• No results found

EEN NIEUWE REGELING VAN HET PACHTWEZEN IN ZICHT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "EEN NIEUWE REGELING VAN HET PACHTWEZEN IN ZICHT"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

E E N N I E U W E R E G E L IN G V A N H E T P A C H T W E Z E N IN Z I C H T

door M r L. J. Schiethart

D e tw eede w ereldoorlog veroorzaakte een breuk in de ontw ikkeling van ons pachtrecht. V ó ó r 1937 kenden wij hier te lande geen ap arte regeling van het pachtw ezen. D e pacht van landerijen viel onder de algem ene regels, welke ons Burgerlijk W e tb o e k geeft voor de huur en verhuur. H ieraan kw am in 1937 een einde door de afkondiging van de P achtw et. D eze w et ging op vele punten uit van de gedachte, d at de w et slechts algem ene beginselen moet bevatten en d at m et betrekking tot de uitw erking d aarvan veel moet w orden overgelaten aan de rechtsvorm ing en de rechtsvinding door de rechter. D e wet, die in vergelijking met de te regelen stof, van vrij geringe omvang w as .— zij telde 74 artikelen •—- w as ingesteld op een lang leven, w aarin zich de rechtsovertuigingen rustig zouden kunnen ontw ikkelen.

T oen kwam de oorlog gepaard gaande met de bezetting van ons v ad e r­ land en reeds spoedig, namelijk in N ovem ber 1941 verdw een de P a c h t­ w et van het tapijt en w erd vervangen door het P achtbesluit. D it besluit stem de w elisw aar in vele opzichten overeen met de P achtw et, doch week op vele punten d aarvan a f en hieronder telde men vele kw esties, welke destijds eerst na uitvoerige discussies in de P achtw et w aren opgenom en. Juist dit is een van de redenen w aarom men de parlem entaire behandeling van het Pachtbesluit zo zeer mist en men de v raag of de huidige regeling al dan niet bestendigd wil zien aan ons volk wil voorleggen. U it de rede van de M inister van Landbouw ter gelegenheid van de installatie van de Pachtw et-C om m issie, die op 26 F ebruari 1947 w erd ingesteld, blijkt nog een and ere reden voor het aan de orde stellen van het pachtvraagstuk. D e P achtw et en het Pachtbesluit hebbende dit gemeen, dat zij zich beper­ ken tot bescherm ing van de rechten van de pachter. U it evengenoem de re ­ de blijkt echter, d at de R egering aan de pachtregeling nog een neven-taak wil zien toebedeeld, nam elijk het bereiken van een gedeeltelijke oplossing van de agrarische m oeilijkheden van tegenw oordig door middel van be­ ïnvloeding van de pachtverhoudingen. D eze m oeilijkheden bestaan o.m. in de versnippering van de landbouw gronden, de grote afsta n d en van de kavels tot de bedrijfsgebouw en, w elke een rationele bedrijfsvoering be­ lemm eren, de ondoelm atige grootte van vele percelen en de geringe bestaansm ogelijkheden van vele m iddelgrote en kleine bedrijven. Bij de bestrijding van deze moeilijkheden speelt de ruilverkaveling reeds gedu­ rende vele jaren een grote rol, doch deze bestrijkt alleen het terrein van het eigendom srecht van landelijke eigendommen en niet het gebruiksrecht daarvan. D a a rn a a st is het bezw aar d a t een ruilverkaveling uiteraard geen duurzaam k arak ter heeft, zodat na verloop van tijd in een verkaveld gebied opnieuw veranderingen optreden als gevolg van verkopen of vererven van kavels. A angezien de oplossing van al deze problem en in het huidige tijdsgew richt, w aarin de agrarische export een zo grote plaats inneem t en het agrarisch bedrijf moet kunnen concurreren met het buiten­ landse, voor ons land van zo em inente betekenis is, zoekt de R egering n aa r w egen w aarlan g s de oplossing gevonden kan w orden.

(2)

resul-ta te n van de ruilverkaveling te bestendigen door de o verdracht van lan d ­ bouw gronden onder controle te stellen om zodoende te voorkom en dat de bereikte resultaten van lieverlee w eer te nietgaan. E en zw akke stee in dit ontw erp is echter o.m. dat de overdracht als gevolg van vererving vrijgelaten w ordt. V oor een regeling van ons erfrecht in de zin van het in N oorw egen b estaande O dalsrecht, d at bepaalt, d at een boerderij onder zekere voorw aarden slechts aan één zoon of dochter in een bepaalde opvolging vererfd en waarbij de andere kinderen zoveel mogelijk schade­ loos w orden gesteld, is blijkbaar ten onzent de tijd nog niet gekomen.

H e t th an s door de Pachtw et-C om m issie ingediende rap p o rt met een vóór-ontw erp P achtw et heeft mede ten doel op het gebied van het ge­ bruiksrecht van landbouw gronden regelend op te treden; men vindt dan ook in h aa r rap p o rt beschouw ingen gewijd aan de pachtdw ang, de d w angpacht en de pachtruil.

D e taak van de P achtw et-C om m issie w as de R egering van advies te dienen over de vraag w elke de meest gew enste w etgeving op het stuk van pacht is, gezien de ervaringen, welke zijn opgedaan sinds de invoe­ ring van de P achtw et 1937.

H et getuigt m.i. van wijs beleid, d at de R egering het door de C om ­ missie ter uitvoering van bovenom schreven taak sam engestelde lijvige ra p p o rt en vóór-ontw erp gepubliceerd heeft en zodoende ter discussie gesteld heeft van alle belanghebbenden.

H et is mijn bedoeling in het ond erstaan d e zo beknopt mogelijk de vele punten, w aaraan de Commissie h aar aa n d ach t heeft gewijd, te bespreken om zodoende ook hen, die geen tijd kunnen vinden het gehele rapport alsm ede het vóór-ontw erp nauw gezet te bestuderen, in de gelegenheid te stellen zich een voorstelling te vorm en van de d raagw ijdte van de sug­ gesties van de Commissie, suggesties die niet alleen voor het pachtw ezen, m aar, gezien de huidige betekenis van de agrarische sector in ons volks­ bestaan, voor ons gehele economische leven verstrekkende gevolgen kun­ nen hebben.

H e t vóór-ontw erp is aanm erkelijk groter dan het than s vigerende P achtbesluit, d at op zijn b eurt om vangrijker w as dan de P achtw et. H et telt 176 artikelen, w aarbij men echter wel moet bedenken, d a t hiervan 75 artikelen gewijd zijn aan het procesrecht.

Behalve tw ee hoofdstukken met procesrechtelijke bepalingen, een hoofdstuk strafbepalingen en een dito overgangs- en slotbepalingen, bevat het vóór-ontw erp drie hoofdstukken, resp. getiteld: V a n pachtovereen­ kom sten, B epalingen van bijzondere aa rd en V a n pachtruil.

H et hoofdstuk over de pachtovereenkom sten is onderverdeeld in tien p arag ra fen , w aarin o.m. behandeld w orden de vorm en de toetsing van pachtovereenkom sten, de sanctie op het niet-schriftelijk vastleggen en niet ter toetsing bij de G rondkam er indienen van pachtcontracten, de verlenging en het einde van pachtcontracten, alsm ede algem ene bepa­ lingen en bepalingen betreffende de verpachting door openbare lichamen. D e „B epalingen van bijzondere a a rd ” hebben betrekking op zetboeren. verkoop van hooi en gras an ders dan per gew icht en inscharingen.

S tre k k in g van het voorontw erp.

D e gedachten welke de Commissie hebben geleid bij de opstelling van het voorontw erp zijn het beste w eer te geven aan de hand van het alg e­ mene gedeelte van de toelichting op het voorontw erp.

(3)

D e Commissie w enst de bescherm ing van d e pachter ook in de toe­ kom st gehan d h aafd te zien. Zij heeft dientengevolge niet w illen teru g ­ keren tot de contracteervrijheid van vóór de Pachtw et. D a a r deze be­ scherming van de pachter in het Pachtbesluit het meest tot h aar recht komt, meer dan in de P achtw et, heeft zij het Pachtbesluit als u itgangspunt van h aa r beschouw ingen genomen, zonder echter dit besluit slechts met een enkele wijziging te handhaven.

E en van de bezw aren van het P achtbesluit is de al te sterke bescher­ ming van de pachter, w elke leidt to t zodanige inperking van de rechten van de eigenaren-verpachters, d at deze zich onthouden van het aa n b ren ­ gen van verbeteringen aan het verpachte.

D e gelukkig nog in vele gevallen b estaande vruchtbare sam enw erking tussen pachters en verpachters, die hun landelijke eigendom m en niet alleen als geldbelegging zien, dient in de toekom st door een al te straffe bescherm ing van de pachter niet te loor te gaan.

V o o rts m eent de Commissie, d at de onder de huidige w etgeving b estaande belem m eringen bij ontbinding van een pachtovereenkom st met een slechte pachter, niet m oeten w orden bestendigd.

E en van de belangrijkste voorschriften ter bescherm ing van de pachter is gelegen in de tijdsduur der overeenkom st.

H e t P achtbesluit kent vaste m inimum-termijnen van 12 ja a r voor behuisd en 6 ja a r voor onbehuisd land gekoppeld aan een continuatie recht.

D eze vaste term ijnen heeft de Commissie in het vóór-ontw erp g eh an d ­ haafd. A angezien de verpachting van losse percelen een n u ttig e functie vervult, d oordat deze de mogelijkheid schept de oppervlakte van een bedrijf aan te passen aan de w isselende behoeften en deze nuttige w erking aanm erkelijk in w a ard e zou afnem en indien de minimum-termijn zou w orden verlengd, m eent de Commissie d at de termijn van 6 ja a r moet w orden gehandhaafd.

O ok het continuatie-recht wil de Commissie gehan d h aafd zien, zij het dan met enige wijziging. M om enteel is het namelijk zo geregeld, d at de pachter een verzoek to t verlenging moet indienen, bij gebreke w aarvan hij zijn continuatie-recht verliest. V ooral bij kleine pachters die veelal niet m et deze regeling op de hoogte zijn, leidt dit dikwijls to t ongew ilde gevolgen. D e Commissie stelt daarom voor dat de verlenging van rech ts­ w ege plaats vindt tenzij de verpachter of de pachter verzoeken deze au to ­ m atische verlenging te stuiten. D e term ijn van de verlenging behoort volgens de G rondkam er op grond van ervaringen in de practijk gesteld te w orden op 6 jaar. O ok een kortere termijn, indien bijzondere om stan­ digheden zulks vereisen, zou, n a a r de Com missie meent, aanbevelens­ w aardig zijn.

V o o rts w enst de Commissie de pachter bescherm d te zien tegen een voor hem onverw achte verkoop van het gepachte aan iem and, die het land zelf in gebruik wil nem en en tevens tegen de practijken van verpachters, die na eerst tegenover h et verzoek tot verlenging gesteld te hebben, dat zij het verpachte zelf w ensen te gaan gebruiken, na ontruim ing door de pachter „van gedachte v eran d eren ” en opnieuw tot verpachting aan een d erde overgaan.

(4)

Deze bepaling geldt niet, indien de nieuw e verpachter d e oude is opgevolgd onder algem ene titel of indien de nieuw e verpachter een zoon, schoonzoon of kleinzoon van de oude verpachter is.

In het tw eede geval wil de Commissie de pach ter een recht op vergoe­ ding jegens de verpachter toegekend zien. H e t „van gedachte v eran d eren ” w ordt ■— behoudens tegenbew ijs ■— aangenom en, indien de verpachter binnen 3 ja a r niet to t eigen exploitatie overgaat.

M et betrekking tot de pachtprijs v alt op te m erken, d at de Commissie de beperkingen van de vrije pachtprijs-vorm ing, w elke de P achtw et en het P achtbesluit kenden, w enst te handh av en door m iddel van toetsing der pachtovereenkom sten.

A ls elem enten van deze toetsing kende de P ach tw et de vraag of de pachtprijs een buitensporige verplichting betekende, alsm ede de bijzondere bekw aam heid en ijver van de pach ter en het door de pachtovereenkom st gew aarborgde redelijk bestaan van de pachter.

H e t P achtbesluit stelde de G rondkam er bij de toetsing voor de beoor­ deling van de vraag of de n etto-opbrengst bij een behoorlijke exploitatie de pachter een redelijke w in st w aarb o rg t. D eze regeling van de toetsing vestigt uitdrukkelijk de aa n d ach t op het economisch en sociaal gew enste verband tussen pachtprijs en economie van het bedrijf.

„D e Commissie, zo verm eldt het rapport, heeft er zich over beraden of het w enselijk zou zijn een zorgvuldiger economische uitw erking te geven aan het toetsingscriterium van de pachtprestatie, zoals d at in art. 41 van het P achtbesluit is neergelegd. Zij is echter bij h aa r n ad e r onderzoek to t de overtuiging gekomen, d at dit m ede zou inhouden een nauw keurige omschrijving van het begrip p ach tw aard e in de w et. H oew el deze om- om schrijving mogelijk is, heeft de Commissie toch in m eerderheid ge­ meend, hiervan te m oeten afzien, dewijl dan evenzeer als bij de bepaling van art. 41 van h et P achtbesluit voor de G rondkam er de onm ogelijkheid zou blijven bestaan, voor ieder toetsingsgeval een bedrijfseconom ische berekening uit te voeren.”

D e Commissie m eent de oplossing gevonden te hebben in een aanslui­ ting bij de practijk der G rondkam ers, b estaande in het bij deze licham en tot ontw ikkeling gekom en systeem van schatting. Zij stelt derhalve voor dat de M inister, geadviseerd door de G rondkam ers en de H oge P acht- raad , streeksgew ijze de pachtnorm en vaststelt. D eze pachtnorm en zullen gepubliceerd m oeten w orden in het S ta atsb lad .” D e norm en strekken tot w aarborging van een redelijke opbrengst van het gepachte voor de pachter bij een behoorlijke exploitatie daarvan, met inachtnem ing van de redelijke belangen van de v erp ach ter” (art. 4, 2e lid van v o o ro n tw e rp ).

T en slo tte valt nog op te m erken, d a t de bepaling in het P achtbesluit, d a t als pachtprijs kan w orden bedongen een n aa r tijdsruim te bepaald en niet van de prijs van de producten of van and ere factoren afhankelijk gesteld bedrag in N ed erlan d s geld, is g ehandhaafd. D e volgens de P ach t­ w et geoorloofde goederenpacht, deelpacht of veranderlijke pacht keren dus niet weerom , met dien v erstande echter, d at de G rondkam er bevoegd is in bijzondere gevallen deze soorten van pach tp restatie goed te keuren.

(5)

gekeurde pachtcontracten te verscherpen. In het voorontw erp is derhalve, n aa st de bepaling, d a t de G rondkam er op verzoek van één der partijen m ondelinge contracten bindend kan vastleggen, een nieuw e bepaling op­ genom en. D eze komt hierop neer, d at een n iet ter goedkeuring ingezon­ den pachtovereenkom st voor onbepaalde tijd geldt en onopzegbaar is; de term ijnen van zes of tw aalf jaar beginnen eerst te lopen bij de aanvang van het p achtjaar, volgende op d at w aarin de overeenkom st is ingezonden. V o o rts is bepaald, d at de pachter over het tijdvak, voorafgaande aan de inzending, tot geen enkele verplichting uit de pachtovereenkom st gehou­ den is en d a t hij hetgeen hij over d at tijdvak betaald mocht hebben kan terugvorderen. D e G rondkam er kan echter bij de goedkeuring deze wel zeer verg aan d e gevolgen geheel of gedeeltelijk opheffen.

Bij de vastlegging van een m ondelinge overeenkom st behoort de G ro n d ­ kam er deze tevens aan de algem ene norm en te toetsen.

W a t de norm en betreft, die bij de toetsing door de G rondkam er moeten w orden toegepast, zij h et volgende opgem erkt.

D e G rondkam er moet n ag a an of de pachtovereenkom st niet in strijd is met:

a. een doelm atige of een, met het oog op de plaatselijk ter beschikking staan d e landbouw grond, sociaal verantw oorde bedrijfsom vang; b. een doelm atige bedrijfsuitoefening in verband m et de verkaveling of

ligging van het perceel ten opzichte van de bedrijfsgebouw en.

D e bedoeling van het aanleggen van deze m aatstaven is te voorkom en d at onrendabele bedrijfjes o ntstaan of d at in streken van overw egend kleinbedrijf pachtpercelen w orden toegevoegd aan grote bedrijven, te r­ wijl voorts hierdoor de resultaten van ruilverkaveling, herverkaveling of pachtruil kunnen w orden behouden.

D e w ijzigingsbevoegdheid van de G rondkam er b estaat than s reeds en w ordt voornamelijk gehanteerd met betrekking to t de pachtprijs.

V a n verpachterszijde is hiertegen de grote grief, dat w anneer een eigenaar tot verpachting besluit vanw ege de hem door de pachter gebo­ den pachtprijs, hij gedw ongen w ordt de pachtovereenkom st te sluiten ook als de G rondkam er de pachtprijs heeft verlaagd, w aard o o r de even­ tuele kw ade trouw van een pachter w ordt bescherm d.

D e Commissie erkent wel de juistheid van dit bezw aar, doch is van m ening, d at dit niet tot afschaffing van de w ijzigingsbevoegdheid verm ag te leiden.

Zij m eent echter d at de voorgestelde bepaling, d a t d e door de M inister vastgestelde pachtnorm en m oeten w orden gepubliceerd in het S taatsblad, het aan eigenaars mogelijk zal m aken zelf van te voren enigerm ate te becijferen w elke prijs door de G rondkam er zal w orden goedgekeurd. D eze oplossing zal m.i. alleen dan onbillijkheden kunnen voorkom en, indien de pachtnorm en niet te veel speling laten.

Als gevolg van de voorgestelde uitbreiding van de toetsingsnorm en ( zie hierboven) verkrijgt de w ijzigingsbevoegdheid in m ateriële zin meer bete- * kenis, d aa r ook w ijzigingen zullen w orden aan gebracht in verband met de verkavelingstoestand en de bedrijfsgrootte.

A an de p a chtdw ang en de dw angpacht w orden in het rap p o rt enkele beschouw ingen gewijd.

(6)

D w angpacht is de mogelijkheid om een eigenaar die zijn eigendom wel w enst te verpachten en die daarom reeds een overeenkom st ter to et­ sing heeft ingezonden, te dw ingen de pachtovereenkom st aan te gaan m et een and ere door de G rondkam er aan te wijzen pachter.

D e pachtdw ang behoort, zo m eent de Commissie niet in de P achtw et thuis, zolang aan de G rondkam ers niet de bevoegdheid w o rd t gegeven op eigen initiatief actief in te grijpen, teneinde pacht- en verkavelings- toestanden te verbeteren. D it zal eerst het geval kunnen zijn, w anneer er een algem ene w ettelijke regeling betreffende de herverkaveling van het bodem gebruik tot stan d zou komen.

O p één punt echter wil de Commissie een uitzondering gem aakt zien, namelijk bij de pachtruil, w aarover hieronder meer.

O ok de d w angpacht acht de Commissie, hoewel in theorie in direct verband met de toetsing te brengen, in de P ach tw et niet gew enst. Z o u deze figuur in de P ach tw et een plaats vinden, dan zou zulks aan de G rondkam er het k arak ter verlenen van een soort distributie-orgaan van het vrijkom ende pachtareaal. D it zou een m iskenning betekenen van de grote w aard e van de persoonlijke verhouding tussen p ach ter en v erpach­ ter.

A fdoende verbetering op het terrein van de gebruiks-verkaveling is slechts te bereiken via het instituut d er herverkavelingen. In enkele bij­ zondere gevallen kan het beoogde re su ltaat uitsluitend bereikt w orden door een negatieve toetsing, d.w.z. indien de G rondkam er in een gem oti­ veerde beslissing h aa r w eigering om een ingezonden contract niet goed te keuren uiteenzet.

E en noviteit in ons pachtrecht heeft de Commissie voorgesteld in het zoeven reeds genoem de instituut van de pachtruil. D e pachtruil is een gebruiksverkaveling, in tegenstelling met de ruilverkaveling, welke een eigendom sverkaveling is.

Bij pachtruil tree d t de G rondkam er, welke tot nog toe een lijdelijke rol speelt en slechts heeft af te w achten, w elke contracten h aa r ter goed­ keuring w orden aangeboden, actief op.

D e voorgestelde regeling komt in het kort hierop neer, d at de G ro n d ­ kam er bij besluit kan bepalen, d a t voor een bepaald gebied een plan tot pachtruil w ordt voorbereid. H ierna roept zij alle pachters en ver­ pachters in dit gebied op en bren g t het voorlopige plan ter tafel. D aarn a w ordt dit plan n ader uitgew erkt en in een vergadering van pachters en verpachters besproken. Lukt het niet tot een minnelijke regeling te komen, dan w ordt het plan in stem m ing gebracht. H e t w o rd t als aangenom en beschouw d, indien tw ee derden zowel van de in het plan betrokken pachters als van de verpachters, w elke ieder meer dan de helft van de oppervlakte van het bij het plan betrokken gebied pachten, resp. ver­ pachten, zich voor het plan uitspreken. A fw ezigen w orden geacht voor­ gestem d te hebben. N iet in het plan betrokken zijn de pachters en v er­ pachters w ier contracten niet gew ijzigd w orden.

D e in het plan betrokken pachtcontracten w orden door de G ro n d ­ kam er gewijzigd. D eze wijzigingen kunnen bestaan in het afsplitsen of toevoegen dan wel gehele of gedeeltelijke om wisseling van pachtper- celen, voorts in w ijzigingen in de persoon van de pachter of in de pacht- voorw aarden (b.v. de p achtprijs).

(7)

kam er in de contracten w o rd t verm eld en de partijen alsdan w orden geacht deze overeenkom sten te hebben aangegaan.

In verschillende gevallen is hoger beroep mogelijk bij de H oge G rond- ra ad .

D e kosten van de pachtruil zijn in de regel voor rekening van het Rijk.

D iv erse bepalingen.

N a in het bovenstaande de belangrijkste bepalingen van de voorge­ stelde P ach tw et te hebben geschetst, wil ik besluiten m et in het kort enkele belangrijke verschillen tussen het b estaande pachtrecht en het vóór-ontw erp te vermelden.

H e t voorontw erp heeft blijkens het bepaalde in artikel 1 alleen be­ trekking op overeenkom sten, w aarbij een hoeve of los land in gebruik w o rd t gegeven ter uitoefening van een landbouw bedry/. D it impliceert, d at de voor eigen voorziening bestem de percelen buiten het bereik van de P achtw et zullen vallen.

V o o rts v alt er op te wijzen, d at in plaats van de thans voorgeschreven plicht van de v erpachter om de opstallen van het verpachte tegen bran d te verzekeren en bij schade de verzekeringsuitkering voor het herstel aan te w enden, door de Commissie w ordt voorgesteld een w ederopbouw - verplichting in te voeren. D eze verplichting is b eperkt to t bepaalde ge­ vallen en bovendien kan de G rondkam er gehele of gedeeltelijke ontheffing verlenen.

M et betrekking tot de reparaties en verbeteringen aan het verpachte is in de eerste p laats van belang, d at in het voorontw erp dw ingend is voorgeschreven, d a t de pachter bevoegd is, na verkregen goedkeuring van de G rondkam er, de ten laste van de verpachter kom ende rep a­ raties zelf te doen uitvoeren op kosten van de verpachter. D eze bevoegd­ heid kent het P achtbesluit eveneens, doch th an s kan er bij overeenkom st van w orden afgew eken.

E en and ere ingrijpende bepaling, in dit verband van belang, welke d e Commissie voorstelt, behelst het voorschrift, d a t de verpachter slechts met schriftelijke toestem m ing van de pach ter of, bij diens w eigering, met m achtiging van de G rondkam er verbeteringen mag aanbrengen aan zijn verpachte eigendommen.

T en aanzien van de onderverpachting valt te verm elden, dat de eis van schriftelijke toestem m ing tot onderverpachting door de verpachter is gehandhaafd. E chter w o rd t voorgesteld, d at in bepaalde gevallen, w anneer de verpachter zijn toestem m ing zonder redelijke grond w eigert, de G rondkam er de pachter m achtiging tot onderverpachting verleent, met dien verstande, d at de duur van deze onderverpachting de nog lopen­ de termijn van de hoofdpacht niet mag overschrijden. D e Commissie denkt hier aan gevallen, d at de pachter bij de onderverpachting een bij­ zonder belang heeft, indien hij b.v. door ziekte of m ilitaire dienst tijdelijk n iet tot de bedrijfsuitoefening in sta a t is.

(8)

W il op dit verzoek gunstig beslist kunnen w orden dan m oet aan be­ paalde voorw aarden voldaan zijn. D e ratio van deze bepaling is, d a t deze bloed- of aanverw anten reeds het recht is toegekend bij overlijden van de pachter in zijn plaats gesteld te w orden. Z o u nu als gevolg van boven­ verm elde oorzaken de pachtovereenkom st beëindigd m oeten w orden, dan zouden zij verstoken blijven van deze mogelijkheid.

E en an d e r belangrijk punt b etreft de schadevergoeding aan de pachter toe te kennen bij onteigening van het gepachte.

D eze m aterie is momenteel geregeld in artikel 88 van het P achtbesluit in deze zin, d at bij onteigening de pach ter wiens pacht nog één of meer jaren zou m oeten duren, recht op volledige schadeloosstelling heeft, waarbij m et de mogelijkheid van verlenging van het pachtcontract reke­ ning moet w orden gehouden.

D eze kw estie kwam ook ter sprake bij de parlem entaire behandeling van de zogenaam de „P achtvoorziening 1950” , w elke beoogt de w erkings­ duur van het P achtbesluit tot 1952 te verlengen in de verw achting dat

dan de nieuw e P achtw et gereed zal zijn.

D e Com missie stelt in h aa r ra p p o rt voor deze zaak niet in de P achtw et te regelen, doch in de O nteigeningsw et, zodat de regeling kan w orden voorbereid door deskundigen op het gebied van de onteigeningsw etgeving.

T erloops wil ik even wijzen op de bescherm ing van de hypothecaire geldschieter in verband met de pacht. Ik wil deze kw estie hier niet beh an ­ delen, d aa r deze niet p a st in het k ad e r van dit artikel. Ik volsta echter met te verw ijzen naar hetgeen ik hierover destijds schreef in het m aand­ blad ,,D e P a c h t” (D ec. 1947). M .i. zal de than s voorgestelde regeling welke in feite niet veel afw ijkt van de vigerende, de bereidheid om als geldschieter op te treden w anneer het v erp ach te eigendom m en b etreft niet vergroten.

M et betrekking tot de verpachting door openbare licham en w orden in het voorontw erp enkele regelingen gegeven. D eze regelingen hebben niet alleen betrekking op alle publiekrechtelijke licham en, dus ook de in de P achtvoorziening 1947 ontbrekende gem eenten, m aar ook op alle voor de publieke dienst bestem de grond. In hoofdzaak kom en deze regelingen hierop neer, d at deze licham en, met goedkeuring van de G rondkam er, op verschillende punten m ogen afw ijken van de P achtw et. G enoem d mogen hier w orden: pachtterm ijn, continuatie, ontbinding, w ijziging van inrich­ ting, bestem m ing of ged aan te van het gepachte.

V erm eld en sw aard is voorts het bepaalde in artikel 51 van het voor­ ontw erp. D it artikel bepaalt d at een beding in een pachtovereenkom st,

d a t de overeenkom st w o rd t aangeg aan onder voorw aarde d at deze door de G rondkam er geheel of gedeeltelijk ongew ijzigd zal w orden goed­ gekeurd, nietig is. H et b etre ft hier een w ettelijk vastleggen van het door de C en trale G rondkam er in haar beslissingen ingenom en standpunt.

T e n slotte nog een enkele opm erking over het einde van de p ach t­ overeenkom st.

O p dit punt bevat het voorontw erp enkele afw ijkingen van het geldende pachtrecht.

A llereerst noem ik de ontbinding van de pachtovereenkom st door de G rondkam er op verzoek van de verpachter, indien deze het gepachte wil bestem m en voor niet tot de landbouw betrekkelijke doeleinden, en het algem een belang deze bestem m ing vordert.

(9)

deeld kan w orden, bepaalt het voorontw erp, d at partijen deze vergoeding met goedkeuring van de G rondkam er kunnen beperken to t de schade over het lopende pach tjaar.

Z o u de verpachter na de ontbinding —- om het eufem istisch uit te dru k ­ ken ■—- ,,van gedachten v eran d eren ” en to t verpachting aan een andere pachter overgaan, dan kent het voorontw erp de pachter het rech t toe een schadevergoeding te eisen van de verpachter.

E en tw eede punt, w aarop het voorontw erp afw ijkt van het P ach t- besluit, b etreft het geval, d a t de pachter n aa r verpachters oordeel te kort schiet in zijn verplichting to t onderhoud. In zodanig geval geeft het vór- ontw erp de verpachter de keus tussen het v ragen van ontbinding van het p achtcontract op grond van w an p restatie — w elke m ogelijkheid ook het P achtbesluit kent — en het indienen van een verzoek aan de G ro n d ­ kam er om een onderzoek in te stellen. Kiest hij het laatste dan is de G rondkam er verplicht de klacht te onderzoeken en, indien deze haar gegrond voorkomt, de pachter als het w are in gebreke te stellen. V old o et de pachter hieraan niet binnen de gestelde termijn, dan geldt dit als w anprestatie, met als gevolg ontbinding van het contract, tenzij de pachter aannem elijk kan m aken, d a t het verzuim hem niet kan w orden toe­ gerekend.

T en slo tte noem ik het overlijden van een der partijen bij de pacht­ overeenkom st.

V olgens het algem ene principe van ons contractenrecht (art. 1354 B .W .) gaan de rechten en verplichtingen uit een overeenkom st voort­ vloeiende bij overlijden van één der partijen op diens erfgenam en over. H e t P achtbesluit m aakt op deze regel geen uitzondering, m et dien ver­ stan d e echter d a t d e erfgenam en of de echtgenote van de pachter als­ m ede de verpachter kunnen verzoeken een of m eer hunner in de plaats van de overleden pachter te doen treden en de overige uit de pacht te ontslaan.

D e Commissie w enst echter ten aanzien van de pachter op bovenver­ melde algem ene regel een uitzondering te maken. H e t voorontw erp gaat er derhalve van uit d a t het pachtrecht in beginsel eindigt bij de dood van de pachter. O p dit beginsel w ordt echter een uitzondering gem aakt met betrekking tot de echtgenote van de overleden pachter, diens kinderen, resp. kleinkinderen of zijn broers en zusters. D eze kunnen nam elijk een verzoek indienen bij de G rondkam er hen in de plaats van de overleden pachter te stellen. Bij gebreke van deze personen kunnen ook eventuele m edepachters het voornoem de verzoek doen.

Bij de behandeling van dit verzoek tot in de plaatsstelling moet de G rondkam er de pachtovereenkom st opnieuw toetsen aan de hiervoor ver­ m elde norm en, zodat voortzetting van een onrendabel dw ergbedrijf kan w orden verhinderd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het hof verzuimt aldus te beslissen op een onder- deel van het gevorderde, te weten de vordering tot terug- gave van de motorboot door de koper als voorwaarde voor de terugbetaling

Afgelopen week kwam ons het bericht ter ore dat de gemeente bij de bekendmaking van het definitieve hondenbeleid vergeten is te vermelden dat er tot 9 juni nog een

En het is een schande dat het college in een rechterlijke procedure het bestaan van voor de zaak relevante informatie ontkend, terwijl diezelfde informatie gewoon in

Therefore, based on these results of the crystallization unit exergy performance of Chapter 3, an integrated biorefinery concept was developed for the valorisation of A-molasses

Lage bewerkingskosten, aandacht voor installaties Door de gestegen lonen zijn de arbeidskosten iets hoger in 2001.. De arbeidskosten zijn met ruim 10 cent wel 4,5 cent lager dan

Als kind werd mij door m’n vader, Jacobus Janse een éch- te onderwijzer, liefde, kennis en bewondering voor de na- tuur bijgebracht.. Speciale aandacht ging uit naar het ma-

Veel van dit materiaal is heden ten dage voor de bouw in- teressant; tras, gemalen tuf is zeer geschikt als specie voor waterdicht metselwerk.. Bims, puimsteenkorrels tot

De Gouverneur had zich er door consultaties van kunnen en moeten vergewissen welke opvattingen in het parlement leefden, vooraleer te concluderen of de mi-