• No results found

Vraag nr. 75 van 20 december 2002 van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 75 van 20 december 2002 van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 75

van 20 december 2002

van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE VLACO-kippenproject – Stand van zaken

De jongste jaren werden op initiatief van een aan-tal gemeenten, al dan niet ondersteund door hun i n t e r c o m m u n a l e s, gratis leghennen bedeeld. D e z e zouden in belangrijke mate mee moeten bijdragen om de afvalberg te verkleinen, wat het organisch afval betreft.

Na de bekendmaking van het Indaver-i n c i d e n t werd onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van dioxines in de eieren van kippen uit buurgemeen-ten van de Indaver-o v e n . Hierbij werd vastgesteld dat de hoeveelheid dioxines verontrustend was. Bovendien blijkt dat in meerdere buurgemeenten waar Verbrandingsinstallaties gevestigd zijn, v e r-hoogde waarden werden aangetroffen van dioxines in de eieren van leghennen.

1. Is het derhalve wel verantwoord om het kippen-project voort te zetten in die gemeenten waar hoge dioxinewaarden werden vastgesteld in kip-peneieren ?

Wordt hiervoor overleg gepleegd met het Fe d e-raal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) en andere betrokken diensten van de federale overheid ?

2. Wat is de stand van zaken m.b. t . de uitvoering van het kippenproject van de Vlaamse Com-postorganisatie (Vlaco) ?

Antwoord

In het nieuwe Uitvoeringsplan Huishoudelijke A f-valstoffen 2003-2 0 0 7 , dat eind 2002 door de V l a a m-se regering is vastgesteld, krijgen preventie en her-gebruik opnieuw de hoogste prioriteit in het Vlaamse afvalstoffenbeleid. In actie 6 van dit Uit-voeringsplan worden de kippen genoemd als een onderdeel van preventie van GFT-a f v a l . Als afval-verwerkers dragen ze immers een belangrijk steen-tje bij. Uiteraard moeten de projecten worden in-gebed in een globaal preventiebeleid. De kippen-projecten dienen grondig te worden voorbereid, zodat ook aspecten als dierenwelzijn en -g e z o n d-heid niet uit het oog worden verloren.

Sinds het door u aangehaalde Indaver-i n c i d e n t richt de aandacht zich ook op mogelijk verhoogde dioxineconcentraties in de eieren.

Uit het verslag dd. 27.09.02 van het Vo e d s e l a g e n t-schap blijkt dat, op basis van de dioxineprofielen, de oorzaak van de dioxineverontreiniging in de ei-eren hoogstwaarschijnlijk niet is gerelateerd aan I n d a v e r. De congeneerpatronen van de verschillen-de analyses zijn immers in belangrijke mate ver-schillend van het dioxineprofiel van rookgasstalen van Indaver.

1. Het Vlaams Gewest zetelt via de VMM in een Stuurgroep Dioxines. Deze stuurgroep komt op driemaandelijkse basis samen en wordt voorge-zeten door het Wetenschappelijk Instituut voor Vo l k s g e z o n d h e i d . Daarnaast zijn er ook afge-vaardigden van de afdeling Milieu-Inspectie, h e t Federaal Vo e d s e l a g e n t s c h a p, de Eetwaren-in-spectie en de Vi t o. Tevens worden er ook afge-vaardigden van het Brussels en het Waals Ge-west uitgenodigd. Op deze vergaderingen wor-den o. m . de beschikbare resultaten van de dioxi-n e- edioxi-n PCB-adioxi-nalyses idioxi-n verschilledioxi-nde voedidioxi-ngs- voedings-compartimenten zoals melk, k a a s, k i p p e n e i e r e n en veevoeder besproken. De VMM deelt de meest recente resultaten van dioxine- en PCB depositiemetingen mee.

Deze overkoepelende vergaderingen hebben geleid tot een concrete samenwerking tussen het Vlaams Gewest en het FAV V. Zo heeft het FAV V, naar aanleiding van de verhoogde dioxi-n e- edioxi-n PCB-deposities idioxi-n Medioxi-nedioxi-n, m e l k s t a l e dioxi-n laten analyseren van drie hoeves die de V M M op het grondgebied Menen heeft geselecteerd. Daarnaast heeft het FAVV in 2002 contact op-genomen met de VMM omtrent een gepland project voor de bepaling van dioxines in kippe-n e i e r e kippe-n . Op basis vakippe-n de depositieresultatekippe-n heeft de VMM een lijst overgemaakt van ge-meentes met een actuele dan wel historisch ver-hoogde dioxinedepositie.

(2)

ver-moedelijk niet afkomstig zijn van één enkele b r o n . In de nieuwsbrief van het Vo e d s e l a g e n t-schap (januari 2003) werd gesteld dat de bevin-dingen van dit onderzoek alsook een aantal vra-gen voor advies aan het Wetenschappelijk Co-mité worden voorgelegd.

Het onderzoek bij de particulieren was eerder b e p e r k t . Er werden slechts vier monsters geno-m e n , n l . in Stabroek, M e n e n , Schoten en Diks-m u i d e. Enkel in DiksDiks-muide werd de norDiks-m niet o v e r s c h r e d e n . Stabroek en Menen hebben een zware milieubelasting en worden beschouwd als een "zwart" punt. Bovendien is in het onder-zoek geen rekening gehouden met specifieke o m g e v i n g s f a c t o r e n , zoals bijvoorbeeld de groot-te van de uitloop, het stoken van vuurtjes in de omgeving, ...

Uit recente publicaties uit het buitenland blijkt immers dat lage dioxineconcentraties in de bodem reeds leiden tot hoge dioxineconcentra-ties in de eieren. Vermoedelijk treedt er een bioaccumulatie op waarbij wormen en insecten een belangrijke rol spelen. Er moet nog Ve r d e r onderzocht worden of kippen met een grotere uitloop meer kans op eieren met verhoogde dioxineconcentraties hebben.

Zoals duidelijk in een campagne van de V l a a m-se regering naar voren is gebracht midden 2002, veroorzaken de vuurtjes in open lucht 25 % van de dioxine-u i t s t o o t . Terwijl het aandeel van de industriële bronnen afneemt, blijft het relatieve aandeel van de dioxine-uitstoot door de bevol-king toenemen. Er is een hoge dioxine-u i t s t o o t bij het verbranden in de open lucht van aller-hande hout- en plasticafval. Recente metingen van de V I TO tonen aan dat de dioxine-emissie bij verbranding van afval in open lucht de wet-telijke normen voor huisvuilverbrandingsinstal-laties tot 5.000 keer overschrijdt. Kippen in de buurt van onze eigen stookplaatsen hebben ver-moedelijk een hoger dioxinegehalte in de ei-eren.

Wegens de beperkte staalname en het ontbre-ken van gegevens aangaande de plaatsen van staalname kunnen geen algemene besluiten ge-trokken worden uit het onderzoek van het FAVV omtrent de aanwezigheid van dioxinen in de eieren van kippen gehouden door particulie-ren.

Vanuit deze optiek en gezien de bevoegdheden van het Voedselagentschap zich uitsluitend be-perken tot voedselveiligheid in het commerciële

c i r c u i t , heeft de OVAM het initiatief genomen om de dioxineproblematiek van de eieren van kippen gehouden door particulieren nader te onderzoeken.

In het onderzoek dat in januari 2003 van start is g e g a a n , zal in de eerste plaats een algemene si-tuatieschets gemaakt worden. Hiervoor zullen mengstalen van eieren van kippen gehouden door particulieren in een aantal vooraf gekozen regio's onderzocht worden op dioxinen. D e keuze van de regio's is gebaseerd op depositie-metingen die jaarlijks door de VMM worden u i t g e v o e r d . Hierdoor wordt o. a . rekening ge-houden met de historische en de huidige veront-reinigingen van de regio's. Daarbij aansluitend z u l l e n , door middel van een enquête, een aantal mogelijke invloedsfactoren onderzocht worden. Hierbij wordt gedacht aan het type en de groot-te van de ren, het gebruik van behandeld afval-hout voor het hok, het stoken van vuurtjes, h e t k i p p e n r a s, i n d u s t r i e, v e r k e e r, . . . Het onderzoek tracht dus een eerste aanzet te geven om ver-banden te vinden met mogelijke oorzaken. D e resultaten worden reeds op korte termijn ver-wacht, namelijk tegen april 2003.

Gezien het belang van een duidelijke, e e n d u i d i-ge communicatie en onderling overleg werd het Voedselagentschap in een brief op de hoogte gesteld van dit onderzoek. Er werd hen ge-vraagd het Wetenschappelijk Comité in te lich-ten van dit aanvullende onderzoek zodat geen voorbarige conclusies genomen worden op basis van het eerder beperkte onderzoek dat door het Voedselagentschap in oktober 2002 is uitge-voerd.

(3)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aangezien de kostprijs voor waterproductie in grote mate bestaat uit onsamendrukbare kosten (investeringen in productie en distributiemidde- l e n ) , komt de

Ik heb dan ook de opdracht gegeven aan de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest (OVAM) om binnen het strate- gisch project "Bodemsanering" een

Inzake de vraag hoeveel slib er werd afgevoerd naar verwerkingsinstallaties of gestort, verwijs ik naar het Uitvoeringsplan Slib dat momenteel voor advies bij de Inspecteur

Er werden verschillende campagnes gevoerd, gericht naar jongeren, door de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen2. De campagne "Bekijk het eens nuch t e r " zal

Een eventuele meetcampagne zal op basis van een aantal factoren afgewogen worden, w a a r o n- der zeker de vele andere vragen tot metingen

Sinds de installatie van de mouwenfilter, met in- jectie van een adsorbens voor dioxineverwijde- r i n g, in 1999 werden tot juli 2002 geen verhoog- de emissies van dioxinen

De masterplanmethodiek daarentegen heeft als doel om voor de gebieden waarbinnen een collec- tieve zuivering zal plaatsvinden, te komen tot een optimale prioritering van alle nog

– kregen vier op vijf gemeenten een gunstige tot zeer gunstige evaluatie van dit onderdeel (d.w. dat ze 3 tot 5 van de 5 onderdelen van de optie gunstig geëvalueerd kregen). De