Vraag nr. 118 van 28 februari 1996
van de heer GEORGES CARDOEN
Dassenveld Halle – Bedrijventerrein en compensatie Eind december 1995 heeft de Vlaamse regering het gewestplan met betrekking tot het Dassenveld in Halle vastgesteld. Door deze beslissing wordt de realisatie mogelijk van een belangrijk regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter, waardoor een belangrijke werkgelegenheidsuitbreiding in de regio Halle in het verschiet ligt. We zijn daar gelukkig om.
In dezelfde beslissing echter geeft de Vlaamse regering de minister de opdracht om kwalitatief en kwantitatief minstens een evenwaardige compensatie te realiseren voor het verlies aan open ruimte via procedures inzake BPA's, elders op het grondgebied Halle.
1. Heeft de minister kennis van de recente omzetting van industriegebied naar natuurgebied in het noor-den van Lembeek (circa 20 ha gewestplanwijziging 1991) en zo ja, heef t hi j dit mee in rekening gebracht bij de bepaling van de globale compensa-tie ?
2. Wordt de verdere compensatie volledig afgedwon-gen in de lopende BPA's, die reeds de fase van de definitieve goedkeuring hebben bereikt, of wordt ook rekening gehouden met de nog op te starten initiatieven in het kader van het gemeentelijk struc-tuurplan en het gemeentelijk natuurontwikkelings-plan ?
Antwoord
1. Bij besluit van de Vlaamse Executieve houdende vaststelling van een gedeelte van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse op het grondgebied van de gemeenten Drogenbos, Halle en Sint-Pieters-Leeuw van 30 juli 1992 werd voorzien in een aantal nieuwe (publieke) bedrijvenzones. Ter compensatie werd in Lembeek een praktisch onrealiseerbaar industriege-bied dat werd doorsneden door een natuurgeindustriege-bied, integraal bestemd tot natuurgebied. Deze gewest-planwijziging was bîjgevolg op zichzelf een even-wichtig voorstel en had geen rechtstreekse invloed bij het besluitvormingsproces rond het bedrijventer-rein Dassenveld.
2. Bij beslissing van de Vlaamse regering van 20 december 1995 waarbij de gewestplanwijziging te Halle werd goedgekeurd, werd tevens beslist de Vlaamse minister bevoegd voor de ruimtelijke orde-ning te gelasten de nodige initiatieven te nemen om, via ruimtelijke ordening en stedebouw, elders op het grondgebied van de gemeente Halle, kwalitatief en kwantitatief minstens een evenwaardige com-pensatie te realiseren voor het verlies aan open ruimte in Dassenveld. De afdeling Ruimtelijke Planning van AROHM werd op haar beurt door mij verzocht hieraan het nodige gevolg voor te behou-den. In tegenstelling tot wat in de vraag wordt aan-gegeven, lijkt het mij niet evident dat deze compen-satie zou worden geregeld met bijzondere plannen van aanleg, waartoe het initiatief dïent genomen of al genomen is door het gemeentebestuur ; eerder
lijkt een procedure van gewestplanwijziging aange-wezen. Zonder twijfel zal bij het uitwerken van het voorstel in het kader van de gewenste ruimtelijke structuur voor Lembeek-Halle-Huizingen, het advies van de bevoegde adminis traties en het gemeentebestuur worden ingewonnen, zodat in de m ate van het mogelijke rekening kan worden gehouden met reeds ter zake ontwikkelde visies of initiatieven.