Vraag nr. 50 van 21 januari 2000
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN M e d i s che opleidingen – Multiculturele maatsch a p-pij
Integratie – wat dit ook concreet mag betekenen – van allochtonen-migranten blijft een belangrijke hefboom voor de totstandkoming van een multi-culturele samenleving, met respect voor elk-ander. Wanneer allochtonen-migranten ziek of ouder w o r d e n , in onverwachte omstandigheden terecht-k o m e n , . . . is het niet alleen belangrijterecht-k dat zij onze taal kennen, maar ook dat artsen, v e r p l e e g k u n d i-g e n , verzori-genden en alle moi-gelijke hulpverleners de culturele achtergrond en het denken van deze groep juist kunnen inschatten. Daarom werden in-dertijd interculturele bemiddelaars aangesteld. Toch blijft het essentieel, zeker in regio's waar veel mensen met een eigen culturele achtergrond leven, dat alle zorgverstrekkers in hun opleiding met deze problematiek in aanraking komen.
Waar en op welke manier wordt in de medische en paramedische opleidingen daaraan aandacht be-steed ?
Antwoord
1. Secundaire opleidingen
In het secundair onderwijs zijn de opleidingen in de verpleging en verzorging, waarop in de vraag wordt gealludeerd, gesitueerd op het niveau van de derde en vierde graad. De leerinhouden die wor-den aangebowor-den, zijn gebaseerd op lessentabellen en aansluitende leerplannen zoals die worden uit-gewerkt door de inrichtende machten of represen-tatieve verenigingen ervan. In het kader van kwali-teitsbewaking moeten de leerplannen door de overheid worden goedgekeurd op advies van de Gemeenschapsinspectie.
Zowel tijdens het klassikaal onderricht als tijdens de stages worden leerlingen geconfronteerd met een verscheidenheid aan zorgvragers als reële af-spiegeling van de maatschappij. Deze confrontatie is essentieel als voorbereiding op de instap in een paramedisch of verzorgend beroep. C o n c r e e t komen in vakken zoals Project Algemene Va k k e n , Toegepaste Psychologie, O p v o e d k u n d e, Vo e d i n g, … leerstofonderdelen voor gericht op het omgaan met multiculturele verschillen, zowel op het vlak
van levensbeschouwing en leef- en eetgewoonten, als op intermenselijke vlak. De leerplanmakers van alle onderwijsnetten hebben mijns inziens blijk ge-geven niet ongevoelig te zijn voor deze thematiek. Binnen het Onderwijsdepartement zijn momenteel vakgebonden (d.w. z . voor de basisvormende vak-ken) en vakoverschrijdende eindtermen voor de tweede en derde graad in voorbereiding. Het is de bedoeling dat deze nog vóór het zomerreces 2000 door het Vlaams Parlement zullen worden behan-d e l behan-d , en behan-dit met het oog op progressieve invoering vanaf het schooljaar 2001-2002. Op termijn zullen er voor de studierichtinggebonden vakken basis-competenties worden uitgewerkt, gefundeerd op beroeps- en opleidingsprofielen.
Meer specifiek is het de departementale Dienst voor Onderwijsontwikkeling (DOV) die belast is met de voorbereiding van eindtermen en basiscom-p e t e n t i e s. Dat onder één of andere vorm in deze eindtermen en basiscompetenties aandacht zal gaan naar de multiculturele samenleving, lijdt geen twijfel.
Onder voorbehoud van regeringsgoedkeuring en parlementaire bekrachtiging, kan dit worden geïllustreerd met een verwijzing naar de volgende vakoverschrijdende eindtermen voor de derde graad (die overigens een verticale samenhang ver-tonen met deze van de onderliggende graden) : – in "gezondheidseducatie" : als onderdeel van de
zorgethiek respect tonen voor personen met an-dere geaardheden, uit anan-dere etnische groepen, uit andere culturen en met andere denkwijzen en overtuigingen ;
– in "opvoeding tot burgerzin" : open en nieuws-gierig staan ten opzichte van het vreemde en er respect voor opbrengen ;
– in "sociale vaardigheden" : herkennen en opzij-schuiven van vooroordelen.
De invoering van eindtermen en basiscompeten-t i e s, als een verbasiscompeten-tolking van de maabasiscompeten-tschappelijke verwachtingen ten aanzien van het onderwijs, m o e t als kwaliteitsbevorderend worden opgevat.
2. Opleidingen hoger onderwijs
de-c r e e t , of Europese ride-chtlijn zijn bepaald, o n d e r meer inzake de toegang tot bepaalde beroepen. Medische en paramedische opleidingen bij uitstek moeten inspelen op de noden van de huidige maat-s c h a p p i j . Ongetwijfeld weegt het multicultureel amaat-s- as-pect van onze samenleving op het uittekenen van het programma. Het feit dat elke instelling au-tonoom de invulling van het opleidingsprogramma b e p a a l t , heeft tot gevolg dat in deze opleidingen de problematiek van de multiculturele samenleving in concreto ook op verscheidene wijze wordt bena-d e r bena-d , naargelang bena-de instelling, bena-de bena-docent of bena-de spe-cificiteit van de opleiding.
Het "curriculum geneeskunde" van verschillende Vlaamse universiteiten is hertekend. Reeds in het eerste jaar Geneeskunde krijgen de studenten de kans om verpleegstages te volgen in een zieken-h u i s, waar zij in vele gevallen worden geconfron-teerd met de realiteit van een multiculturele sa-m e n l e v i n g. De finaliteit van de nieuwe opleiding tot basisarts is erop gericht artsen te vormen die op een adequate en wetenschappelijke verantwoorde wijze binnen een arts-patiëntrelatie en binnen een maatschappelijke (multiculturele) context kunnen functioneren.
Ook de paramedische universitaire opleidingen be-steden op analoge manier aandacht aan deze pro-blematiek.
Wat de hogescholen betreft, is de zorg voor een adequate relatie met de patiënt, met inbegrip van de aandacht voor multiculturele aspecten, o p g e n o-men in het opleidingsprofiel. Het beschikken over de nodige relationele vaardigheden ten aanzien van de doelgroep en kennis hebben van en inzicht hebben in culturele, religieuze en levensbeschou-welijke eigenheden en verschillen, en bekwaam zijn hiermee om te gaan, staan expliciet vermeld in dit profiel.
De aandacht voor de multiculturele aspecten van onze samenleving is ongetwijfeld aanwezig : niet al-leen in de finaliteit van de medische en paramedi-sche opleidingen, maar ook concreet in de pro-g r a m m a ' s. De mate waarin zulks pro-gebeurt, v e r s c h i l t , ingevolge de aan de instellingen verleende autono-mie, naargelang opleiding, instelling of docent. De Vlaamse overheid komt niet rechtstreeks meer tussenbeide in de samenstelling van de opleidings-p r o g r a m m a ' s, maar volgt de opleidings-problematiek en neemt initiatieven binnen het kader van de moge-lijkheden waarover zij binnen de huidige regle-mentaire context beschikt. De relatie met de
pa-tiënt is een onderdeel van de maatschappelijke re-levantie van de opleiding en aldus een deelindica-tor van de kwaliteit van de opleiding. De overheid kan maatregelen treffen indien uit de rapporten van de visitatiecommissie blijkt dat een opleiding hetzij zorgen baart, hetzij duurzaam niet voldoet aan de normale kwaliteitsvereisten.