Vraag nr. 56
van 19 december 1995
van de heer FRANCIS VERMEIREN
Serviceflats – Voorrang ex-politieke gevangenen Zie :
Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting
Vraag nr. 27
van 19 december 1995
van de heer Francis Vermeiren Blz. 231
Antwoord
De voorrangsregels die toegepast kunnen worden in het kader van de sociale huisvesting, vinden hun grond in het besluit van de Vlaamse regering van 29 decem- ber 1994 tot regeling van het sociale huurstelsel voor woningen die door de Vlaamse Huisvestingsmaatschap- pij of de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende lokale huisvestingsmaatschappijen worden verhuurd in toepassing van artikel 80ter van de huisves- tingscode.
In artikel 5 §1, 4°van dit besluit wordt bepaald dat
"zonder afbreuk te doen aan de rationele bezetting geniet achtereenvolgens voorrang voor de toewijzing van een woning, de kandidaat-huurder die : (...) 4.
gewezen politieke gevangene of oorlogsinvalide of zijn rechthebbende is".
Deze voorrangsregel geldt eveneens voor de woningen gebouwd door gemeenten, OCMW's en intercommuna- le verenigingen in het kader van het urgentieprogram- ma.
De serviceflats zijn en worden opgericht in het kader van de decreten inzake bejaardenvoorzieningen, gecoördineerd op 18 december 1991. De ouderenvoor- zieningen vallen niet onder de toepassing van de voor- rangsregels die gelden voor de sociale huisvesting.
Het opnamebeleid voor de serviceflatgebouwen wordt uitgestippeld door de verantwoordelijke beheersinstan- ties. Dit kunnen OCMW's, VZW's of profit organisa- ties zijn.-
Het lijkt me aangewezen dat de vaderlandslievende verenigingen er bij hun gemeentebesturen en OCMW's op aandringen om, bij het toewijzen van de serviceflats, rekening te houden met de statuten van politieke gevangenen, buitenlandse politieke gevangenen, bur- gerlijke verzetslieden, werkweigeraars, weggevoerden en krijgsgevangenen die aan de vereiste voorwaarden voldoen.