• No results found

Verlaging tarieven, verhoging zekerheid 4

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verlaging tarieven, verhoging zekerheid 4"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

N

IEUWS

-

EN PUBLICATIEBLAD VAN DE

O

NAFHANKELIJKE

P

OST EN

T

ELECOMMUNICATIE

A

UTORITEIT

4

September 2004 nr.

DE INTRODUCTIE VAN EEN OVERGANGSREGIME

Momenteel bevinden we ons aan de vooravond van de implementatie van het nieuwe regelgevende kader in con-crete besluiten. Aangezien de nieuwe wet inmiddels van kracht is maar de marktanalyses nog niet zijn afgerond, kan de huidige reguleringsperiode worden gezien als een overgangsjaar. OPTA heeft de invulling van de norm van kostenoriëntatie, zoals verwoord in de beleidsregels uit 2001, voor dit overgangsjaar op een andere wijze toe-gepast dan voorgaande jaren. OPTA heeft daarmee een overgangsregime geïntroduceerd.

Aanleiding voor het overgangsregime is het creëren van een zo goed mogelijk (investerings)klimaat in de markt. Dit wordt bewerkstelligd door zekerheid te bieden over de wholesale tarieven vanaf 1 juli 2003 totdat het nieuwe regelgevend kader in besluiten is neergelegd. OPTA wilde zeker stellen dat lopende juridische procedures tegen de vorig jaar vastgestelde tarieven zouden worden ingetrokken. Deze procedures veroorzaakten namelijk de noodzaak voor marktpartijen om financiële middelen als voorziening vast te zetten. Tevens hielden de procedures een risico in op interferentie met de implementatie van het nieuwe kader. Een andere afweging was dat de belvolumes op het vaste net van KPN een aanzienlijke daling laten zien. Hoewel deze ontwikkeling ook in andere landen zichtbaar is, manifesteert deze zich in Nederland op zeer nadrukkelijke wijze als gevolg van de explosieve groei van breedband internet en de hoge penetratiegraad van mobiele aanslui-tingen. OPTA zag zich, gegeven deze ontwikkelingen, voor de vraag gesteld op welke wijze die volume ontwik-kelingen een rol moesten spelen bij het bepalen van de tarieven gedurende het overgangsregime. In het kader van de marktanalysebesluiten zal OPTA met een structu-reler antwoord op deze vraag komen. De wijze waarop de tarieven zijn bepaald week om deze redenen op een aan-tal punten wat af van de gang van zaken in voorgaande jaren. 

Verlaging tarieven, verhoging zekerheid

LEEGLOOP VASTE NET

3

DE VOORDELEN EN RISICO’S VAN VERTICALE INTEGRATIE

4

LIBERALI-SERING

POST: WAT ZIJN DE LAATSTE ONTWIKKELINGEN?

6

OPTA KEURT

EINDGEBRUIKERS-TARIEVEN VOOR

VOICE OVER

DSL VAN

KPN GOED

6

HERZIENE PLANNING

MARKTANALYSES

OPTA

8

VERGUNNINGEN MOBIELE

11

BESLUIT TOEREKENINGSSYSTEEM POSTVERVOER

12

(2)

DE BETROKKENHEID VAN MARKTPARTIJEN

OPTA heeft KPN dit voorjaar uitgenodigd tot het doen van een voorstel ter invulling van de norm van kostenoriënta-tie. Naar aanleiding hiervan zijn begin maart verkennende gesprekken met KPN gestart. Doel van deze gesprekken was te bepalen of het mogelijk was uiteindelijk te komen tot een tariefvoorstel van KPN dat voor OPTA acceptabel zou zijn. Tijdens dit proces heeft OPTA verschillende voor-stellen van KPN moeten afkeuren omdat ze volgens OPTA niet tot kostengeoriënteerde tarieven zouden leiden. Beoordeling door OPTA vond plaats aan de hand van rele-vante kosten- en volumeontwikkelingen. Het uiteindelijke voorstel van KPN leidt in de ogen van OPTA wel tot kosten-georiënteerde tarieven. OPTA heeft daarom besloten dit voorstel goed te keuren.

Andere marktpartijen zijn op 26 mei geïnformeerd over het voornemen van OPTA om het voorstel van KPN goed te keuren. Tijdens deze bijeen-komst werd het tariefvoorstel

van KPN uiteengezet en toegelicht waarom er dit jaar voor een andere wijze van betrekken van marktpartijen was geko-zen. Vooral dat laatste heeft geleid tot discussies. Markt-partijen lieten weten dat OPTA hen eerder bij het proces had moeten betrekken. Ook had OPTA volgens hen paranter richting de markt kunnen zijn. OPTA acht trans-parantie van groot belang en zal bekijken hoe in de toe-komst beter rekening kan worden gehouden met deze kritiek uit de markt. Tevens is erop gewezen dat OPTA een eigen verantwoordelijkheid heeft als gaat om de invulling van de norm van kostenoriëntatie. Ook is onderstreept dat omwille van het creëren van zekerheid een pad is bewandeld dat enigszins afweek van dat van eerdere jaren. Anders dan in voorgaande jaren is dit jaar geen aparte klankbordgroep met marktpartijen geformeerd. Het gevolgde proces heeft in de ogen van OPTA tot inhoudelijk gezien de beste resultaten voor de markt geleid. OPTA heeft marktpartijen in de gele-genheid gesteld om schriftelijk te reageren op het voorstel van KPN. Deze reacties zijn meegenomen in de uiteindelijke besluitvorming.

DE INHOUD VAN HET OVERGANGSREGIME

Het door OPTA goedgekeurde voorstel bestaat uit een pak-ket van maatregelen. In de eerste plaats zijn de tarieven voor de terminating en originating diensten van KPN voor de periode 2004/2005 gelijk gebleven aan die voor de periode 2003/2004. De breuk met de neergaande trend van voorgaande jaren wordt voornamelijk veroorzaakt door het dalende aantal verkeersminuten op het vaste net van KPN. Gebaseerd op gerealiseerde cijfers van het eerste kwartaal van 2004, wordt dit jaar voor het traditionele

telefonieverkeer (wholesale + retail) een volumedaling van 9% verwacht. OPTA verwacht van KPN dat deze volume-daling wordt gecompenseerd door vergelijkbare kosten-dalingen. KPN zal de mate van efficiëntie in de bedrijfs-voering verder moeten opschroeven om deze kosten-reductie te behalen. De daling in volumes op het vaste net zal zich de komende jaren nog verder doorzetten, en OPTA zal zich erop moeten beraden welke invloed dit uiteindelijk heeft op de structurele invulling van tarief-regulering onder het nieuwe kader. Uiteraard zullen markt-partijen bij dit vraagstuk betrokken worden.

Waar in het minutenbedrijf sprake is van dalende volumes, is in het breedbandbedrijf sprake van aanzienlijke groei. Mede vanwege deze stijgende volumes, zijn de tarieven

voor ontbundelde toegang evenals vorig jaar aanzienlijk gedaald. Daarnaast heeft KPN als één van de maatregelen een zogenaamde mini-configuratie dienstgeïntroduceerd. Deze dienst kan door marktpartijen worden afgenomen om MDF co-locatie ook op kleinere locaties mogelijk te maken. Hiermee wordt voorzien in een belangrijke moge-lijkheid voor partijen om hun breedband faciliteiten verder uit te rollen en zo effectiever te kunnen concurreren. Door toenemende efficiëntie en daarmee lagere kosten gaan ook de ILL tarieven (Interconnecting Leased Lines) verder omlaag. De introductie van de mogelijkheid tot optisch koppelen kan de kosten voor marktpartijen nog verder laten dalen.

Onderdeel van het overgangsregime is tenslotte dat KPN het merendeel van de lopende juridische procedures tegen de wholesale tariefbesluiten van vorig jaar heeft ingetrok-ken. Daarmee zijn de tarieven die OPTA vorig jaar heeft bepaald in feite vast komen te staan. De financiële midde-len die partijen hadden vastgezet als voorziening om de onzekere tariefsituatie op te vangen, kunnen weer vrij worden aangewend. Voor OPTA was essentieel dat dit een integraal onderdeel van het overgangsregime zou uitmaken.

TENSLOTTE

OPTA meent met de introductie van alle maatregelen uit het overgangsregime een positieve stimulans aan de markt te hebben gegeven. Enerzijds wordt een belangrijk deel van de tarieven voor partijen die inkopen bij KPN fors ver-laagd. Anderzijds wordt alle marktpartijen meer zekerheid geboden bij het nemen van beslissingen over investerin-gen in infrastructuur en diensten. 

De financiële middelen die partijen hadden vastgezet

als voorziening om de onzekere tariefsituatie op te

(3)

Het jaar 2003 betekende wat betreft de verkeers-ontwikkelingen op het vaste net van KPN een omslagpunt: na jaren van groei daalde het ver-keersvolume met 5% ten opzichte van 2002 (Bron: KPN, Feiten en Cijfers vierde kwartaal 2003). Deze daling wordt met name veroorzaakt door de snelle groei van breedband internet en de toename van het mobiele verkeer. Inmiddels is duidelijk dat de daling zich in 2004 doorzet en verder verhevigt (daling tweede kwartaal 2004 ten opzichte van tweede kwartaal 2003: 12,6%, bron: Kwartaalbericht KPN). Ten opzichte van andere Europese landen is de daling boven-dien fors.

Wat betekent deze leegloop van het vaste net voor de verschillende spelers op de telefonie-markt? De consument die (nog) geen gebruik van nieuwe, goedkopere beltechnieken (VoDSL, VoIP) kan maken, zou geconfronteerd kunnen worden met prijsstijgingen van de vaste telefoniedienst. Immers, naar verwachting leidt een dalend aantal minuten – afgezien van efficiëntieverbeteringen die van KPN mogen worden verwacht – tot een stijging van de kostprijs per eenheid. De mogelijk-heid voor KPN om deze kostenstijging aan haar eindgebruiker door te rekenen, is echter door het retail tarieftoezicht van OPTA begrensd. Ook is het de vraag of KPN vanuit concurrentieperspectief de eindgebruiker met stijgende tarieven wil confron-teren. KPN zal naar andere wegen moeten zoeken, bijvoorbeeld door te proberen groepen klanten langer vast te houden op het vaste netwerk. De situatie ligt mogelijk anders voor concurrenten: KPN zal een prikkel ondervinden om de stijging van de kosten per eenheid aan concurrenten door te berekenen. De verkeersontwikkeling leidt – gegeven de bestaande kostenmodellen – direct tot stijgende kosten voor partijen die wholesale minuten inkopen bij KPN. Die hogere inkoopkosten hoeven op zichzelf nog geen probleem te zijn – ze hebben immers een plaats in de squeezetoets als gevolg waarvan concurrenten van een marge zijn verzekerd – maar kunnen wel problematisch wor-den indien KPN in staat is om nieuwe diensten tegen lagere tarieven aan te bieden, terwijl con-currenten dat wellicht (nog) niet kunnen.

OPTA ziet zich met deze ontwikkeling voor een principieel vraagstuk gesteld. Vanuit de gedachte dat concurrenten ook zouden moeten investeren in nieuwe technieken, zijn stijgende tarieven niet zo vreemd. Maar de werkelijke vraag is hier of het speelveld wel zo is dat concurrenten op gelijke condities als KPN kunnen investeren. Dit lijkt lastig, gegeven de schaalgrootte van KPN en de achterstandpositie waarin concurrenten ten aanzien van met name breedband enkele jaren geleden zijn gezet. De nagenoeg volledige uitrol van ADSL door KPN als enige partij in heel Nederland spreekt in dat verband boekdelen. Alleen al hierom lijkt het niet gerechtvaardigd concurrenten volledig op te zadelen met hogere tarieven voor het ‘oude’ vaste netwerk. KPN zou daarom andere oplossingen moeten vinden, bijvoorbeeld door het netwerk versneld af te schrijven en de kosten daarvan ten laste van haar resultaat te brengen. Een andere optie is dat KPN gedurende een zekere periode genoegen neemt met minder lage retail tarieven voor dien-sten die zij zelf met nieuwe technieken aanbiedt, zodat er kansen komen voor toetreding van concurrenten.

De verwachting is dat onder het nieuwe regule-ringskader voor een aantal wholesale markten verplichtingen zullen blijven gelden voor KPN. Ervan uitgaande dat één van die verplichtingen kostenoriëntatie omvat, zal OPTA in het kader daarvan een structureel antwoord formuleren op de vraag hoe met de gevolgen van de leegloop moet worden omgegaan.

Remko Bos Plaatsvervangend hoofd afdeling Interconnectie en Bijzondere Toegang

Het vaste net voorbij…

Colofon

Eindredactie:

Steven Davidson

Redactie, onder andere:

Cas van de Velde Jasper van Delft Rob van Eijl Roderik Hylkema Rani Partiman

Fotografie:

Kelle Schouten

Illustraties:

Arend van Dam

Grafische productie:

Herbschleb & Slebos

Drukwerk: Teunissen, Amsterdam Redactieadres, abonnementen en adreswijzigingen: Postbus 90420, 2509 LK Den Haag Telefoon (070) 315 35 64 Telefax (070) 315 35 01 E-mail: mail@opta.nl

OPTA Connecties is het nieuwsblad van de Onafhankelijke Post en Tele-communicatie Autoriteit. OPTA wil met deze uitgave onder meer berei-ken dat de organisaties in de markt voor telecommunicatie en post op gelijke voet geïnformeerd zijn over de ingenomen standpunten, gedane uitspraken en nieuwe ontwikkelingen in verband met het werk van OPTA. Reacties op de inhoud van dit blad zijn van harte welkom.

Connecties wordt met grote zorg-vuldigheid samengesteld. Om de leesbaarheid te bevorderen zijn juridische zinsneden vaak vereen-voudigd weergegeven. Soms betreft het ook delen van of uit-treksels uit wetteksten. In al deze gevallen is het verstandig de originele teksten te raad-plegen. Aan de artikelen in Connecties kunnen geen rechten worden ontleend.

Missie OPTA

(4)

Minister Brinkhorst “Ik ben dan ook

voornemens een verdergaande splitsing … voor alle regionale energiebedrijven bij wet op te leggen”. Deze uitspraak deed de minister van Economische Zaken in de Visie op de toekomstige structuur

van de energiemarkt in maart 2004.

Ook heeft de Minister recentelijk gezegd dat hoewel het terugkopen van het vaste net van KPN niet aan de orde is, hij wel een ander beleid had gevoerd als hij minister was geweest op het moment dat het minder goed ging met KPN. Kortom, het nemen van maatregelen die ingrijpen in de structuur van onder-nemingen heeft vanuit de beleidshoek opnieuw de aandacht.

BEHOEDZAAMHEID GEBODEN

Deze hernieuwde aandacht zal veel toe-treders in de communicatie sector als muziek in de oren klinken. Aanbieders heb-ben in het verleden veelvuldig bij OPTA geklaagd over het feit dat verticaal geïnte-greerde oud-monopolisten concurrentie frustreren. Stel dat toetreder BelX een toegang tot een gedeelte van het aansluit-netwerk moet inkopen bij KPN. KPN levert deze dienst aan BelX (vaak als gevolg van ingrijpen van OPTA), maar ook aan het eigen dienstenbedrijf. KPN en BelX concur-reren met hun diensten om de gunsten van de consument. Als KPN de input aan BelX duurder, later of met minder kwaliteit zou leveren dan aan het eigen dienstenbedrijf, is het daardoor lastiger voor BelX om te concurreren.

Dit probleem kan worden opgelost door KPN te splitsen in twee bedrijven: één

bedrijf dat input levert aan alle partijen die hierom vragen en in één dienstenaan-bieder. Het nemen van dergelijke gedrags-maatregelen om te zorgen dat de oud-monopolist zich netjes gedraagt wordt door sommigen als symptoombestrijding gezien; alleen een structuuringreep zoals splitsing neemt de oorzaak weg en is een noodzake-lijke interventie om gelijkwaardige concur-rentie te realiseren. Een dergelijke ingreep in de structuur van een bedrijf is echter een zeer ingrijpende maatregel met ver-strekkende en onzekere gevolgen. In mei 2004 heeft het Economisch Analyse Team van OPTA een regulatory policy note geschreven met de titel: Vertical integration: efficiency and foreclosure. Het doel van deze notitie is om de economische voor- en nadelen van verticale integratie te analyse-ren. Hierdoor ontstaat er inzicht in het gedrag van verticaal geïntegreerde

onder-De voordelen en risico’s van verticale integratie

(5)

nemingen en dit stelt de toezichthouder beter in staat om effectief te reguleren. Hierbij moet in gedachten worden gehouden dat veel van de economische ideeën over verticale integratie stammen uit de fusie-praktijk: twee partijen met een verticale relatie willen samengaan omdat dit efficiën-ter is. In telecommunicatie is de situatie anders. Daar zijn veel partijen reeds verti-caal geïntegreerd en is het interessant om te weten wat daarvan de gevolgen zijn.

VERTICALE INTEGRATIE SOMS HEEL NORMAAL

In de (tele)communicatiesector is een bepaalde mate van verticale integratie nor-maal. KPN en de kabelbedrijven zijn over een groot deel van de bedrijfskolom geïn-tegreerd. Deze partijen hebben de nood-zakelijke grondstoffen (de kabels), verede-len deze grondstoffen (technische laag om kabels te activeren), gebruiken deze grond-stoffen als input voor hun diensten (bij-voorbeeld internet service provider) en leveren in sommige gevallen ook deels de inhoud van de diensten (homepages, tele-visie etc.). Ook nieuwere spelers zoals mobiele partijen en alternatieve vaste aan-bieders zijn deels geïntegreerd. Een mobie-le partij bouwt zijn netwerk met als doel het bieden van mobiele diensten aan haar klanten. Het initiële doel is niet het bou-wen van een netwerk om mobiele capaci-teit aan dienstenaanbieders te verkopen (overigens gebeurt dit wel). Daarnaast zijn er gespecialiseerde partijen die slechts in één deel van de bedrijfskolom participeren. Denk bijvoorbeeld aan een infrastructuur leverancier van glasvezel of een bedenker van SMS spelletjes. Deze partijen leveren inputs aan de andere delen van de bedrijfskolom.

Het zijn dus niet alleen incumbents die verticaal geïntegreerd zijn. Dit komt onder meer omdat verticale integratie een aantal voordelen heeft. Bijvoorbeeld lagere trans-actiekosten dan wanneer twee onafhanke-lijke bedrijven aan elkaar leveren. Verticale integratie kan echter ook leiden tot het uitsluiten van concurrenten. Stel dat je als divisie inputs levert aan een andere divisie van hetzelfde bedrijf. Het is dan de vraag of de divisie die de input levert, aan een

ander bedrijf wil leveren dat met jou de strijd om de consument aangaat. Indien je niet levert betekent het een concurrent minder. Als er genoeg alternatieve input leveranciers zijn is dat natuurlijk geen probleem, maar als je een (bijna) input monopolist bent wordt dat anders. In de communicatiesector wordt vooral een wijd-vertakt en kostbaar aansluitnet gezien als zeer moeilijk dupliceerbaar. Als de leveran-cier van deze input alleen aan het eigen dienstenbedrijf zou leveren zouden andere partijen niet in staat zijn om te concurre-ren. De monopoliepositie op de inputmarkt wordt overgeheveld naar de dienstenmarkt. Dit is nadelig omdat de dienstenmarkt wel concurrerend zou kunnen zijn als de inputs voor meerdere partijen beschikbaar zouden zijn. De communicatieregulering ziet dan ook al veelal toe op de condities waar-onder toegang tot het (aansluit)netwerk dient te worden verleend. Op deze manier wordt voorkomen dat marktmacht van de inputmarkt wordt overgeheveld naar de potentieel concurrerende dienstenmarkt.

AANPAK NADELIGE EFFECTEN VAN VERTICALE INTEGRATIE

Naast welvaartverhogende effecten kan ver-ticale integratie anti-competitieve effecten hebben. Door middel van verticale integra-tie is het in bepaalde gevallen mogelijk om winsten te verhogen of te behouden ten kosten van de consumenten en de welvaart in het algemeen. Naast deze prikkel om door middel van verticale integratie andere bedrijven uit te sluiten zijn er ook moge-lijkheden om dit te doen. Via strategische gedrag zoals het verhogen van de kosten van de concurrent of het uitoefenen van margedruk ten kosten van de concurrent, kunnen verticaal geïntegreerde partijen met een machtspositie andere partijen benadelen. Kortom, verticaal geïntegreerde bedrijven hebben de prikkel en mogelijk-heid om andere partijen te benadelen. Het risico van deze gedragingen kan worden aangepakt met de middelen die de toe-zichthouder zijn gegeven in de recentelijk gewijzigde Telecommunicatiewet. Hierbij spitsen de maatregelen zich toe op het aanpakken van het onderliggende probleem:

de machtspositie bij het leveren van de inputs. De toezichthouder heeft een scala aan gedragsmaatregelen ter beschikking dat kan worden ingezet om de nadelen van verticale integratie te bestrijden. Deze maatregelen gaan vaak niet alleen de risi-co’s van verticale integratie te lijf, maar elimineren ook ten dele de voordelen van verticale integratie, een duivels dilemma. Splitsing, waartoe de toezichthouder overi-gens niet kan besluiten, elimineert alle voordelen van verticale integratie. Daar-naast concluderen gezaghebbende instan-ties zoals de OESO dat de argumenten om over te gaan tot een dergelijke structuur ingreep zwak zijn. Gedragsmaatregelen lij-ken dus de voorkeur te hebben maar zijn zeker niet eenvoudig te operationaliseren.

CONCLUSIE

Concluderend kan worden gesteld dat verti-cale integratie vaak welvaartsverhogend is. Verticaal geïntegreerde bedrijven kunnen echter prikkels en mogelijkheden hebben om concurrenten uit te sluiten en concur-rentie te belemmeren. Om dit risico te analyseren moet in kaart worden gebracht of de input leverancier dominant is (er zijn dan onvoldoende alternatieven om input van te betrekken); wat de prikkels zijn voor de verticaal geïntegreerde aanbieder om partijen uit te sluiten (uitsluiting is niet per definitie voordelig) en welke mogelijkheden er bestaan voor de verticaal geïntegreerde aanbieder om concurrenten uit te sluiten (welk gedrag is te verwach-ten). Als uit deze analyse blijkt dat er een reëel risico is voor uitsluiting dient de toe-zichthouder in te grijpen. De maatregelen moeten gericht zijn op de waarschijnlijke uitsluitingstrategie van de verticaal geïntegreerde aanbieder. Aangezien de maatregelen ook de voordelen van vertica-le integratie kunnen beperken moet de proportionaliteit worden aangetoond.  Voor een inhoudelijke bespreken van de voordelen en risico’s van verticale integratie wordt verwezen naar RPN03:

(6)

TPG heeft op dit moment een monopolie voor briefpost t/m 100 gram. Op de overi-ge segmenten van de Nederlandse post-markt is er concurrentie mogelijk. In het

kader van de implementatie van de Richt-lijn 2002/39/EG van het Europees Parle-ment en de Raad is nu in Nederland een volgende stap gezet richting het volledig liberaliseren van de postmarkt. Voor de zomer heeft OPTA een uitvoeringstoets ver-richt op een conceptwetsvoorstel van de minister van EZ, waarin bepaald wordt dat per 1 januari 2006 de gewichtsgrens van

het monopolie op brieven wordt verlaagd van 100 naar 50 gram. Deze verlaging van het monopolie gaat de richting in waar ook OPTA de postmarkt in Nederland in de

nabije toekomst bij voor-keur naar toe ziet gaan, namelijk een volledige libe-ralisering (zie figuur 1). In de postvisie van de Minister van EZ wordt vol-ledige liberalisatie van de Nederlandse postmarkt voorzien in 2007. De Minis-ter van EZ vindt gelijktijdi-ge liberalisering met Ver-enigd Koninkrijk en Duits-land een voorwaarde voor een ‘level playing field’, een gelijk speel-veld (zie figuur 2). Deze Postvisie van de Minister is op 28 juni jl. in de Tweede Kamer besproken. Hieruit kwam naar voren dat de Tweede Kamer ook geïnteresseerd is in het liberaliseringstraject van andere omringende Europese landen. De Tweede Kamer wil graag weten waarom Nederland zich alleen schaart bij landen als Duitsland en Engeland en niet wacht met

liberalise-ring op wat bijvoorbeeld Frankrijk en België doen. Een vroegtijdige opening van de Nederlandse markt kan er namelijk toe leiden dat postbedrijven uit andere niet geliberaliseerde landen zich hier vrij op de markt kunnen begeven, zonder dat TPG een soortgelijke kans wordt geboden in deze landen. Voorts wenst de Tweede Kamer meer kwantitatieve data ter onderbouwing van de keuzes die de Minister van EZ in zijn postvisie voorstelt. Eind september zal de minister van EZ met aanvullingen op de postvisie komen zodat de politieke besluit-vorming kan worden voortgezet. Na het kamerdebat zal Connecties dieper ingaan op de ins & outs van de liberalisering van de postmarkt. 

Liberalisering Post: wat zijn de laatste ontwikkelingen?

VoDSL is met name aantrekkelijk voor tamelijk grote gebruikers (denk aan het MKB) met tussen de 4 en 24 telefoonaan-sluitingen én een breedband-internetaan-sluiting. De gemiddelde consument zal dus voorlopig weinig merken van VoDSL. Bij de dienst VoDSL wordt de telefoonaan-sluiting op het vaste net van KPN tot stand gebracht met behulp van een (reeds

bestaande) breedbandaansluiting voor internettoegang. Daarmee bespaart KPN kosten, zowel in de aansluiting als in het gebruik van het vaste telefoonnet. Hier-door kan KPN de dienst goedkoper aan-bieden dan de overeenkomstige ISDN-dienst.

Het college is van oordeel dat VoDSL een technische variant van de reguliere

spraak-telefoondienst is, althans voor wat betreft het verkeer. Wat betreft de aansluiting VoDSL is er naar het oordeel van het colle-ge sprake van een nieuw type aansluiting. Het college heeft dan ook de VoDSL ver-keerstarieven getoetst aan het kortingen-en prijssqueezeregime. De VoDSL aanslui-tingtarieven zijn door het college beoor-deeld op kostenoriëntatie.

Het college signaleert een ontwikkeling in de richting van volledige integratie van spraak- en dataverkeer op basis van Voice over Internet Protocol (VoIP) en ziet VoDSL als een stap in deze richting. Overi-gens is KPN niet de eerste aanbieder in Nederland die VoIP of VoDSL aanbiedt.

OPTA heeft op 1 juli 2004 een tariefvoorstel van KPN voor de eindgebruikers-tarieven van de dienst ‘Voice over DSL’ (hierna: VoDSL) goedgekeurd. De goed-keuring betreft nieuwe eenmalige, maandelijkse en gesprekstarieven voor de dienst VoDSL.

OPTA keurt eindgebruikerstarieven voor ‘Voice over DSL’

B = Bedrijven; C = Consumenten

Figuur 1

(7)

Sinds 1 oktober 2002 kunnen CPS-aan-bieders de omzetting van een eindgebrui-ker naar hun CPS-dienst verzorgen met het operator controlled aanmeldingssysteem. Voor het omzetten van eindgebruikers naar de telefoondienst van CPS-aanbieders, dan wel het omzetten van eindgebruikers die van een CPS-aanbieder willen overstappen naar KPN, hebben aanbieders alle telefoon-nummers van de om te zetten eindgebrui-ker nodig. CPS-aanbieders ondervonden problemen bij het verzamelen van deze nummerinformatie. Indien CPS-aanbieders de voor het omzetten benodigde nummers opvragen bij de betrokken eindgebruiker levert dit problemen op omdat

eindgebrui-kers vaak niet alle nummers kennen die omgezet moeten worden. Dit geldt vooral bij zakelijke eindgebruikers die immers vaak veel verschillende nummers in gebruik hebben, soms verspreid over verschillende vestigingen en verschillende nota’s. Voor particuliere eindgebruikers geldt dit bij-voorbeeld als zij gebruik maken van ISDN. Daarom hebben de CPS-aanbieders KPN verzocht een dienst te ontwikkelen, die ziet op het verzamelen van nummerinfor-matie. KPN heeft op basis van dit verzoek de WPS nummerinformatiedienst ontwik-keld. KPN maakt voor het uitzetten van de CPS-instelling als klanten gebruik willen maken van de telefoondienst van KPN,

geen gebruik van de WPS nummerinforma-tiedienst, maar haalt nummerinformatie uit andere systemen.

Op basis van onderzoek bleek OPTA dat KPN in ieder geval tot 29 april 2004 zelf via haar informatiesystemen eenvoudiger, sneller, vollediger en daardoor over kwali-tatief betere nummerinformatie kon beschikken dan de nummerinformatie die CPS-aanbieders kon verkrijgen via de WPS nummerinformatiedienst. KPN bood CPS-aanbieders dus geen gelijkwaardige nummerinformatie als waarover zij zelf beschikte. Hiermee handelde KPN in strijd met de non-discriminatieverplichting. Voor deze overtreding heeft OPTA KPN op 16 juli 2004 een boete van €225.000,-opgelegd. 

OPTA heeft KPN een boete van €225.000,- opgelegd wegens overtreding van de non-discriminatieverplichting bij het aanbieden van de WPS nummerinformatie-dienst. De WPS nummerinformatiedienst biedt informatie die CPS (carrier pre-selectie) aanbieders nodig hebben voor het omzetten van eindgebruikers naar hun CPS-dienst via het operator controlled aanmeldingssysteem.

OPTA legt boete op

Reeds enige tijd bieden andere aanbieders diensten aan op basis van VoDSL en ver-schillende varianten van VoIP. Het college verwacht dat het gecombineerd aanbieden van datadiensten (bijvoorbeeld internet-toegang) en telefoondiensten zal leiden tot een verlaging van de prijzen voor telefonie, waarbij in het uiterste geval zelfs de verkeersafhankelijke tarieven (´tik-kenprijzen´) op den duur zouden kunnen gaan verdwijnen en slechts vaste, capaci-teitsgerelateerde tarieven overblijven. Naar verwachting zal op termijn de gehele markt overgaan van circuitgeschakelde naar pakketgeschakelde technologie en daarmee naar een integratie van

spraak-en datadispraak-enstspraak-en. Overigspraak-ens is KPN reeds enige tijd bezig met de overschakeling naar diensten op basis van pakketgescha-kelde (IP) technologie1.

De volledige tekst van de openbare versie van het besluit, met kenmerk

OPTA/EGM/2004/202484 (openbare versie), is te vinden op de website van OPTA, www.opta.nl (ingang: nieuws en publica-ties, eindgebruikers). Daar kunt u ook meer gedetailleerde informatie vinden over de tarieven voor VoDSL. 

1 Zie o.a. het kwartaalbericht over het tweede kwartaal 2004 van KPN.

KPN overtreedt regels nummerinformatiedienst

(8)

DE MARKTANALYSES OP BASIS VAN DE HERZIENE TELECOMMUNICATIEWET

De herziene Telecommunicatiewet, verplicht OPTA tot het met vaste regelmaat uitvoeren van marktanalyses. De analyses dienen volgens de principes van het algemeen mededingingrecht te worden uitgevoerd en vormen de basis voor afbakening van de relevante product- en geografische markten, het aanwijzen van partijen met een aan-merkelijke marktmacht op relevante markten en het opleggen van passende en proportio-nele verplichtingen voor deze partijen.

Met betrekking tot de lopende marktana-lyses communiceerde OPTA in februari jongstleden een planning die recentelijk is aangepast: de geplande doorlooptijd bleek niet langer haalbaar. Allereerst is sprake geweest van een aanzienlijke vertraging in de aanlevering van de antwoorden op de vragenlijsten. Daarbij bleek ook dat een aantal antwoorden in eerste instantie niet altijd van een voldoende kwalitatief niveau waren. Vervolgens heeft OPTA er voor gekozen om niet alle besluiten tegelijker-tijd uit te doen gaan, maar een zekere

fasering aan te brengen, ook om de belasting van partijen wat betreft de consultaties niet onnodig te verzwaren. Hierbij geldt wel dat vanwege de inhoude-lijke samenhang de voorbereiding van de besluiten ten aanzien van breedband, vaste telefonie en huurlijnen zo veel mogelijk wordt gezwaluwstaart, waardoor de besluiten voor deze drie marktclusters tegelijkertijd gereed zijn. Voor deze groep van besluiten geldt dat de doorlooptijd van de consultaties wordt verlengd ten-einde marktpartijen voldoende voorberei-dingstijd te geven en hen in staat te stellen om in hun reacties in de consul-tatie rekening te houden met de bestaande inhoudelijke verbanden tussen diverse markten.

VERTRAGING BEANTWOORDING VRAGENLIJSTEN EN AANLEVERING ANTWOORDEN

Na overleg met een aantal marktpartijen verlengde OPTA voor alle marktpartijen de

Onlangs heeft OPTA de planning voor het project Marktanalyses aangepast. De planning is met name gewijzigd als gevolg van het feit dat marktpartijen bij OPTA aangaven meer tijd nodig te hebben. OPTA heeft ervoor gekozen om de consultatietermijn voor een aantal marktclusters te verlengen, zodat markt-partijen in de gelegenheid zijn, hun reacties afdoende voor te bereiden. Daar-naast is er voor gekozen om niet alle marktanalysebesluiten tegelijkertijd af te ronden, maar een zekere fasering aan te brengen: mobiel en omroep volgen als eerste, daarna volgen de besluiten voor de overige marktclusters.

Herziene planning Marktanalyses OPTA

OPTA is alleen bevoegd een geschil tussen een consument en een telecomaanbieder te beslechten indien het geschil betrekking heeft op de Universele Dienst richtlijn. Dit betekent dat bijvoorbeeld geschillen op het

gebied van internet of SMS buiten de bevoegdheid van OPTA vallen. Daarnaast is OPTA alleen bevoegd die geschillen te beslechten, die niet vallen onder de bevoegdheid van de SGC. Dit betekent dat

alle geschillen die herleidbaar zijn tot de overeenkomst tussen een consument en een bij de SGC aangesloten telecomaanbieder door de SGC beslecht worden. Dit kan uit-eenlopende onderwerpen betreffen zoals nummerportabiliteit of tariefkwesties. Deze afbakening leidt tot de conclusie dat er slechts weinig onderwerpen overblijven, waarop OPTA bevoegd is een geschil van een consument te beslechten. Dit betreft slechts geschillen over telefooncellen en geschillen over de aansluitplicht voor onrendabele aansluitingen.

Met de invoering van de nieuwe Telecommunicatiewet heeft OPTA de taak gekre-gen om in een laagdrempelige geschillenprocedure voor consumenten te voorzien. Deze taak lijkt voor OPTA echter beperkt te zijn. Voor de afhandeling van deze geschillen heeft OPTA met de Geschillencommissie Telecommunicatie (SGC) afspraken gemaakt. De SGC zal als loket fungeren voor alle consumentengeschil-len over zaken in de ICT sector die zien op de universele dienst. Het plan om de bevoegdheden van de SGC uit te breiden is momenteel in voorbereiding.

Consumentengeschillen onder nieuwe Telecommuni

(9)

Het plan om de bevoegdheden van de SGC uit te breiden is momenteel in voorberei-ding. De SGC krijgt dan bevoegdheden om in de toekomst meer geschillen van aan-bieders van elektronische communicatie-diensten te beslechten en daarmee tevens de huidige geschilbeslechtende taken van OPTA over te nemen.

Vooruitlopend op deze uitbreiding heeft OPTA met de SGC werkafspraken gemaakt over het behandelen van consumenten-geschillen. De SGC is bereid om alvast zoveel mogelijk geschilbeslechtende

werkzaamheden van OPTA over te nemen. Het is voor de consument beter en duide-lijker als er slechts één loket bestaat waar hij terecht kan met consumentengeschillen, in plaats van een (slechts tijdelijke) situatie waarbij de consument vaak door-verwezen moet worden.

De SGC zal als loket fungeren voor alle consumentengeschillen over zaken in de ICT-sector die zien op de universele dienst. De SGC verzorgt de intake en de behande-ling van de geschillen en zal hierbij zoveel mogelijk geschillen reeds aan de

overeen-komst tussen de consument en de telecom-aanbieder relateren. Indien het toch een geschil betreft waarop OPTA bevoegd is, bereidt de SGC het geschilbesluit zover mogelijk voor. Uiteindelijk zal OPTA een besluit nemen. Deze werkafspraken zorgen ervoor dat de uitvoering van geschil-beslechting voor consumenten goed en zoveel mogelijk uniform geregeld is en dat het voor consumenten duidelijk is waar ze met hun geschil terecht kunnen. Op de website van OPTA zijn de werkafspraken in samengevatte vorm opgenomen (www.opta.nl).

catiewet

municatiewet

termijn voor verstrekking van de gevraagde gegevens tot 7 juni 2004. Op schriftelijk verzoek zijn met grote marktpartijen individuele afspraken gemaakt over de (gefaseerde) aanleverdata. Een flink aantal marktpartijen heeft (deels op basis van afspraken met OPTA) de antwoorden pas in juli en augustus aan OPTA verstrekt. Door-dat een aantal marktpartijen in eerste instantie antwoorden aanleverden die onvolledig of van onvoldoende kwaliteit voor de marktanalyse waren, heeft OPTA deze marktpartijen moeten verzoeken om een aanvulling op de verstrekte gegevens te leveren. Als gevolg hiervan verwacht OPTA pas eind september een acceptabel overzicht van de geleverde gegevens te hebben op grond waarvan de verdere ana-lyse ter hand kan worden genomen.

LANGERE DOORLOOPTIJD EN GEDEELTELIJKE FASERING ONTWERPBESLUITEN

Om te voorkomen dat de openbare voor-bereidingsprocedure, waarin de ontwerp-besluiten ter consultatie aan de markt-partijen worden voorgelegd, tot een te

grote belasting van marktpartijen zou lei-den, heeft OPTA een zekere fasering in het project aangebracht: de ontwerpbesluiten voor de marktclusters mobiel en omroep zullen als eerste gereed zijn, de ontwerp-besluiten voor de overige marktclusters volgen enkele maanden daarna. Daarbij geldt dat ten aanzien van de marktclusters breedband, vaste telefonie en huurlijnen, sprake is van een inhoudelijke samenhang tussen de verschillende ontwerpbesluiten. Teneinde de juiste conclusies uit de markt-analyses te kunnen trekken, is het nood-zakelijk om de besluiten voor deze markt-clusters gelijktijdig op te stellen en parallel te consulteren. Hierbij bepaalt het marktcluster vaste telefonie, dat het meest omvangrijk is en in totaal negen markten analyseert, mede de doorlooptijd voor van de analyses voor de marktclusters breedband en huurlijnen. Tot slot, om de marktpartijen voldoende gelegenheid te geven, de besluiten voor deze markten met elkaar te vergelijken en de onderlinge ver-banden te doorgronden, is de doorlooptijd ter voorbereiding van de nationale

consul-taties voor deze drie marktclusters ver-lengd.

HERZIENE PLANNING

De herziene planning, leidt tot de volgen-de momenten waarop volgen-de ontwerpbesluiten voor nationale consultatie gereed zijn:

 Mobiele Telefonie februari 2005

 Omroep maart 2005

 Huurlijnen mei/juni 2005

 Breedband mei/juni 2005

 Vaste Telefonie mei/juni 2005 OPTA bekijkt of de laatste drie ontwerp-besluiten eerder gereed kunnen komen om marktpartijen de gelegenheid te bieden om voor de zomer te reageren.

Voor aanvullende informatie over de voort-gang van het project marktanalyses, ver-wijzen wij u tevens graag naar de OPTA-website: www.opta.nl. 

(10)

Internationale ontwikkelingen

BEVOEGDHEDEN VAN DEFINSE TOEZICHTHOUDER ONVOLDOENDE VOOR EFFECTIEVE REGULERING

In een onlangs gepubliceerd onafhankelijke rapport, uitgevoerd in opdracht van de Finse telecommunicatie toezichthouder Ficora, zijn Ficora’s wettelijke bevoegdheden om effectief toezicht te kunnen houden op de markten voor elektronische communicatie als matig tot slecht beschreven. Het onderzoek is tot deze conclu-sie gekomen door de Finse situatie te vergelijken met die van vijf andere Europese toezichthouders. De rapportage stelt dat Ficora, zoals in de vijf andere landen, tarieven voor gereguleerde dien-sten zou moeten kunnen vaststellen. Op basis van het huidige Finse wettelijk kader kan dit echter niet. Voorts concludeert het onderzoek dat verticaal geïntegreerde bedrijven hun interne ver-rekenprijzen moeten publiceren om discriminatoire transacties tussen de groothandel- en retailbranche van het bedrijf te voor-komen. Ficora mist hiervoor op dit moment de bevoegdheden. Het onderzoek pleit tevens voor sterkere bevoegdheden voor Ficora op het gebied van geschilbeslechting en de mogelijkheden om boetes op te kunnen leggen waar marktpartijen weigeren mee te werken.

EUROPESECOMMISSIE HEEFT TWIJFELS BIJAMM VASTSTELLING MOBIELE AANBIEDERSONERA OP DEFINSE MOBIELE MARKT VOOR GESPREKSOPBOUW EN TOEGANG

De Europese Commissie is een onderzoek gestart naar een besluit van de Finse toezichthouder, Ficora, waarbij SONERA werd aan-gewezen als partij met aanmerkelijke marktmacht (AMM). FICORA heeft SONERA onder andere aangewezen op grond van het feit dat SONERA een marktaandeel heeft van 60% op de mobiele markt en dat andere partijen moeilijk tot die markt kunnen toetreden door de beperkte beschikbaarheid van frequenties. De Commissie stelt dat alleen het bezitten van een marktaandeel van meer dan 50% onvoldoende is om over te gaan tot AMM vaststelling. Daarbij merkt de Commissie op dat er een aantal service providers in Finland actief is dat op basis van commerciële onderhandelingen toegang heeft gekregen tot mobiele netwerken en in de afgelopen tijd een marktaandeel van 10% heeft vergaard. De Europese Commissie heeft derden verzocht om te reageren op de door hen geuite twijfel.

VOORGESTELDE VERPLICHTINGEN OP DE GROOTHANDELSMARKT VOOR OMROEPZENDERNETWERKEN

De Ierse toezichthouder ComReg is een openbare consultatie gestart over de door ComReg voorgestelde verplichtingen voor het omroepzendernetwerk RTÉ Transmission Network Ltd (RTÉ). RTÉ is in april 2004 door ComReg als een aanbieder met aanmerkelijke marktmacht aangewezen (AMM). Om ervoor te zorgen dat aan-bieders met AMM de concurrentie niet verstoren leggen toezicht-houders in de EU verplichtingen op aan deze partijen. ComReg heeft een transparantie- en non-discriminatie verplichting opge-legd aan RTE. Om toezicht te kunnen houden op deze maatregelen dient RTÉ ook een gescheiden boekhouding te voeren.

COMREG NEEMT ACTIE TEGEN AUTODIALLER INTERNETFRAUDE

Een groeiend aantal Ierse consumenten, dat gebruik maakt van internet inbeldiensten (via een modem), wordt met een hoge telefoonrekening geconfronteerd. Dit komt doordat ze op een internet pop-up klikken waardoor een autodialer programmaatje wordt geïnstalleerd. Deze autodialler beëindigt de verbinding met de internet dienstverlener (ISP). In plaats daarvan, wordt een ander duur betaalnummer automatisch gebeld. ComReg vindt deze gang van zaken niet alleen een probleem voor de consumenten die geconfronteerd worden met een hoge telefoonrekening, maar vindt het ook schadelijk voor de markt voor internet betaal-diensten. Volgens ComReg erkent deze markt veelal betrouwbare

dienstverleners. Het oneerlijke gebruik van autodiallers zou kunnen betekenen dat consumenten in het algemeen de betaal-diensten minder zullen vertrouwen.

ComReg start een publieke voorlichtingscampagne om consumen-ten te leren hoe ze zich tegen dit soort praktijken kunnen beschermen en vraagt ook internet dienstverleners hierin een rol te spelen. Daarnaast stelt ComReg een opt-in systeem voor waar-door bepaalde bekende ‘probleem diensten’ worden als standaard geblokkeerd. Als consumenten gebruik willen maken van deze diensten moeten ze expliciet toestemming geven. Deze maat-regelen worden openbaar geconsulteerd.

COMREG TREEDT OP TEGEN HOGERE KOSTEN VAN BELLEN NAAR MOBIEL

De Ierse toezichthouder heeft Vodafone, O2, Meteor en ‘3’ aangewe-zen als mobiele netwerkoperators met aanmerkelijke marktmacht (AMM) op de markt voor het afwikkelen van verkeer. Dat zou kun-nen betekekun-nen dat de hoge groothandelstarieven die deze partijen in rekening brengen voor het bellen naar abonnees op hun netwer-ken gaan dalen. Vodafone en O2 hebben reeds benetwer-kend gemaakt dat de groothandelstarieven per september 2004 zullen worden verlaagd. In de komende maanden zal ComReg bepalen aan welke verplichtin-gen deze mobiele telefoniebedrijven moeten voldoen. De toezicht-houder heeft recentelijk geconsulteerd over de op te leggen ver-plichtingen. Mogelijk is dat de groothandelstarieven door ComReg worden vastgesteld op het niveau van een efficiënte operator.

Finland

(11)

Aanbieders van GSM-900 en DCS 1800 mobiele telefonie hebben elk een vergun-ning van het Directoraat-generaal Telecom-municatie en Post. Eén van de bepalingen uit die vergunning is dat zij OPTA jaarlijks rapporteren over diverse zaken met name gelegen op het gebied van kwaliteit en dienstverlening. Het gaat hierbij onder andere om de dekkingsgraad, ingediende klachten van eindgebruikers, het assorti-ment van diensten, de bescherming van verkeersgegevens en de samenstelling van het netwerk (basisstations). Aanbieders met GSM vergunningen (KNP en Vodafone)

maken melding van meer kwaliteitsindica-toren dan aanbieders met een DCS 1800 gecombineerd met GSM vergunning (Oran-ge en Telfort). Deze laatste categorie dient op haar beurt ook weer te rapporteren over meer indicatoren dan de aanbieder met alleen een DCS 1800 vergunning (T-Mobile). De kwaliteitsindicatoren, die in de rappor-tages staan vermeld, geven niet alleen een beeld van de prestaties van de individuele aanbieders. Door deze overzichten en cij-fers krijgt OPTA tevens zicht op de kwali-teit van de mobiele telefonie sector in

haar geheel. In het jaar 2003 is er een groei van de capaciteit in de telecommuni-catieinfrastructuur geconstateerd. Dit uit zich erin dat met uitzondering van een enkeling het aantal actieve SIM-kaarten van de mobiele aanbieders sterk is toe-genomen. Dekkingsgraden zijn over het algemeen ook iets gestegen en de blokkeer kansen zijn – voor diegenen die daarover dienen te rapporteren – gedaald. Tevens volgt uit de rapportages dat het aantal klachten dat bij de Geschillencommissie Telecommunicatie wordt ingediend aan-zienlijk is afgenomen.

Dit alles leidt tot een positief beeld bij OPTA aangaande het voldoen aan de ver-gunningsvereisten door de mobiele telefo-nie sector. OPTA ziet nog wel mogelijk-heden tot verbetering in de rapportages, zoals een uitgebreidere toelichting op de aard van de geschillen, maar is verder tevreden over de volledigheid van de verschafte informatie. 

Op de eerste april van ieder jaar ontvangt OPTA van de verschillende mobiele vergunninghouders rapportages aan de hand waarvan gecontroleerd wordt of zij voldoen aan de vergunningvereisten. KPN Mobile, Vodafone, Orange, Telfort en T-Mobile hebben ook in 2003 voldaan aan alle vereisten die in hun vergunning voor mobiele telefonie zijn opgenomen. Dit heeft OPTA vastgesteld na beoor-deling van hun jaarlijkse rapportage.

Vergunningen mobiele aanbieders 2003

OPTA heeft op 20 augustus 2003 de introductie van een aantal tariefpakketten BelZakelijk xxx goedgekeurd, waarbij de ‘xxx’ verwijst naar de door de klant te kiezen hoogte van het beltegoed in minu-ten. Na introductie van deze tariefpakketten heeft OPTA aan KPN toestemming verleend de tariefpakketten uit te breiden en/of te wijzigen. Op dit moment biedt KPN de volgende varianten aan: Bel-Zakelijk 5, 10, 25, 50, 100, 250, 500, 1000, 2500 en 5000. Op 1 juli 2004 is KPN een actie gestart waarbij nieuwe BelZakelijk klanten gratis bellen werd aangeboden ter waarde van één maand beltegoed van één van de BelZakelijk varianten. Omdat hiervoor geen toestemming door OPTA was verleend en het gehanteerde tariefniveau van € 0,- voor één maand niet voldoet aan het vereiste van kostenoriëntatie, heeft OPTA op 5 juli 2004 KPN gemaand de actie met onmiddellijke ingang te staken.

KPN gaf aan het niet eens te zijn met de zienswijze van het college en stopte ook na herhaaldelijk verzoek niet met het aanbieden van de gratis maand beltegoed. Om die reden heeft het college op 28 juli 2004 KPN een vooraankondiging van een last onder dwang-som doen toekomen. KPN heeft de beltegoedactie BelZakelijk ver-volgens op 31 juli 2004 gestaakt. OPTA onderzoekt of een boete opgelegd zal worden. 

KPN staakt beltegoedactie BelZakelijk

Besluit geschil Canal+-Multikabel

(12)

Op grond van de postregelgeving moet TPG jaarlijks over de financiële resultaten van het postvervoer rapporteren. Deze financiële rapportage kent een onderscheid tussen de voorbehouden en overige opgedragen diensten. Om te zorgen voor deze scheiding is TPG verplicht om gebruik te maken van een systeem dat de kosten en opbrengsten juist toerekent aan voorbehouden, overige opgedragen en de vrije dienstverlening. Dit door TPG vastgestelde toe-rekeningssysteem moet door het college goedgekeurd worden. Op 15 juni 2004 heeft het college van OPTA haar goedkeuring gegeven aan het door TPG vastgestelde toe-rekeningssysteem dat met ingang van 1 januari 2004 moet worden toegepast.

WAT IS HET TOEREKENINGSSYSTEEM?

De postregelgeving verplicht TPG om haar postactiviteiten administratief te scheiden tussen voorbehouden, overige opgedragen en vrije diensten. Onder de voorbehouden dienst valt de bezorging van brieven t/m 100 gram door TPG (monopolie voor TPG). Verder is TPG wettelijk ver-plicht om een aantal postdiensten te leveren (de overige opgedragen diensten) die concurrenten van TPG ook

mogen aanbieden zoals drukwerk of pakketten. Voor de vrije postdiensten geldt er geen wettelijke verplichting voor TPG om deze diensten aan te bieden zoals koeriers-diensten.

TPG is verplicht om jaarlijks een financiële rapportage op te stellen over het postvervoer bestaande uit de voor-behouden dienst en de overige opgedragen diensten die gescheiden dienen te zijn van de vrije dienstverlening. Om te zorgen voor deze scheiding van voorbehouden, overige opgedragen en vrije dienstverlening moet TPG gebruik maken van een toerekeningssysteem. In dit systeem wordt aangegeven hoe ervoor gezorgd wordt dat kosten en opbrengsten zodanig worden toegerekend dat er sprake is van een correcte financiële scheiding. Hierdoor wordt voorkomen dat er kruissubsidiëring plaatsvindt door het incorrect boeken van kosten en opbrengsten.

GOEDKEURING TOEREKENINGSSYSTEEM

Het college van OPTA had reeds eerder het door TPG vast-gestelde toerekeningssysteem goedgekeurd op 21 decem-ber 2000. Deze goedkeuring gold tot en met 31 decemdecem-ber 2003 waarna OPTA kon nagaan of het toerekeningssysteem nog aan de actuele omstandigheden voldeed. OPTA heeft geconstateerd dat de actuele omstandigheden geen aan-leiding geven om het toerekeningssysteem te wijzigen. Aan het primaire besluit van 21 december 2000 had OPTA een aantal voorschriften verbonden. Na een gerechtelijke procedure tussen TPG en OPTA over deze voorschriften heeft OPTA gevolg gegeven aan de uitspraak van het CBB (College van Beroep voor het bedrijfsleven) door diverse voorschriften te schrappen. In het nieuwe besluit zijn nog twee voorschriften verbonden aan de goedkeuring van het toerekeningssyteem. Eén voorschrift betreft de beschrij-ving van de kostendrijvers en kostenverdeelsleutels die voor de toerekening van de kosten en opbrengsten door TPG worden toegepast. Het tweede voorschrift heeft betrekking op het aanleveren van een openbare beschrij-ving van het toerekeningssysteem door TPG. TPG heeft aan beide voorschriften van OPTA voldaan. Daarop heeft OPTA op 15 juni 2004 goedkeuring gegeven aan het door TPG vastgestelde toerekeningssysteem dat met ingang van 1 januari 2004 moet worden toegepast voor de periode 2004, 2005 en 2006. 

Zowel de goedkeuring van OPTA als de openbare versie van het door TPG vastgestelde toerekeningssysteem zijn beschikbaar op de website van OPTA (www.opta.nl) onder het thema post.

Besluit toerekeningssysteem postvervoer

KPN kan vanaf december 2004

ook mobiele nummers blokkeren

KPN is als aanbieder van de Universele Dienst verplicht eindgebruikers op verzoek kosteloos nummerblokkering aan te bieden. Nummerblokke-ring stelt de eindgebruiker in staat uitgaande gesprekken vanaf zijn vaste telefoontoestel naar bepaalde categorieën bestemmingen (bij-voorbeeld vast, mobiel, internationaal) of naar bepaalde categorieën nummers te blokkeren. Het blokkeren van deze nummers stelt de eind-gebruiker in staat zijn uitgaven voor telefonie beter te beheersen. OPTA overlegt al langere tijd met KPN om de blokkering van aanvullen-de nummercategorieën mogelijk te maken. KPN heeft nu aan OPTA toe-gezegd uiterlijk 1 december 2004 de blokkering van mobiele nummers (06) en persoonlijk assistent nummers (084 en 087) mogelijk te maken. Deze nieuwe blokkeringen zal KPN middels door bij de eind-gebruiker te plaatsen randapparatuur realiseren. De reeds bestaande blokkeringen voor het bellen naar het buitenland (00), het bellen naar betaald amusement (0909), erotisch amusement (0906), betaalde informatie (0900) en enkele 0800-nummers blijven gewoon bestaan. 

(13)

Een duidelijke en overzichtelijke rekening stelt consumenten in staat hun uitgaven voor telefonie te controleren. Aan de hand van de rekening blijkt welke nummers veel worden gebeld, wat de grootste kostenpost op de telefoonrekening is en kunnen kinderen aangesproken worden omdat zij toch hun vriendjes mobiele toestel veelvuldig bellen.

KPN is als aanbieder van de Universele Dienst verplicht op verzoek van een abonnee een gespecificeerde rekening te verstrekken over het gebruik van de vaste telefoondienst. KPN dient deze gespecificeerde factuur gratis aan haar eindgebruikers te verstrekken zolang deze niet meer gespecificeerd is dan het vastgestelde basisniveau.

Het basisniveau is in mei 2003 in werking getreden. Vanaf dat moment biedt KPN de gespecificeerde rekening al gratis aan, aan alle haar abonnees. Op deze rekening vermelde KPN echter nog niet het toegepaste dan wel gemiddelde tarief per oproep, een onderdeel van het basisniveau. Het college heeft KPN verzocht de rekening op dit punt aan te passen. Op de factuur van juni/juli 2004 maakt KPN inmiddels melding van het gemiddelde tarief per gesprek. De gespecificeerde rekening van KPN voldoet vanaf deze datum dus volledig aan het basis-niveau. De consument is hierdoor nu nog beter in staat zijn uitgaven voor telefonie te controleren. 

KPN voldoet aan het basisniveau voor de gespecificeerde rekening

CPS NIET VOORBELBUDGET-ABONNEES

Veel abonnees van vaste telefonie hebben van KPN te horen gekregen dat bij een BelBudget-abonnement geen mogelijkheid (meer) bestaat om te bellen met een CPS-aanbieder naar keuze. U kunt inderdaad geen gebruik maken van CPS als u een BelBudget-abonnement heeft bij KPN. Dit komt omdat KPN verplicht is het BelBudget-abonnement aan te bieden om mensen die weinig bellen, toch een tele-foonaansluiting te bieden zodat zij wel bereikbaar zijn. De gesprekskosten zorgen hierbij voor een (gedeeltelijke) subsidië-ring van de abonnementskosten. Als de combinatie van een laag abonnement met hogere gesprekskosten doorbroken zou kunnen worden, bijvoorbeeld door gebruik te maken van Carrier Selectie, zou het doel van deze combinatie voorbij worden geschoten en zou dit verlieslijdend zijn voor KPN.

Een consument kan dus kiezen tussen een BelBudget-abonnement zonder CPS-moge-lijkheid of een BelBasis abonnement met CPS-mogelijkheid. Om te kunnen bellen met een CPS-aanbieder is dus een Belbasis-abonnement vereist.

BELLEN BUITENLANDSE0800-NUMMERS KOST GELD

Gratis is niet altijd gratis als je in het buitenland mobiel belt. Veel mensen zijn – toen ze terugkwamen van vakantie – geschrokken van hun hoge telefoon-rekening, terwijl ze gebeld hadden naar een gratis nummer middels een in Neder-land aangeschafte telefoonkaart. OPTA heeft hier nog al wat klachten over gehad. Op dit moment is er voor de aanbieders in verschillende landen geen verplichting om gratis nummers ook echt gratis te houden voor buitenlandse gebruikers die roamen. Roaming is het gebruik maken van een ander mobiel netwerk dan het mobiele net-werk waar de gebruiker een overeenkomst mee heeft gesloten.

OPTA heeft in dit geval geen bevoegdheid om in te grijpen, omdat het om een bui-tenlands gratis nummer gaat. Ook kan OPTA geen directe invloed uitoefenen op

de tarieven voor roaming, aangezien de bijbehorende markt op dit moment niet gereguleerd is. Wel kan OPTA op grond van de Telecommunicatiewet onderzoeken of de tarieven duidelijk kenbaar zijn gemaakt door de Nederlandse mobiele operators. Hiervoor loopt een toezichtsactie.

DURE BETAALNUMMERS BLOKKEREN

Voor eindgebruikers is het mogelijk bepaal-de categorieën nummers te laten blokke-ren. Een voorbeeld is de dure betaalnum-mers die werkgevers veelal blokkeren, maar ook ouders die niet willen dat kinderen meedoen aan een TV-quiz (0909-nummer). In het kader van beheersing van telefoon-kosten is KPN deze wettelijke verplichting opgelegd. Middels speciale randapparatuur is het nu tevens mogelijk het bellen naar mobiele telefonie (06)-nummers te blokkeren.

Consumentenklachten

Klachten en vragen in juli 2004 %

Mobiele telefonie (algemene voorwaarden; nummerportabiliteit; tarieven buitenland) 27% Vaste telefonie / C(P)S (algemene voorwaarden; CPS niet bij belbudgetabonnement) 22% Internet / ADSL (levertijd; voorwaarden; telco-telco-migratie) 21% (Informatie)Nummers (hoge kosten 090x-autodialers; selectieve nummerblokkering) 10% Spam (zie www.spamklacht.nl) 7% Kabelmaatschappij (tv/radio) 5%

Privacy 5%

(14)

De eindgebruikerstarieven van KPN dienen op kosten georiënteerd te zijn. OPTA ziet er op toe dat dat ook werke-lijk zo is. KPN mag eindgebruikers-tarieven pas wijzigen, nadat OPTA hier-aan goedkeuring heeft verleend.

Wanneer eindgebruikers vanaf het netwerk van KPN bellen naar eindgebruikers op het netwerk van een andere aanbieder, dan kan dat tarief verschillen van het tarief dat eindgebruikers betalen voor het bellen naar

een eindgebruiker op het netwerk van KPN. Dit komt omdat een andere aanbieder ande-re (groothandels)tarieven kan hanteande-ren voor het afwikkelen van verkeer op haar eigen netwerk (afwikkeltarieven). Ook deze ‘gedif-ferentieerde’ eindgebruikerstarieven worden door OPTA beoordeeld op kostenoriëntatie. OPTA heeft besloten om met onmiddellijke ingang de procedure voor het beoordelen van eindgebruikerstarieven voor het bellen vanaf het vaste netwerk van KPN naar geografische nummers die geïmplementeerd

zijn op het netwerk van andere vaste aan-bieders te wijzigen. Indien een alternatieve vaste aanbieder een ander afwikkeltarief hanteert dan het afwikkeltarief van KPN, werd tot nu toe door OPTA slechts beoor-deeld of het verschil tussen die tarieven op een juiste wijze werd doorberekend in het gedifferentieerde eindgebruikerstarief van KPN. OPTA heeft echter ook beleidsregels voor de hoogte van afwikkeltarieven van andere vaste aanbieders. Deze mogen niet te hoog zijn. Tot nu toe kon het echter

Herziening procedure voor afwikkeltarieven vaste telefonie

Eindgebruikers betalen teveel voor het afwikkelen van

Europese consultatie

KPN heeft voor het afwikkelen van internet-inbelverkeer twee netwerken IND2 en UDS ingericht. Eindgebruikers van MCI die willen inbellen bij Internet Service Providers (ISP’s) die gekoppeld zijn aan de netwerken IND2 en UDS zorgen voor internet-inbelverkeer dat KPN voor MCI moet afwikkelen.

Sinds 2001 brengt KPN hiervoor transit-tarieven in rekening bij MCI. KPN stelde namelijk dat IND2 en UDS twee aparte net-werken waren. Maar MCI protesteerde hier tegen. Het besluit dat OPTA heeft genomen in het geschil tussen MCI en KPN komt erop neer dat KPN geen transittarieven in rekening mag brengen bij MCI voor het afwikkelen van verkeer naar IND2 en UDS. Volgens OPTA is er bij IND2 en UDS geen sprake van evident kenbaar afzonderlijke netwerken ten opzichte van het vaste openbare telefoonnetwerk van KPN. Om vast te stellen of er voor een bepaald netwerk sprake is van een evident kenbaar afzonderlijk netwerk, hanteert OPTA een aantal criteria. Ten eerste moet er sprake zijn van een technisch afzonderlijk net-werk en ten tweede moet voor andere

par-tijen duidelijk zijn dat er sprake is van een afzonderlijk netwerk waarmee ook directe interconnectie aangegaan kan worden. Een eindgebruiker die bij een ISP in belt, krijgt een telefoonverbinding met een modem en daarna wordt het verkeer omge-zet in een dataverbinding gebaseerd op internet-protocollen.

In het geval van internet-inbelverkeer naar IND2 en UDS concludeert OPTA dat er sprake is van een telefoondienst totdat de modems in deze netwerken zijn bereikt en dat de netwerkelementen die hiervoor wor-den gebruikt in feite onderdeel uitmaken van het vaste openbare telefoonnetwerk van KPN. Er is volgens OPTA bij IND2 en UDS dus geen sprake van technisch afzonderlijke netwerken.

Verder heeft KPN er volgens OPTA om verschillende redenen onvoldoende aan gedaan om MCI duidelijk te maken dat directe interconnectie met IND2 en UDS mogelijk zou zijn.

Omdat OPTA hiermee concludeert dat IND2 en UDS geen evident kenbaar afzonderlijke netwerken zijn, is er ook geen sprake van een transitdienstverlening waarvoor KPN tarieven in rekening mag brengen. 

KPN mag MCI geen transittarieven

in rekening brengen

Voice over IP (VoIP) is een populair woord

in de telecommunicatiewereld. Er wordt doorgaans een spraakdienst mee bedoeld die gebruik maakt van het internet. Meer in het algemeen refereert VoIP aan spraak-diensten over pakketgeschakelde net-werken die op het IP-protocol gebaseerd zijn. Voor bedrijven betekent VoIP een integratie van hun privé-telefoonnetwerk en hun computernetwerk. Voor particulie-ren is VoIP doorgaans synoniem met ‘bel-len over je breedbandaansluiting’. Deze nieuwe vorm van telefonie kan pas goed een marktaandeel veroveren als er over en weer gebeld kan worden met ieder-een die gebruik maakt van ieder-een traditionele manier van telefoneren (bijvoorbeeld abonnees van een vaste KPN aansluiting, of GSM abonnees). Deze zogenaamde inter-operabiliteit is voor een belangrijk deel afhankelijk van het gebruik van telefoon-nummers.

(15)

tele-hun gesprekken op alternatieve vaste netten

foondiensten met nummers. De reden daar-van ligt voornamelijk in een nieuwe karak-teristiek die veel VoIP diensten gemeen hebben: het gebruik van de dienst is niet gebonden aan een bepaalde locatie, maar valt toch niet onder de definitie van een mobiele dienst omdat een spraakverbinding niet in stand blijft bij bewegen over grote afstand.

Het feit dat het nummerplan niet goed ingericht is voor VoIP diensten is niet alleen een Nederlands fenomeen maar het speelt wereldwijd. In Europees verband overlegt de werkgroep Numbering, Naming, and Addressing (NNA) regelmatig over allerlei zaken die met nummering te maken hebben. De werkgroep is onderdeel van CEPT, een samenwerkingsverband van post en telecommunicatie beleidsmakers en toe-zichthouders van nagenoeg alle landen in Europa (zowel EU als niet-EU).

Deze werkgroep NNA heeft onlangs een rapport over VoIP nummering opgesteld ten behoeve van Europese beheerders van een nationaal nummerplan en Europese instanties die de nummervoorraad beheren. OPTA heeft in de totstandkoming van dit rapport een belangrijk aandeel gehad. Het rapport geeft een overzicht van alle relevante opties voor inrichten van het

nummerplan om VoIP dienstaanbieders te kunnen voorzien van telefoonnummers. Voor elk van de opties zijn de consequen-ties beschreven voor aanbieders, eind-gebruikers en de toezichthouders. Het rapport geeft geen aanbeveling voor de beste optie met name omdat de huidige nationale nummerplannen door historische

redenen overal anders ingericht zijn. Het rapport kan voor ieder land een bijdrage leveren in de eigen afweging hoe om te gaan met nummering voor VoIP diensten.

Het rapport wordt openbaar geconsulteerd tot en met 17 september 2004 en is te vinden op www.ero.dk/voip. 

Nummering voor VoIP diensten

voorkomen dat eindgebruikers in sommige gevallen te hoge tarieven hebben betaald voor het bellen naar eindgebruikers op net-werken van andere vaste aanbieders. Aangezien OPTA het zeer ongewenst vindt dat eindgebruikers geen kostengeoriënteer-de tarieven betalen voor het bellen naar eindgebruikers op netwerken van andere vaste aanbieders, heeft OPTA dus besloten de procedure voor het beoordelen van wijzi-gingen in eindgebruikerstarieven voor het bellen naar geografische nummers op

net-werken van andere vaste aanbieders te wij-zigen. OPTA zal in het vervolg alleen goed-keuring verlenen aan een wijziging in eind-gebruikerstarieven voor het bellen naar geografische nummers op het netwerk van een andere aanbieder, indien in het eind-gebruikerstarief een redelijk tarief voor het afwikkelen van het verkeer op het netwerk van de andere aanbieder is opgenomen. Het gevolg hiervan is dat eindgebruikers in de toekomst niet teveel zullen betalen voor het bellen naar een geografisch nummer

op het netwerk van een andere vaste aan-bieder.

OPTA heeft deze gewijzigde procedure op 26 juli jl. gecommuniceerd aan de markt. KPN heeft inmiddels een groot aantal voor-genomen wijzigingen in dit soort tarieven voorgelegd aan OPTA. KPN heeft het voor-nemen om deze gewijzigde tarieven met ingang van 1 september 2004 door te voe-ren. OPTA heeft, ook volgens de nieuwe procedure, een groot aantal gewijzigde tariefvoorstellen kunnen goedkeuren. 

Registraties, waar blijft de informatie?

In Connecties nummer 3 van juni 2004 is aandacht besteed aan de gevolgen van de wijziging van de Telecommunicatiewet voor de registratie van marktpartijen. Voortaan moeten de marktpartijen alleen nog maar mededeling doen van hun activiteiten, waarna OPTA overgaat tot registratie.

De al voor de wetswijziging op 19 mei 2004 geregistreerde partijen hoeven de mede-deling niet te doen, maar moeten wel de bijbehorende informatie verstrekken. Per brief is gevraagd dat voor 10 juli 2004 te doen. Halverwege augustus was een reactie ontvangen van ongeveer 50% van de 360 partijen die een registratie hadden van voor de wetswijziging.

De gevraagde informatie geeft OPTA een beter inzicht in de elektronische communica-tieactiviteiten van de marktpartijen en is ook een belangrijk hulpmiddel bij het gericht benaderen van marktpartijen die bepaalde activiteiten ondernemen. Bovendien is het algemeen belang, zowel van aanbieders als gebruikers, ermee gediend als OPTA’s register een zo getrouw mogelijke afspiegeling van de markt is.

(16)

KPN is verplicht op wholesalebasis huur-lijnen (ILL) aan aanbieders zoals BT en MCI te leveren. Deze bedrijven gebruiken deze huurlijnen voor de dienstverlening aan hun klanten. BT heeft in een geschil een aantal voorwaarden die KPN stelt, bij OPTA ter discussie gesteld.

Een van de onderwerpen betreft wholesale-huurlijnen met een bandbreedte van hoger dan 2 Mbps, de zogenaamde

breedband-huurlijnen. Onderwerp van geschil was of KPN verplicht is deze huurlijnen te leveren. OPTA heeft geconcludeerd dat levering van deze huurlijnen onder de aanmerkelijke-marktmachtaanwijzing van KPN valt en dat KPN daarom verplicht is deze huurlijnen aan BT te leveren.

Een ander onderwerp betreft de vraag of BT collocatieruimten (dit zijn ruimten waarin BT haar apparatuur plaatst om de huurlijnen van KPN af te nemen) met

andere aanbieders mag delen en of ze col-locatieruimten voor meerdere diensten mag gebruiken. OPTA heeft geoordeeld dat BT de collocatieruimten mag delen en dat KPN hiervoor aan BT geen extra kosten in reke-ning mag brengen. BT mag tevens een collocatieruimte voor meerdere diensten gebruiken (bijvoorbeeld telefonie of MDF-acces), maar eventuele bouwkundige aan-passingen, die hiervoor nodig zijn, mag KPN aan BT doorberekenen. 

Betere voorwaarden voor groothandelshuurlijnen

Eindgebruikers van KPN moeten kunnen bellen met eind-gebruikers van andere aanbieders zoals Casema. In een geliberaliseerde markt zijn de betrokken netwerken daar-toe met elkaar verbonden en betalen marktpartijen elkaar een vergoeding. Wanneer het gaat om het afwikkelen van gesprekken van de eigen eindgebruikers van het ene tele-combedrijf naar eindgebruikers van het andere bedrijf is sprake van termineren van telefoonverkeer. De vergoeding die de eerste aanbieder aan de afwikkelende aanbieder betaalt wordt dan ook wel aangeduid met de term ‘fixed-terminatingaccess-tarieven’.

In 2002 en begin 2003 heeft OPTA geconstateerd dat alternatieve aanbieders hun –tot dan toe niet gereguleer-de- FTA tarieven steeds verder lieten stijgen. De eind-gebruiker van KPN werd zo geconfronteerd met een hoge rekening, zonder dat daar een economische rechtvaardi-ging voor bestond. Om een ongeremde groei van deze tarieven te voorkomen heeft OPTA een maximum gesteld aan deze tarieven: de tarieven moeten liggen onder een

bepaalde bovengrens, die wordt bepaald aan de hand van het (wel gereguleerde) tarief van KPN. De tarieven van niet aangewezen aanbieders moeten volgens dit beleid ongeveer vergelijkbaar zijn met het tarief dat KPN 3 jaar geleden hanteerde.

In het geschilbesluit heeft OPTA aangegeven dat zij de beleidsregels ook onder de nieuwe wet (die gedurende de behandeling van het geschil, in werking is getreden) zal blijven toepassen tot het moment dat de besluiten met betrekking tot de marktanalyses gereed zijn. Die besluiten zullen moeten uitwijzen of het beleid gehandhaafd wordt. Het tarief van Casema werd door OPTA redelijk bevonden. Dat wil zeggen dat het tarief onder de bovengrens uit de beleidsregels ligt. 

Op 16 juli 2004 heeft OPTA een besluit genomen inzake een geschil tussen KPN Telecom en Casema. Het geschil had betrekking op de afwikkeltarieven (fixed terminating access ofwel FTA-tarieven) die Casema aan KPN Telecom in rekening brengt voor het afwikkelen van telefoonverkeer van eindgebruikers van KPN naar het netwerk van KPN Casema. OPTA heeft het geldende tarief vastgesteld op basis van de beleidsregels inzake de redelijkheid van FTA tarieven.

Besluit geschil vaste afwikkeltarieven Casema

Mededeling: aanvragen en

bezwaarschriften kunnen

nu ook per fax

Conform de Wet Elektronisch Bestuurlijk Verkeer maakt OPTA kenbaar dat elektronische berichten in de vorm van faxverkeer door OPTA worden geaccepteerd – OPTA faxnummer (070) 315 35 01. Het gaat dan om berich-tenverkeer waar de Algemene wet bestuursrecht schrif-telijkheid en/of ondertekening voorschrijft. Dit is het geval bij bijvoorbeeld het doen van aanvragen en het indienen van bezwaarschriften.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Page 2 Opta moet regels tarieven mobiele telefonie herzien Het Financieele Dagblad October

Voor zover de hogere uitgaven aan afgifte niet worden gecompenseerd door hogere inkomsten betalen vaste en mobiele eindgebruikers hogere tarieven voor het bellen van vast naar

Voor zover de hogere uitgaven aan afgifte niet worden gecompenseerd door hogere inkomsten betalen vaste en mobiele eindgebruikers hogere tarieven voor het bellen van vast naar

TI t-1 = de totale inkomsten uit de tarieven in het jaar voorafgaande aan het jaar t, te weten de som van de vermenigvuldiging van elk tarief in het jaar t-1 en het op basis

Op grond van artikel 81c, tweede lid, onderdeel c, van de Gaswet corrigeert de ACM de totale inkomsten 2018, nu de feitelijke gegevens afwijken van de geschatte gegevens van de

De ACM doet dit door het verschil te bepalen tussen enerzijds wat de netbeheerder in 2016 aan vergoeding voor lokale heffingen heeft gekregen op basis van de investeringen

1 Ten behoeve van het voorstel, bedoeld in artikel 81b, stelt de Autoriteit Consument en Markt voor iedere netbeheerder afzonderlijk voor dezelfde periode als waarvoor het

1 Ten behoeve van het voorstel, bedoeld in artikel 81b, stelt de Autoriteit Consument en Markt voor iedere netbeheerder afzonderlijk voor dezelfde periode als waarvoor het