Vraag nr. 49 van 17 januari 2002
van mevrouw MARIJKE DILLEN
Avond- en weekendstages – Arbeidswetgeving Leerlingen die stage lopen, moeten dat ook 's avonds of in het weekend kunnen doen. Dit stand-punt heeft de minister enige tijd geleden gelan-ceerd.
Dit is evenwel niet in overeenstemming met de ar-b e i d s w e t g e v i n g. Onmiddellijk kwam er tegenkan-ting vanuit syndicale hoek.
1. De minister heeft aangekondigd dat zij aan haar federale collega, minister van Arbeid Onkelinx, zal vragen om overtredingen gedurende dit schooljaar toe te staan.
Wat is het standpunt van haar federale collega terzake ?
Worden deze afwijkingen dit schooljaar ge-doogd ?
2. Voor welke stages gelden deze regelingen ? 3. Is er overleg met het federale Ministerie van
Tewerkstelling en Arbeid en zo ja, op welke wijze ?
4. Wat is de regeling voor de toekomst ?
Antwoord
Bij besluit van de Vlaamse regering van 31 augus-tus 2001 werd vanaf het schooljaar 2001-2002 een nieuwe regelgeving ingevoerd met betrekking tot de organisatie van het schooljaar in het secundair o n d e r w i j s, zijnde de lesspreiding op dag-, w e e k- e n jaarbasis.
In deze regelgeving zijn ook de toegelaten stagepe-riodes opgenomen. Het behelst dan de leerlingen-stages die onderdeel kunnen vormen van het leer-programma in het voltijds gewoon secundair on-derwijs en in de opleidingsvormen 3 en 4 van het buitengewoon secundair onderwijs.
De toegelaten stageperiodes zijn enerzijds geken-merkt door flexibiliteit en lokale autonomie van de o n d e r w i j s i n r i c h t e r s, en anderzijds door overeen-stemming met de federale arbeidswet- en regelge-v i n g, met het oog op de bescherming regelge-van de leer-l i n g-stagiairs en het vermijden van verkapte
te-w e r k s t e l l i n g. De aandacht die naar deze stages g a a t , is gesitueerd binnen een beleid waarin het op-timaliseren van stages één der actiepunten is om de o n d e r w i j s- en de beroepswereld beter op elkaar te laten aansluiten en zodoende het technisch en be-roepsonderwijs te herwaarderen.
Uitgangspunt is dat de stagiair de werktijden van de stageverlenende onderneming volgt. Dit is één van de vereisten om stages levensecht te laten p l a a t s v i n d e n . Voor bepaalde opleidingen en secto-ren impliceert dit ook dat, tot op zekere hoogte zondagstages en nachtstages (= stages tussen 20 uur 's avonds en 6 uur 's ochtends) noodzakelijk z i j n . Ik verwijs hier bijvoorbeeld naar de voedings-branche (hotel, b a k k e r i j . . . ) , naar de verpleeg- e n v e r z o r g i n g s s e c t o r, naar de maritieme sector, n a a r het toerisme.
In de arbeidswetgeving is echter een verbod op n a c h t- en zondagstages opgenomen, behoudens af-wijking te verlenen bij koninklijk besluit, na advies van hetzij de Nationale A r b e i d s r a a d , hetzij de be-trokken paritaire comités.
Na raadpleging van de administratie van het Minis-terie van Tewerkstelling en Arbeid werd een voor-stel uitgewerkt om voor bepaalde studierichtingen van de derde en vierde graad van het gewoon se-cundair onderwijs, respectievelijk van de kwalifica-tiefase (opleidingsvorm 3) van het buitengewoon secundair onderwijs, een aantal dergelijke afwijkin-gen toe te staan.
Dit voorstel werd vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de federale minister van Te w e r k-stelling en Arbeid ; tevens werd gevraagd om, in af-wachting van de conclusies van het onderzoek in de schoot van de paritaire comités, de desbe-treffende afwijkingen tijdens het lopende school-jaar te gedogen. In de praktijk verschillen de geor-ganiseerde stages qua tijdsplanning immers niet fundamenteel van de aanpak zoals die in het verle-den gebeurde, zij het dat toen de link met de ar-beidswet- en regelgeving ontbrak ; met andere woorden : het is mijn expliciete wens geweest om leerlingenstages niet alleen te promoten, maar er ook de nodige randvoorwaarden voor te scheppen opdat ze op een volstrekt legitieme en rechtszekere basis kunnen verlopen.
van mevrouw Onkelinx een schrijven rond dit on-derwerp ontvangen. Het heeft ertoe geleid dat eerstdaags beide departementen alsnog onderling overleg zullen plegen over het tijdskader voor toe-komstige stages.
De problematiek geldt voor de volgende studiege-bieden : a u t o, h a n d e l , land- en tuinbouw, l i c h a a m s-v e r z o r g i n g, maritieme opleidingen, p e r s o n e n z o r g, toerisme, voeding.
