• No results found

Goed doel, verkeerd middel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Goed doel, verkeerd middel"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tilburg University

Goed doel, verkeerd middel

van Damme, E.E.C.

Published in:

Economisch Statistische Berichten

Publication date:

2006

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Link to publication in Tilburg University Research Portal

Citation for published version (APA):

van Damme, E. E. C. (2006). Goed doel, verkeerd middel. Economisch Statistische Berichten, 91(4477), 24-24.

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

(2)

I

Eric van Damme

De auteur is als hoogleraar economie verbonden aan het CentER van de Universiteit van :!i/burg en is directeur van het :!i/burg Center for Law and Economics (TILEC). eric.vandamme@uvt.nl

D

e Romeinen wisten al dat, als het volk panem et circenses wil, de machthebber er verstandig aan

doet daarover controle te houden. De moderne overheid laat het brood aan de markt over, maar houdt de kansspelen nog stevig in handen. Hoe lang nog?

Zonder vergunning mogen in ons land geen kansspelen worden aangeboden, en de overheid is met vergunningverlening zeer terughoudend. Naast de staatsloterij en de twaalf vestigin-gen van Holland Casino, waarvan de opbrengsten direct in de staatskas vloeien, hebben alleen de toto/iotto, de

paardenwed-denschappen en de goededoelenloterijen een landelijke vergun-ning. In 2004 was de totale omzet ~ 2,2 miljard; na aftrek van prijzengeld (~ 647 miljoen) en kosten (~ 732 miljoen) bleef een netto-opbrengst van ~ 853 miljoen over. De winstmarge van 39 procent laat zien hoe aantrekkelijk het is om deze sector voor de overheid te reserveren. Geen wonder dat private partijen staan te likkebaarden.

Onder aanvoering van minister Donner doet de staat haar uiterste best om deze geldbron te beschermen. De minister gebruikt verheven taal: de beperking van het aanbod rou nodig

zijn om de geformuleerde beleidsdoelen (tegengaan van kans-spelverslaving, bescherming van de consument, tegengaan van illegaliteit en criminaliteit) te realiseren. Om dezelfde reden wil de minister ook de vergunning voor het aanbieden van kansspelen op internet in overheidshanden houden en bij Holland Casino, een stichting gecontroleerd door het ministerie van Financiën, onderbrengen.l Waarom sluit een ministerie, dat zich in andere dossiers fanatiek pleitbewrger van marktwerking en privatisering toont, op dit gebied de markt volledig uit? Ook nu is de dominee de knecht van de koopman: het echte beleidsdoel is de bescher-ming van de opbrengst voor de goede doelen en de staat.

Dat mag echter niet worden toegegeven. Artikel 49 van het EG Verdrag stelt dat men een dienstenaanbieder (zeg een casino) uit een ander EU-land niet zonder meer een vergunning mag weigeren. Dat mag alleen als er dwingende redenen van algemeen belang zijn, en als weigering een geschikt en propor-tioneel instrument is om die belangen te beschermen. Uit vaste jurisprudentie volgt dat het financiële belang geen rechtvaar-diging voor weigering biedt; het beleid moet op verhevener

doelen worden gestoeld. De Europese rechters weten donders goed dat woorden goedkoop zijn en eisen daarom dat de daden

~

van de overheid de doelen daadwerkelijk dienen. Hier wringt de schoen: op basis van de Europese jurisprudentie, de zaak

Gambelli, oordeelde een Nederlandse rechter onlangs dat het beleid inconsistent is en er geen rechtvaardiging is voor het uit-sluiten van derden? Beleid dat tegelijkertijd het aanbod beperkt en de vraag stimuleert (door uitbundige reclame, uitbreiding van het aantal Holland Casinós, kanjerprijzen, etc.) is niet dien-stig aan de officiële doelen, laat staan dat uitsluiting van markt-partijen nodig zou zijn.

Inderdaad kan men zich afvragen of de soep van de con-sumentenbescherming wel zo heet gegeten wordt als zij wordt opgediend. Op allerlei andere terreinen, zoals zorg en energie, confronteert de overheid ons immers met grotere risicós: cross-sectoraal is het overheidsbeleid niet consistent. Op de kans-spelmarkt richt de overheid zich nu vooral op het tegengaan van kansspelverslaving, maar dat is een relatief klein probleem. Zou de overheid zich niet ook op de bescherming van de gewone spelers moeten richten?

Neem de goede doelen als voorbeeld. Met een paginagrote advertentie op 2 januari bedankten zij ons ('recht uit hun hart') voor onze deelname aan de postcodeloterij die hen in de afge-lopen vijftien jaar ruim twee miljard euro heeft opgeleverd. Hoeveel heeft die loterij ons gekost? Je moet wel gek zijn als je eraan meedoet. Het prijzengeld is slechts 25 procent en van elke euro die ingelegd wordt, komt slechts 57 cent bij de goede doe-len terecht. Iemand met hart voor de zaak kan beter direct geld overmaken op de rekening van Novib, Greenpeace, ofMemisa. Iemand die aan de postcodeloterij meedoet om iets te winnen, kan beter een ander spel uitkiezen. Zou de overheid ons dat niet moeten (laten) vertellen?

De postcodeloterij is een fantastisch product Mensen worden in de waan gebracht dat ze zich het niet kunnen veroorloven niet mee te spelen. De marketing is prima verzorgd en het geheel is met een dusdanige waas omgeven dat het ook voor een intelli-gente Nederlander welhaast onmogelijk is om uit te vinden wat de winstkansen zijn. Als energiebedrijven hun klanten zo slecht zou-den informeren, zouden hun topmannen vermoedelijk reeds lang tot aftreden gedwongen zijn. Elk weldenkend iemand weet dat je in zón geval van intransparantie op je hoede moet zijn. Zo niet de Nederlander, die zich laat meeslepen en die meespeelt omdat hij het niet kan hebben dat zijn buurman meer wint,3 zonder zich te realiseren hoe miniem de winstkansen zijn.

De overheid zegt A, maar doet B, en dit niet alleen in dit dossier. Dat Europa de overheid dwingt tot consistent han-delen, is ons allen tot voordeel. Ook voor de overheid zelf. Alleen een consistente overheid kan de kansspelmarkt behou-den. Bovendien, wie inconsistent is, is niet te vertrouwen. De Nederlandse burger, hoe graag hij ook gokt en hoe goedgelovig

hij ook is, realiseert zich dat maar al te goed. .

2 Rechtbank Breda. Uitspraak in zaak 03/1 B6B van Compagnie Financière Règionale BV tegen de Ministers van Justitie en Economische Zaken. 3 Marcel Zeelenberg en Rik Pieters "Consequences of regret aversion in real

life: The case of the Dutch postcode lottery". Organ;zational Behav;our and Human Decision Processes 93 (2004), 155-168.

1 Wijziging van de wet op de kansspelen houdende tijdelijke bepalingen met betrekking tot kansspelen via internet. Tweede Kamer 2005-2006, 30362, nrs.1-4.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het zal nog wel veel uitproberen zijn voor hen, maar je kind daar niet aan wagen is onzin: Als er ergens een school is waar de komende tijd veel gepraat zal worden over onder-

Aan de hand van dit model zal in paragraaf 5.2 antwoord worden gegeven op de vraag op welke wijze de Opto Elektrische Samenwerkingrelatie invulling heeft gegeven aan samenwerken

De meeste respondenten die zich al wel bewust waren van hun homoseksuele identiteit, maar die op de middelbare school niet ‘uit de kast’ durfden te komen, brachten onzekerheid

Dat verbod heeft er tot op heden niet aan in de weg gestaan dat Nederlandse reehters zich soms bij de toepassing van mensenreehtelijke verdragen zoals het EVRM gedwongen

'Mocht deze er onverhoopt wel komen, bijvoorbeeld met steun van de coalitiepartijen, dan kan zij volgens mij geen staatscommissie zijn, maar hoognit een regerings- of

Verrechtsing is niet negatief als dit betekent dat prangende problemen helder en benoemd en effectief aangepakt dienen te worden. Deze vorm van verrechtsing in Europa is een welkome

De stelling van Annemarie Sprokkereef: men realiseert zich te laat hoe ingrijpend de nieuwe Paspoortwet is.. De vingerafdrukken van alle Nederlanders komen in een

indien een harmonisatie zich immers slechts tot de accijnzen zou beperken, worden de landen die het zwaartepunt op de indirecte belastingen leggen, dubbel bevoorbeeld; de