• No results found

NE D ER L ÄND SC H-I ND I E.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "NE D ER L ÄND SC H-I ND I E. "

Copied!
164
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

&<5YG)J?V

m n n n

i

j

F l , I D u m

IN

NE D ER L ÄND SC H-I ND I E.

AANTEEKENINGEN DOOR

M*. C. H. SIEÜWENHUIJS,

Advooaat-üsiieraal bij het Hooggerechtshof van Nè'd.-Indi

A. BISSCHOP,

S E M A R A N G — C H E R Ï B O N ,

(2)

BIBLIOTHEEK KITLV

0093 0964

(3)
(4)

-

(5)

DI l i l i M POLITIE 111-111

(6)

* — !

(7)

I 1 m i m i I) Jj m

I N

N E D E R L AN D S C H - I N DI E.

AANTEEKENINGEN DOOR

MB=. C. H. fllEUWENHUIJS,

Advocaat-Generaal fcij h e t Hooggerechtshof v a n Ned.-Indi?,

^ VOOR ° ^ \

TAAL-,LANO-&VOLKEUKr^

(•

A. BISSCHOP,

S E M A R A N G — C H E R I B O N .

1896,

(8)

Stoomdr. A. BISSCHOP, Semarang- Che r ihm.

t

ae-

(9)

VOORBERICHT.

Deze aanteekeningen waren aanvankelijk niet be- stemd voor publiciteit, maar tot eigen gebruik. Toen ik ze uitwerkte en ordende, meende ik echter dat zij misschien ook aan anderen tot nut konden zijn, vooral aan hen, die eenige bemoeienis hebben met politie- zaken, te meer omdat mij geen enkel werk bekend is, dat aan ambtenaren en beambten van politie tot leid- draad kan strekken bij de volvoering van hunne

taak. Het eenige werk toch daartoe geschikt, nl. het bekende rapport van de S taats-commissie, die in 1852 in Nederland werd benoemd tot het doen van onder- zoek naar en het uitbrengen van verslag over een aan de toenmalige staatsinrichting en wetgeving meest passend stelsel van politiewet, welk rapport mij van

veel dienst is geweest voor de samenstelling dezer aan- teekeningen, is sedert lang uitverkocht.

Na het gevoelen van anderen te hebben ingewon- nen en op hun raad besloot ik daarom mijn werk ten algemeene gebruike openbaar te maken.

Moge het inderdaad aan anderen tot nut zijn en tevens bijdragen om meer belangstelling op te wekken voor het Politie-recht, dat zoo belangrijk, maar te veel veronachtzaamd onderdeel van het pu- bliek recht.

N.

(10)

'

(11)

I N H O U D .

HOOFDSTUK I.

Bl ADZ

A L G E M E E N E B E S C H O U W I N G E N O V E R P O L I T I E . . . . i — 2 0

HOOFDSTUK II.

B E V O E G D H E D E N E N V E R P L I C H T I N G E N D E R P O L I T I E A M B -

T E N A R E N E N B E A M B T E N 2 1 — 1 3 4

E E R S T E A F D E E L I N G .

A L G E M E E N E B E S C H O U W I N G E N 2 1 — 3 0

T W E E D E A F D E E L I N G .

D E B E V O E G D H E D E N E N V E R P L I C H T I N G E N D E R P O L I T I E

T E N A A N Z I E N V A N P E R S O N E N 3 0 — I I O

§ A . P E R S O N E N UIT EEN PLAATSELIJK OOGPUNT BE-

SCHOUWD 31—64

i°. De openbare weg 3 1 — 4 6 a. Bedelaars en landloopers 32—34 b. Beschonken lieden 34—35

c. Krankzinnigen 35—3^

d. Publieke vrouwen ..36 e. Personen, die op den openbaren weg stationneeren. . .36—41

/ . Personen, die wapenen dragen 41

g. Personen, die voorwerpen, dieren of menschen vervoeren. 41—45 h. Personen, die gevaarlijke, balddadige of andere onbehoor-

lijke handelingen plegen 45—46

(12)

I I . I N H O U D .

B L A D Z . 2°. Publieke gebouwen 4 " 52

3°. Bijzondere woning 52 " 4

§ B . P E R S O N E N U I T E E N I N D I V I D U E E L O O G P U N T B E -

S C H O U W D 64 I I 0

a. Vreemdelingen en reizigers 69—80

b. Hulpeloozen 80—82 c. Vondelingen 82 83

d. Minderjarigen S3 84 e. Ontslagene gevangenen 84 85

f. Zwervende personen 85 g. Personen, die een beroep of bedrijf uitoefenen . . . 86—110

i°. sommige personen, die in dienstbetrekking zijn. 86—88 20. ondernemers van openbaar vervoer . . . . 88—90 30. personen, die een straatberoep uitoefenen. . . 90—91

40. uitgevers en drukkers 91—92

50. hotel-, logement-, slaapstêehouders, herbergiers,

koffiehuishouders en tappers 92—93 6°. waarzeggers, verkoopers vandjimats en amuletten 93

7°. fabrikanten, winkeliers en kooplieden . . . . 93—97

8°. pandhuishouders 97—98

90. bordeelhouders en prostituées 9 ^ —I I 0

D E R D E A F D E E L I N G .

D E BEVOEGDHEDEN EN V E R P L I C H T I N G E N DER P O L I T I E

TEN AANZIEN VAN GOEDEREN • l ï ° I24 i°. Gevondene goederen l r I I XS 2°. Schadelijke en gevaarlijke goederen, welker eige-

naren bekend zijn l rS ll7 l a. Bouwvallige gebouwen J I"

b. Dieren, lijdende aan of verdacht van besmettelijke of

gevaarlijke ziekten I J6 T I7 30. Brieven en andere stukken, toevertrouwd aan de

post of andere instelling van vervoer . . . . 1 1 7— 124 «

(13)

I N H O U D . III.

V I E R D E A F D E E L I N G .

D E B E V O E G D H E D E N E N VERPLICHTINGEN D E R POLITIE

T E N AANZIEN V A N OPENBARE B E L A N G E N . . . I25 134

a. Het toezicht op het bouwen 127 b. Het veeartsenijkimdig toezicht 128—129 c. Het verkenen van hulp bij rampen (calamiteiten) . 129—131

d. Het toezicht op den openbaren gezondheidstoestand 131—133 f. De handhaving van wettige verordeningen . . . . 133—134

(14)

ALPHABETISCH REGISTER.

B L A D Z .

A .

Aanhouding 24—25 Amuletten • • 93

B.

Bals masques 51

Bedelaars 32—34 Bedevaartgangers 71

Bedrijf 63, 86

Begrafenis 4 ° Belangen (openbare) 125—134 Beroep . 63, 86

Beschonken lieden 34—35

Bevel 23 Bevoegdheid (algemeene — der politie) . 22—27

Bezoldiging (van de politie) 7—8 Bordeelen 52, 98—110

Bouwpolitie I 27

Bouwvallige gebouwen. . • . . . 116

Brand 62, 129—130

Brieven 117—123 Burgerlijke rechten (bescherming van) . 64—68

Buskruit 42 Bijeenkomsten 37—39,49—5°. 58—60

Bijstand (aan personen door het openbaar

gezag aangesteld) . 63, 133—134 Bijzondere woning . . . . * . . . . 25, 29, 52—64

(15)

ALPHABETISCH R E G I S T E R .

B L A D Z .

c.

Calamiteiten 129—131 Centralisatie (van politiegezag en leiding). 15—16

Consulaire agenten 80

D.

Desertie 77—7^> 85 Deskundigen . 9 4 , 125 —127

Dienstbaren 86 Dieren 116 Djimats 93 Drukpers 91—92 Dwangmaatregelen 26

E.

Eigenrichting 68 Exterritoriaal recht 75—80

F.

Fabrieken . 93—97

0.

Gebouw (bouwvallig) 116 Gebouw (openbaar). . 28—29, 46—52

Genootschappen SS—60 Geraas (in de bijzondere woning). . . 59—61

Gevaarlijke goederen 41—43, 115—117

Gevondene goederen 111—115 Gewapenden 41 Geweld 26 Gezondheidspolitie . 131—133

Godsdienstoefeningen 39 Goederen (bevoegheid van de politie ten

aanzien van) .' 110—124 Grondslag van politiebevoegdheid . . 22

(16)

I T I A L P H A B E T I S C H R E G I S T E R .

B L A D Z .

H.

Handhaving van wettige verordeningen 133—134

Herbergen 92—93 Hotels 92—93 Huisrecht 52—55 Hulpeloozen 80—82

I.

In beslag genomene goederen . . . . 114—115

Inspection 19 Instructiën (voor politiepersoneel) . . . 10—12

J.

Justitie 3—4

K.

Koffiehuizen 92— 93

Kooplieden 93—97 Krankzinnigen. . . • 35—3^

L.

Landloopers 32—34

Leiding (van politiepersoneel) . . . . 9 Localiteiten (politierechtelijke onderschei-

ding van) 28—29 Logement . . . 92—93

M.

Meetings 37—39> 49—

Militairen &5 Militaire rechtspleging , 121

Minderjarigen 83—84

N.

Noodweer tegen de politie 22

(17)

ALPHABETISCH R E G I S T E R . IV

B L A D Z .

0.

Oefening (van politiepersoneel). . . . 9

Ontplofbare goederen 42

Ontslagene gevangenen 84—85 Openbaar gebouw 28—29, 46—52

Openbare weg 28, 31—46

Oproer 39 Opstand 39 Optocht 37—39

P.

Pandhuishouders 97—9$

Passenstelsel , 71— 72

Personeel (der politie) 7 Personen (bevoegdheid van de politie ten

aanzien van) 31™"1 1 0

Politie 1—6 Politiegezag (centralisatie van) . . . . IS —16

Politiemiddelen (tot handhaving van poli-

tiegezag 23—27 Politiewet • 12—15

Postgeheim 117 Poststukken 117 Preventieve politiemaatregelen . . . . 23—27

Proces-verbaal . . . 24—26

Procureur-generaal 16—18 Prostitutie 98 —IIO

R.

Rampen 129—131 Rechten (bescherming van) 64—68

Reispassen 71— 72

Reizigers 69—80 Rendez-vous-huizen. . . . . • 100

(18)

V ALPHABETISCH REGISTER.

BLADZ.

Repressieve politiemaatregelen . . . . 24—27 Rumoer (in de bijzondere woning) . . 59—61

S.

Samenscholingen 37—39 Samenwoning 56—58 Schadelijke goederen 115 —117

Schepen 75—"j-j, 130—131 Schipbreuk 36, 130—131

Schouwburg $i Slaapsteden 92—93 Stationneeren 36—41 Straatberoep 90—91 Straatbijeenkomst 37—39 Straatschenderij 45—46, 62

T.

Tappers 92—93 Telegrammen 123—124 Tijd (van politieuitoefening) 28

u.

Uitgevers 91—92 Uitlevering jy—78

Y.

Veeartsenijkundig toezicht 128—129 Verbod (politie) 23 Verboden brievenvervoer 122

Vereenigingen 55—60

Vergaderingen 37—39,49—50,58—óo Vergiften 42

Verhouding tusschen politie en justitie 3—4

Vervoer 41—45

(19)

ALPHABETISCH REGISTER. VI

BLADZ.

Vervoerders 43, 88—90 Vervoermiddelen . , 43, 47, 89 Visitatie (van personen en goederen, die

vervoerd worden). . . . . . 44—45

Vondelingen . . . . 82—83

Vreemdelingen 69—80 Vrouwen (publieke) 36, 98—110

Vuurwapenen . . . . . . . . . 61

Vuurwerk 61

w.

Waarschuwing (politie) 23

Waarzeggers 93 Wapenen 38, 41

Weg (openbare) 28, 31—46

Wettelijke bepalingen . 27—28 Wettelijke steun aan de politie . . . 19

Winkeliers . 93—97 Woning . . 25, 29, 52—64

z.

Zwervers . . 85

(20)

WETTELIJKE BEPALINGEN.

D E GRONDWET (G. W.) Art. 158. . . . bl. 52, 54

» 187- • • • » 52 REGLEMENT OP HET BELEID DER REGEERING VAN NEDERLANDSCH- INDIË (REGEERINGS - REGLEMENT, R. R.)

Art. 43 45 47 77 85 86 87 105 108 110 i n 120

bl. 27, 27 27 130 27 27 117 69 77 91. SS 39

39

118, 122, 123

92

R E G L E M E N T O P D E R E C H T E R L I J -

KE ORGANISATIE EN HET BELEID DER JUSTITIE IN NEDERLANDSCH- INDIË (R. O.)

Art. 134.

138.

180.

1 8 1 .

bl. 28, 36 36 I Ó — 1 8 16—18 ALGEMEENE BEPALINGEN VAN WET- GEVING VOOR NEDERLANDSCH-INDIË (A. E.)

Art. 32. . . . bl. 77

„ 33- • • • ». 77

„ 33" • • • » 77

„ 34- • • • „ 77 .. 35- • » 27

BURGERLIJK WETBOEK VOOR N E - DERLANDSCH-INDIË (B. W.) Art. 104

106 107 214 229 237 298 301 302 365 384 463 544 582 585 587 635 651 654

" 3 9 1369

!653 1977

REGLEMENT OP HET HOUDEN DER REGISTERS VAN DEN BURGERLIJKEN STAND VOOR DE EUROPEESCHE EN DAARMEDE GELIJKGESTELDE BEVOL- KING IN NEDERLANDSCH-INDIË (B. S.)

1)1.

M

))

T) ÎT

*1

,,

»)

λ

»»

n

,, ,,

,,

»?

84 65 65 84 84 84 66 84 84 84 84

113 i n

1 1 2

i n

1 1 2

116 116 116

1 1 2

116

55

1 1 2

Art. 43 69 70

71 72

bl. 83 ,, 40

„ 40 ,, 40 ,, 4°

(21)

I I . W E T T E L I J K E BEPALINGEN.

WETBOEK VAN KOOPHANDEL VOOR NEDERLANDSCH-INDIE (Kh.)

Art.

REGLEMENT OP DE BURGERLIJKE RECHTSVORDERING VOOR DE R A - DEN VAN JUSTITIE OP JAVA EN HET HOOG-GERECHTSHOF VAN NEDER- LANDSCH-INDIË ( R V . )

4 0 2 . . . . b l . 545 V™-- 56 8 » 5 5 0 . . . . „ 5 5 1 . . . . „ 793. . . . „

78 1 31 1 31

1 31

1 1 8

Art.

Art. 909. bl.

REGLEMENT OP DE STRAFVOR- DERING VOOR DE RADEN VAN JUS- TITIE OP JAVA EN HET H O O G - G E - RECHTSHOF VAN NEDERLANDSCH- INDIE (SV.)

Art. 5- • 6. . 2 6 . 2 7 . 2 9 . 3°- 31- 3 2 - 4 0 . 6 2 . 66.

7 i - 75- 77- 85- 9 1 . 9 2 . 94.

107.

136.

bl.

))

1 )

ï » yy 19 il

ii

ï )

yy

' ÏT

• yy

n

15

2 8 , 5 3 1 2 3 27 1 1 9 27 1 1 9 1 1 9 1 1 9 2 7 2 7 27 2 7 2 7 27 27

28, S3, 119 1 1 9 , 1 2 0

1 2 0

27 27

155- • 2 1 1 . 2 1 2 . 215- 247..

255- 257- 338.

bl.

î î ü

a

Ï J yi

> j

27 27 27 27

1 2 0

27 2 7 2 7

REGLEMENT OP DE UITOEFENING DER POLITIE, DE BURGERLIJKE RECHTSPLEGING EN DE STRAFVOR- DERING ONDER DE INLANDERS EN DE DAARMEDE GELIJKGESTELDE PER- SONEN O P J A V A E N M A D U R A ( I N - LANDSCH-REGLEMENT, I. R.) Art. 3- •

4. .

1 0 . 1 2 .

13- • 16. . 2 3 - 2 4 . 3 9 - 4 3 - 4 4 . 45- 46.

76.

79-

»S- 84.

8q.

230.

2 3 1 . 2 4 0e

252.

274.

310.

320.

374-

bl.

yy yy

yi

))

yy Ï ) j ? Ï Ï Ï J ï )

Ï »

» i 15 75 yy

??

yy

• , 9 Ï » il yy

• yy 15

1 2 3 27 28, 4 1 27, 2 8 , 4 4 2 7 28, 70 74 2 7 2 7 2 7 27 2 7 27 2 7 2 8 27 2 8 28, 36 1 1 3 2 8 2 8 2 8 2 8 2 8 2 8

4 4

WETBOEK VAN STRAFRECHT (Str.) voor European en. Inlanders.

Art. 29. Art. 32 bl. 93

„ 6 4 . „ 6 7 » I 23

„ 99- » I o 6 " 7 Z

„ 1 0 0 . „ 107 » 72, 9 3

(22)

W E T T E L I J K E BEPALINGEN. I I I . E u r o p e a n e n .

A r t . i o i . 127.

2 0 3 . 204.

250.

257- 2 6 1 . 262.

2 6 3 . 264.

269.

273- 274.

296.

3 0 2 . 337- 34°- 3 4 1 . 380.

3S l- sqq.

I n l a n d e r s . A r t . 108.

,. 134-

„ 204.

.. 2 0 5 .

„ 252.

» 258.

,, 262.

-, 2 6 3 .

„ 264.

» 265.

,, 270.

„ 2 7 3 . ,, 274.

„ 296.

» 3 ° 2 .

» 339-

>, 342.

,, 343-

» 382 .

„ 383- sqq

A L G E M E E N P O L I T I E S T R A F - R E G L E M E N T v o o r d e

E u r o p e a n e n . I n l a n d e r s . A r t . 3. N o . 3-

6.

7- 1.

1 2 .

*3- 14.

17-

25-

2.

5- 7-

1 2 . 13- 14.

A r t . 1. N o . 3.

6.

7-

1.

1 2 . 14. 13- 17.

25-

2.

5- 7-

1 2 . 13- M-

S T A A T S B L A D VAN N E D . - I N D I Ë .

1816.

1818.

1828.

1829.

1836.

1837- 1849.

1850.

1851.

1852.

No. 25 60 46 93 10 7 25 3 65 21

bl. 71 70, 71

" 3 83 96, 97 93 83

" 3 55 131

1855

1856.

1.858.

1859.

i860.

1853. N 1854.

54 65 66 71 73 74 75 73 42

7

bl. 72 118, 123 33 33 100 5"

56/57, 84 56/57 56/57 82 56/57, 84 40, 57 57 123 93 97 55 55 127 128

bl. 70, 93 61 87 81, 130 93 93 93 132 44 55 60 62 116 93 93

bl- 74, 93 92 131 78 78

T3i 78, T31 91, 92 92 92 71 71

(23)

IV. W E T T E L I J K E B E P A L I N G E N .

1861. N o . 33 1863. „ 83

84 6 66 196 84 27 28 57 101 114 8 42 64 88 78 91

145 166 38 39 4 0 41 67 166 119 167

18 140 189 201 103 161 226 25 136 237 257 17 133 139 158 199 226 97 104 188 8 203

bl. 42 ,, 71,72

» 44

„13°

42 ,, 41 ,, 28,54 ,. 96

,, 71

,, 69

» 69 ,, 34

„ 74

„121

,. 55 ,, 72 ,, 35, " S

„ 41

„ 69 ,, 28,54

» 69, 71

„ 69 ,, 69

„ 69

„ 78

„ 1 1 3

» 74, 78

„ 69

„ 42 ,, 72

„ 78

„ 28,54

» 72

„ 71

„ 44

„ 28 ,, 28,54

„ 28

„ 1 2 3

„ 98

„ 74

„117, 120, 122, 1 2 4

„ 71

92

„ 69, 71

„ 1 3 2

„ 1 2 7

» 28, 77 ,. 96

» 28

1885. N o .

1888.

1880,

1890.

1892.

1893.

1894.

1895.

81 87 94 184 214 56 67 91

99 176*

58*

74 189 190 43*

76*

113 175 213 83*

2 2 6 * 64*

163 164 44 45 46 220 240 241 242 269 110 190 234 240 29*

90 91

101*

134 2 2 4 248 278 62 279

3°°*

301s

2"

* Zie „Wijzigingen.

(24)

W E T T E L I J K E BEPALINGEN.

BIJBLAD OP HET STAATSBLAD VAN NEDERLANDSCH-INDIË.

o 955

„ 1088

» 1255

1425

„ 1483 ,, 2 0 6 0

» 2065

» 2073

» 2305 , 2401

b 1. 71 1 72 , 98 . 72 , 72 . 72 . 72 , 69 , 71

> 72

o- 2551

» 2596 . ,, 2627

„ 2 6 6 4

„ 2741

3°59 ,, 3 2 1 8

„ 3458

» 3 582

„ 3 96 6

» 4°ó8

„ 4 1 1 4

b 1. 71

. 71 . 71 . 71 , 98 . 72 . 72 , 72

* 71

> 72 . 77 , 71

—>-V^2.2

(25)

H O O F D S T U K I.

A L G E M E E N E B E S C H O U W I N G E N O V E R P O L I T I E .

Onder politie in ruimen, ajgemeenen zin ver- Polit ie in

algeinee- uen zin.

engeren zin.

staat men- het toezicht op den pferegfelden gfanef van zaken en de zorg- voor alles, wat noodig is om dien geregelden g a n g van zaken te verzekeren.

In dien zin wordt echter het woord politie min- Politie in der gewoon gebruikt, men bezigt het in den regel

in eene engere, meer beperkte beteekenis, waarbij men meer het oog heeft op de maatschappelijke orde van zaken.

Om nu eene juiste omschrijving te geven van wat men in die engere beteekenis onder het woord politie moet verstaan, is niet zeer gemakkelijk, en het groote aantal definities, dat reeds daarvan ge- geven is, welke alle van elkander verschillen, toont de moeielijkheid reeds voldoende aan.

Naar mijne opvatting moet men in engeren zin onder politie verstaan „de zorg voor de handhaving

„van wettige verordeningen en van de openbare

„orde, rust en veiligheid, zoomede voor de bescher-

„mmg van personen, goederen en rechten".

(26)

2 ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.

Rechts- Voor zooveel die zorg b e t r e k k i n g heeft op de Admüiis- naleving van wettelijke voorschriften, op welker

tratieve overtreding: straf is gesteld, behoort ze tot de taak

politie. ö ° .

der rechtspolitie; al wat daarbuiten ligt, behoort tot de taak der administratieve politie.

T e n onrechte wordt daarom door sommigen b. v.

de gczonclheiclspolitie, die op de stoomwerktuigen, de straatpolitie enz. zonder eenig voorbehoud ge- bracht tot de administratieve politie. Immers de straatpolitie dient ook tot handhaving van wetten en verordeningen met poenale sanctie, en cle voor- schriften op de hygiene, op cle stoomwerktuigen enz.

bevatten ook wel poenale bepalingen.

Preven- De taak zoowel van de rechtspolitie als van elTre- ^e administratieve politie is preventief en repressief, pressieve n a a r p-elano- een kwaad, dat voorzien wordt, moet

politie. » o

worden voorkomen, daartegen moet worden gewaakt, b. v. door het bewaken van zekere gebouwen, door het toezicht houden op zekere personen enz., of reeds gepleegd kwaad moet worden tegengegaan en c. q.

cle bedrijvers moeten worden opgespoord.

4 d Behalve van de hierbovengenoemde onderschei- onder- dingen, hoort men nog gewagen van „eigenlijke po-

seheidin- ö . . . . .. .

gen. litie", van „technische" en van „justitieele politie '.

De beteekenis, aan die verschillende uitdrukkingen ' g e g e v e n , hangt af van de persoonlijke opvatting van

hen, die ze bezigen. Zoo verstaat men onder eigen- lijke politie nu eens wat wij rechtspolitie noemen, dan weer die politiezorg, welke wij onder rechts- politie en gedeeltelijk onder administratieve politie brengen, terwijl technische politie nu eens gebruikt wordt in den zin van administratieve politie, dan weer in dien van politietoezicht door deskundigen.

(27)

ÂLGEMEENE BESCHOUWING EX.

lustitieele politie is wat wij repressieve rechtspolitie noemen.

D a t door deze verschillende benamingen allicht verwarring ontstaat, is natuurlijk, en het gevolg daar- van is, dat men zich van cle zaak geen juist denkbeeld maakt. Om dus alle verwarring te voorkomen en alle aanleiding tot verkeerde voorstellingen weg te nemen, zullen wij ons steecis houden aan de door ons aangenomen benamingen van rechtspolitie en administratieve politie in de beteekenis hierboven açtn- geduid,"elk weer onderscheiden in preventieve en

repressieve.

De rechtspolitie en cle administratieve politie Die on-

r • r derscliei-

— preventief en repressie! — zijn zeer nauw aan nngea ;n

elkander verwant, en daarom is het niet mogelijk de theorie

^ J en in de

clat onderscheid in de praktijk altijd te handhaven. praktijk.

H e t volksbegrip omtrent politie vereeuigt clan ook al die catesforiën tot één geheel — en om praktisch goed te kunnen werken, behoort inderdaad cle ge- heele politiezorg onder ééne opperleicling, één op- pertoezicht te staan, en moeten cle ambtenaren en beambten niet verdeeld worden in verschillende caté- goriel!, elk bij uilsluiting belast met clen een of an- deren tak van politiedienst, maar moeten zij, met uitzondering van de technici, die met het deskundige politietoezicht belast zijn, één geheel uitmaken.

Verbind en ver- schil tus-

scheu

T e n nauwste met de politie verbonden, doch ge- heel daarvan onderscheiden is cle justitie, wier taak is (behalve cle handhaving van burgerlijke rechten)

• i i politie en

om vermoedelijk strafbare feiten nader te onderzoe- justitie, ken en tot klaarheid te brengen, de daders opte-

sporen, bewijzen van schuld of onschuld van ver-

(28)

4 ÀLGEMEENE BESCHOUWINGEN.

d a c h t e n bijeen t e v e r z a m e l e n , o m t r e n t d e s c h u l d d e r b e k l a a g d e n te b e s l i s s e n en bij a a n w e z i g h e i d v a n s c h u l d s t r a f o p t e l e g g e n .

B e i d e , p o l i t i e en j u s t i t i e , h e b b e n h e t z e l f d e d o e l : i n s t a n d h o u d i n g d e r m a a t s c h a p p e l i j k e o r d e . T o t h e t b e r e i k e n v a n d a t doel g a a n zij h a n d a a n h a n d , cle e e n e cle t a a k d e r a n d e r e a a n v u l l e n d e , d o c h in h a r e w e r k i n g zijn zij v e r s c h i l l e n d .

D e j u s t i t i e (in s t r a f r e c h t e l i j k e n zin) w a a k t s l e c h t s t e g e n w e t s c h e n n i s , d e p o l i t i e bovendien t e g e n al d a t - g e n e w a t , z o n d e r w e t s c h e n n i s o p te l e v e r e n , d e m a a t - s c h a p p e l i j k e o r d e zou k u n n e n s c h a d e n .

D e j u s t i t i e t r e e d t a l l e e n r e p r e s s i e f o p — e e n g e - w i c h t i g a t t r i b u u t d e r p o l i t i e is om p r e v e n t i e f t e w e r k e n . -

D e p o l i t i e b r e n g t in d e n r e g e l cle feiten a a n , d a a r b i j d i k w i j l s d e v e r m o e d e l i j k e d a d e r s a a n w i j z e n d e , terwijl d e j u s t i t i e clan v e r d e r d e z a a k o n d e r z o e k t , t o t k l a a r h e i d b r e n g t en b e ë i n d i g t — m e t d e h u l p d e r p o l i t i e , w a n n e e r d i e g e r e k w i r e e r d w o r d t .

D e m i d d e l e n , w e l k e b e i d e b e z i g e n , en d e wijze, w a a r o p zij e l k o p t r e d e n , zijn ook zeer v e r s c h i l l e n d , m a a r t o t h e t b e r e d t e n v a n h a a r g e m e e n s c h a p p e l i j k d o e l , zijn zij v o o r e l k a n d e r o n m i s b a a r .

Wat zoo G e l i j k h i e r b o v e n is g e z e g d , heeft d e p o l i t i e t o t taakeer6 t a a'c »c^e zorS v o o r d e h a n d h a v i n g v a n w e t t i g e v e r - politie be- ordening-en en v a n d e o p e n b a r e o r d e , r u s t en v e i -

hoort. °

l i g h e i d , z o o m e d e v o o r d e b e s c h e r m i n g v a n p e r s o n e n , g o e d e r e n en r e c h t e n . "

T o t h a r e t a a k b e h o o r t a l z o o :

a. h e t v o o r k o m e n , w e r e n of s t u i t e n v a n a l l e s t r a f b a a r g e s t e l d e h a n d e l i n g e n en n a l a t i g h e d e n , zoo- m e d e v a n z o o d a n i g e h a n d e l i n g e n en n a l a t i g h e d e n ,

(29)

ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. 5

welke niet in strijd zijn met eenig voorschrift der bevoegde macht, in elk geval niet strafbaar zijn gesteld, maar die de maatschappelijke orde zouden kunnen schaden;

b. het opsporen en ontdekken van handelingen en nalatigheden, welke niet zijn kunnen worden voorkomen, alzoo gepleegd zijn, en die straf baai- zij n gesteld;

c. het verleeïien van bijstand aan de justitie om die handelingen en nalatigheden tot klaarheid te brengen;

d. het herstellen der maatschappelijke orde, wan- neer die verstoord wordt;

e. het verleenen van bijstand aan alle publieke machten, maar op de verantwoordelijkheid en binnen den kring der bevoegdheden van bedoelde machten, en aan alle particuliere personen, voor zooveel die bijstand verzocht wordt tot bescherming van perso- nen, goederen of rechten;

f. het waken tegen ongelukken, rampen en ge- varen.

Deze zijn de voornaamste verplichtingen, welke op de politie rusten, w a n t o m alles op te noemen, wat tot hare taak behoort, is niet mogelijk.

Men neme echter als regel aan clat alles, wat di- rect onder de omschrijving valt, hierboven gegeven van politie in engeren zin, tot cle taak der politie behoort, tenzij eene andere macht of een bepaalde persoon bij wettelijke verordening daarmede is belast.

Maar het is in cle praktijk niet altijd gemakke- lijk om te beoordeelen of in een voorkomend ge- val de politie al dan niet zich eene zaak moet aan- trekken, op welke wijze zij dat doen moet en,hoe- ver zij gaan mag.

(30)

6 ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.

Wat voor Daarom is in vele omstandigheden noodie eene

de vol- . ö &

voering groote kennis van verordeningen, voorschriften en taak zoo locale toestanden, gepaard aan een gezond oordeel

al. v.ef" en veel menschenkennis.

ei sen t

wordt. Bij de volvoering van hare taak moet de politie trachten zoo weinig mogelijk mis te tasten. Daar- door zal zij het vertrouwen en den steun winnen van het publiek en het zedelijk overwicht erlangen, dat nooclig is om den weldadigen invloed te oefenen, die van haar behoort uit te gaan. Steeds moet zij hare waardigheid weten op te houden, zich nooit tot drift laten verleiden en altijd de nooclige kalmte en bezadigdheid in acht nemen, krachtig en vastbera- den optreden wanneer zulks vereischt wordt, wel bewust zijn van wat haar te doen staat en hoe zij handelen moet, en nimmer eenige aarzeling verra- den. Maar zij behoort ook nooit uit het oog te ver- liezen clat zij den ingezetenen niet moet zijn tot last, maar tot lust. W o r d t hulp en bijstand verzocht, dan moet zij altijd bereid zijn om die binnen de gren- zen van hare bevoegdheid te verleenen, zonder zich tot een onderdanigen dienaar te maken van het pu- bliek. Zijn er gevaren te voorzien, clan moet zij steeds er op uit zijn daarop te wijzen. W o r d t een licht vergrijp gepleegd, dan moet zij niet altijd straf- fend optreden, maar wanneer zulks gevoegelijk kan geschieden, waarschuwend en vermanend.

Slechts in grove trekken duidden wij hierboven aan, wat tot de taak der politie behoort en wat bij de volvoering daarvan vereischt wordt, maar uit het- geen wij aanstipten blijkt reeds genoeg, dat die taak.

niet zoo gemakkelijk is, en hoe nooclig het daarom in de eerste plaats is, dat het personeel der politie met de uiterste zorg wordt gekozen.

(31)

ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. 7

Behalve kennis van verordeningen en voorschrif- Goed per- ten, zoomede van menschen en. locale toestanden,

welke door oefening kunnen worden verkregen en ontwikkeld, behöoren de ambtenaren en beambten der politie een aantal persoonlijke hoedanigheden te bezitten om de politie te doen zijn, wat zij wezen moet. Eerlijkheid, trouw, nauwgezetheid, eene groote mate van plichtbesef, waarheidsliefde, volkomene onpartijdigheid, onomkoopbaarheid, kalmte, bezadigd- heid, moed, en zelfs voor de laagst geplaatsten eenige ontwikkeling en beschaving zijn vereisch- ten, welke noodzakelijk zijn. Voorts is noodig eene goede gezondheid en een krachtig lichaamsgestel om den dienst naar behöoren te kunnen verrichten en de vermoeienissen en ontberingen te kunnen verdra- gen, welke meermalen gevorderd worden. Wensche- lijk voor cle hoofden en onmisbaar voor cle leiders is bovendien eene wetenschappelijke opleiding.

Om echter zoodanige vereischten voor het poli- Goede be- tiepersoneel te kunnen stellen moet men het goed zoldlglnS- bezoldigen. Daardoor toch wordt men niet gedwon-

gen het te recruteeren onder cle heffe des volks, onder hen, die zich het politieambt laten welgeval- len, omdat zij niets beters kunnen vinden, kortom onder personen, clie eiken waarborg- missen, dat zij de hoedanigheden bezitten, -die men in hen verlangt.

Wil men een goed personeel hebben, dan moet het politieambt niet zijn een pis-allér, doch eene begeer- lijke betrekking, waarvoor niet een ieder kan in aan- merking komen, eene betrekking, die slechts wordt gegeven aan hen, die eenigen waarborg opleveren van geschiktheid en beschaving, en waarvan de hoo- gere rangen slechts bereikbaar zijn voor hen, die bovendien door eene wetenschappelijke opleiding of

(32)

S ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.

door hunne ervaring- in staat zijn ook in te zien, welke gebreken aan de bestaande inrichtingen en regelin- gen kleven, en wat vereischt wordt om daarin de noodige verbeteringen te brengen. En is eenmaal de zekerheid, de overtuiging bij het publiek doorge- drongen, dat de politiebeambten en ambtenaren uit het betere deel des volks worden gekozen, dan zal daardoor het vertrouwen in en het zedelijk overwicht van de politie worden bevestigd.

H e t oude denkbeeld dat men dieven door die- ven moet vangen bevat wel veel waarheid, en daarom zal men steeds als hulptroepen menschen van slecht allooi moeten gebruiken, — de kern der politie, het vaste korps moet uit menschen bestaan, die de ach- ting en het vertrouwen bezitten hunner medebur- gers. Zonder dat zal de politie nimmer die innerlijke waarde hebben, welke vooral hare kracht uitmaakt.

Bovendien is eene behoorlijke bezoldiging noo- dig om het politiepersoneel los te maken van finan- tiëele zorgen, welke niet anders dan nadeelig kun- nen werken op den dienst, en om het te vrijwaren tegen de verleiding van omkooping, waaraan ' het vooral in Indië blootstaat, en waarvoor zelfs de beste bij voortdurende geldelijke beslommeringen zoude kunnen bezwijken.

Heeft men eenmaal gezorgd voor een goed po- litiepersoneel, dan moet men verder zorgen, dat het met kracht kunne handelen.

Daartoe is vooral noodig zelfvertrouwen, want zelfvertrouwen geeft kracht.

Zaakkeu- Dit erlangt men in de eerste plaats door zaak-

1US- kennis: bekendheid met zijne taak, rechten, plichten en bevoegdheden.

(33)

ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. 9

Die zaakkennis verkrijgt men door voortdurende oefening en goede leiding.

H e t verstand komt niet met het ambt; daarom Oefening is oefening noodig, zoowel theoretische als praktische.

Voor de theoretische oefening late men b. v. cursus houden en stelle men tot eene zekere grens de pro- motie afhankelijk van examina, met bepaling even- wel dat bevordering bij keus zal kunnen worden toegelaten bij wijze van onderscheiding.

Praktische ontwikkeling hangt voor een groot Goede

. . . leidmg.

deel af van roede leiding. Daarom kunnen kundige en ervarene chefs veel daartoe bijdragen door nut- tige wenken en juiste terechtwijzingen. Om echter ingang te vinden moeten zij uitgaan van chefs, in wie hunne ondergeschikten vertrouwen stellen. Daar- om moeten cle chefs personen zijn, die berekend zijn voor hunne taak, die in alles hunnen ondergeschikten tot voorbeeld strekken en die de waardigheid der politie niet ondermijnen, door b. v. hunne onder- geschikten te bezigen tot allerlei declineerende werk- zaamheden, geheel buiten clen werkkring der politie gelegen, als huis-, tuin- en andere particuliere dien- sten. Ook moeten zij trachten, zoo niet cle gene- genheid, dan toch het vertrouwen en de achting hunner ondergeschikten te winnen door cle verdien- sten van dezen naar waarde te schatten en te be- loonen en niet zich zelven toe te eigenen, gelijk meer- malen gebeurt; door binnen zekere grenzen de ver- antwoordelijkheid van de handelingen dier onder- geschikten op zich te nemen; door niet altijd straf- fend en berispend op te treden, maar naar omstan- digheden ook vermanend en waarschuwend, zonder daarom de vereischte gestrengheid uit het oog te verliezen. Daardoor zal tevens een band en solidariteit

(34)

i O ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.

tusschen superieuren en ondergeschikten geboren wor- den, welke niet alleen beiden ten goede zal komen, maar die ook de politie in kracht zal doen winnen.

Een der oorzaken waarom de politie dikwijls in discrediet is, ligt dan ook in de aanstelling van ongeschikte en onbekwame chefs. Met meer zorg ge- kozen, zullen deze beter berekend zijn voor hunne taak en beter hunne verhouding tot het publiek begrijpen. H e t is niet zoo lang g'eleden dat in Indië velen meenden, en nu nog zijn er die gelooven, dat zij uitstekende politiehoofden zijn alleen door hun spionnagestelsel, omdat zij nl. weten wat er zelfs in elk huisgezin voorvalt, en op de hoogte zijn van een aantal huiselijke aangelegenheden, waarmede het publiek belang geenszins gemoeid is, terwijl zij niet inzien dat deze inmenging, dit toezicht op huiselijke zaken, wanneer daarvoor geen gegronde reden be- staat, wrevel en weerzin verwekt tegen de politie, aan deze het aanzien bezorgt van eene geheimzin- nige, vreesaanjagende macht, en haar in discrediet brengt.

Terecht zeicle de staatscommissie van 1852 aan het slot van haar rapport (omtrent een stelsel van politiewet): „om achting in te boezemen voor hoogere

„en lagere dienaren van het openbaar gezag, — om

„eerbied voor de wet te vestigen in het gemoed der

„ingezetenen en vreemdelingen, behoort het gezag

„zelf eerbied en achting waardig te zijn. Ue hande- l i n g e n der openbare macht moeten vertrouwen en

„toegenegenheid wekken, geen wantrouwen en wre-

„vel doen ontstaan".

Oefening en leiding zijn echter niet voldoende.

Duidelijke en deugdelijke instructiën zijn noodig,

(35)

ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. 1 1

niet alleen om eenheid van handeling te verkrijgen bij de uitoefening van politie, maar ook opdat ieder politieambtenaar en beambte wete, wat hem m een bepaald geval hoofdzakelijk te doen staat, want men kan niet eischén dat het personeel der politie daar- van zoodanig op de hoogte is, dat het geene voor- schriften behoeft.

Die instrnctien moeten uitgaan van het Hoofd der politie, bij wijze van blijvende algemeene orders, welke, naarmate de behoefte zulks vordert, moeten worden aangevuld en verbeterd. Deze instrnctien onderscheide men in algemeene en bijzondere. De algemeene moeten de attributen aanduiden, in 't al- gemeen aan de verschillende rangen verbonden. De bijzondere moeten cle bevoegdheden en verplichtingen der ambtenaren en beambten aanwijzen in bepaalde gevallen en omstandigheden. Daarin moet aangewe- zen worden, wat gedaan moet worden b. v. ingeval van oproer, samenscholing, verzet, brand, ongeluk- ken, rampen en gevaren, — wat gedaan moet wor- den bij het verleenen van hulp en bijstand (o. a. aan krankzinnigen, beschonkenen, drenkelingen, vreem- delingen),— wat gedaan moet worden bij de uitoe- fening van politie op den openbaren weg of in publieke gebouwen (o. a. bij nachtelijk vervoer van goederen, bij verstoring der orde, bij onzedelijke vertooningen en handelingen, bij vernieling van eigen- dommen, monumenten, plantsoenen enz., bij openbare vermakelijkheden, bij optochten en feesten, bij het toezicht op cle publieke vervoermiddelen, op de pu- blieke huizen van vermaak en ontucht), — wat ge- daan moet worden ingeval de orde, rust of veilig- heid bedreigd wordt • in of uit particuliere ge- bouwen of woningen enz.,'alles met aanduiding, voor

(36)

12 ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.

zooveel noodig, van wat men onder eenig woord of eenige uitdrukking verstaat.

Velen zijn van oordeel dat wenschelijk en nood- zakelijk is eene politiewet, d. w. z. eene reo-elino- door de wet, behalve van de samenstelling van het personeel en van de verhouding der ambtenaren en beambten onderling, - - van de rechten, bevoegd- heden en verplichtingen der politie. De wenschelijk- heid wordt betoogd voornamelijk op grond dat zoo- danige aanwijzing van attributen noodig is, omdat zonder die aanwijzing de politie in vele gevallen niet zoude weten wat haar te doen staat, en daarom of zich zal onthouden van inmenging, dan wel niet krachtig genoeg zal ageeren uit vrees zich de vin- gers te zullen branden, of de perken van hare

bevoegdheid zal te buiten gaan en zich alzoo schul- dig maken aan willekeur, terwijl de noodzakelijk- heid wordt betoogd op grond dat zulk eene regeling van attributen tevens medebrengt eene aanwijzing van verplichtingen van de burgerij, en cle niet-na- koming daarvan slechts strafbaar zal kunnen wor- den gesteld, indien die verplichtingen door de wet zijn vastgesteld.

Wij zijn het volkomen er mede eens clat eene wettelijke regeling van de samenstelling van het personeel der politic, van zijne bezoldiging en hierar-

chische verhouding wenschelijk is, en wel door eene wet. Wel is waar kan dat ook bij koninklijk besluit of koloniale ordonnantie g'eschieclen, maar dit belet niet, dat zulks ook bij eene zoet kan plaats hebben, en dit verdient de voorkeur, omdat eene regeling door cle wet medebrengt, dat de noodige fondsen voor de gemaakte regeling steeds zullen

(37)

ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. 13

moeten worden toegestaan, wat bij eene regeling door koninklijk besluit of koloniale ordonnantie niet noodzakelijk het geval is.

De wenschelijkheid of noodzakelijkheid eener re- geling van de rechten, bevoegdheden en verplichtingen der politie bij eene wet, een koninklijk besluit of eene koloniale ordonnantie zien wij echter niet in.

Integendeel achten wij eene algemeene regeling van attributen bij wettelijke verordening niet noodig, ja zelfs minder wenschelijk en gevaarlijk.

Onnoodig, omdat men kan volstaan met instruc- tion, gelijk die, welke hierboven door ons zijn be- doeld, en de bevoegdheden en verplichtingen der politie ten aanzien van vele onderwerpen bovendien reeds wettelijk zijn vastgesteld, ten repressieve o. a.

in het Reglement op de strafvordering voor cle Ra- den van Justitie enz. en in het z. g. Inlandsch Re- glement, ten preventieve in laatstgenoemd reglement en in verschillende speciale verordeningen, b. v. in die betrekkelijk de spoorwegen, stoomwerktuigen, besmettelijke ziekten enz., welke door andere kun- nen worden aangevuld, indien de behoefte zich doet gevoelen om de attributen der politie ten aanzien van eenig onderwerp van politiezorg wettelijk te regelen, terwijl eveneens bij speciale wettelijke ver- ordening; daarin kan worden voorzien, indien het noodig is om de verplichtingen der burgerij ten aan- zien van cle politie in bepaalde gevallen vast te stellen en de niet-nakoming daarvan te straffen.

Minder wenschelijk is eene wettelijke regeling van de attributen der politie, omdat zulks, zoo al niet geheel onmogelijk, dan toch in vele opzichten onuitvoerbaar is. Wel zal men de attributen der politie in eenige algemeene gevallen kunnen vaststel-

(38)

14 ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.

len, zooals bij de uitvoering van hare taak op den openbaren weg, in publieke gebouwen enz., en in hoofdzaak hare bevoegdheden en verplichtingen kun- nen aanwijzen, maar bij elk speciaal geval, dat zich voordoet, zijn het de omstandigheden, die zullen aan- toonen, wat gedaan moet en mag worden, en, daar alle eventuëele omstandigheden niet te voorzien zijn en deze somtijds van dien aard zijn, dat zij cle alge- meene bevoegdheden der politie geheel wijzigen, zal vooraf nooit met zekerheid vastgesteld kunnen wor- den, welke de bevoegdheid der politie in bepaalde gevallen is en hoe daarin gehandeld moet worden.

Zekerheid te dien aanzien zal daarom nooit bestaan, en wat men door eene wettelijke regeling van attri- buten beoogt, zal dus niet bereikt worden. Daar voor eene wettelijke regeling eene eerste vereischte is, dat zij aan haar doel beantwoordt, is het beter haar geheel achterwege te laten, indien vooraf vast- staat, dat het beoogde doel niet bereikt zal worden, vooral indien op andere wijze en misschien beter in de zaak voorzien kan worden.

Gevaarlijk is eene wettelijke regeling, omdat men, den rechtsregel „qui de uno dicit de altero negat" toep?„ssencle, zou kunnen beweren dat behalve de bij wettelijke verordening vermelde attributen, de politie geene andere heeft. Meer dan bij eene aan- wijzing van attributen door instruction, ontstaat bij wettelijke regeling het gevaar dat de politie, uit vrees hare bevoegdheid te buiten te zullen gaan, m vele niet in die regeling vermelde gevallen zich zal onthouden tusschen beide te treden, hoewel hare tus- schenkomst wenschelijk of noodig is.

Bij eene aanwijzing van attributen door instruc- tion is de onthouding der politie gewoonlijk een

(39)

ÀLGEMEENE BESCHOUWINGEN. I 5

gevolg van onkunde, bij wettelijke regeling een ge- volo- van leemten daarin. H e t eerste kan men weg- nemen, het laatste niet, want daar bij eene wette- lijke regeling onmogelijk alles kan worden voorzien, zullen leemten altijd blijven bestaan. Een ander voor- deel van de aanwijzing van attributen door instruc- tiën is, dat de verantwoordelijkheid dan grootendeejs rust op hem, die ze gegeven heeft of moet geven, op de chefs, en deze zich niet zullen kunnen ver- schuilen achter de leemten en onduidelijkheden dei- wet.

Om de politie krachtig te doen zijn is verder Centra- noodig eenheid van gezag en leiding. Zal een goed ^'r'ue

personeel onder eoede leiding krachtig kunnen op- politie-

1 o o o gezag en

treden, nog meer zal dit het geval zijn bij eene leiding.

centrale inrichting der politie. Dat door centralisatie krachtiger kan worden opgetreden is eene waarheid, welke voor alle zaken geldt en die geen nader betoog vereischt, daar zij van zelve in 't oog springt en bovendien door de praktijk en cle geschiedenis wordt gestaafd. Nu moge in vele zaken, b. v. in bestuursaangelegenheden, dit voordeel niet opwegen tegen de nacleelen en daarom decentralisatie wen- schelijk zijn, voor de politie is centralisatie een be- paald vereischte, wil zij èn krachtig èn goed werken.

Haar kracht wordt verlamd, wanneer, gelijk in Ne- derland, de politiezorg grootendeels aan de ver- schillende gemeenten, of, gelijk in Ind.'ë, aan cle ver- schillende gewestelijke besturen is overgelaten, zon- der dat tusschen deze een onderling verband bestaat, zoodat zij dikwijls onafhankelijk van elkander han- delen, of wanneer sommige onderwerpen van politie- zorg onder andere ambtenaren en beambten worden

(40)

16 ALGEMËËNÉ BESCHOUWINGEN.

gebracht dan die met de algemeene politie zijn belast.

Eén en hetzelfde korps moet waken voor alle politiezorgen, aan ééne en dezelfde autoriteit moet het opperbeheer, de opperleiding en het oppertoezicht worden toevertrouwd, en van deze moeten alle po- litieresfelinpfen en instruction uitgaan, zoowel wat betreft de rechtspolitie als de administratieve politie.

Zelfs in die zaken, welke niet tot hare onmidclelijke bevoegdheid behooren, maar die toch de politie betref- fen, moet die autoriteit gekend worden. Zoo b. v. z o u d e politiewetgeving of door hare tusschenkomst moe- ten geschieden of in elk geval haar advies daar- omtrent gevraagd moeten worden. W a n t zij is in de eerste plaats in staat de politiebehoeften te ken- nen en te overzien, de leemten, die er bestaan, op- temerken, en te beoordeelen hoe het best daarin kan worden voorzien.

Politie- In Nederlandsch-Indië' behoort het politiewezen

bele en tot den werkkring van het Departement van Bin- zng in nenlandsch Bestuur. In hun gewest hebben cle Hoof- den van Gewestelijk Bestuur de opperleiding en het oppertoezicht der politie, maar moeten zij, ing-evolge art. 180 en 181 van het Reglement op de Rechter- lijke organisatie enz., de bevelen en voorschriften opvolgen, die de Procureur-Generaal bij het Hoog- Gerechtshof van Ned.-Indië hun met betrekking tot de politie verstrekt.

Art. 180 Die artikelen luiden:

R O1 j/5kTt' I^ ° ' " ^e Pr o c u r e u r- G e n e r a a l is het hoofd

„der rechtspolitie in geheel Ned.-Indië, en als zoo-

„danig belast met de zorg voor eene spoedige en

„krachtdadige uitvoering van al hetgeen, betrekkelijk

(41)

A U ) F.M EEN F. ÏIESCIIOUWINCEN'. 1 7

„dat onderwerp, in de wettelijke bepalingen op de

„strafvordering is voorgeschreven.

„De enropeesehe ambtenaren van het openbaar

„ministerie staan te dien aanzien, behoudens het be- h a a l d e bij art. 56, bij uitsluiting en onmiddellijk on-

„der zijne bevelen".

Art. 181: „De procureur-generaal is bevoegd

„om aan de enropeesehe administratieve ambte- n a r e n , welke met de politie belast zijn, dienaan- g a a n d e zoodanige instruction te geven, als hij in

„het belang cler justitie, tot opsporing en voorko-

„ming van misdrijven of overtredingen en tot hand- h a v i n g der openbare orde en rust, noodig zal

„achten. Indien over de uitvoering van zoodanige

„instruction, of omtrent de bevoegdheid van den

„procureur-generaal om die te geven, bezwaren mog-

„ten oprijzen, zullen deze ter kennis worden ge- b r a c h t van het hooggerechtshof, hetwelk daarop,

„met inzending van deszelfs consideration en advies,

„de beslissing van den Gouverneur-Generaal zal

„vragen.

„De procureur-generaal mag echter op eigen ge-

„zag geen bevelen geven, die in verband staan tot

„het inlandsch bestuur of cle huishoudelijke inrich-

„ting der clessa's, maar zal dienaangaande de ver- mischte voorstellen doen aan clen Gouverneur-Ge-

„neraal, van wien, met betrekking tot die onder-

•„ werpen, de noodige aanschrijvingen uitgaan".

H e t woord „rechtspolitie" in art. 180 bedoelt blijkbaar repressieve rechtspolitie (justitiëele politie).

Dit volgt uit de verwijzing naar de strafvordering, welke slechts bepalingen inhoudt omtrent repres- sieve rechtspolitie, en uit het voorschrift in de tweede alinea, dat de ambtenaren van het open-

(42)

i S AU) K M KKN K BESCHOUWINGEN.

baar ministerie (die slechts belast zijn met de zorg voor de repressieve rechtspolitie) „te dien aan- zien" (welke woorden op de eerste alinea slaan) onder de onmiddellijke bevelen staan van den procu- reur-generaal.

De woorden in art. 181 „tot opsporing en voor- koming van misdrijven of overtredingen" wijzen dui- delijk op repressieve en preventieve rechtspolitie, en de woorden „tot handhaving der openbare orde en. rust" op preventieve en repressieve administra- tieve politie.

De Procureur-Generaal bij het Hoog-Gerechts- hof van Ned.-Indiè' is dus het Hoofd der geheele politie, niet alleen van cle rechtspolitie, maar ook van de administratieve politie, zoowel ten preven- tieve als ten repressieve.

Dat cle Procureur-Generaal op eigen gezag geene bevelen mag geven, die in verband staan tot het Inlandsch bestuur of de huishoudelijke inrichting der dessa's, maar dienaangaande de vereischte voorstel- len zal doen aan den Gouverneur-Generaal, van wien, met betrekking tot die onderwerpen, cle noodige aanschrijvingen uitgaan, is om politieke redenen te verdedigen en goed te keuren. T e bejammeren is het evenwel, dat het aan de administratieve ambte- naren geoorloofd is om, indien zij bezwaren heb- ben tegen cle uitvoering van de bevelen van den Procureur-Generaal, daaraan, althans tijdelijk, geen gevolg te geven, omdat, behalve dat zulks zeer belemmerend kan werken op den goeden g a n g van zaken, daardoor afbreuk wordt gedaan aan het in de artt. 180 en 181 der R. O. aangenomen beginsel van eenheid van politieleiding en politie- gezag.

(43)

ALCEMEENE BESCHOUWINGEN. ÏÇ

Hierboven zeiden wij dat, om de politie krachtig inspection.

te doen zijn, noodig is éénheid van gezag en lei- ding. Om die éénheid te waarborgen, moet gewaakt worden dat de uitoefening der politie naar de in- zichten en volgens de regelingen en voorschriften van het Hoofd der politie geschiedt, en daartoe zijn noodig voortdurende generale inspection, zonder dat daarom ieder politiehoofd ontheven wordt van het toezicht in zijn ressort.

De inspectiën hebben bovendien dit voordeel, dat daardoor zorgeloosheid en indommeling worden te- gengegaan.

Opdat de politie in staat zij hare plichten naar Steun dei-

, , " . , . wet aan

behooren te vervullen, en in de volvoering van tle politie.

hare taak niet "worde verlamd door tegenwerking of verzet, dan wel door gebrek aan medewer- king van het publiek, is verder noodig, dat de wet haar steunt door strafbepalingen tegen onge- hoorzaamheid en verzet, en in zekere gevallen tegen weigering van medewerking, maar behoort, door strafbepalingen, ook te worden gewaakt tegen misbruik van macht van de zijde der politie. T o t meerderen waarborg der ingezetenen zouden boven- dien in de instruction der ambtenaren en beamb- ten voorschriften kunnen worden gegeven tot te- gengang van machtsoverschrijding, b. v. door te bepalen dat in de op te maken processen-verbaal omstandig zal worden vermeld, welke redenen aan- leiding hebben gegeven tot lichamelijk geweld, tot aanhouding, tot visitation aan den lijve of in be- woonde plaatsen enz.

Hiermede meenen wij onze algemeene beschou- wingen, welke wij slechts in grove trekken neerschre«

(44)

2 0 A.LGËMEENE BESCHOUWINGEN.

ven, te kunnen eindigen. Zeker valt er over het een en ander meer te zeggen dan gedaan is, maar wij gelooven met het vorenstaande te kunnen vol- staan en gaan nu over tot onze beschouwingen over de attributen der politie.

(45)

HOOFDSTUK IL

B E V O E G D H E D E N E N V E R P L I C H T I N G E N D E R P O L I T I E A M B T E N A R E N

E N B E A M B T E N .

EERSTE AFDEELING.

ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.

Tot de taak der politie behoort al wat direct een voorwerp van politiezorg is, tenzij eene andere macht of een bepaalde persoon bij wettelijke verorde- ning daarmede is belast. Maar daar het wel eens twij- felachtig kan zijn of en in hoeverre eene zaak een voorwerp van politiezorg uitmaakt, is het niet altijd gemakkelijk om de grenzen aan te wijzen van het politiegezag. Ook de vraag wat gedaan moet wor- den om het gezag der politie te doen gelden, kan moeielijkheid 'opleveren. Wij willen daarom trachten- de bevoegdheid aan te wijzen, welke de politie in

het algemeen heeft, de middelen waarover zij kan beschikken om haar gezag te doen gelden, wat op het een en ander van invloed is, en welke hoofd- zakelijk de bevoegdheden en verplichtingen der po-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor Vink betekent dit, volgens opgaaf van de provincie Gelderland, dat de stikstofdepositie ter plaatse van de Veluwe ten opzichte van de vergunde situatie op 24 maart

Al deze maatregelen zullen voor onze parochianen gericht zijn op het SAMEN kerk zijn... Sint Nicolaas is op bezoek geweest bij alle communicantjes en de kinderen van

Door middel van de opsomming van godsdiensten met haar vele religieuze stromingen, levensbeschouwingen en geloofsrichtingen willen wij het beeld weergeven van een mensdom dat

De regio Eindhoven heeft voor het ruimtelijk ontwerp binnen de 10 ‐6 contour in combinatie met de beoogde functies een personendichtheid van 100 personen per hectare als richtwaarde

Omdat bij de nieuwe portaalkraan dezelfde soort geluidbronnen aan- wezig is als bij de bestaande kraan en de afmetingen niet wezenlijk wijzigen, wordt ook voor de nieuwe kraan

In een bestaande overbelaste situatie zijn nieuwe geurgevoelige objecten binnen de contour toegestaan, voor zover deze geen verdere beperking voor het bedrijf tot gevolg hebben..

Deze kaart geeft geen goed beeld van het netwerk van paden en wegen die van recreatief belang zijn, zie het de nota Zandwegen in Haren Doordat in het Groenplan niet het netwerk

Waar deze gegevens nog niet beschikbaar zijn zul je nog steeds een gebouw zien maar dat kan zo zijn dat het helemaal niet lijkt op het origineel.. En nadat dat gezegd is hebben