JJ3s
ONDERZON flAB DE RUI&flE GAS'L'lw'cK-PAR&SIWP
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
dootorsalversiag plaxrtenfystolopte ootober 1974
Greet Janssexi
N!aVii WO9Z6
PtSflq4sO — O$tJflp
£wwueO tloeIbOtoia )I9Stpojqg usOuluojo UeUsaiquns4Ra
INHOUD
pag0
SAIVIENVI\TTING 2
I K00IRYDRAI1T}f[IISHOTJDING
INIJET.D:IING
MATERIAAL EN NETHODEN 6
i) Bepal.ing drogesof geha1e 8
2G1) Prinoipe koo1hydraaLamiye 9
2,2) ftineipe ahonwave].niirhepaiiflg
9 23) Gebruik1 vooschrif1 voor öeanonwaveiuur
9be pa]. i ng
24) De suikeirftacU.e 10
25) De celiu].osefractie
ii
26) Gehruikt voorschrift voor de kooihycIraaianalyRe 12
HESULTATEN
i) (roei
en ophrengsben 142) Veranderingen in de koo1hydraatieS
18D]TSflJSSIE
i) He referewLie maeriaa1 27
2) De veranderingen in koolhydraalhuisholldiflg 28 3) Heeft de ratelaar ouikers van zijn gaolTheer nodig? 28
4) Dc Telatie fotosynthesesuikerS 29
II MORFOLOGIEEN ANATONIE
INLEIDING 36
MITERTAAL EM NER0DEN 36
NESULTATEN 40
DI SCIJSSTE 40
IJTTERA.TTTtffi 42
BIJLACrE
SANE]\WATTTNG
Door bet nnderzoeic naar cle koomydraathuishouding van IThinanthus
serotirni
rond hot heohilngsstadiu.m is vastkomen te staan dat hot door Duirn, do Doer en v0 Dieten germemde aero suiker enzetmeelgehalte van geheebte ratelaars to0v0 ongehohhte orrtstaat
Ofl1TPI
-in de eerst,e t,wee dagen na hechU.ng9 doordat relatief meer mono sachariden tot pol,rsacThariden worden verwerlct.,
In do eerste dagen na heebting heeft.
do ratelaar
kkolhydrat.en vanz'n gastheer nodig voor z'n proei, Na een week is hij in staat alle
Icoolbydraten zeif to synthetisereneDo vraag of assimi That ophoping de fotoem1These van do ongeheobte
ratelaar ronit word hernoeiuijkt. door
gelijkt.ijdg
opbreden van veran- deringen in ohlorophyllgehaite0 Wel kon een negat.ieve correlatie tusson fotosynthese/oh orophyll en Suikers/chlopophyll worden aange tooiid Ale oorzaken voor do daling in suikers wordt gedaoht aan hot verhoogde water en
mneraal (m.,n fosfaat) gehaite
Iaatstgonoerndei s waarschijnii.k ook de oorzaak van do enorme veroting in hiadopperviak hinnen
2 ziehtbare hechtin
Hep e van de bladepidermie en dwarscoupes lieten eon enorme ver groting van do
cohen zien Celstrekking en niet celdehing s de oor
zaak van de hladopporvlalc vevg-roting in do eersie do.gen no. hechting0
I KUOLHYDRAATHUTSHOTFDING
INLEIDING:
Hot onderzoek naar de relatie gastheerparasiet9 dat op het ia boratorium voor plantenfysiologie van de RJJ0G wordt gedaan is
voortgekomen uit ecologische studies van ter Borg en Bastiaans (1975) aan de halfparasiet Rhinanthus serotinus,, Daarhij word de
vraag ge
steid: "Weike is de invloed die van de gastheer uitgaat en do groelvan de ratelaar stimuleert?".
Parasitaireplanten zijn pianten die in staat zijn voedingsstof
fen 1;e onttrekken aan gastheren, waarmee zij via een haustorium in direct kontact, staan,
Een veel gebruikte J.ndeling binnen de parasitaire hogere planten is die in hemi en ho1oparasieten
Holoparasieten bezittentgn bladgroen en zijn naast water en mine—
ralen zondermeer ook wat hetreft organische stoffen aangewezen op toevoer vanuit de gastheer. rjlI.ansport van orgnische stoffen van gastheer naar parasiet is met 014 methodes o0a aangetoond.
Cuscuta campestris en C0 indecora (L.i.ttiefieid e,a. 1966) Ho1opa
rasieten vinden we in de families der Santalaceae (Ozenda 1969),
(uscutaceae, Orobanchaceae, Rafflesiaceae, Hydnoraoeae en Balanophyceae.
Van de parasi±aie Scrophulariaceae behoort Lathrea tot de holopa—
rasieten (Kuyt 1969).
Hemiparasieten, waarvan vertegenwoorcilgers zi,jn te vinden in de
families der Scrophulariaceae9 Loranthaceae en Santalaceae, hezitten we]. hladgToen en worden d.aardonr instaat gesteld te 1eschikken over
eon eigen fotosyn.thesecapaciteit,. Kostychew (Kost,ychew 1922 en Heinricher 1924) heweerde dat, goene hemiparasieten zich van
auo
±rofe planten onderseheiden doordat hun blacieren eon hogere verdam ping hebben cioch dat ze even stork assimi1eren RRrtel (1956) gaf
in navolging daarop als definitie van hemiparasieten: Hemiparasietefl zijn planten die chlorophyll bezitten en zeif instaat zijn tot foto
synthese, ze zi,jn alleen wat betreft hun waterhuishouding afhanlcelijk van hun gastheer,
In do jaren 60 werd voor een aantal hemiparasieten m,b,v, 014 metho—
den transport van org. stoffen aangetoond o0a, voor: Odontites verna (Govier e0a0 l96), Striga asiatica (Rogers and Nelson 1962)9 Striga
Li
seneplensis (Okonkwo i966) alien Sorophuiariaceae0 Vercier van de Loranthaceae voor Arceuthobium (Hull en Leonard. l964) Bij Phoradefl dron (Hull en Leonard 1964) en Viscum album (Seledzhanu en Galan Fabian 1961) bleek in combinatie met verschiliende gastheren nauWe'
iijks transport
van org0 stof op te treden0 Aangetoond werd dat transport van radioactieve mineralen enorg. stoffen V0n,i, ten gun-
ste van de parasiet plaats vindt0Door parasieten volledig in donker op een gastheer
te laten groelen
is
aangetoond dat Striga senegalensis in staat is alle
benodigdevoedingsstoffen van zijn gastheer te betrekken (Okonlcwo l966) Anderzijds zijn o0a0 Odont,i-Les, Euphraeia en Rhthanthus in staat hun levenscycius geheel autotroof te voltooien0
Onderling vertonen hemiparrsieten grote verschiiien in fotosynthSe—
capaoiteit0 Voor Phoradendron (Hull en Leonard 1964) werd een oapa citeit waargenomen die in dezeifde orde van grootte ligt ale die van niet parasitaire planten0 Bij Arceuthohium daarentegen bleek de elgen fotosynthesecapaciteit erg iaag te zijn0
Binnen de hemiparasieten is een reeks op te stellen van meer of min der heterotroof zijn van de planten0 Deze mate van heterotrofie woi'dt hepaald door de omvang van de eigen fotosynthesecapaciteit enerzijds en de mate waarin org0 stof aan de gastheer wordt onttrokken ander zijds0
Rhinanthus serotinus is een Scrophzlariaceae die op verschillefld.e gastheren kan parasiteren9 maar ook, hoewel hij dan heel klein blijft, autotroof zijn levenscycius kan voitooien0
Hierdoor is het mogeiijk vast te steilen wat er door de hechting
ver
andert in het metabolisme en aanwijzingen te krijgen over de aan van de groeistimuius die hij ontvangt. Uitgangspunt daarbij is dat lets wat niet of nauwelijks toeneemt waarsohijniijk geen gebrekoP heft, Wat steric toeneernt ican, maar hoeft niet hot belangrijkste te
zijn.
Wanneer onzeker blijft of een gevonden veranciering oorzaak, danwel gevolg is van een betere groei zal, wanneer herhaaldeiijk gevonden, deze verandering toch ale referentie moeten gaan dienen bij
proeven, waarbij alleenstaande ratelaars (onder overigens dezefcie externe
condities) door kunstmatige voeding tot uiterlijk riot var
gehechte soortgenoten afwijkende exemplaren word en opgekweek±
Eenmaai werd reeds eon goed. resultaat verkregen met semlicunstmatige
voeding door do ratelaars op bioed.ingssap te kweken9 (Kiaren '74)0
In het systeem, waarhij gekeken werd naar veranderingen die vlalc na hechting in de ratelaarspruIt op±reden, werci reeds gevonden dat
bet watergehalte direot toenam (v,Diel;en'73, Klaren'74)
org en anorganisehfosfaat direct toenam (Kiaren'74, rci Booga.art'74) bet witgehalte direct toenam (v.Dieten'73, Klaren'74)
de transpiratiesneiheid. gelijk bleef (Klaren'74) d.efotosynthesesnelheicl vertraagd. toenam (KThren'74) RudPcarboxylase aanvankelijk afnam ((fl.aren' 74)
Wat Geheurt er met liet koolhydraatmetaboU.sme? Vd, Duim (l972), de
Doer (1971) en v, Dieten (1973) toonden aan dat alleenstaande rate laars ov gehechte, suikes en zetmeel ophopen, Allen werid;en
echter met pianten die 2 tot 7 welcen gehecht waren
Tegeiijk voncl
v
Dieten (1973) een hogere fotosynthesesneTheid de geheobte ra±e1aar Rij vTaagt zich af of' het mogelijk is dat defotosynthese van de ongehectite lager is door de ophoping van assi milaten (suikers en zetmeel)
Daatst. genoemde hypothese werd bet eersi geponeerd door Boussingault in 1868e De eerste stap in de bewijsvoering ervan hestaat uit het aantonen van een negatieve correlatie tussen fotosynthesesnelheid en
assimilatenconcentratie
Aebt,ergrond van hijna alle experimenten vortht bet model van een plant zoals heschreven door Mason en Maskell (1928) Dit model maakt duide lijk onderscheid tussen het proces van CO2assimilatie (of' drogestof
toename) en groei, welke processen in de plant meestal duidelijk ruimtelijk geseheiden zijn Be plant wordt schematisch in drie delen verdeeld.: de "source't, waar de assimilaten geproduceerd worden, een
transportbaan en de "sink", waar d.e assimilaten worden verbruikt of opge slagen
Na heinvloeding van source, sink of transporthaan konden vele onder—
zoekers een negatieve correlatie aan±onen tussen fotosmthesesnel heid en gemeten of geschatte concentratie oplosbare suikers en (soms)
concentratie zetmeel van bet assimilerene blade (Rarrt'63; [arren Wilson'66; King,Wardlaw en Evans'67; Neales en Incolin'68)0
Upmeyr en Koller (1973) constateerd.en een negatieve correlatie in bet dagTitme van do fotosynthese sneiheid en de suikerconcentratie
Na hechting gaat de ratelaar harder g'roeien; or ontstaa± een sink
waar een versnelde verwerlcing van
suikerJ aatsvind; hierdoor kan
het suikergehalte in het Mad en daarmee z'n remmende werking op de fotosynthese worden opgeheven0
Be vraagstelling Mj het in de volgende hoofdstukken beschreven on-- derzthek luidt:
i) Ontstaat het verschii in suiker en zetmeeTgeha1ie tussen ge hechte en ongehechte ratelaars
direct
na hechting?2) Wanneer suiker-- en of zetmeelgehalte na hechting afneemt, werd het dan: verademd omgezet tot celwandmateriaal, omgezet tot aminozuren en eiwit, Treedi na hechting een synthese van oel- wandmateriaal op?
)
Is er een correlatie tussen een daling in suikers en of zetmeel en de vert,raagde stijging in fotosynthesesne1heid
M&TERIAL en IUTHODEN:
Gewerkt is met do haifparasietgastheer combinatie Rhinanthus serotinus (Sch8nb) Orborny Hordeum vulgare (var. union) ofwel grote ratelaar (R) gerst (H),
Serie I werd gekweekt in de periode 2711'73 tot 1812-'73.
Er werd zaad voor gebruikt
dat in
1973 was geoogst in het veld hij Hoogholtje; voor serie II 06O2-'74 tot O203—'74, zaad afkomstig uit de proeftuin van Geneticai-e
ei1erstroon en geoogst in 1971,Het zaad word gedurende ca 2 maanden 1n donker hij 4' C voorge
kiemd, waarna het kiemworteltjes van 0.53 cm had, Be kiemplanijes werden vervolgens in plastic potion met 0 12 cm verder gekweekt op lcakeThOfgTond., Kakeihofgrond is een leemhoudend dekzand afkomstig van eon terreintje dat kakelhof heet en viak Mj het Biol, Centrum te Haren ligt,
Gekweekt werd in de volgende comMnaties B, H, R+H; steeds 4
planijes van elke soon per pot. Bet genstezaad wend niet voorbehan deld en pas een week na de ratelaars gepoot, I-Jet kweken op kakeihof grond gebeurde in een k1imaakamer onder do volgende nrnstandigheden:
iicgtin±ensi toit temperatnur B
dag 6,00 23,00 uur 20,000 lux ± 20°C + 65%
nachi: 23,00 6,00 uur douker + 15'C + 75%
Er werd dagelijics gegoten met ad0 om de grond vochtig te houden Tevens werd elke dag heb onkruid gewied0
Elke ratelaar kreeg een nummer en op een li.jst werd hijgehouden welke pianten, wanneer, duthelijk gehecht waren, Ret, oogsten begon n dag nadat
een funk aantal ratelaars tegeiijk wareri gehecht
Een duideiijk gehech-be ratelaar onderscheidll zich van de niet ge hechbe door een helderder en lichtere groene kleur en duidelijk ste—
viger en forser blaadjes, Soms zijn ook duidelijk wilte zoutrandjes op de nerven te oncierscheiden,
Normaal hegonnen ratelaars op de 200 dag nadab ze op kakelhofgrond waren geze1 be hechten0 In eerie II echter op de 16 dag,
Op de oogstdagwerd eerst weer geno1eerd welke ratelaars gehecht waren endaarna werd van
alle
planten he-b aantal hladparen en de lengte van de spruit beaa1d,Bij serie II werd willekeurig 1/3 deel van he aantal pobten uitge—- kozen om nog 1 week door e groeien0 Heb overige 2/3 deel werd. geoogst,
eersb de spruiten van ratelaars die zonder
gaetheer waren opgegroeid cab, H
vervoigens spruiten van rat,elaars die al
2 dagen waren gehech-b —— cat, H
• dan sprui-ben van ratelaars die 1 dag waren
gehecht cab, H+
De sprui-ben werden gescheiden in stengel+co-bylen en blad, gewogen en daarna in goed sluitende plastic potjes ingevroren,
Van de ratelaars die op de oogstdag niet zichtaar waren gehecht
werd. elke spruit aanvankelijk afzonderlijk in een potje gestopb en in de diepvries bewaard cat,
Bij he-b uitspoelen van de worteis, hetgeen in de volgende 4 dagen
geschiedde, kon deze laatste categorie bovendien worden opgesplitst in
• eeri groep die niet met haustoria. op een
gastheer gehecht zat
cat, R
o een groep die wel met haustoria op een
gastheer zat gohecht
cat, R-
++Do spruiten werden dienovereenkomstig gepoo1c9.", gewogen en ale
of R terug in de
diepvries gestopt,Alle wortels werden nauwkeirig gewassen, gedroo tucson tissues en na wegen ingeirroren,
* ratelaars van eerie I toen 21 dagen oud
I' " serie II teen 17 dagen oud
Van de gerst word een aantai willekeurige planten g000gSt uit twee categorien
n0l•
alleen opgekweek-be gerstplanten
cat
met rateiaars opgekweekte gerstplanten eat, H
Ook bier werden hlad, stengel (vnl0 hladschede) en wortel gescheid0fl, gewogen en ingevrorene
Tegelijk met het oogsten van serie IT word aan enkele planten uJt elk van de 7 bovengenoernde eatedorien bepaald:
a) de fotosynthesesneiheid en ademhaiing (m0b,v. e URAS)
h) bet bladopperviak Atlas0zaiid papier)
e) hot chlorophyll gehalte (methode van Bruinsma) Doze hepalingen werd.en utgovoerd. door I. Klaren,
Do doorgroeiende planten van sorie II werden dageiijks gecontroleerd
op geheoht zijn en werden precies 1 week later op analoge wije ge—
oogs-b, De gehechte rateiaars werden echter onderseheiden in 9
caag0
rien nl0
van 1 tot 9
dagen gehechtFotosynthe se9 aclemhali.ng9 Bladopp0 en eh lorophyilgehalte werden iran de volgen.de catagorin weer hepaald door I Klaren:
R (=9
dagengehecht), H en H10
Het ingevroren hladen wortelmateriaai word gebruikt voor:
i) droge stof hepaling
2) koolhydraat-analyse 3) sUkstofana1yse
aileen voor sorie II
4) fosforhepalingen (door LKlaren)
s)
Droog een weegflesje gedurende een uur in een stoof bij l00C., Laat,
hot in een eàctor
geclurende 30 mm. afkoelon.Weeg in 5 decimalen nauwkeurig op eon analytishe—balans.
Prong daarna eon weinig in vl N2 fijngewreven plantenmateriaai 1
het weegf]esje, Sluit dit onmiddelijk en weeg weer,
Droog gedurende minstens 5 uur in eon stoof hi 100CO Noel
af in
exicator (60 mm) en weeg weer,
x 100%
Bereken de gevonden waarden bet drogestof ehalte: versgew0
de categorien met accent teken
zijn 1 week ouder dan die zond1I accent token, Leeftijd van de ' planten = 24 dagen9
2,, 1
De gebruikte methode berst op het losiaten op bet plantenniateriaal
van steeö.s stei'kere hydrolysatiemid delen waardoor aebtereenvolgons uit het ma±eriaai worden vrijgemaakt een suiker.., zetmeei., "hemicel
lu1ose
en cellulosefractie0 (o0a0 v Dieten '73 en Updegraff '69) Van elk der fracties word. verv-olgens m0b0v0 de anthronzwavelzuurmeth.(Fales 1951) de representatieve concentrat.ie glucose hepaald
Door gebruilc te maken van een omrekeningsfactor (Peack en Tracey) icon doze concentratie glucose omgezet worden in zetmeel, hemicellulos of cellulose
22 Frlncipe van deanthronzwave1zuur.-bepaling,
Met an-bhronzwavelzuur is ecu sterlc reducerend middel0 Alle in een extract aanwezige polysachariden worden daardoor afgebroken tot.
monosachariden Deze monosachariden gaan met het anthron eon reactie aan, waarbij stoffen met een blauwe kleur (furfuraiderivat.en) worden gevormci, Met aantal suikereertheden in eon oplossing is daardoor direct gecorreleerd met do kleurmntensiteit van de oplossing0
203 Gebruiktvoorschijftroorde anthronzwave1zuur—bepa.ling Pipetteer in een reageerbiiis acht.ereenvo1gens
x ml extract 1x ml a0d0
10 ml anthronzwave1zur
Roer good met eon roerstaaf en sluit de buis af m0b,v0 eon knikker0 Kook 7 minuten in een kokend waterbad0
7 mm aflatenkoelen in koud waterhad nogiuaals roeren
Meet
de extinctie in do
Vitatron spectYofotometer bij 622 nun0Mike bepaling wordt in duplo uitgevoerd,
BIj bladextractthn wordt eon correctie toegepast voor de kieur
ver
oorzaakt door chiorophyii0 Deze correctie wordt hepaald door dezelfde reeks handelingen als hovenbeschreven uit te voeren, doch met wegia ting van anthron uit bet reagens,
Tevens laat men hij elke none hepalingen eon z0g,n0 blancoanthron meelopen (hierbij gebruikt men 1 ml a0cI, en g4én extract)0 Do
tinctie hiervan, veroorzaakt door do kioun van bet reagens zeif, moot eveneens worden afgotrokken..
10
Be gevonden extincties worden via een .ijk.curve omgezet in mg glu nose, Voor de ijkcurve is niLgegaan van een standdard glucose opios sing van 125 ing glucose.H20 per liter,
reagens anthronzwaveizuur
Voeg aan 800 ng anthron toe 32 ml 96% ethanol en 120 ml a,d, Voeg daa±na toe onder zwenken en goed koolen onder stromend. water 400 ml geconnentreerd. 112S04. Bewaar in koe1kast
2,4 De suiketfractie,
Deze fractie omvat mono
dien
hogere sachariden welke oplos- haar zijn in 80% ethanol,Be teverwachten voor elke hepaling gemiddeid heschikhave hoeveelbeid rateiaarmate-r-Iaai ui-t
n
kweek was.2 wanneer men in duplo wilde wer ken 0,25 g versgew,Bij het werken met doze kleine hoeveelheden rnateriaal en de 1:4 verh
voor materiaai :eirbraotiemicldel (zoal.s op bet lab gehruike1ijk) declen zich eeri aantal moeilijkheden voor:
i) b±j het afwegen van bet materiaal in een centrifugehuis kornt te veel ervan aar do wand. te zitten,
2) dit is
niet weg te spoelen met 1 ml ethanol en bovendien out—dooi het te snel.
3) bij bet schudden zelfs op een rondschuclmachjne9 hezink-t-, hot planten materiaal zodat de extractie niet optimaal kan zijn.
Het extraheren van 0,25 g met 20 ml 80% ethanol waarbij boven genoemde moeiiijkheden niet opt.rden, leverde nog een voldoende go—
concentreerd extract, Ge1jqjjk van 0,2 ml ext,rart voor een anbhron—
bepaling gaf eon extinctie van 0,330,
Vergelijking van versehillende extractiemethoden aan een zelfde
rnonstxer R niateniaal met dr,stof % van ca 40%.
mg S/g versgew a) 0,25g R 1 extract met 10 ml th, 20.9
28,3 95,6%
2 extract met 10 ml eth, 7,4
30 extract met 10 ml eth, — - l.3 = 4,4%
b) 0,25g R — lx extrah. met 20 fbi eth,:
-; -
26,0 = 87,8% iran
tot, in
3x extrh
c)0.25g R 2x extrab, met 10 ml eth, en clan aanvullen tot 25 ml in een maatkolfje: 28,2 = 95,3%
Gekozen werd voor methode c, omdat:
i) die eon exact volume geeft
2) d.e hoeveelheid. suikers die
achterhlijft
in de pellet goringis,
ook t,o,v, wat in
de volgend.e chap aan zetmeel wordt gevond-en.2,,5 De ce11u1osefracie,
Voor de kwanhil;ahieve bepaling van cellulose slonden 2 meftoden l;ev heschikking
a) gravirnel;risch waarbij na meerdeve ewhraci;ies rnel diverse oplos
middelen eersh iipiden9 proheinen pechinen en hemicelluloses worden verwijderd Het residu wordh afgefi].treercl2 gedroogd en gewogen0 Noeilijkheden hij deze methode doen zich voor hij de filtvahie, om
dat ook de filtreevpapierhjes cellulose bevaUen Verder trekI cel-
lulose heel snel voclil; aan ui-h de luch1 Dc iuchtvochtigheid varieerterg makkeiijk en daarmee he-h celluiosegewichi;0 Duplo's zijn erg mod—
l.ijk gelijk
lekrjgen
Zo verschillen vaak meer dan 50% (mond med., Fe-her Wiersema)0h) colovimebrisch — rneftode voigens lJpdegraff 1969,
Ook hier word.en eerst lignine, hemicelluloses en xylosanen verwijderd., Daarna word-h de cellulose opgelosb in 67% ITTS04 waarin. d.,m,v., de
anthroribepaling he-h aaniai suikereenheden word±, heaald., D1b 14 dus
een directere methode en hiermee hieken we]. oede duplo's be lcunnen
worden verkregen
Opmerkelijk WRS ech-her het residu dat onk na hehandeling me-h 67%
H2S04 overlileef., Dii; was donicer gekleurd en ondev he-h micros000p
waren er nog duideli,jk yin graten en soms andere cels-hructuren in te onderscheiden0 Na grondig uil;wassen en tenslotte drogen bleek hel residu 8—14% van heb oor spronkelijke drooggewicht -be zijn
B±j de hepaling van cellulose in gesnipperd hiauwhandfil-breerpapier bleek dal hier na hehancieling mel; 67% H2S04 g residu overhieef
Als ceiiulosep;ehalte werd gevonden 93 -ho-h 103 % van he-h versgewich-t Ret is dus wel mogelijk de cellulose in 67% H2 S0 OP 1e lossen en
daarna m0h.,v de anthronmethode heb gehalte be bepalen
Ne-h hehuip van Ideursloffen werd geproheerd iets over de aard van dc residu deeltjes -he zeggen., Gehruikte kieursofen:
jodium zinkchioride — kleurl cellulose blauw—violet kieur-h lignine eel—hruin saffranine kleu.r-b lignine rood
soedan III — kleurl; cu-bine en suherine rood Resultalen van de kieuringen:
,jodium ZnCl2 saffranine soedan III
hlauw geel
coupe vers hiad. + men, vaatb,
in vi., N7 fijngewreven deeltjes ± ± ±
residu—déelties na stapsoewijze
± -H-
extractie
12
Saffranine en soedan III laten zien dat de residudeeltjes wel degelijk kleurhaar zijn, Toch kienren ze niet met jocihin ZnC120 Dit zou een aanwijzing lcunnen zijn voor het ontbreken gan cellulose i de residu
deeltj e s
Aangezien ruim 85% van do droge stof is terug to vinden (=1coolhy draten+eiwi tten+chlorophyli+residugewkooIhy, hierhi j niet zion bepaald oa polyalcoholen, vetten en lignine; het gevonden percentage cellulose in 21 dagon oud.e gerst (l48% van drstof) in
dezelfde orde van grootte ligt als het in hot Handbuch der Ff1, analyse
(deel IIIl pag 263) voor jong gras aangegeven percentage (nl io% van droge stof); en een blauwhandfiitreerpapiertjp volledig in oplossing gaat, isondanks dat nog onduidelijic
is waarut hot
residu hestaaten vooral hoe hot mogelijk is dat daarin
nog ceistructuren zijn te
vinden, toch besloten tot inetbocle b — de colorimetrjsche hepaling volgens Updograff0
Na do hydrolyse van zetmeel, die
op de suikerfractie volgt en ge
schiedt met 2% Nd, wordt hot residu hehandeld met hot acetic—nitric reagent. (lJpdegraff 1969) om nog in hot residu aanwezige lignine, hemicellulose ea,, poltsacharjden minus cellulose te verwijderen.B0 j doze fractie aangetroffen polysachariden worden verder aange—
duid met de vrij willekeurig gekozen term bemice1lulose_rrac-je0 Hierna volgt hehandeling van hot residu met 67% H2SO1, waardoor do
cellulosefractie
wordt verkregen,26
(lebrujkt voorschrift voor de koolhydraa-banalyseHi-bgegaan wordt van diepvriesmateriaal, wa ryan bet versgewjcht voor
bet invriezen is hepaa1
1, flaal het meteriaal uit do diepvries en weeg snel woer bet to-bale gewicht; dit om evt to kunnen corrigeren voor hot vorlies aan gewicht door droopvriezen tijden do bewaarperjode
2, mask alie ma-beriaai m0hv vi,,N2 good fjn.,
3 weog .n 50 ml erlemeyers in drie doci.maon nauwkeu.rig ca O,25g R
of 05g H af,
4
pipetteer direct 10 ml 80°/k ethanol hij; oven schuddeyi en afsi.uitenmet eon rubber stop.
5
maak van elk maalsel een duplo,6, plaais de erlemeyers op een rondsehudmachiime en schud 1
run bij
lcamentemperatuur
7, centnifigeer in pirntcent:rif'ugehuisje s en schenk af in 25 ml
aai
kolLfjes,,
8, hreng het residu m,h,v, 10 ml 80% ethanol terug in de enlemeyers
en sehud weer 1 uur
9, centnifugeer ; zorg dat steeds dezelfde enlemeyer en centnifiigebuis voor heizelfde monster worden gebruiki,
10, schenk af in dezeifde maatkoif en vu]. deze met 80% ethanol aan tot de ijkstreep; in koelkast bewaren voor anihronhepal.ing,
11, breng bet residu uit de ceninifiipehusjes m,h,v, 25 ml 2-1% HC1
terug in de eniemeyers en ko1c gedurenile 2-1 nun; kooks ieentjes en ierugvloeikoelers gebru.iken.
12, na 2-- uur kookplaat uiischakelen en af laten koelen,
13, voeg 5 ml 10% AT(OR)3 toe en schud 20 mm op de rondsehudder, 14, cenirifugeer in 3x af in de puntcentnifuge buisjes; steeds afgie.
ten in dezelfde 50 ml maaikolf; lx naspoelen met a,d,;
ook dit in
de maatkolf af'ieten;vul aan met a,d, tot ijkstroep; in koelk.nst hewaren voor anthronhepaling,
15, pipetteer oncler roeren bij het residu in
de centnifugebuisjes3 ml acetic—flitric reagent,
16, sluit de hu.isjes af m,bv,
een knikker en kook 30 mm op een ko kend waterhad,17, even af laten koelen en centnifugeer
18, afschenken in reageerbuis en r9eze afsluiten met rubber stop, supernaiant in koelkast bewaren voor anihronhens.1in,
19, pipetteer nu bij het residu 10 ml 67% H2S0; roeren
20, laa-b dii 1 uur staan Mj kamertemperatuur, maar roer wel zo af en toe,
2,
centnifugeer; op de vloeistof zit nu een bruinig vliesje, doch wanneer men voorzich±.ig te werk gaatis bet
mogefljk 1 ml vande vloeistof hieruit te pipetteren.
22, pipetteer 1 ml van supernatant uit 21 Mj 10 ml a,d,; roeren en weg zetten in koelkast voor anthronhepaling,
aceiicnitnic reagent
CUt reagens wondi gemaakt door 150 ml 80% azijnzuur te mengen met 15 ml geconcentreerd zoutzuru,
14
RESTJLTATEN:
1 Groei en ophrent.en.
In thbei 1 sbaan de egevens over hausboria en knopenaan-ballen
en de 1enges an d.e kweekplawEen, Gemiddeld zijn de rateiaars van serb I langer en heiDhen meer knopen dan die van senie IT; ze zijn danook 4 dagen ouder,
Van eerie II zijn voor do ratelaars bovendien do standaarddevia-hiee opgegeven, waardoor duidelijk wordi dal; in de eersie c9agen na heoh
ting geen den dnie in de tabel genoemde drootheden ale onitenium voor d.e heohting kan worden gebru
Tahel 1
_______
Senie TI
- - - I
- --' --'
•:2
o 3,8 +0,7 18,7 ±49
o 3,6 -i-0,7 17,4 +1,3
2,5 +1,7 4,0 ±5 19,4 -i-2,5 3,0 2,3 : 4,1 +0,6 : 22,2 + 8,2:jcJ 3,8 ±2,4 4,3 +0,5 : 25,0 +8,3
0 5,5 +0,9 : 27,1 +6,4 15,9 +7,3 : 6,9 +1,0 44,1 454
Senie t
S
—
•" ,-
o.JJ—
'ó
E0 5,8 :
23,7 :
0 5,9 22,8
fi±+ : 2,3 6,1 24,3 ::
:—
2,3 7,1 32,0 ::
R
—--—:::
: : "2" 165,7
11± : : "2" : 162,3
: : : "4" : 323,0
II
"3" 292,6Iichtroen en forcer worden van bet
symptoom van heebting hij ratelaars,blad is het eersbe zichthare Di±; bleek het gevoig to zijn van een enorme wateropname in d.e eersto face van hechting helgeen gedemonstreerd wondt door een dali.ng in droges1-ofpercentage. amen met ± gelijk hlijven van de t.otale drogestof
per plant (v, Dieten '73),
— 15 —
Ook in de beide bier gebruikte kweekseries daalde bet drogest4 % van bet ratelaarblad, enwel van oa 15% tot oa 10% (label 2 en fig i), Bij bet wortelmaterisa]. moet ten aanzien van bet versgewiobt en droge stof % rekening worden gehouden met een mogelijJce fout ontetsan
a.g.v.
de metbode van afdrogen met tissues betgeen nooit tweemaal exaot met dezelfde inteneiteit kan gebeuren. 0th meet een vraagteken woMen geset bij de juietbeid van bet wortelgewiobt
van de ratelaar die
een week is geheobt(K").
Be geweldige groei van de gersteworte].en bet grote aantal baustoria omaicte volledig soheiden van de twee
worteleteleele uiteret moeilijk.
%'2ll t2RkW!B.
—
uI i/pi iTT
trT!iU 'inblad $ wortel: bled : wortel $ blad wortel:
C
* 22.7: 28.0:13.9:: 20.3 : 30.1 $ 14.5 $
$ 24.3 * 33.5 : 12.5 :
: 75.3 : 28.6 :
9.5 :
* 3.2 * 4.1 : sq
$
.
14.7 20.1
9.6 12.8
8.1 6.5
7.88 :
8.21 : 7.42 : 6.96 : 6.18 * 7.40 : 8.91
$
S
C C
K"
C
K'1"1'
C
uP
274.2 $ : 210.5 :
$ 20.83:
15.08:
: 20.49:
$ 37.04:
: 60.28:
: 47.33:
$ 300.16:
* 241.51:
: 203.51:
* 789.30:
$ 523.23:
178.0 :
343.0 :
30.36:
27.03:
35 •25:
43.33:
45.51:
73.97:
64.28:
283.58:
309.67:
811.06:
651.15:
.
00.
S C.7 S
$ 3.0 $
* 7.5 :
: 28.5 $
: 21.5 :
3.37:
2.60:
3.40:
4.54:
6.01:
7.40:
: 30.79:
* 26.56:
: 22.60:
$ 94.32:
: 59.59:
$
10.4 :
10.2 :
16.19:
17.27:
16.61:
12.26:
9.98:
16.77:
10.26:
11 •00:
11•11:
11.95:
11.39:;
3.0 3.2 :
3.7 : 14.4 $ 22.3 :
2.39 : 2.21 * 2.61 * 3.01 : 2.81 * 5.47 * 5.72 :
15.02 : 16.96 : 62.78 : 55.74 :
0.78 0.97 0.94
2.03
1.98 0.96
1.41
1 •18
1.30 1.51 2.14 1.45 5.38 1•77
1.33
1.50
1 •70
3tV1t iC
$
1
S
S
S
5.30 5.48
7.74 8.56
4'
epruit/wortel verbouding = drooi b].ad/vlant mg droog wcrti7jiWt
20
15
'0
dvoceeo % J)acL sevie
16
l0
— - —
1ic
—mcj droo blcid/ptnvtt
2rn
dvoQo3.,evC- 1J
.j cet
c,Ucrt
& clj u,cu*xck,
&L4gh tiop1 ue.v Ri
oll-tc , Jt
.eM. j cl' QVD OVtciQv i*k t.arnk
C2ti C &
)&&V
,ucL.
30
/0
,
17
Hen zichthaar vorechil in gastheerspruit zion we nadat ze eon week heparasil;eerd zijn. Dea1eenpoeiende gersi;
(Hi
heeft dangemiddeld4, do heparasiteerd.e (H ) gemiddeid 3 hiaderen,
Ret versohil in relabieve opbrengstdnling loopt in 1 week op van 4,9 tot 26,9%.
In eerie I is door ne heparasitering een stimuiering van de wordei-.
groei van de gastheer opgetreden, wat ook tot ui tdrukking kom in do spruit/wortel verhou.cling, Dii; effect werd eveneens waargenomen. door v,d. Boogaarb (1974), Anderen maken hiervan geen melding en ook in
eerie II komt het niet duidelijk tob uiting,
Na hechting treed-b eon geweidige verandering op in do spruit/wortel
verhouding van de ratela.ar (tabo]. 2). Dii; komi; het d.uidelijket tot
uiting, wanneer we vergeii jken do veranderingen die in Ti week optre den in geheebte oh niet gehee.hte
planlen, Hi-i do net gehechte blijft
do spruit/wortel verhouding + gonstant (1,41 i,45) m.j do gehecht.edaar en tegen treedl ocr duidelijke verschuiving op van 1,55 2,14 (5,38), Deze verandering in s/w verb. wordt geheel veroorzaakt door versne].iing in geoei van de sprui.t van de R+ (fig 2), Do wortelgeoei van do geheohle en ongeheohte is + gelijk,
Hen uitgeopoeld worteistelsel van eon ongehechte ziet en desondanks veel grotor en moor vertakt nit clan van een gehechte rateiaar (zie ook v,d, Duim 1971), Voora]. de R++ hooft meer haustoria dan do (tahel i), He-b lijkt er daardoor op, dat de ongehechte do drogestof 1;oename investeer in uithreiding van z'n worbeieteisei, ierwiji de gehechl;e z'n drogestof toename invosteer in do aanieg van hauetoria
18
2 Veranderingen in do koolrdraatf-ractjes,
Be results-ben van do koolh-y-draatanaj.yse staan voor de oers± als
staafdjayammen nitgezet, Bi3 de rat,ela,ar siaan op de ordinaat weer cle gehall van elke koolhydraatfraetie, Op do absis in vo].gorde ran d.c duur van hechting do categorien zoals onder materiaal en methode (pag 1.+) vermeld,
serie fl
biadma±eriaai
fig 4,
Van naar naemt bet suikergehalte per g ver sgew, af, Bit ±0 niet alleen een gevolg van de enorme wateropname.,direr,-b na hechti-flg,
want ook per g drooggew, daact bet suikergehalte, Per plant hlijft d.c hoeveeiheid suikers + gelljk,
Hot zetmeelgehalte neem±, per vers. en drooggew, jets mindor stork af, dan do suikers en stijgt zelfs per plant,
Cellulose
hlijft per versgew, ±
constant, neemi per drooggew heel letsen per plant zelfe funk toe,
wortelmateriaal
fig 5.
In
de ratelaar worbels daalt bet suikergehalte, hiijft hot zetrneel
+ gelijk en neem-b do cellulose na eerst lets gedaald te zijn toe (alles per g droggew,)
Bij do gerst valt op dat in de wortels do suikers
per g drooggew0ben eers-be slechts ca 1/10 van he-b suikergehalte in hot Mad sun en dat bovendien do suikers in de gehechte wortel t,o,v, d ongehechle zijn gehalveerd, Waarschijnlijk is deze halvering eohter eon gevoig vqn do methode van oogsten, waarbij eerst alle H en pas d.c volgende
ochtend alle H+ zljn uitgespoeld, In de nachtperiode hebben de suikers verioren door bloeding en groei, In serie II werden steeds
om en om eon H en eon H+
uitgespoeld, Hier is de dalingin sutkers
van
H t,o,v, H niet opgetreden (fig 9)0
serie
IT
fig 6+7,
e veranderingen in suikers, zetmeel
en cellulose tot san
inbladmateriaal van serie II zijn +
gelijk aan die zoals heschrevenvoov eerie T0 In hot tweede dee1 van R' naarR++', zien we een a2 vlakking van do direct na hechtlng opgetreden verancleringen in het
blad ma teriaal,
In do wortels neenit he-I; totaal mg koolhydrat,en per g drooggew, toe vooral ale gevoJ.g van een stijging in cellulose per g drooggew0
In fig 10 1; lets te zien omtrent
do veranderingen die in bet koo1 hydraat metaholisme optreden0 Te zien is dat van naarmeer do suikers de gTootste relatieve toename vertonen maar dat nu do eelJu1oeee-y-n these relatief het snelete is
De nieuwe eltuatie hlijft gehandhaafd, ook na een week0 Eij do onge hechten R naar , zien we dat nog steeds cle eulkersynthese relatief do gTootsto is0 Be ongehechte wordt eon steeds uzoetereu plant0
In de wortels treden deze veranderingen in kooihydraatmetaljolisme
niet op zoaJs to zien.is in fig 11.
lg 12 geeft do samenstelling van een gram koolhydraten0 Te zion in
i) hot cellulose aandeel in de
wortel ongeveor 2x zo groot is ale inhet blad.0
2) hot suiker aand.eel daarentegen ca 2x zo iaag0
)
do gehech-be t.0o0v, do ongehechto finder sdkers en moor poly.sachariden heeft,
4) hot laats-he vooral duidelijlc Jo in bladmateriaal0
II
I
0OQ 4aQ
001
-
•0'?
y
1
&
F'
i.
1AS
W —
, -
dc]9
+f +•.
/
:cTQ
aivo
c&4; ..+
I
-
P001 00
•Q2'c;0AZ,
/D'Ii
sp: ?tu
—
_PI.
-f 4;
_______________
05 •
00
00!
Q1
1
__
_____
_____
•
c
—
c*ai
- 21, —
ael pb. .f, b, ko&yL.
100 200
80 _.._ - — — - zoo — — — — - ,So
6o iso /20
IOU
100
Ill,
±- *1 +'- *- - +
- j
÷*-•
+ - — —5.1 - cu.t.
veo.
1010
/o0 iPoo —— —-
I ii
200 (co
IOD
0
l.1--
//
÷ - - ÷- OJk Cvckgscs.
45
—Koo cco-ctcbes n ,orkL
-_______
tt44
6.3
_
cui ctLs /i0&. cLrv rL-
____
Koo ac±vacis
lvi 'aIe.cxcw .61.ac(.evte
3U k
I0
Sc'
40
/
II
// I9
/00
22
wtc c-\&ids
Jt . 4
6.1 — 3iL
cs. /vb
4'
6. 2 CUiQ.
f
i- b. /
.1/
4.
2D
ZeiC'
3
2
I
.3
23
-p -
ca'/
LyvoJ
-. CL\it
j00
t-c4. C4t
00
,oo
lI0
/ p
2,1
#1
ath
aLt,; t/c (C 14
hcA. 8 —
K 0,LL
SQV Ce.
o,L1
aL v/
( C Q )(1.
—L
,6o
I O
9
20
1.
Out ctQ.
OC,LkLC.V ACJeS "0-"i io.o. ''
5evC.Q. 3L 4 25
—
5U.kt
—
cQQ4øse
r
Lôc
/
2 Oc'
/ / /
I00
/ ,
—1— —
— —— — —
4-
/0 _: .Su2k&v
—
—
)a.I vEL.
t /, I. . .
LVL.Wi/kot. ovtI evrL
I-. I-Ii-
I—'I']I L
—
—
.
. ct.LL.L(.c.)2. —
. c oIooi ko-EL.
9
/ /
20"
,00
4- +4. + 4.'
I—It-1±41÷I+.tI I—'i]
27
DISCUS STE
1, Bet referentiemateriaaL
AileendToeiende ratelaars (R) zijn gekweekt ale
referentie t0o,w
de gehechte zouden worclen vergelelcenG
De mogeiijkheid bestaat dat de in combinatie met gerst gek:weekte plan-U
ten door concinenti reeds van do alleengroeiende waren gaan verschil
len0 We moeten dus P vergelijken met B'O Van d.e plusminnen is een deel reeds gehecht (Ri=) en bier kimnen a] versohiJien ácg0v, bech±ing op gaan treden (zeicer in kooLhi,rc3raatgehal-bes9 n010 de haustoriumvor ming is al een sink)0
Tilt dc
resi1taten (tabel 1+2 en fjr
4t/m7)liijkt eehter dat
bet versohil tucson R± en B± zeer klein zijri0
Do gebrulicte methode van oogsten geeft ook geenszinc zekerheid threr
bet felt of bet, verschi]. wat en is,ontstaan is door do haustoriwn_
vorming, danwel gevoig is van eon onevenredige uitsplit,sing van do pius.minnen OOlo Ret is namelljk goed mogeli,jk dat alleen do "hesbe"
exemplaren nit die pool kane hebben gezien een haustonium te vormen
en do W-
+
reeds van oorsprong de siechtste planten vertegenwoordigen Bet maximale concurentie effect is we]. hot versohil tucson cat encat R, maan ale we to maken hebben met eon onevenredige uit,spUt,sing dan is hot concureni;ie effect minder dan het versehil tucson 1aat,st
genoemd e caiegerien0
cokct
— -
tcc
utxJO,_
>IJit dc rosultaten hlijkt dat we voor elk aspect dat is hekeken eon reeks knnnen opetellen, waarin de Cat R moestal iigt in do huurb
++ of some flog lets aan de kant van R+,
van do R' Dit is een aanwijzing
d.at toch wel van een zekere concu'rentie sprake ie
Plc geheel liggen eehter do waarden van R, R- en B zo dioht bi,j
elkaar dat do R, mede gezien de onzekero afkornt van d.e cat
rustig
ale referentie categorie genomen kan worden.28
2 De ye rand eringen in koo1hyrae;bhuisioudin
Zowel uit do resultaten van eerie I ale TI bli,jkt dat het door vd
Duini (1972)9 de Doer (1971) en ye Dieter
(l) evonden versch:Ll
in suiker en zetmeelgehal-be tussen gehech±,e en ongeheobte rate] aare
direct na hehting ontstaat Het suiker
en zetmeelgehalte van eon g droge etof neem bij de hechtonde planten sterk af (rig 6o2)e Ten aanzien van hot tweede punt van do vraagstel]ing (pag he) kan ge7,egd worden, dat door de hechting een versohuiving optreedin de
erhoudirg waarin suikers9 zetmeel en cellulose worden gevormd0word.en in do gehechte ratelaar relatief nicer monosachari.den tot pOl sachariden verwerIcL(fig60; 10 en 12).
Doze verschwiving
s vooral duide]ijk in het hladmateriaa1 In hP
wortelma-teriaal is de verechuiving minder thiidelijk al beetaa or een aanwijzing dat die op latere ieeftijd za]. gaan optreden(fig 12)Li
suikers van zijngas-Eheernodig?Terwi1l hij holoparasieten, de geen hladgroen bezitten di1idel].1k is dat zij ten aanzien vnn de koothydraatvoorziening afhanke].ijk 1•in van hun p,nstheer, wordt deze afh.ankelijkhejd voor hemiparasieben die wel chlorophyll hebben in twij fel gotrokken (Kostychew 1922 Heiflri0h0r
1924, do Boor l971)e
TJi-L do resultaten vnn eerie II is getrach-t eon suikerhalans sarnon te
stellen en wel ale volgt
Cemeten is do net±o.fotosynthesesneihejd in 002/rnr/planb0 'R pyl zijn even oud, konden due even lang fotosynthetiseren, echter do R
tend.ele met eon hogere fotosynthesesnelheid,
Stel hot verschil iii koolhydraatgehal-te tussen + en ++ komt tot stand door een halve dag te fotosrn-Lhe-tieren met hot versehi]: in fotoyfl
thesesnel1-)ejd tucson die twee0 q
Dan blijk± 245ç glucose bc Icunneri worden vastge1e'de I-let ge\rondefl
verschii in lcoolhydraatgehal-be was 265 /glucose-.eenheden0 Do rate Laar kan in di-b stadium due nog net riot z'n eigen koolhydraten maken
Bovendien zijn koo1hydraten noclig voor do worbeladeiuhaling, do ehngel gToei en voor d.c syn.these van aminozuren lipiden enz0 Do
totale
drogestof toename hedraagt 3,27 mg, zoc]at gekoncludeerd moe-b wordfl da-b mits1 do herekening betrouwbaar is d.c ratelaar in he-b stadium direct na hechting koolhydra-ben van z'n gaether gehruikt0
29
Transporl- van koolhydraten van gnstbeer na.ar parasie-h is aanpe-oonci door Mei,jhoom (1968).
Dat de berekening niet zo
sleoht is, hlijkt
wanneer we hetzelfdo (900fl voor de stap R naar Gemeten koolhydraattoenme 2486>; glucose0Gemeten drogesto.f toename 7,62 mg, Berekende suikersyn-thege 8,37
m
glucose, Do ongehechte moot natuur1ik ailes zeif maken en ui1 do herekening voigt dat
hij
dit ook Ican,, Er bU.jt zelfs nog iet OVPTvoor wortelaclembaling en stengeiroe-j
Tabel 3
geme-ben koo] hyd±aat geme-ten droge stof— bereker0 koolhydraa•
toename in
.
glucose oename in mg hoenaun •;g1UcC)se,
\/
RHnaar R 2486 7,62 836no-in R 241 1,65 2-
R
naar 265 1,27Rnaar R 7454 27,69
3482
Uit bahei 3 blijId dat van naar RH de rateiaar aiweer ni z n
eigen fotosi,rnt,hese do opgetreden groei kan hewerknteiligen, Van R±+ naar Rmoe-ben echter suikers
uit de stheer word
enAls eind.conclusje kan dus geeven wordon
enkele dagen direc-h na hech-ing gehmdkt de ralelaar suikers
ii de
gastheer voor ztn groei0 Di1 porcenbage wordt ochter steeds kl€nex en na eon week is de ratelaar al
in saa- met z'n elgen fotosyr-!es
voidoende koolhydraten op to bouwen
4 De relatje fotosvnthesesuikers
In serie I nam ag0v0 do heching het suikergeha:Lte
af,in her.be
laarhlad, Wanneer cut gegeven vergeleken word-u met de
resu1tator-i
Kiaren (fig 13), zou gezegd kunnen worden dat
do negat,ieve corr(-tie
tussen fotosmthese en suikergebalte zoals verwacht volgens dotheore dat assimilaten
de fotosy-nthese kunneri remmen, bestaat, Eohter suikers worden gevormd. door bet fotosyn-heseproces,Dit Thc
is mede afhankeiijlc van exerne factoren, In bolrenstaande
zijn ii —
ta-ben vergeleken ui-b versohillende kweken. Do exacte rela±ie tus1-i fotosynthese en suikers is daardoor niet hekend,
Deter zou bet z
van n kweek zowel fotosynt,hese als suikers to hops.]en en wel ozo goed. mogelijk liet.zelfde
tijdstip, want de sikeropncee
varieert ook met de lerigte van de periode waari.n
fotosriti-te se plaate'
vond
We zouden dan kunnen komen tot de volgende toets:
wanneer men in
n
grafielc i.itzet de fotosynthese (mg 0O2/u-y/g versblad) tegen suikers (mg glucose/g vers ilacl) dan wordt op gnond Van de hypothese verwacht dat een relatie bestaa±, o, dat; hoge -11-iJcerWaar—
den gepaard gaan met eon lage fotosynthesesnelheid,
Voorwaarde is eehter wel dat andere voor de fotonthese bel rijke
factoren constant hlij1en,C/v/ I LC/v /
30
2;
to
•-?- t1.
___
—
Ocuc
k
Vergelijkl;
men bet gedrag van de fotosynthose in ser (-' — 4)
met dat van de door Kiaren heschreven proeven (fig tan ica
zeggen dat: in eerie II na de
hechti.iig een factor ift de]i 1k hepericend s eiorden (ni van R
++"11 d- —-
i—de proef besclireven door Klaren niet is gebeurd Het chlorophyll per
drooggew0 1jkt in eerie II
vooral juist in de stap van
naarR Fig l ].aat
h&chlorophyll do fotosynthesesnei.heid heperkt0 Voor en liggen d.c gevoncien piinteu op bet stijgende deel
kromme Voliedige zekerheid. of we hthr met can Blacmp
maken hebben is er niet omdat dan alle anderefacioe j-__
kunnen heinvloeden 1e-inin constant moeten hlijven ker..
heid hebben we niet
30
I;
— ",
vc-tv6Ltot
vd.
(
o'
<)E-y-nthe cc
Kijkn we naar 1i'/Chl (fig 17), dan zion we dat onclanks do verlag.ng in fotosynthese per g drooggew0 do F/mi van af hot hegin van hech
ting toeneemt9 ierwijl doze grootheid voor 1
hlijft daien
Do oorzaak var doze verhoging in efTicientie van hot chlorophyll lcan gezochi worden in
a) lichtreac tie
factor iicht - het kweken van do pianten en ook do foiosynihes e hepalingen wonder' gedaan hij 2OOOO iux Licht' verzacliging mad voor de ratelaars steeds al op Mi 1500001ux, zodat de factor iicbt onmogefl.jk
oorzaak kan zijn van de venhoging in
chionopi. ast-structuur door Meyev9ea (1973) wordi aangegeven dat do microstrueiimr, met name van chionoplasten
en ook do "degree of hydration" van do chioropias-.
ton do sneiheid van de fotosynthese kunnen
hein
vloeden0
Ornirerit veranderingen in do structuur of "degree of hydration" van chioroplasten na do hechting van ratelaars zijn goon gegevens bekend
3].
, t
'a
Ic'
8
4 (CO/.w.v /iv
—
0
I';
+4 C) 2
44
I,
I) ()
IS — tvt
cUz i vcLE,Io.tv..
, e-v (zj.
1%.