Vraag nr. 86
van 23 november 2001
van de heer JOHAN SAUWENS De Lijn – Kostendekkingsgraad
De kostendekkingsgraad (= de verhouding van ontvangsten/opbrengsten ten opzichte van de tota-le kosten) van de Vlaamse Ve r v o e r m a a t s c h a p p i j De Lijn bedroeg in 2000 27,8 %.
Hoe verhouden het niveau en de ontwikkeling van de kostendekkingsgraad bij De Lijn zich ten op-zichte van deze bij de openbare vervoermaatschap-pij en in de andere EU-landen (Europese Unie)?
Antwoord
Het begrip "kostendekkingsgraad" kan op tal van manieren gedefinieerd worden, waarbij de definitie die in de vraag gehanteerd wordt wel de meest ne-gatieve is.
De kostendekkingsgraad is een zuivere financiële ratio en houdt enkel rekening met de gerealiseerde o n t v a n g s t e n , en niet met de andere maatschappelij-ke baten inzamaatschappelij-ke congestie, v e r k e e r s o n g e v a l l e n , m i-lieu, basismobiliteit, ...
De kostendekkingsgraad van De Lijn daalt de laat-ste jaren door prijsstijgingen (van o. a . g a s o l i e ) , d e prijzenpolitiek en de investeringen in aanbod en kwaliteit.
De marktstrategie om aan marktaandeel te winnen door middel van de prijzenpolitiek, meer en beter aanbod en meer kwaliteit werpt geleidelijk vruch-ten af. In 2000 waren er 8% reizigers meer vruch-ten op-zichte van 1999. Eind september 2001 waren er 12% reizigers meer ten opzichte van 2000. De hier duidelijk aanwezige maatschappelijke baten zijn moeilijk cijfermatig uit te drukken.
De kostendekkingsgraad van de MIVB en de T E C daalt minder, maar deze maatschappijen kennen anderzijds ook niet dezelfde positieve evolutie van het aantal reizigers (MIVB : M a a t s chappij voor In -tercommunaal Vervoer Brussel ; TEC : Transport en Commun – red.). De kostendekkingsgraad van de T E C, die zoals De Lijn een gemengde stads- e n streekexploitatie heeft, ligt gevoelig lager dan deze van De Lijn.
Gegevens over de kostendekkingsgraad en de evo-lutie ervan bij de maatschappijen voor openbaar vervoer in de andere EU-landen zijn niet