West-Nederland te vergroten wordt gefaseerd de capaciteit van de KWA via zowel Gouda als Bodegraven uitgebreid.. Dit

behoedmiddel voor de gezondheid der boeren aan te zien, wettiglijk was ingerigt, en dus overal, behalve bij hen, Professoren in de regten, behoorde ingevoerd te worden: -

Er zijn tijdens de survey 2 mosselstrata (M1 & M2) en 3 kokkelstrata (K1 t/m K3) onderscheiden met ieder een andere verwachting voor het aantreffen van de mosselen en