• No results found

BESLUIT 1. Inleiding Nederlandse Mededingingsautoriteit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT 1. Inleiding Nederlandse Mededingingsautoriteit"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Nummer: 102928 / 7

Betreft zaak: Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit zoals bedoeld in artikel 36, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998, tot wijziging van de voorwaarden, zoals bedoeld in artikel 31, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998

Nederlandse Mededingingsautoriteit

1.

Inleiding

1. Op 11 februari 2008 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een voorstel, met kenmerk N 2008-103, ontvangen voor aanpassing van de voorwaarden als bedoeld in artikel 31, eerste lid, sub b van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet). Dit voorstel is ingediend door de Vereniging van Energienetbeheerders in Nederland (hierna: Enbin)namens de gezamenlijke netbeheerders (hierna: gezamenlijke netbeheerders)1.

2. Het voorstel behandelt de wijziging van Bijlage 15 van de Meetcode Elektriciteit, betreffende de regeling voor gedimensioneerde profielen voor openbare verlichting (hierna: OV-profielen). Met de voorgestelde wijzigingen wordt beoogd om de regeling voor gedimensioneerde OV-profielen meer te laten aansluiten op de praktijk.

3. Gedurende de voorbereiding van het onderhavige besluit hebben de gezamenlijke netbeheerders en afnemers, vertegenwoordigd door de Vereniging Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG), verder overleg gevoerd. Tijdens dit overleg is onder meer vastgesteld dat tevens aanpassing van de Netcode Elektriciteit noodzakelijk is. Dit om recht te doen aan een veel voorkomende situatie , namelijk het zwaarder afgezekerd zijn van een aansluiting dan gezien het daarachter geïnstalleerde vermogen noodzakelijk is. De grenswaarde voor het onbemeten mogen zijn van een aansluiting is ingevolge de Netcode Elektriciteit afhankelijk van de afgezekerde waarde van de aansluiting.

4. Mede naar aanleiding van het in randnummer 3 genoemde overleg heeft de Raad de gezamenlijke netbeheerders per brief van 2 oktober (kenmerk 102928) op grond van artikel 36, derde lid, van de E-wet verzocht om het voorstel aan te passen is. Per brief

(2)

van 3 november 2008 (kenmerk N 2008-206) hebben de gezamenlijke netbeheerders het voorstel tot wijziging van de Meetcode Elektriciteit aangepast.

5. De brief van de gezamenlijke netbeheerders genoemd in randnummer 4 betreft naast een aanpassing van het voorstel tot wijziging van de Meetcode Elektriciteit, tevens een voorstel tot wijziging van de Netcode Elektriciteit. Het voorstel tot wijziging van de Netcode Elektriciteit is mede tot stand gekomen op verzoek van en na overleg met de VNG. Het aanvullende voorstel komt tegemoet aan de door de VNG ingediende

zienswijzen. Daarom is besloten om dit voorstel niet separaat te behandelen, te meer nu de voorgestelde aanpassing van de Netcode Elektriciteit onlosmakelijk is verbonden met de voorgestelde wijziging van de Meetcode Elektriciteit.

6. Dit besluit is als volgt opgebouwd. Na deze inleiding wordt in paragraaf 2 het wettelijk kader uiteengezet. In paragraaf 3 wordt de gevolgde procedure beschreven. Vervolgens wordt in paragraaf 4 het (aangepaste) voorstel tot wijziging van de Netcode Elektriciteit behandelt, waarna in paragraaf 5 het besluit van de Raad hierover volgt. Paragraaf 6 bevat tot slot nog enkele overwegingen over de publicatie en de inwerkingtreding van het besluit.

2.

Wettelijk kader

7. Op grond van artikel 32, eerste lid, van de E-wet kan de beheerder van het landelijk hoogspanningsnet of ten minste een derde van het aantal overige netbeheerders de gezamenlijke netbeheerders verzoeken een voorstel te doen tot wijziging van de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 31 van de E-wet. Op grond van artikel 34, tweede lid, van de E-wet dienen de gezamenlijke netbeheerders binnen twaalf weken nadat hen dat verzoek is gedaan een voorstel met betrekking tot de wijziging van de voorwaarden te zenden aan de Raad.

8. Op grond van artikel 36 van de E-wet stelt de Raad de voorwaarden bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de E-wet vast met inachtneming van:

a. het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders als bedoeld in artikel 31 van de E-wet en de resultaten van het overleg van de gezamenlijke netbeheerders met representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt als bedoeld in artikel 33, eerste lid, van de E-wet, over het voorstel;

b. het belang van het betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functioneren van de elektriciteitsvoorziening;

(3)

elektriciteitsmarkt;

d. het belang van de bevordering van het doelmatig handelen van afnemers; e. het belang van een goede kwaliteit van de dienstverlening van netbeheerders;

f. het belang van een objectieve, transparante en niet-discriminatoire handhaving van de energiebalans op een wijze die de kosten weerspiegelt, en

g. de in artikel 26b van de E-wet bedoelde regels.

9. Indien de Raad van mening is dat de voorgestelde wijziging van de voorwaarden in strijd is met de belangen genoemd in artikel 36, eerste lid, sub b, c, d, e en f, met de regels bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, of met de eisen, bedoeld in artikel 36, tweede lid, van de E-wet, draagt de Raad op grond van artikel 36, derde lid, van de E-wet de gezamenlijke netbeheerders op het voorstel onverwijld te wijzigen.

10. Indien niet binnen vier weken het voorstel overeenkomstig de opdracht van de Raad is gewijzigd, wijzigt op grond van artikel 36, vierde lid, van de E-wet, de Raad het voorstel zodanig dat is voldaan aan het gestelde in artikel 36, eerste en tweede lid, van de E-wet.

11. De gezamenlijke netbeheerders voeren, conform artikel 33, eerste lid, van de E-wet overleg met representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt over de voorstellen met betrekking tot de tariefstructuren en de voorwaarden, bedoeld in de artikelen 27, 31 en 32, eerste lid, van de E-wet. De gezamenlijke netbeheerders delen de uitkomsten van dit overleg schriftelijk mee aan de Raad (artikel 33, tweede lid, van de E-wet).

12. Ten aanzien van de notificatie van technische voorschriften is in de Richtlijn 2003/ 54/ EG van het Europese Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende

gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit opgenomen dat dergelijke technische voorschriften in ontwerp moeten worden meegedeeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen. De voorwaarden, als bedoeld in artikel 31 van de E-wet, zien echter niet uitsluitend op technische voorschriften als hiervoor bedoeld, doch hebben ook betrekking op een aantal andere aspecten zoals ook blijkt uit artikel 31 van de E-wet. Derhalve is het niet noodzakelijk elke wijziging van de

voorwaarden ter notificatie aan te bieden.

13. De wijziging van de voorwaarden naar aanleiding van het onderhavige besluit betreft een aanpassing van de Meetcode Elektriciteit en de Netcode Elektriciteit. De aanpassing van de Meetcode Elektriciteit heeft betrekking op Bijlage 15 bij de Meetcode Elektriciteit, betreffende de regeling voor gedimensioneerde OV-profielen. De voorgestelde

(4)

ziens deels op de bevordering van de transparantie ten aanzien van de

verbruiksberekening en de beperking van de administratieve lasten. De voorgestelde wijziging van de Netcode Elektriciteit betreft de nadere invulling van de grenswaarde voor het onbemeten mogen zijn van een aansluiting en sluit daarmee aan bij de voorgestelde aanpassingen van de Meetcode Elektriciteit. De wijzigingen bevatten naar mening van de Raad derhalve geen nieuwe technische voorschriften als hiervoor bedoeld. Om deze reden geldt de notificatieplicht niet voor deze wijziging.

14. De Raad wijst erop dat op de voorbereiding van dit besluit niet de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing is verklaard.

3.

Procedure

15. De Netcode Elektriciteit, Systeemcode Elektriciteit, Meetcode Elektriciteit,

Samenwerkingsregeling Elektriciteit, Gebiedsindeling Elektriciteit en Begrippenlijst Elektriciteit zijn voor het eerst vastgesteld bij besluit 005 van 12 november 19992 en bij

besluit 00-011 van 12 april 20003. De te hanteren voorwaarden die in deze besluiten zijn

neergelegd4, worden beschreven in artikel 31, eerste lid, van de E-wet.

16. Per brief van 7 februari 2008, kenmerk: N 2008-103, heeft de Raad een voorstel ontvangen tot wijziging van de Netcode Elektriciteit als bedoeld in artikel 31, eerste lid, sub b van de E-wet (hierna: codewijzigingsvoorstel). Dit codewijzigingsvoorstel is ingediend door de gezamenlijke netbeheerders.

17. Bij een eerder ingediend codewijzigingsvoorstel van 3 oktober 2006 betreffende de introductie van een apart profiel voor (bemeten) openbare verlichting in Bijlage 14 van de Meetcode Elektriciteit, kenmerk 2006-2986, stelden de gezamenlijk netbeheerders ook enkele wijzigingen voor in de regeling voor gedimensioneerde profielen in Bijlage 15 bij de Meetcode Elektriciteit. Naar aanleiding van bedenkingen en aanvullingen die door de VNG zijn voorgesteld met betrekking tot dat voorstel is door DTe5 een informele

bijeenkomst georganiseerd. Tijdens dat overleg is overeengekomen om de voorgestelde

2Staatscourant van 16 november 1999, nr. 221, p. 8. 3Staatscourant van 13 april 2000, nr. 74, p. 27.

4De betreffende Codes zijn sindsdien meerdere malen gewijzigd, zie: www.energiekamer.nl.

5De naam van de Directie toezicht energie van de Nederlandse Mededingingsautoriteit is met ingang van 1

(5)

aanpassingen in Bijlage 15 bij de Meetcode Elektriciteit op dat moment achterwege te laten. De gezamenlijke netbeheerders en de VNG hebben daarbij de intentie

uitgesproken om de gewenste aanpassingen in Bijlage 15 van de Meetcode Elektriciteit gezamenlijk verder uit te werken. In het besluit inzake het profiel voor (bemeten) openbare verlichting6 heeft de Raad dienovereenkomstig besloten. De voorliggende

wijziging van Bijlage 15 van de Meetcode Elektriciteit betreft de uitwerking van die gezamenlijke intentie.

18. De gezamenlijke netbeheerders geven aan dat het codewijzigingsvoorstel, op grond van artikel 33 van de E-wet, op 7 november 2007 ter consultatie aan het Gebruikersplatform Elektriciteitsnetten is voorgelegd. De ingediende commentaren naar aanleiding van deze consultatie alsmede de gevolgtrekkingen welke de netbeheerders hieraan hebben verbonden, zijn bij het codewijzigingsvoorstel gevoegd.

19. Uit het oogpunt van een zorgvuldige besluitvormingsprocedure raadpleegt de Raad marktpartijen en marktorganisaties door ter inzage legging van het voorstel, publicatie daarvan in de Staatscourant en op de website, en door het bieden van de gelegenheid tot het indienen van zienswijzen. Het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders heeft vanaf 28 februari 2008 voor een periode van 6 weken ter inzage gelegen ten kantore van de DTe en is gepubliceerd op de website van DTe (www.dte.nl). Van de ter inzage legging is kennis gegeven in de Staatscourant van 28 februari 20087 en op de website

van DTe. In het kader van deze voorbereidingsprocedure zijn namens de VNG per brief van 25 maart 2008 zienswijzen ingediend. Van de in eerste instantie aangeboden gelegenheid om mondeling zienswijzen in te dienen of nader toe te lichten is geen gebruik gemaakt.

20. Omdat de Raad groot belang hecht aan een zorgvuldige besluitvormingsprocedure, heeft op initiatief van de Raad op 25 april 2008 een overleg plaatsgevonden tussen

vertegenwoordigers van de VNG, gezamenlijke netbeheerders en DTe over de namens de VNG ingediende zienswijzen. Van dit overleg is een verslag aan de deelnemers toegezonden op 26 juni 2008 met kenmerk 102928/ 4.B908.

21. Tijdens het overleg genoemd in randnummer 20 is geconstateerd dat het

codewijzigingsvoorstel op onderdelen aanpassing en aanvulling behoeft. De Raad heeft vervolgens geconstateerd dat een aantal van de voorgestelde wijzigingen niet volledig tegemoet komt aan de criteria, genoemd in artikel 36 van de E-wet. Daarom heeft de Raad op 2 oktober 2008 de gezamenlijke netbeheerders op grond van artikel 36, derde

6Besluit 102081/ 15 d.d. 27 juni 2007.

(6)

lid, van de E-wet, een opdracht tot wijziging van het voorstel gestuurd met kenmerk 102928/ 5.B1100.

22. De gezamenlijke netbeheerders hebben in reactie op de opdracht tot wijziging van de Raad, op 3 november 2008 een gewijzigd codewijzigingsvoorstel, kenmerk N 2008-206, aan de Raad gestuurd. Ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel ziet dit gewijzigde voorstel tevens op wijziging van de Netcode Elektriciteit.

4.

Beoordeling voorstel

23. De regeling van gedimensioneerde profielen dient ter vaststelling van het

energieverbruik van verkeersregelinstallaties en installaties voor openbare verlichting (hierna OV) die op grond van de Netcode Elektriciteit niet hoeven te worden voorzien van een meter. Als voorwaarde voor zo’n onbemeterde aansluiting geldt onder andere dat het verbruik voor onbepaalde tijd moet kunnen worden ingesteld en niet door externe factoren zoals temperatuur, tijd of menselijke aanwezigheid kan worden

beïnvloed. Op basis van bepaalde kenmerken van de installatie (zoals het aantal lampen en de periode waarin de installatie is ingeschakeld), wordt met behulp van de regeling voor gedimensioneerde profielen uit de Meetcode Elektriciteit het belastingprofiel ervan vastgesteld. De voorgestelde wijzigingen beogen de gegevensverstrekking over de onbemeten OV-armaturen door de aangeslotene aan de netbeheerder beter af te stemmen op de praktijk. Tevens worden enkele redactionele verbeteringen voorgesteld. De redactionele aanpassingen dienen om diverse bepalingen in de Meetcode Elektriciteit beter te laten aansluiten op de Netcode Elektriciteit en om de eenduidigheid in

terminologie en daarmee de duidelijkheid van de Meetcode Elektriciteit te verbeteren. Tot slot bevat het voorstel enkele wijzigingen ter beperking van de administratieve lasten van afnemers en een nadere invulling van de voorwaarden op grond waarvan een aansluiting onbemeten mag zijn.

(7)

Wijzigingen in verband met het onbemeten mogen zijn van aansluitingen

24. De gezamenlijke netbeheerders hebben voorgesteld in artikel B15.1.1 van bijlage B15 bij de Meetcode Elektriciteit een verwijzing op te nemen naar artikel 2.1.3.5 van de Netcode Elektriciteit. In de huidige redactie van artikel B15.1.1 van bijlage B15 bij de Meetcode Elektriciteit wordt als voorwaarde voor de toepassing van de gedimensioneerde OV-profielen gesteld, dat sprake moet zijn van op het openbare laagspanningsnet

aangesloten OV-armaturen. De Raad is het met de gezamenlijke netbeheerders eens dat, aangezien in de artikelen 2.1.3.5 tot en met 2.1.3.7 van de Netcode Elektriciteit is

vastgelegd in welke gevallen een aansluiting onbemeten mag zijn, in artikel B15.1.1 moet worden verwezen naar artikel 2.1.3.5 van de Netcode Elektriciteit.

25. Ten aanzien van het onbemeten mogen zijn van een aansluiting heeft de VNG aan de gezamenlijke netbeheerders voorgesteld om de doorlaatwaarde zoals vastgelegd in artikel 2.1.3.5 van de Netcode Elektriciteit te verhogen. De VNG stelt dat onbemeten OV soms een hogere doorlaatwaarde heeft dan 3x25 A. De gezamenlijke netbeheerders bevestigen dit, maar hebben in eerste instantie gesteld dat het oprekken van de grenswaarde om zonder meter te kunnen werken bij dergelijke aansluitingen

onverantwoord is en dat het aan de desbetreffende gemeente is om een onbemeten OV-installatie met een doorlaatwaarde groter dan 3x25 A te voorzien van de sinds april 2000 wettelijk vereiste meetinrichting. Indien het daadwerkelijke verbruik lager is, dan is het volgens de gezamenlijke netbeheerders aan de desbetreffende gemeente om aan de netbeheerder opdracht te geven om de doorlaatwaarde met het verbruik in

overeenstemming te brengen. De gezamenlijke netbeheerders hebben daarom het verzoek van de VNG tot verhoging van de grenswaarde niet meegenomen in het wijzigingsvoorstel.

(8)

27. Naar aanleiding van de door de VNG ingediende zienswijzen heeft de Energiekamer van de NMa een informeel overleg georganiseerd, zoals is vermeld onder randnummer 17. Tijdens dit overleg is door de VNG en de gezamenlijke netbeheerders afgesproken, dat daar waar onnodig een te zware zekering aanwezig is, de netbeheerder tijdens het reguliere onderhoud een adequate zekering zal plaatsen, die qua doorlaatwaarde is afgestemd op het geïnstalleerde vermogen achter de zekering. Daarbij zal tot de zekering is vervangen, als criterium voor het onbemeten mogen zijn in de Netcode Elektriciteit naast de doorlaatwaarde (van 3 x 25 A) het maximaal geïnstalleerd vermogen (van 3 x 25 A) als grens worden gehanteerd. De Raad heeft de gezamenlijke netbeheerders op dit onderdeel opdracht gegeven om het wijzigingsvoorstel aan te passen (zie onder randnummer 21).

28. Bij brief van 3 november 2008 hebben de gezamenlijke netbeheerders een aangepast wijzigingsvoorstel ingediend. Er is onder meer voorgesteld om aan de Netcode

Elektriciteit een nieuw artikel 2.1.3.8 toe te voegen, in welk artikel een uitzondering wordt gecreëerd op het bepaalde in artikel 2.1.3.1 van de Netcode Elektriciteit. Volgens deze uitzondering mag een installatie onbemeten zijn, indien sprake is van een installatie zoals bedoeld in artikel 2.1.3.5 van de Netcode Elektriciteit, de netbeheerder het te verwachten gebruik goed kan berekenen, voor deze installatie kan worden volstaan met een doorlaatwaarde kleiner of gelijk aan 3 x 25 A op laagspanning en de aangeslotene bij de netbeheerder een verzoek heeft ingediend om verlaging van de doorlaatwaarde. De Raad stelt vast dat deze voorgestelde uitzonderingsbepaling tegemoet komt aan hetgeen dienaangaande is besproken tijdens het genoemde informeel overleg en hiermee voldaan wordt aan het belang van het doelmatig handelen van afnemers.

29. In het gewijzigd codevoorstel stellen gezamenlijke netbeheerders voor om een nieuw artikel 2.1.3.9 aan de Netcode Elektriciteit toe te voegen waarin de artikelen 2.1.3.6 en 2.1.3.7 van overeenkomstige toepassing worden verklaard op het eerste lid. In overleg tussen Netbeheer Nederland en de Energiekamer van de NMa is vastgesteld dat het doel van artikel 2.1.3.9 is om de gegevensverstrekking door de aangeslotene aan de

netbeheerder bij toepassing van artikel 2.3.1.8 op gelijksoortige wijze te regelen als voor de overige onbemeten aansluitingen. Binnen de systematiek van de Netcode Elektriciteit kan dit worden bereikt door in het nieuwe artikel 2.1.3.9 van de Netcode Elektriciteit de artikelen 2.1.3.6 en 2.1.3.7 van overeenkomstige toepassing te verklaren op artikel 2.1.3.8 van de Netcode Elektriciteit. De Raad besluit dienovereenkomstig.

Redactionele aanpassingen

30. Omdat de in Bijlage 15 bedoelde profielen binnen het veld bekend staan als

(9)

van Bijlage 15 dienaangaande te wijzigen door toevoeging van het adjectief

“ gedimensioneerde” , mede ter onderscheiding van de “ gewone” verbruiksprofielen in Bijlage 14. Door deze wijziging neemt de Meetcode Elektriciteit aan duidelijkheid toe, zodat de Raad hiermee instemt.

31. In de huidige codeteksten wordt gesproken van de “ exploitant” van de OV-armaturen. Met de gezamenlijke netbeheerders stelt de Raad vast dat het begrip “ exploitant” niet nader is gedefinieerd. Omdat de regeling voor gedimensioneerde OV-profielen ziet op de relatie tussen de netbeheerder en de aangeslotene, stellen de gezamenlijke netbeheerder voor het begrip” exploitant” te vervangen door het begrip “ aangeslotene” . De Raad stemt in met deze redactionele wijziging nu hiermee de duidelijkheid wordt bevorderd.

32. In lijn met het bij het besluit van de Raad van 27 juni 2007 (met kenmerk 102081/ 15) toegevoegde artikel B14.2.10, betreffende de profielindeling van netaansluitingen ten behoeve van openbare verlichting, wordt door de gezamenlijke netbeheerders

voorgesteld om een gelijkluidende bepaling in de vorm van artikel B15.1.8 op te nemen in Bijlage 15. Het opnemen van een profielindeling in Bijlage 15 acht de Raad in het belang van een objectieve, transparante en niet-discriminatoire handhaving van de

energiebalans op een wijze die de kosten weerspiegelt.

33. In de huidige codeteksten wordt gesproken over armaturen met een bepaald nominaal vermogen. De gezamenlijke netbeheerders wijzen erop, dat het nominale vermogen daarbij duidt op het vermogen dat in de armatuur kan en niet op het daadwerkelijk aanwezige vermogen. Voorts kan er sprake zijn van meer lampen per armatuur. Derhalve stellen de gezamenlijke netbeheerders voor, dat in de desbetreffende bepalingen het adjectief “ nominaal” voor vermogen wordt geschrapt en dat op een aantal plaatsen het begrip “ armatuur” wordt vervangen door de omschrijving “ lamp (inclusief

voorschakelapparatuur)” .

Tevens wordt voorgesteld om in de artikelen over verkeersregelinstallaties de term “ dimmen” te vervangen door “ dimmen of knipperen” . De Raad is het met de

gezamenlijke netbeheerders eens dat de voorgestelde wijzigingen meer recht doen aan de feitelijke situatie en de bedoelde bedrijfstoestand beter weergeven. De Raad stelt vast dat deze aanpassingen het belang van het betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functioneren van de elektriciteitsvoorziening bevorderen.

Wijziging ter bevordering transparantie verbruiksberekening

34. Om de aangeslotene meer transparantie te bieden ten aanzien van de

(10)

berekeningen. De in eerste instantie voorgestelde wijziging van artikel B15.1.2 bepaalt echter dat desgevraagd inzage wordt verleend in het rekenmodel. Terecht is door de VNG in haar zienswijze opgemerkt dat inzage in het rekenmodel niet gelijk is aan inzage in het de berekeningen. De VNG heeft aangegeven dat het evenwel wenselijk is dat een aangeslotene tevens inzicht heeft in de berekeningen, zodat eventuele rekenfouten kunnen worden geconstateerd en gecorrigeerd. Tijdens het informeel overleg (zie randnummer 17) is namens de gezamenlijke netbeheerders gesteld dat onder “ rekenmodel” ook moet worden verstaan “ berekeningen” . VNG en de gezamenlijke netbeheerders zijn tijdens het informeel overleg overeengekomen om het begrip “ rekenmodel” te vervangen door “ rekenmodel respectievelijk de daarop voorgestelde berekeningen” ter bevordering van de duidelijkheid. Dienaangaande heeft de Raad in haar opdracht tot wijziging de gezamenlijke netbeheerders verzocht om het voorstel en de toelichting met elkaar in overeenstemming te brengen. In reactie hierop hebben de gezamenlijke netbeheerders in het aangepaste voorstel tot wijziging van de Meetcode Elektriciteit voorgesteld om de woorden “ en/ of de berekening” toe te voegen na

“ rekenmodel” . De Raad stelt vast dat deze voorgestelde wijziging ten goede komt aan de transparantie van de voorwaarden en neemt het voorstel op dit punt over.

Wijzigingen ter beperking van de administratieve lasten

35. Omdat in de huidige versie van Bijlage 15 niet is bepaald met welke frequentie de aangeslotene de desbetreffende informatie over de OV-aansluitingen dient te verstrekken, stellen de gezamenlijke netbeheerders voor om uit te gaan van een verstrekking per kwartaal. In specifieke situaties kan tussen de netbeheerder en de afnemer een alternatieve frequentie worden overeengekomen. De Raad is het met de gezamenlijke netbeheerders eens dat een dergelijke systematiek de administratieve belasting zoveel mogelijk beperkt en recht doet aan de dynamiek van de wijzigingen in OV-aansluitingen. Derhalve gaat de Raad akkoord met de vastlegging in artikel B15.1.1 van de op aangeslotene rustende verplichting om eenmaal per kwartaal de

desbetreffende gegevens aan de netbeheerder te verstrekken, tenzij anders is overeengekomen.

(11)
(12)
(13)

Bijlage 1: Wijzigingen van de voorwaarden

1. Naar aanleiding van dit besluit worden de voorwaarden aangepast zoals hieronder aangegeven.

2. Artikel B14.2.10 van Bijlage 14 bij de Meetcode Elektriciteit wordt aangepast tot: B14.2.10 Indien de armaturen voor openbare verlichting zich niet direct achter de

netaansluiting bevinden, maar deel uitmaken van een OV-installatie, verstrekt de aangeslotene de netbeheerder desgevraagd een accountantsverklaring waaruit blijkt dat op de desbetreffende OV-installatie uitsluitend armaturen zijn aangesloten ten behoeve van openbare verlichting en daarmee gelijk te stellen armaturen, zoals ten behoeve van reclame- of feestverlichting, abri’s,

verkeersbordverlichting etc. mits deze op dezelfde wijze geschakeld worden.

3. De titel van Bijlage 15 van de Meetcode Elektriciteit wordt aangepast tot:

Bijlage 15 Gedimensioneerde profielen voor openbare verlichting en verkeersregelinstallaties

4. Artikel B15.1.1 van bijlage 15 bij de Meetcode Elektriciteit wordt aangepast tot:

B15.1.1 In het geval de aansluiting van een installatie voor openbare verlichting op grond van 2.1.3.5 van de Netcode Elektriciteit niet is voorzien van een comptabele meetinrichting, verstrekt de aangeslotene, tenzij anders overeengekomen, eenmaal per kwartaal aan de netbeheerder de volgende gegevens:

a. het aantal lampen (inclusief voorschakelapparatuur) behorende tot de installatie;

b. het vermogen per lamp (inclusief voorschakelapparatuur);

en per door de netbeheerder aan te geven tijdvak, voor zover van toepassing, vooraf:

c. het brandschema (inclusief onderhoud);

d. de tijden dat de installatie wordt gedimd en het vermogen van de lampen (inclusief voorschakelapparatuur) in gedimde situatie.

5. Artikel B15.1.2 van Bijlage 15 bij de Meetcode Elektriciteit wordt aangepast tot: B15.1.2 De netbeheerder stelt op basis van de in B15.1.1 bedoelde gegevens het

belastingprofiel van de installatie vast en geeft de aangeslotene desgevraagd inzage in het rekenmodel en/ of de berekening daarvoor.

6. Artikel B15.1.3 van Bijlage 15 bij de Meetcode Elektriciteit wordt aangepast tot:

(14)

7. Artikel B15.1.5 van Bijlage 15 bij de Meetcode Elektriciteit wordt aangepast tot:

B15.1.5 De aangeslotene houdt voor de netbeheerder een technische administratie bij een geeft de netbeheerder hierin desgevraagd inzage. In deze administratie worden in elk geval de volgende gegevens opgenomen:

a. de locatie van de lampen(inclusief voorschakelapparatuur);

b. per type lamp (inclusief voorschakelapparatuur) het aantal en het vermogen.

8. Artikel B15.1.6 van Bijlage 15 bij de Meetcode Elektriciteit wordt aangepast tot: B15.1.6 De aangeslotene houdt de in B15.1.15 bedoelde administratie actueel.

9. Aan Bijlage 15 bij de Meetcode Elektriciteit wordt een artikel B15.1.8 toegevoegd, dat als volgt luidt:

B15.1.8 De aangeslotene, bedoeld in B15.1.1, toont desgevraagd door middel van een accountantsverklaring de juistheid en de volledigheid van de in B15.1.1 sub a tot en met e en B15.1.5 bedoelde informatie aan. Indien de armaturen voor openbare verlichting zich niet direct achter de netaansluiting bevinden, maar deel uitmaken van een OV-installatie, blijkt uit deze accountantsverklaring tevens dat op de desbetreffende OV-installatie uitsluitend armaturen zijn aangesloten ten behoeve van openbare verlichting en daarmee gelijk te stellen armaturen, zoals ten behoeve van reclame- of feestverlichting, abri’s, verkeersbordverlichting etc., mits deze op dezelfde wijze geschakeld worden.

10. Artikel B15.2.1 van de Meetcode Elektriciteit wordt aangepast tot:

B15.2.1 In geval een verkeersinstallatie op grond van 2.1.3.5 van de Netcode Elektriciteit niet is voorzien van een comptabel meetinrichting, verstrekt de aangeslotene, tenzij anders overeengekomen, eenmaal per kwartaal aan de netbeheerder het vermogen van de installatie, zowel in normale bedrijfstoestand als – voor zover van toepassing – in de situatie dat de verkeerslichten zijn gedimd of knipperen respectievelijk de installatie buiten bedrijf is en per door de netbeheerder aan te geven tijdvak – voor zover van toepassing - vooraf de tijden waarop de

verkeersregelinstallatie zich in één van deze bedrijfstoestanden bevindt.

11. Artikel B15.2.2 van de Meetcode Elektriciteit wordt aangepast tot:

B15.2.2 De netbeheerder stelt op basis van de in B15.2.1 bedoelde gegevens het belastingprofiel voor de installatie vast en geeft de aangeslotene desgevraagd inzage in het rekenmodel of de berekening daarvoor.

(15)

B15.2.3 In afwijking van B15.2.2 kan de netbeheerder het belastingprofiel voor de installatie vaststellen op basis van het vermogen van de installatie in de normale bedrijfstoestand, en de invloed van het dimmen of knipperen en van het buiten bedrijf zijn van de verkeerslichten daarbij verdisconteren in een vaste

reductiefactor.

13. Artikel B15.2.4 van de Meetcode Elektriciteit wordt aangepast tot:

B15.2.4 De aangeslotene houdt voor de netbeheerder een technische administratie bij en geeft de netbeheerder hierin desgevraagd inzage. In deze administratie worden in elk geval de volgende gegevens opgenomen:

a. de locatie van de betreffende verkeersregelinstallaties

b. het vermogen, zowel in normale bedrijfstoestand als – voor zover van toepassing - in de situatie dat de verkeerslichten zijn gedimd of knipperen respectievelijk de installatie buiten bedrijf is.

14. Artikel 15.2.5 van de Meetcode Elektriciteit wordt aangepast tot:

B15.2.5. De aangeslotene houdt de in B15.2.4 bedoelde administratie actueel.

15. Aan de Netcode Elektriciteit wordt een artikel 2.1.3.8 toegevoegd dat als volgt luidt: : 2.1.3.8. In afwijking van artikel 2.1.3.1 hoeft een aangeslotene met een netaansluiting met

een doorlaatwaarde groter dan 3 x 25 A op laagspanning niet te zorgen voor comptabele meeting, indien:

a. het een in artikel 2.1.3.5 sub a bedoelde installatie betreft en

b. de netbeheerder de in een jaar te transporteren hoeveelheid elektriciteit goed kan berekenen en de aangeslotene er mee instemt dat op basis van het aldus berekende verbruik de door hem verschuldigde transportkosten berekend worden en

c. voor deze installatie kan worden volstaan met een netaansluiting met een doorlaatwaarde kleiner dan of gelijk aan 3 x 25 A op laagspanning, gelet op het geïnstalleerde vermogen van de installatie en

d. de aangeslotene bij de netbeheerder een verzoek heeft ingediend tot

verlaging van de doorlaatwaarde van de netaansluiting tot een waarde kleiner dan of gelijk aan 3 x 25 A op laagspanning.

16. Aan de Netcode Eelektriciteit wordt een nieuw artikel 2.1.3.9 toegevoegd dat als volgt luidt: 2.1.3.9 De artikelen 2.1.3.6 en 2.1.3.7. zijn van overeenkomstige toepassing op een

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gelet op het bovenstaande zijn de wijze van aanbesteden door Defensie, bovenstaande gedragingen van de schildersbedrijven en die van Spegelt, alle factoren die er toe hebben

In dit besluit wordt geconcludeerd dat de schildersbedrijven Dusol, Kuiten, Van de Looij en het calculatiebureau Spegelt het kartelverbod zoals neergelegd in artikel 6 Mw hebben

Het staat vast dat geen van de leidinggevenden dit heeft gedaan en dat zij aldus hun positie, naar het oordeel van de Raad ten onrechte, niet hebben aangewend om de overtreding

Het staat vast dat geen van de leidinggevenden dit heeft gedaan en dat zij aldus hun positie, naar het oordeel van de Raad ten onrechte, niet hebben aangewend om de overtreding

De Raad constateert dat [leidinggevende C] heeft nagelaten de gedragingen van Wegener in strijd met het voorschrift te (doen) eindigen en ook op die wijze beboetbaar leiding heeft

Het staat vast dat geen van de leidinggevenden dit heeft gedaan en dat zij aldus hun positie, naar het oordeel van de Raad ten onrechte, niet hebben aangewend om de overtreding

Betreft: Besluit tot ambtshalve wijziging van het besluit tot vaststelling van de rekenvolumina voor de tariefdragers van elke dienst waarvoor een tarief wordt vastgesteld

In het kader van de overdracht van de hoogspanningsnetten heeft de DTe op 28 februari 2007 tijdens een bijeenkomst met netbeheerders en afnemersorganisaties aan de