• No results found

Marktmonitor, ontwikkeling van de groothandelsmarkt voor elektriciteit 2004 – 2005

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Marktmonitor, ontwikkeling van de groothandelsmarkt voor elektriciteit 2004 – 2005"

Copied!
92
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Marktmonitor, ontwikkeling van de

groothandelsmarkt voor elektriciteit 2004 – 2005

Resultaten en aanbevelingen

(2)

Projectnaam: Monitoring groothandelsmarkt elektriciteit

Projectnummer: 300040

Directie Toezicht Energie Den Haag, juli 2005

(3)

Inhoudsopgave

Samenvatting...5 1 Inleiding ...10 1.1 Achtergrond en verantwoording...10 1.2 Aanpak...10 1.3 Proces ... 11

1.4 Samenvattend overzicht indicatoren...12

2 Ontwikkeling van de liquiditeit, transparantie en mededinging ... 13

2.1 Inleiding... 13 2.2 Liquiditeit... 13 2.2.1 Ontwikkelingen op de onbalansmarkt ...14 2.2.2 Ontwikkelingen op de spotmarkt...14 2.2.3 Ontwikkelingen op de termijnmarkt ...21 2.2.4 Conclusie ... 26 2.3 Transparantie ...27 2.3.1 Internationale vergelijking...27

2.3.2 Informatiebeschikbaarheid en openstaande behoeften ...27

2.3.3 Conclusie ... 31

2.4 Mededinging ... 31

2.4.1 Spelers op de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit... 31

2.4.2 Herfindahl-Hirschman Index (HHI) ...32

2.4.3 De Lerner-index...36

2.4.4 De prijzen van elektriciteit... 44

2.4.5 Spark spread ... 48

2.5 Samenvattend overzicht indicatoren en conclusies...50

3 Aanbevelingen ...52

3.1 Inleiding...52

3.2 Eerdere aanbevelingen ter verbetering van de handel ...52

3.2.1 Het beschikbaar maken van de fysiek aanwezige importcapaciteit... 53

3.2.2 Beschikbaar maken van onbenutte maar aanwezige importcapaciteit ... 53

3.2.3 Spreiding van momenten voor veiling van importcapaciteit ...56

3.2.4 Gasflexibiliteit betaalbaar maken voor piekcentrales ...56

3.2.5 Stimuleren van initiatieven ter verlaging van het kredietrisico ... 57

3.2.6 Creëren van meer transparantie op de elektriciteitsmarkt...58

3.2.7 Versterkte monitoringsactiviteiten...59

3.2.8 Beschikbaar stellen van productiecapaciteit aan de markt via een veiling...59

3.3 Aanvullende aanbevelingen ... 60

3.3.1 Intraday capaciteit voor grensoverschrijdende handel... 60

3.3.2 Differentiatie import volume plafond ... 62

4 Conclusie ... 64

5 Referenties ... 67

Bijlagen ... 69

1. Liquiditeit op buitenlandse groothandelsmarkten voor elektriciteit... 70

1.01. Inleiding... 70

1.02. Internationale vergelijking van de spotmarkten... 70

(4)

1.04. Volatiliteit van prijzen... 71

1.05. Internationale vergelijking van de termijnmarkten (OTC)...72

1.06. Volatiliteit van de prijzen... 74

1.07. Conclusie ... 74

2. Arbitrage tussen Nederlandse en buitenlandse groothandelsmarkten voor elektriciteit ... 76

2.01. Inleiding... 76

2.02. Arbitrage op de dag-vooruit veiling ... 76

2.03. Arbitrage op de maandveilingen...78

2.04. Conclusie ... 79

3. Transparantie op de Europese groothandels-markten voor elektriciteit ... 80

4. Ontwikkelingen in het beleid ten aanzien van transparantie in 2004 ... 82

4.01. Inleiding... 82

4.02. Inwerkingtreding transparantiebesluiten... 82

4.03. Publicatie deltasignaal... 82

4.04. Oprichting van de ENDEX Futures Exchange. ... 82

5. Dataverzameling, berekening van de Lerner-index en toelichting samenstelling marginale kosten... 84

5.01. Dataverzameling en bespreking ... 84

5.02. Berekenen van de Lerner-index ...87

6. Berekening van de spark spread ... 89

6.01. Gebruikte data voor elektriciteits- en gasprijzen... 89

6.02. Berekening spark spread per eenheid elektriciteit ... 89

6.03. Berekening van de niet-brandstofkosten per eenheid elektriciteit... 90

(5)

Samenvatting

Inleiding

Net als in 2004 heeft DTe ook dit jaar de liquiditeit van de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit over het afgelopen jaar bekeken. DTe concludeert dat de liquiditeit is toegenomen ten opzichte van 2003 maar dat er nog duidelijke verbetering mogelijk en wenselijk is.

In overeenstemming met haar eigen advies uit het vorige liquiditeitsrapport heeft DTe haar

monitoractiviteiten uitgebreid met onderzoek naar transparantie en mededinging. Daar deze dit jaar voor het eerst gemeten zijn moeten zij met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. Een eerste conclusie is dat het niveau van concentratie aan de aanbodzijde op momenten van schaarste relatief hoog is. Dit kan tot markmacht leiden. Daarnaast scoort Nederland gemiddeld met betrekking tot transparantie in vergelijk met enkele ons omringende landen. Het niveau van daadwerkelijke marktwerking verdient verdere verbetering en DTe doet hiervoor een aantal aanbevelingen.

Indicator Resultaat

Liquiditeit

Positieve ontwikkeling, maar verdere verbetering wenselijk Transparantie

Gemiddeld vergeleken met buitenland

Mededinging

Bij schaarste relatief hoge marktconcentratie aanbodzijde (Nulmeting)

Liquiditeit

Met deze indicator meet DTe handelsvolumes, prijsvolatiliteit en een aantal andere elementen die aangeven hoe stabiel en liquide de Nederlandse markt is.

DTe constateert dat de liquiditeit van de groothandelsmarkt voor elektriciteit weliswaar sterk is verbeterd ten opzichte van 2003, een jaar waarin de liquiditeit zeer laag was, maar in vergelijking met enkele ons

omringende landen is Nederland een middenmoter. Duitsland, Engeland en de Scandinavische markten vertonen een hoger niveau van liquiditeit op hun groothandelsmarkten voor elektriciteit. Daar staat tegenover dat de Belgische, Franse en Oostenrijkse markten nog maar aan het begin staan. De verbetering van de liquiditeit komt o.a. tot uitdrukking in de toename van het aantal actieve partijen op de APX. Dit wordt tevens bevestigd door de uitkomsten uit een door DTe uitgevoerde enquête onder marktpartijen. Ook op de OTC-markt zijn de verhandelde volumes relatief gestegen en is de spreiding tussen OTC bied- en laatkoersen afgenomen. Echter, de volatiliteit van de prijzen is relatief hoog.

Transparantie

Belangrijk voor eerlijke en effectieve marktwerking is de mate waarin relevante marktinformatie vrijelijk beschikbaar is voor alle deelnemende partijen. Hiermee kunnen marktpartijen op een adequate manier beslissingen nemen met betrekking tot bijvoorbeeld inzet van productiemiddelen.

Ten aanzien van de mate van transparantie concludeert DTe dat Nederland in de Europese context gemiddeld scoort wat betreft het transparantieniveau. Tevens geldt dat de verschillen in de mate van transparantie tussen de verschillende Europese landen relatief groot zijn. In Nederland is publiek

toegankelijke informatie aangaande de elektriciteitsvraag, daadwerkelijke gebruik van de grensverbindingen, day-ahead nominaties en de handelsresultaten op de OTC-markt niet of slechts beperkt aanwezig.

(6)

Mededinging

In een goed werkend markt zijn voldoende partijen aanwezig die eerlijk met elkaar concurreren. De Nederlandse groothandelsmarkt elektriciteit heeft maar een beperkt aantal deelnemers. Het is daarom belangrijk de ontwikkeling op het gebied van mededinging nauwlettend in de gaten te houden. Dit geeft ons de mogelijkheid tijdig de juiste maatregelen te nemen om de consument en nieuwe partijen te kunnen beschermen mocht dit nodig blijken.

Inzake de mate van mededinging concludeert DTe dat het aantal spelers op de groothandelsmarkt voor elektriciteit sinds 1999 is toegenomen. Dit is gunstig voor de mate van daadwerkelijke mededinging. De concentratie op de groothandelsmarkt in 2004 is ten opzichte van 2003 nauwelijks afgenomen en

overschrijdt met name op bepaalde handelsmomenten een hoger niveau dan wenselijk voor daadwerkelijke mededinging. Gedurende deze handelsmomenten is het aantal partijen aan de aanbodzijde dat in extra elektriciteitsvraag kan voorzien zeer laag waardoor daadwerkelijke mededinging afneemt. Enkele nieuwe indicatoren die de mate van mededinging inzichtelijk dienen te maken, zijn in dit rapport voor 2004 voor de eerste maal door DTe opgesteld. De uitkomsten van deze indicatoren tonen dat APX-prijzen gedurende 2004 voor elektriciteit gemiddeld enkele procenten boven de geschatte relevante kosten uitstijgen. Deze resultaten worden als een nulmeting beschouwd, dienen voorzichtig te worden geïnterpreteerd en kunnen volgend jaar worden gebruikt om een vergelijking te maken met dit jaar.

Aanbevelingen

Op grond van het onderzoek doet DTe de minister van Economische Zaken de volgende aanbevelingen om tot meer marktwerking op de groothandelsmarkt voor elektriciteit te komen. Naast een aantal aanvullende maatregelen adviseert DTe een aantal eerdere aanbevelingen verder en versneld te implementeren, aangezien DTe constateert dat er, voor de markt, weinig zichtbare vooruitgang is geboekt in de implementatie van deze maatregelen.

1. Bevorderen dat afstemming plaatsvindt tussen TenneT en buitenlandse netbeheerders om op korte termijn de beschikbare grensoverschrijdende importcapaciteit te vergroten en marktkoppeling met Duitsland in te voeren. Hierdoor komen producenten van elektriciteit meer in concurrentie te staan waardoor de

daadwerkelijke mededinging toeneemt. Feitelijk kan worden geconstateerd dat er gedurende 2004 voor de markt geen importcapaciteit bij is gekomen. Ministeries uit België, Frankrijk en Nederland hebben

‘Memorandums of Understanding’ opgesteld waarin kaderafspraken zijn gemaakt. DTe en de markt hebben geen inzicht in de mate waarin vooruitgang wordt geboekt bij het vergroten van de beschikbare

importcapaciteit. DTe beveelt TenneT aan om stappen te nemen tot het opstellen van een gezamenlijk openbaar document met collega TSO’s. Hierin dient ten minste inzichtelijk te worden gemaakt welke inspanningen worden gedaan om tot een uitbreiding te komen van de beschikbare importcapaciteit. 2. Spreiden van de momenten dat de importcapaciteit wordt geveild. Dit werkt drempelverlagend voor met name kleinere partijen en vergroot de kans op toetreding. Het is voor de markt onduidelijk welke vooruitgang hierin is geboekt. Geconstateerd kan worden dat bijvoorbeeld de jaar-import-capaciteit thans niet op

meerdere momenten wordt geveild. TenneT zou hiertoe het initiatief dienen te nemen om met relevante collega TSO’s aan de markt kenbaar te maken welke inspanningen worden gedaan in 2005 om spreiding van veilingmomenten te implementeren.

(7)

elektriciteitsproducenten om bij onvoorziene elektriciteitsvraag tegen acceptabele prijzen extra elektriciteit te leveren. Door de kosten voor het flexibel inkopen van gas omlaag te brengen, kunnen producenten op de elektriciteitsmarkt meer en flexibeler elektriciteit leveren, hetgeen de liquiditeit ten goede komt en de prijzen van eindafnemers omlaag kan brengen. DTe beveelt daarom aan, in lijn met de Gaswet, om de huidige marktinitiatieven voor het opzetten van een onbalansmarkt voor gas actief te stimuleren en erop toe te zien dat deze markt op korte termijn wordt gerealiseerd.

Concreet beveelt DTe aan dat Gasunie Trade & Supply afnemers van gas meer de mogelijkheid biedt om af te nemen via de Title Transfer Facility. Dit zou vermoedelijk de liquiditeit op de vrije gasmarkt bevorderen. Het ‘Onderzoek marktwerking groothandelsmarkt gas van maart 2005’ maakt de problematiek inzichtelijk. 4. Kredietrisico vermindering kan een belangrijke drempel verlagen voor handel, met name voor kleinere marktpartijen. Het bestaan van een infrastructuur waar kredietrisico’s op efficiënte wijze kunnen worden afgedekt is dan ook van belang voor de ontwikkeling van de liquiditeit, wat concurrentie faciliteert en prijzen voor de eindverbruiker van elektriciteit kan verlagen. Alhoewel het geclearde volume via Endex gedurende 2004 is toegenomen, is het de vraag of ook kleinere partijen zich actief aansluiten bij Endex.

DTe blijft de ontwikkelingen volgen, en in 2005 met name nagaan of ook kleinere marktpartijen zich actief aansluiten bij een marktinitiatief zoals Endex.

5. Transparantie van de elektriciteitsmarkt draagt bij aan een liquide markt, hetgeen de mededinging versterkt. Dit omdat met aanvullende marktinformatie partijen beter de waarde van de verhandelde elektriciteit kunnen inschatten, hierdoor worden onzekerheden of verrassingen ten aanzien van de

prijszetting weggenomen. Dit vergroot het vertrouwen in de markt hetgeen een voorwaarde is voor (actieve) deelname aan de markt, met name voor kleine ondernemingen en potentiële toetreders. Concreet moet de kwaliteit van de uitvoering van de in 2004 genomen transparantiebesluiten worden nagegaan, dient meer informatie over de OTC-markt (termijnmarkt) te worden gepubliceerd en dient de transparantie

internationaal geharmoniseerd te worden.

Dit kan worden gerealiseerd indien diverse partijen die verantwoordelijk zijn voor het aanleveren van informatie conform de genoemde besluiten, dit ook werkelijk tijdig doen. Mogelijk kan ook Tennet de gebruiksvriendelijkheid van haar website verbeteren hetgeen de toegankelijkheid voor gebruikers ten goede zal komen. Voorts zal DTe samen met de markt mogelijkheden onderzoeken om meer transparantie te creëren inzake de OTC-verhandelde volumes en een gelijk speelveld te creëren voor transparantie. 6. Het creëren van de mogelijkheid om gedurende de dag import- en exportcapaciteit voor marktpartijen beschikbaar te maken, de zogenaamde “intraday grenscapaciteit”. Grensoverschrijdende intra-day handel kan bijdragen aan het op een meer efficiënte wijze oplossen van onvoorziene omstandigheden, zoals minder productie als gevolg van storingen in productie-eenheden of een hogere vraag als gevolg van onverwachte weersomstandigheden. Indien grensoverschrijdende handel ook in het intra-day bereik mogelijk is zal deze handel efficiënter kunnen plaatsvinden, waardoor de marktwerking verbetert.

(8)

7. Een maatregel om de liquiditeit op de groothandelsmarkt voor elektriciteit te verhogen is door de huidige 400 MW import volume plafond te verhogen voor die partijen die binnen Nederland geen of een beperkte productiecapaciteit hebben. Het argument voor het invoeren van bovengenoemde plafond door de wetgever was het voorkomen van misbruik van marktmacht door bepaalde specifieke marktpartijen. Het betreft partijen die over relatief veel geïnstalleerd productiecapaciteit beschikken en met de acquisitie van schaarse grensoverschrijdende importcapaciteit de mogelijkheid hebben elektriciteitsprijzen te beïnvloeden. Dit is een argument om grenzen te stellen aan de mate waarin grensoverschrijdende importcapaciteit kan worden verkregen door dergelijke specifieke partijen. Echter, het plafond is thans uniform en geldt dus voor alle marktpartijen, hetgeen de handel onnodig inperkt en dus onwenselijk kan zijn. Leveringsbedrijven bijvoorbeeld zonder geïnstalleerd binnenlands productievermogen, die leveren aan finale eindgebruikers kunnen door relatief goedkopere import elektriciteitsprijzen naar beneden drijven tot het competitieve niveau. Consumenten zouden meer kunnen profiteren indien voor dergelijk partijen het plafond wordt verhoogd. Concreet beveelt DTe aan dat het Ministerie van Economische Zaken samen met DTe eerste stappen neemt en een uitvoeringstoets uitvoert.

Bovengenoemde maatregelen passen goed in het huidige marktontwerp en hebben geen directe gevolgen voor de huidige marktstructuur. Een mogelijke maatregel die vorig jaar eveneens werd aangehaald bestaat uit het beschikbaar stellen van productievermogen aan de markt via ‘virtual power plants’. Deze maatregel is in 2004 nader onderzocht. Het resultaat is een DTe-consultatiedocument dat op afzienbare termijn aan de sector wordt voorgelegd ter consultatie.

Verantwoording

DTe streeft naar hogere efficiency én betere kwaliteit in energiemarkten, ten behoeve van eindafnemers waaronder consumenten. De nieuwe Elektriciteitswet van 2004 stelt dat DTe de verantwoordelijkheid heeft om marktwerking te bevorderen en om de Minister van Economische Zaken jaarlijks te rapporteren over de ontwikkelingen op de elektriciteitsmarkt. Op de groothandelsmarkt voor elektriciteit is sprake van gezonde marktwerking of daadwerkelijke mededinging als op de markt veel vragers en aanbieders actief zijn en er geen partijen zijn die de marktprijs kunnen beïnvloeden. Er is dan sprake van een hoog niveau van liquiditeit. Verder stelt de wet dat partijen in gelijke mate toegang moeten hebben tot voldoende relevante

marktinformatie voor hun handelsbeslissingen, kortom er moet voldoende transparantie zijn.

(9)

Overzicht van de uitkomsten van de indicatoren

Indicator Resultaat

Liquiditeit

Aantal actieve handelaren op de marktplaatsen

Verhandelde volume / verhandelde volume ten opzichte van het totaal geconsumeerde volume op de marktplaatsen

Effectiviteit van het volume

Spreiding tussen bied- en laatprijzen op de OTC

Volatiliteit van prijzen

Prijsgevoeligheid van de vraag

Prijsverschillen tussen identieke producten / arbitrage

Indicator Resultaat

Transparantie

Het Nederlandse transparantieniveau in Europese context

De beschikbaarheid van informatie-items en huidige openstaande transparantie-behoeften

Indicator Resultaat

Mededinging

Aantal partijen met productie en levering op de groothandelsmarkt Herfindahl-Hirschmann Index (HHI) statisch

HHI - dynamisch Lerner-index 2004

Trend van prijsniveau van elektriciteit

Spark spread in de tijd

Overzicht van symbolen voor beoordeling

Voldoende en/of significante positieve ontwikkeling

☺☺

Redelijk voldoende en/ of lichte positieve ontwikkeling

Nulmeting en/of geen ontwikkeling

Onvoldoende en/of lichte negatieve ontwikkeling

(10)

1 Inleiding

1.1

Achtergrond en verantwoording

De Directie Toezicht Energie (DTe) dient op basis van de Elektriciteitswet en Gaswet de mededinging te bevorderen in energiemarkten. DTe heeft hiertoe de wettelijke taak om deze markten nauwlettend te volgen en de Minister van Economische Zaken jaarlijks te rapporteren over de mate van daadwerkelijke

marktwerking en doeltreffende mededinging op de verschillende energiemarkten.1 Daarbij dient DTe in de

gaten te houden of de energiemarkten transparant en niet-discriminatoir zijn.2 In geliberaliseerde

energiemarkten, die gekenmerkt worden door daadwerkelijke mededinging en voldoende transparantie plukken afnemers, onder andere consumenten, uiteindelijk de vruchten van lage prijzen, een gedifferentieerd productaanbod en een kwalitatief goede dienstverlening.

Het onderliggende DTe-rapport is het eerste in zijn soort en presenteert de resultaten over 2004 van het eerste monitoringsonderzoek naar de groothandelsmarkt voor elektriciteit.3 Deze markt treft men hoog in de

bedrijfskolom voor elektriciteit aan. Aan de aanbodzijde bevinden zich de elektriciteitsproducenten en aan de vraagzijde bevinden zich de leveranciers van elektriciteit. De prijs die op deze markt tot stand komt, wordt gewoonlijk doorberekend aan de eindafnemer waaronder consumenten. Een stijging van de

groothandelsprijs werkt fors door in de consumentenprijs. Meer concreet geldt dat als de groothandelsprijs met 10% toeneemt, dan levert dat extra kosten op voor een gemiddeld huishouden die variëren van 30 tot 40 Euro per jaar.

Het doel van de onderhavige monitor is het tijdig identificeren van signalen uit de markt die duiden op een vermindering van de daadwerkelijke marktwerking en effectieve mededinging. Op basis van een inventarisatie van signalen kan DTe een onderzoek starten om de precieze oorzaken hiervan vast te stellen. Vervolgens kan DTe mogelijk precieze maatregelen adviseren om de marktwerking en mededinging te herstellen en/of beter te faciliteren. In dit rapport worden aanbevelingen gepresenteerd.

In voorgaande jaren heeft DTe eveneens de ontwikkelingen in de groothandelsmarkt onderzocht [2]. Echter, de reikwijdte van deze onderzoeken beperkte zich tot het in kaart brengen van de ontwikkeling van de liquiditeit op de groothandelsmarkt voor elektriciteit. In dit onderhavige rapport onderzoekt DTe tevens de mate van daadwerkelijke mededinging en de transparantie op de groothandelsmarkt voor elektriciteit.

1.2 Aanpak

Voor een adequate invulling van de rapportage taak aan de Minister van Economische Zaken heeft DTe een monitoringssystematiek ontwikkeld waarmee het functioneren van de groothandelsmarkt voor elektriciteit op een gestructureerde wijze in kaart wordt gebracht. De aanpak onderliggend aan dit rapport is als volgt uitgevoerd. DTe heeft voor de inrichting van de monitor indicatoren geselecteerd, ingevuld en

geïnterpreteerd. Voor de selectie van deze indicatoren is voornamelijk gebruik gemaakt van vakliteratuur [10],

1

Elektriciteitswet 1998, artikel 5, lid3. 2

Over het niet-discriminatoir zijn van energiemarkten wordt in deze monitor niet gerapporteerd, aangezien dit niet relevant is voor de groothandelsmarkt elektriciteit.

3

(11)

rapporten van buitenlandse monitoringsautoriteiten, inzichten van marktpartijen en eerdere DTe-liquiditeitsrapporten. Deze indicatoren geven gezamenlijk een beeld van het functioneren van de

groothandelsmarkt als geheel op systeemniveau. Dit betekent bijvoorbeeld dat DTe met haar monitor zich niet richt op gedragsniveau. Zo rapporteert DTe niet over individuele bedrijven maar wordt op geaggregeerd niveau verslag gedaan. In een apart document, namelijk het Methode Monitor Groothandelsmarkt

Elektriciteit (hierna: MMGE) volgt een motivatie voor de selectie van de indicatoren.

DTe heeft voor de invulling van de indicatoren, die zoveel mogelijk kwantificeerbaar worden gemaakt, gebruik gemaakt van verschillende informatiebronnen. In de eerste plaats heeft DTe bij producenten van elektriciteit productiegegevens opgevraagd om de structuur en de prestaties van de groothandelsmarkt voor elektriciteit kwantitatief te kunnen duiden. DTe heeft in de tweede plaats de resultaten van een enquête gebruikt die is toegestuurd aan vrijwel alle belangrijke spelers op de Nederlandse elektriciteitsmarkt. Met behulp van de resultaten van de enquête kon een inschatting worden gemaakt van de ontwikkeling van de liquiditeit van de groothandelsmarkt. Ten slotte heeft DTe gebruik gemaakt van een groot aantal openbare bronnen over onder andere de prijzen van elektriciteit en de aanwezigheid van spelers in de groothandelsmarkt. Ook is gebruikt gemaakt van informatie van marktpartijen die als bedrijfsvertrouwelijk kan worden aangemerkt. Deze gegevens en andere gegevens worden op geaggregeerd (systeem)niveau in de indicatoren gepresenteerd. De resultaten van de indicatoren worden waar mogelijk en verantwoord op de volgende wijze (niet limitatief) geïnterpreteerd. Ten eerste worden uitkomsten voor 2004 vergeleken met voorgaande perioden, een

zogenaamde trendvergelijking. Dit kan uiteraard alleen indien voldoende adequate observaties voorafgaand aan 2004 beschikbaar zijn. Voor de bepaling van de ontwikkeling van de liquiditeit van de groothandelsmarkt zijn de resultaten van de liquiditeitsstudies van de twee voorgaande jaren meegenomen. Echter, voor de bepaling van de mate van mededinging is een vergelijking met voorgaande jaren niet mogelijk. De gebruikte indicatoren die inzicht geven in de mate van mededinging zijn in dit rapport voor de eerste maal vastgesteld en ingevuld. Ten tweede zijn waar mogelijk en relevant de resultaten vergeleken met het buitenland. Ten slotte worden de uitkomsten van de indicatoren, waar mogelijk, gespiegeld aan uitkomsten in een situatie waarin de groothandelsmarkt voor elektriciteit goed functioneert. Dit laatste wordt het MMGE-document nader toegelicht. Hoofdstuk 2 presenteert de resultaten van de indicatoren die in het MMGE-document worden gepresenteerd en gemotiveerd. In hoofdstuk 3 volgen aanbevelingen ter bevordering van de

marktwerking en liquiditeit op de groothandelsmarkt voor elektriciteit. Het rapport sluit af met een conclusie.

1.3 Proces

(12)

1.4 Samenvattend

overzicht

indicatoren

Voor de beoordeling van bovengenoemde indicatoren wordt in hoofdstuk 2 in een schematische

samenvatting gebruik gemaakt van de symbolen die zijn weergegeven in Tabel 1-1. Deze symbolen duiden aan of de betreffende indicator zich positief of negatief heeft ontwikkelt.

Tabel 1-1 Overzicht van symbolen voor beoordeling

Voldoende en/of significante positieve ontwikkeling

☺☺

Redelijk voldoende en/ of lichte positieve ontwikkeling

Nulmeting en/of geen ontwikkeling

Onvoldoende en/of lichte negatieve ontwikkeling

(13)

2

Ontwikkeling van de liquiditeit, transparantie en

mededinging

2.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de uitgewerkte resultaten van de indicatoren voor het jaar 2004 gepresenteerd. Hierbij wordt enerzijds de ontwikkeling van de indicatoren in de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit over de tijd geanalyseerd. Anderzijds wordt, waar mogelijk, een internationale vergelijking gemaakt van de ontwikkeling van de indicatoren. In het MMGE-document kan men een uiteenzetting en onderbouwing lezen van de indicatoren die DTe gebruikt voor de invulling van de monitor voor de groothandelsmarkt voor elektriciteit.

De uitgewerkte resultaten van de indicatoren worden in drie categorieën gerangschikt, namelijk liquiditeit, transparantie en mededinging. In paragraaf 2.2 worden de indicatoren voor liquiditeit gerapporteerd, waarbij de analyse voortbouwt op de eerdere resultaten van de liquiditeitsstudies van DTe. In paragraaf 2.3 staat de transparantie centraal. Hierbij wordt voornamelijk een inventarisatie gemaakt van de openbaar beschikbare marktinformatie. In paragraaf 2.4 wordt een uiteenzetting gegeven van de indicatoren voor de mate van mededinging. Deze laatste analyses zijn niet eerder uitgevoerd zodat de resultaten voornamelijk dienen als een nulmeting voor de indicatoren. Dit hoofdstuk sluit af met een samenvattend overzicht van en de belangrijkste conclusies over de uitgewerkte indicatoren.

2.2 Liquiditeit

Deze paragraaf geeft een overzicht van de ontwikkeling van de liquiditeit in 2004. In de afgelopen twee jaren is eveneens over de ontwikkeling van de liquiditeit gerapporteerd, waarop de huidige analyse in deze paragraaf voortbouwt.

De groothandelsmarkt voor elektriciteit bestaat uit een aantal verschillende marktplaatsen waar vraag- en aanbod bij elkaar komen. Hierbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen handel op spot- en termijnmarkten. Deze zijn al dan niet gestandaardiseerd. In de Nederlandse groothandelsmarkt is bijvoorbeeld de APX een spotmarkt voor handel in standaard dag-vooruit (day-ahead) contracten. In het MMGE-document wordt een uitgebreide beschrijving van de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit gegeven en bovendien wordt het begrip liquiditeit nader uitgelegd en gedefinieerd. De mate van liquiditeit op de groothandelsmarkt voor elektriciteit wordt aan de hand van een aantal indicatoren voor de verschillende marktplaatsen in kaart gebracht. Achtereenvolgens wordt de liquiditeit op de spotmarkt (APX dag-vooruit) en de termijnmarkt (de OTC / Over-The-Counter) behandeld. Voor iedere marktplaats wordt aangegeven met welke indicatoren (of marktkenmerken) het niveau van de liquiditeit wordt weergegeven.4 Vervolgens worden de ontwikkelingen in deze indicatoren beschreven aan de hand van

(14)

ook gehanteerd in een vergelijkbaar onderzoek uitgevoerd in 2003 en 2004. Hierdoor kan een vergelijking worden gemaakt. De tweede korte telefonische enquête is door DTe uitgevoerd onder makelaars op de groothandelsmarkt voor elektriciteit met als doel te peilen wat de omvang van de OTC-markt is.

Na een analyse van de indicatoren voor de spot- en termijnmarkt, wordt bekeken of de prijzen tussen de verschillende marktplaatsen met elkaar zijn gecorreleerd. Dit geeft een indicatie van de mate waarin tussen de marktplaatsen wordt gearbitreerd door handelaren en is daarmee ook een maat voor liquiditeit van de markt. Vervolgens wordt de liquiditeit op de Nederlandse groothandelsmarkt vergeleken met de markten in een aantal omringende landen aan de hand van enkele indicatoren. De paragraaf eindigt met een algemene conclusie over de status van de liquiditeit op de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit gebaseerd op de analyses en de enquêteresultaten.

2.2.1

Ontwikkelingen op de onbalansmarkt

Een markt die in het onderhavige document niet nader wordt beschouwd is de zogenaamde onbalansmarkt, ook wel de onbalansprijssystematiek en de markt voor regel- en reservevermogen genoemd. Deze

onbalansmarkt is een bijzondere markt die door TenneT wordt gebruikt om real-time verstoringen in het evenwicht in het Nederlandse systeem te balanceren. Voor elke transactie is TenneT de tegenpartij. Ervan uitgaand dat de onbalansmarkt alleen voor dergelijke verstoringen gebruikt wordt, kunnen marktpartijen er niet onderling bewust elektriciteit kopen en verkopen.

De onbalansmarkt is recentelijk door DTe en Tennet gezamenlijk bestudeerd [23]. Ten eerste was de conclusie dat deze goed functioneert, alhoewel het aanbod van regel- en reservevermogen ten opzichte van de vraag gestaag was afgenomen gedurende 2003. Ten tweede is het verhandelde volume op de

onbalansmarkt slechts een klein percentage van de totale markt, enkele procenten van de totale

elektriciteitsconsumptie in 2004. Vanuit deze visie is de liquiditeit van de onbalansmarkt minder relevant voor de liquiditeit van de gehele elektriciteitsmarkt.

De werking van de onbalansmarkt daarentegen is wel van invloed op de liquiditeit van de elektriciteitsmarkt. De onbalansprijs wordt gebruikt om de onbalans van elke PV te verrekenen. Voor kleinere partijen en nieuwe toetreders is het van belang dat deze onbalansprijs het resultaat is van goede marktwerking. Deze partijen zijn minder goed in staat om hun eigen onbalans op korte termijn zelf te compenseren. Een kleine producent (nieuwe toetreder) met slechts één productie-eenheid, is bij uitval van die eenheid gedurende enige tijd volledig afhankelijk van de onbalansmarkt. De werking is eveneens eerder in kaart gebracht waarbij de meningen van onder meer marktpartijen zijn betrokken [23].

Om de werking van de onbalansmarkt te toetsen kan worden gekeken naar de relatie tussen de onbalansprijs en de prijs op de APX. Wanneer de onbalansmarkt op efficiënte wijze werkt, zal het verschil in prijs met de APX minimaal zijn. Vanwege de geringe invloed van de onbalansmarkt op de liquiditeit van de

groothandelsmarkt is deze exercitie achterwege gelaten.

2.2.2

Ontwikkelingen op de spotmarkt

(15)

om een groot aantal indicatoren te bekijken die gezamenlijk inzicht geven in de ontwikkeling van de liquiditeit op een deel van de groothandelsmarkt.

Voor de APX worden de volgende indicatoren besproken: • Het aantal actieve deelnemers op de spotmarkt APX; • Het verhandelde volume op de spotmarkt APX;

• Het effectieve volume, ofwel het volume dat effectief betrokken is bij de prijsvorming op de APX; • Het aantal keren dat prijspieken en –dalen voorkomen, ofwel de volatiliteit van de prijzen op de APX; • De gevoeligheid van de marktprijs voor individuele transacties van een bepaalde grootte; en

• De perceptie van deelnemers op de groothandelsmarkt voor elektriciteit over de ontwikkeling van de APX.

Aantal deelnemers

Een toename in het aantal actieve deelnemers aan de handel op de APX vormt een belangrijke indicatie van een verbetering in de liquiditeit van de APX. In figuur 2-1 is het aantal individueel geregistreerde deelnemers voor handel op de APX weergegeven.5 De figuur toont de ontwikkeling van het aantal geregistreerde

deelnemers vanaf mei 1999, de start van de APX, tot en met januari 2005 en laat zien dat het aantal partijen op de APX in januari 2005 op hetzelfde niveau ligt als in het najaar van 2002 en het voorjaar van 2003. Na een enigszins lager niveau vanaf de zomer van 2003 is het aantal deelnemers op de APX sinds de herfst van 2004 licht toegenomen.

Figuur 2-1 Aantal APX-partijen vanaf mei 1999 tot en met januari 2005

Naast het verloop van het aantal geregistreerde APX-partijen biedt Figuur 2-2 inzicht in het aantal actieve APX-partijen. Deze geregistreerde APX-partijen verhandelen daadwerkelijke volumes op de APX. Te zien is dat dit aantal sinds 2004 licht is toegenomen. Bovendien toont Figuur 2-2 dat de APX-marktaandelen (aandelen zijn gebaseerd op het totaal van aan- en verkopen per dag) van de grootste drie participanten de laatste jaren relatief constant verliepen en begin 2005 licht daalden. Hieruit kan worden opgemaakt dat overige APX-partijen gezamenlijk hun marktaandeel medio 2004 licht hebben zien stijgen.

5

In theorie is een registratie als handelspartij niet hetzelfde als daadwerkelijk handelen op de APX. In de praktijk blijkt echter dat geregistreerde partijen na enige tijd gaan handelen, zodat de registratie van het aantal deelnemers een goede indicatie geeft van het

aantal APX partijen

(16)

Figuur 2-2 Aantal actieve APX-partijen (linker as) en het totale marktaandeel als percentage van het totaal verhandelde volume van de drie meest actieve APX-partijen (rechter as), 2002 - 2005

Verhandeld volume

Een verandering in de verhandelde volumes op de APX over tijd geeft een indicatie van de ontwikkeling in liquiditeit. Naarmate het verhandelde volume zich positief ontwikkelt, neemt de liquiditeit op de

groothandelsmarkt voor elektriciteit toe.

Figuur 2-3 APX maandvolumes voor 2001, 2002 en 2003, 2004 en januari 2005

Figuur 2-3 toont de maandtotalen van het verhandelde volume op de APX in de periode van januari 2001 t/m januari 2005. Uit de figuur is af te leiden dat het gemiddelde maandelijks totaal verhandelde volume op de APX ruwweg ieder jaar toeneemt. Het jaar 2002 is ten opzichte van de overige jaren een positieve

uitzondering aangezien het verhandelde volume gemiddeld hoger ligt dan in de andere jaren. In het bijzonder in het tweede gedeelte van 2002 is veel volume verhandeld op de APX. Het jaar 2003 wijkt eveneens af van de tendens tot een jaarlijkse groei van het verhandelde volume op de APX omdat het maandelijkse volume lager

0,0 0,4 0,8 1,2 1,6 2,0 januar i febr ua ri m aar t apr il me i juni ju li augus tus s ept em b er ok tob er no v em b er de c em b er 2001 2002 2003 2004 2005 (TWh) 17 19 21 23 25 27 29 31 33 01- jan-02 18 -f e b-02 0 7 -a p r-0 2 25 -m ei -0 2 12-jul -02 29 -a ug-02 16-o k t-02 03 -d ec -02 20- jan-03 0 9 -m rt -0 3 2 6 -a p r-0 3 13- jun-03 31-jul -03 17 -s ep-03 04 -n ov -03 22 -d ec -03 08 -f e b-04 2 7 -m rt -0 4 14 -m ei -0 4 01-jul -04 18 -a ug-04 05-o k t-04 22 -n ov -04 09- jan-05 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70% 75%

(17)

ligt dan in 2002. In 2004 vindt een duidelijk herstel plaats en neemt het gemiddelde verhandelde maandelijkse volume op de APX toe. Daarnaast valt op dat het verhandelde volume in januari 2005 in vergelijking met deze maand in eerdere jaren substantieel hoger ligt. Dit kan een mogelijk gevolg zijn van de VPP veiling van Nuon, waarbij Nuon na de fusie met Reliant door de NMa verplicht werd een deel van haar capaciteit te veilen. Met een verhandeld volume van circa 1,4 TWh, corresponderend met een kleine 15% van de totale elektriciteitsconsumptie, neemt het belang van de APX in de totale handel in elektriciteit in 2004 toe. Sinds de vorige rapportage over liquiditeit op de Nederlandse markt neemt het totale volume op de APX weer toe.

In het vorige liquiditeitsrapport is gesteld dat de daling in 2003 voornamelijk verklaard kan worden door het gewijzigde subsidiebeleid voor groene stroom. Voor de stijging gedurende 2004 zijn geen bijzondere verklaringen aan te voeren, dus lijkt het vertrouwen in de groothandelsmarkt voor elektriciteit en de APX in het bijzonder toe te nemen.

Effectief marktvolume APX

Een gedeelte van het volume op de APX wordt aangeboden tegen de minimale systeemprijs terwijl een gedeelte van het gevraagde volume wordt gevraagd tegen de maximale systeemprijs. Dit gedeelte van het volume is dusdanig prijsinelastisch dat het niet bijdraagt aan een effectieve prijsvorming op de APX. Van belang voor de bepaling van de ontwikkeling van de APX als (liquide) marktplaats is de ontwikkeling van het effectieve marktvolume, dat wil zeggen het verhandelde prijselastische volume.

In Figuur 2-4 wordt de ontwikkeling van het verhandelde effectieve volume op de APX per maand geschetst voor de afgelopen twee jaar. De weergegeven data zijn, per maand, het minimum van totale koop- en verkoopbiedingen (de totale marktgrootte) minus het minimum van inelastisch geboden aan- en verkoop volumes.

Figuur 2-4 Maandelijks effectieve marktvolume op de APX in TWh

Uit Figuur 2-4 blijkt dat het effectieve marktvolume in 2004 duidelijk is gestegen ten opzichte van het jaar 2003. De trend in effectieve marktvolumes is vergelijkbaar met de ontwikkeling van marktruimende volumes op de APX, zoals deze bijvoorbeeld zijn weergegeven door Figuur 2-3. Ook ten opzichte van eerdere jaren is

(18)

1,1 TWh. Uit deze cijfers kan worden geconcludeerd dat de effectieve marktgrootte van de APX langzaam toeneemt.

Volatiliteit van prijzen

De APX ruimt elk uur en biedt daarmee de mogelijkheid om elk uur handel te drijven. De handel kan dun zijn op momenten dat er weinig kopers of verkopers zijn. Een dunne handel kan leiden tot zeer lage (veel meer aanbod dan vraag) of zeer hoge prijzen (veel meer vraag dan aanbod). Zeer lage prijzen kunnen duiden op te weinig kopers om te handelen6 en zeer hoge prijzen wijzen op te weinig verkopers. Het zich voordoen van

een grote volatiliteit in prijzen, ofwel het vaak voorkomen van lage of hoge prijzen is een maat voor de (on)mogelijkheid tot het daadwerkelijk handelen op de APX.

De uitkomsten van de APX prijzen zijn met 31 procent gedaald, van gemiddeld 46, 33 Euro per MWh in 2003 tot een gemiddelde van 31,57 Euro per MWh in 2004. Op de spreiding van het APX prijsniveau wordt later ingegaan. Een indicator voor volatiliteit is de frequentie van het voorkomen van prijsdalen van APX prijzen lager dan 1 Euro/MWh. Een prijs van 1 Euro/MWh is relatief erg laag maar altijd nog hoger dan de minimale biedprijs op de APX van 0.01 Euro/MWh. In Figuur 2-5 is de cumulatieve frequentie op dagbasis van prijzen lager dan 1 Euro/MWh in 2001, 2002, 2003 en 2004 weergegeven. De steilheid van de curven geeft een indicatie van de aantrekkelijkheid van het handelen op de APX: hoe steiler de lijnen, hoe minder

marktdeelnemers daadwerkelijk zullen handelen. Uit Figuur 2-5 blijkt dat de mogelijkheden voor handelen voor vragers in 2004 zijn toegenomen ten opzichte van 2001, 2002 en 2003. De frequentie van het

voorkomen van APX prijzen lager dan 1 Euro/MWh is in 2004 sterk afgenomen ten opzichte van voorgaande jaren.

Figuur 2-5 Cumulatieve frequentie op dagbasis van uren waarin de APX-prijs lager dan 1 Euro/MWh, in 2001 – 2004

Figuur 2-6 toont de frequentie van prijspieken, namelijk het totale aantal keren dat er prijzen hoger dan 250 Euro/MWh en hoger dan 1000 Euro/MWh op de APX behaald zijn voor de jaren 2001 tot en met 2004.

6 Lage prijzen kunnen ook het gevolg zijn van grote hoeveelheden aanbod. Voor APX geldt bovendien dat verkoopbiedingen in

zogenaamde blokbiedingen tegen de minimum biedprijs in de aanbodcurve worden opgenomen. In het bijzonder in de daluren kan men extra aanbod verwachten van producenten die door middel van blokbiedingen zeker willen stellen dat niet-flexibele productiemiddelen tijdens de piekuren kunnen produceren. Dit kan dan leiden tot lage prijzen in de daluren. Steekproefsgewijs is echter vastgesteld dat zeer lage APX prijzen ook worden veroorzaakt door lagere volumes aan de vraagzijde.

(19)

Figuur 2-6 Frequentie van basislast uren waarin de APX-prijzen hoger waren dan 250 Euro/MWh en 1000 Euro/MWh

Uit de figuur blijkt dat in 2004 de frequentie van prijspieken drastisch is afgenomen ten opzichte van eerdere jaren. De hoge prijzen die zich voorheen voornamelijk in de tweede helft van het jaar voordeden zijn in 2004 bijna niet meer voorgekomen. Slechts in november 2004 hebben zich 6 prijspieken voorgedaan waarbij de prijs per MWh boven de 250 uitkwam. Een prijs van meer dan 1000 Euro/MWh heeft zich in 2004 helemaal niet voorgedaan.

Op basis van deze cijfers kan geconcludeerd worden dat de volatiliteit van de prijzen op de APX,

gepresenteerd aan de hand van het aantal prijspieken en –dalen, een sterke daling heeft laten zien in 2004 ten opzichte van eerdere jaren. De vermindering van de volatiliteit is een indicatie voor een verbetering van de liquiditeit op de APX.

Prijsgevoeligheid van individuele transacties op de prijzen

In een liquide groothandelsmarkt voor elektriciteit kunnen transacties gemakkelijk en snel worden uitgevoerd. Dit houdt onder andere in dat per transactie een voldoende groot volume kan worden verhandeld zonder dat dit effect heeft op de prijs. In Figuur 2-7 en Figuur 2-8 wordt het effect van additionele vraagbiedingen op de APX prijs weergeven voor de maand januari in 2002, 2003 en 2004. Deze figuren laten de procentuele prijsstijging zien indien respectievelijk 5, 50 of 500 MW meer elektriciteit zou zijn gevraagd op de APX tegen maximum prijzen. De vraagcurve op de APX wordt voor deze analyse met de genoemde volumegroottes naar rechts geschoven. Vervolgens wordt door een simulatie berekend wat, gegeven deze nieuwe vraagcurve, de APX prijs op dat moment zou zijn geworden. Deze analyse is uitgevoerd voor zowel de piekuren als voor de basislast.7 Het vergelijken van de resultaten tussen basislast en piekuren laat zien dat dit slechts kleine

verschillen oplevert.

De figuren tonen aan dat, wanneer naar het verloop tussen en over de jaren gekeken wordt, in januari 2005 individuele transacties duidelijk minder effect hebben op de prijsvorming dan in dezelfde maanden in 2003 en 2004. Verder geldt dat het beeld aangaande de gemiddelde prijsgevoeligheid over 2004 (laatste

(20)

transacties van 500 MW. Ook voor kleinere transacties, namelijk 5 MW en 50 MWm is de prijsgevoeligheid verbeterd. Dit kan duiden op een significante verbetering van de liquiditeit.

Figuur 2-7 Prijsgevoeligheid van de APX-prijs voor additionele Vraagbiedingen in 2002, 2003 en 2004 tijdens basislast

Figuur 2-8 Prijsgevoeligheid van de APX-prijs voor additionele vraagbiedingen in 2002, 2003 en 2004 tijdens piekuren

Deze analyse, in combinatie met de gegevens van vorig jaar uit het voorgaande liquiditeitsrapport, laat zien dat de prijsgevoeligheid van de APX voor individuele transacties in 2004 is afgenomen en ook in de eerste maand van 2005 zet deze verbetering zich voort. Dit impliceert dat de liquiditeit op de APX zich positief heeft ontwikkeld.

Perceptie van marktpartijen over de ontwikkeling van de APX

De resultaten van de enquête onder deelnemers op de groothandelsmarkt voor elektriciteit bevestigen op

basislast 0 40 80 120 160 200

jan 2002 jan 2003 jan 2004 jan 2005 2004 2003

5 MW 50 MW 500 MW prijsstijging (%) piekuren 0 40 80 120 160 200

jan 2002 jan 2003 jan 2004 jan 2005 2004 2003

(21)

hoofdlijnen het bovenstaande beeld dat de liquiditeit op de APX in 2004 is verbeterd ten opzichte van 2003. Het overgrote deel van de respondenten (94%) geeft aan te participeren in de APX en stelt dat het

verhandelde volume op de APX ten opzichte van vorig jaar toegenomen is. Daarnaast geeft een meerderheid (61%) van de respondenten aan dat de liquiditeit is verbeterd in het afgelopen jaar. Dit is een forse

verbetering ten opzichte van vorig jaar toen slechts 15% een zelfde mening had over 2003.

2.2.3

Ontwikkelingen op de termijnmarkt

Naast de centrale spotmarkt APX vindt de groothandel in elektriciteit plaats op de termijnmarkt. Idealiter zouden dezelfde indicatoren als voor de APX geanalyseerd kunnen worden om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de liquiditeit op de termijnmarkt. Echter, het gebrek aan informatie over verhandelde volumes in de termijnmarkt maakt het berekenen van deze indicatoren lastig en soms zelfs onmogelijk. Op basis van gegevens verkregen via Platts, Endex, Heren en de resultaten van de enquête gehouden onder deelnemers op de groothandelsmarkt is toch een aantal indicatoren berekend die gezamenlijk meer inzicht geeft in de ontwikkeling van de liquiditeit.8 Voor de termijnmarkt wordt een onderscheid gemaakt tussen de

handel in standaardcontracten (OTC-marktplaats) en flexibele maatwerkcontracten (marktplaats voor bilaterale contracten). De onderstaande analyse heeft voornamelijk betrekking op de OTC-marktplaats aangezien weinig zicht is op de handel in bilaterale contracten.

De indicatoren zijn:

• Het verhandelde volume op de OTC-markt;

• De contractgrootte van de verhandelde volumes op de OTC-markt; • De spreiding tussen bied- en laatprijzen; en

• De prijsvolatiliteit van OTC-contracten.

Verhandelde volumes

Er bestraan geen openbare gegevens over de omvang van het verhandelde volume op de termijnmarkt en de OTC-markt in het bijzonder. Op basis van een korte enquête onder makelaars is toch een inschatting gemaakt van de ontwikkeling in het verhandelde volume op de OTC-markt. De volumes zijn in de periode 2001 tot 2003 sterk gestegen naar een niveau van ongeveer 300 TWh (ongeveer 3 maal de jaarlijkse elektriciteitsconsumptie in Nederland). In 2004 zijn volgens de makelaars de volumes gestegen naar circa 450 TWh en zij verwachten dat deze trend wordt voortgezet in 2005. Echter, de inschatting van de omvang van de OTC-markt verschilt per makelaar; tussen de inschattingen van de makelaars komen verschillen van 100 TWh voor.

De resultaten van de enquête onder deelnemers op de groothandelsmarkt voor elektriciteit geven eveneens aan dat de handel op de OTC-markt in januari 2005 is gestegen ten opzichte van januari 2004. 67% van de respondenten geven aan meer volume te hebben verhandeld op de OTC in januari 2005 dan in januari 2004. Een klein deel (23%) geeft aan minder volume te hebben verhandeld.

Contractgrootte van de verhandelde volumes

In het rapport van vorig jaar is globaal vastgesteld dat een typische contractgrootte van een lange termijn contract ongeveer 5 MW is. Voor de korte termijn is dit 25 MW. Dit jaar is aan de deelnemers op de groothandelsmarkt gevraagd of de omvang van typische contactgrootte is gewijzigd.

(22)

Slechts 25% van de geënquêteerden is het hiermee eens, waardoor het lijkt dat de omvang van verhandelde contracten niet of nauwelijks is gewijzigd.

Spreiding tussen bied- en laatkoersen

Naarmate de handel in elektriciteit meer liquide wordt, nemen de verschillen tussen de prijzen waartegen aanbieders bereid zijn te verkopen (laatkoers) en prijzen waartegen vragers bereid zijn te kopen (biedkoers) af. Dit komt omdat het voor handelaren eenvoudig is om een tegenpartij te vinden, zodat het proces van prijsvorming efficiënter wordt. Wanneer de spreiding tussen bied- en laatkoersen structureel toe- of afneemt over een bepaalde periode is dit een indicatie dat de liquiditeit op de markt is verslechterd of juist is

verbeterd.

Figuur 2-9 laat voor een aantal verschillende pieklast OTC-producten (1 maand, 2 maanden, 1 kwartaal en 1 jaar vooruit) de gemiddelde spreiding tussen bied- en laatkoersen zien voor de afgelopen vier jaren. De spreiding is weergegeven als percentage van de prijs van het betreffende OTC-contract. De spreiding is gebaseerd op basis van de noteringen van Platts. Er kan geconcludeerd worden dat de spreiding tussen bied- en laatkoersen van een aantal producten in 2004 is afgenomen ten opzichte van 2003 en eerdere jaren. De figuur toont dat de gemiddelde spreiding in 2004 voor alle gepresenteerde producten is afgenomen, hoewel in verhouding de spreiding van 1 maand, 2 maanden en het 1 kwartaalproduct meer is gedaald dan die van het 1 jaar vooruit product. Deze constatering kan als gunstig worden beschouwd zeker aangezien de gemiddelde spreiding in 2003 nog was toegenomen ten opzichte van 2002.

Figuur 2-9 Gemiddelde relatieve spreiding van de prijs per jaar voor vier verschillende OTC-piekcontracten (%)

De resultaten uit de enquête onder marktpartijen bevestigen het beeld van de resultaten uit de

gepresenteerde analyse hierboven. Volgens 81% van de geënquêteerden is het verschil tussen de bied- en laatkoersen van OTC-contracten in januari 2005 enigszins verlaagd of ongeveer gelijk gebleven. Echter, een meerderheid vindt dat de spreiding tussen bied- en laatkoersen op de OTC te hoog is.

0,0 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 1 mnd pk 2 mnd pk 1 kw rt pk 1 jr pk 2001 2002 2003 2004

(23)

Prijsvolatiliteit van OTC-contracten

De volatiliteit van de prijs voor een OTC-contract is een andere bruikbare indicator voor het vaststellen van de mate van liquiditeit op de groothandelsmarkt voor elektriciteit. In een liquide groothandelsmarkt vertonen de prijzen voor soortgelijke OTC-producten weinig beweeglijkheid in de prijs. De liquiditeit op de

groothandelsmarkt verbetert als de gemiddelde volatiliteit van soortgelijke contracten over de tijd afneemt. Figuur 2-10 toont de volatiliteit van contracten voor de levering van basislast 1 kwartaal vooruit voor de afgelopen vier jaren. De gebruikte maat voor de beweeglijkheid van de prijzen is de gemiddelde dagelijkse procentuele verandering in de contractprijs binnen een kwartaal (het kwartaal voorafgaand aan de expiratiedatum van het contract). De gegevens laten zien dat de volatiliteit in de prijzen van kwartaalcontracten in 2004 relatief hoog was ten opzichte van 2003. Echter, met het 3e kwartaal als

uitzondering daalde gedurende 2004 de volatiliteit tot op een vergelijkbaar niveau als in voorgaande jaren. Een stijging in de volatiliteit van prijzen kan als negatief worden betiteld voor de ontwikkeling van de liquiditeit op de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit.

Figuur 2-10 Gemiddelde dagelijkse verandering van de prijs binnen een kwartaal van het een kwartaal basislast OTC-contract in Nederland voor de periode 2001-2004

Perceptie van marktpartijen over de ontwikkeling van de termijnmarkt

De resultaten van de enquête geven een verbetering op de OTC-markt aan waarmee de analyseresultaten voor de markt worden bevestigd. Ruim 60% van de respondenten vindt dat de liquiditeit op de OTC-markt is toegenomen in 2004. Echter, de positieve mening van de deelnemers op de groothandelsOTC-markt over de ontwikkeling van de liquiditeit op de termijnmarkt wordt in perspectief geplaatst door een aantal

kanttekeningen van de handelaren. Een meerderheid van de handelaren vindt dat de spreiding tussen bied- en laatkoersen op de OTC nog te hoog is. Kortom, ook volgens de perceptie van marktpartijen is de liquiditeit op de termijnmarkt verbeterd in 2004, maar er is naar hun oordeel nog ruimte voor verbetering.

(24)

Arbitrage tussen de verschillende markten

In een liquide groothandelsmarkt voor elektriciteit worden prijsverschillen tussen vergelijkbare producten op de verschillende marktplaatsen weggearbitreerd. De prijzen voor vergelijkbare producten op de verschillende marktplaatsen, zoals APX en OTC, zullen daarom naar dezelfde waarde tenderen.

De APX en dag-vooruit OTC-markt bieden beide vergelijkbare producten aan, hoewel de marktplaatsen geen volledige substituten van elkaar zijn.9 Desondanks kunnen handelaren wel tussen beide marktplaatsen

arbitreren. De prijzen van de dag-vooruit producten op de OTC-markt zullen in een liquide markt zodoende vergelijkbaar zijn met de APX prijzen.

Figuur 2-11 laat de absolute verschillen zien tussen de APX-prijs en de OTC-prijs voor een dag-vooruit contract voor de afgelopen vier jaren. De waardeverschillen zijn gegroepeerd naar de APX-prijs voor het betreffende contract waarvoor de prijs met OTC dag-vooruit is vergeleken. In de categorie 20-30 Euro/MWh wordt bijvoorbeeld de gemiddelde waarde gegeven van het absolute prijsverschil tussen de APX en OTC prijs voor alle APX prijzen tussen 20 en 30 Euro/MWh.

De figuur laat zien dat bij prijzen tussen 20 en 30 Euro/MWh prijsverschillen tussen APX en de OTC grotendeels worden weggearbitreerd. Het verschil tussen de prijs voor een APX en een OTC dag-vooruit contract is minder dan 5 Euro/MWh. Bij lagere en hogere prijzen vindt arbitrage minder efficiënt plaats. Een vergelijking tussen het jaar 2004 en eerdere jaren laat zien dat prijsverschillen in 2004 op een vergelijkbaar niveau liggen als in andere jaren. In vergelijking met 2003 is het prijsverschil tussen APX en OTC contracten voor contracten met een waarde van minder dan 40 Euro/MWh enigszins lager terwijl het prijsverschil groter is geworden voor contracten met een APX prijs tussen 40 en 100 Euro/MWh. Daarom kan gesteld worden dat de benutting van de mogelijkheden voor arbitrage tussen de APX en OTC markt ongeveer gelijk is gebleven in het afgelopen jaar.

Figuur 2-11 Arbitrage op de APX en OTC dag-vooruit markten voor basislast (exclusief weekenddagen).

Uit de enquête onder handelaren komt overigens naar voren dat een meerderheid (68%), net als vorig jaar, vindt dat de handel op de APX relatief kostbaar is in vergelijking met de OTC.

Internationale vergelijking van de liquiditeit op de groothandelsmarkten voor liquiditeit

9

Het ruimen op de APX vindt voor ieder uur plaats volgens bepaalde marktregels. De OTC-markt is een continue markt en de prijzen die via Platts en Endex worden verkregen van deze OTC producten zijn gebaseerd op quotes van marktpartijen.

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 0-10 10 - 20 20 - 30 30-40 40-50 50-100 > 100 2001 2002 2003 2004

(25)

DTe heeft een vergelijking gemaakt tussen de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit en de groothandelsmarkten in een aantal omringende landen aan de hand van een aantal eerder in dit rapport gebruikte indicatoren. Een gebruikte indicator voor de bepaling van de liquiditeit is de verhouding tussen het totaal verhandelde volume aan elektriciteit op de groothandelsmarkt en de consumptie van elektriciteit in een land - ook wel de “Churn-factor” genoemd. In het geval een contract voor de levering van elektriciteit

veelvuldig verhandeld wordt duidt dit op de aanwezigheid van veel handelaren die de mogelijkheden tot arbitrage benutten.

De inschatting van DTe is gebaseerd op openbare informatie over de buitenlandse spotmarkten en de totale consumptie van elektriciteit in de diverse landen. Daarnaast is informatie van Prospex gebruikt en zijn de schattingen van makelaars over de omvang van de handel in Nederland meegenomen. DTe wil benadrukken dat de bovenstaande informatie slechts een ruwe inschatting is van de omvang van de handel ten opzichte van de consumptie. Echter, de resultaten geven een goed zicht op de verhoudingen in de diverse Europese landen.

Figuur 2-12 geeft een inschatting weer van de verhouding tussen het verhandelde en geconsumeerde volume voor een aantal Europese landen. Uit de resultaten blijkt dat de omvang van de handel in elektriciteit in Nederland op de groothandelsmarkt vooruitloopt op landen zoals België, Frankrijk en Oostenrijk. Echter, de Nederlandse groothandelsmarkt ontwikkelt zich niet zo goed als in Duitsland en in het Verenigd Koninkrijk, terwijl Nederland ver achterloopt bij de Scandinavische groothandelsmarkt voor elektriciteit.

Figuur 2-12 Internationale vergelijking van de omvang van het verhandelde t.o.v. het geconsumeerde volume

Bron: ENDEX, EEX, APX, Prospex, DTe schattingen.

Een vergelijking van de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit met een aantal Europese markten aan de hand van een aantal indicatoren, die in bijlage 1 is gepresenteerd, laat bovendien het volgende beeld zien: 0 1 2 3 4 5 6 7

België Oostenrijk Frankrijk Nederland Duitsland VK Scandinavië

(26)

- Het verhandelde volume op de Nederlandse spotmarkt (APX) in 2004 is in vergelijking met de Duitse en Franse spotmarkt relatief groot, zelfs nadat gecorrigeerd wordt voor de verplichte biedingen van import uit dagcapaciteit;

- De volatiliteit van de prijzen op de Nederlandse spotmarkt is in vergelijking met de Duitse en Franse spotmarkt groter in 2004, evenals in voorgaande jaren;

- De handel in Nederlandse gestandaardiseerde OTC contracten lijkt het in vergelijking met de rest van Europa redelijk goed te doen hoewel de afstand met de best presterende groothandelsmarkt van Scandinavië zeer groot is en er veel ruimte voor verbetering bestaat;

- De spreiding tussen bied- en laatkoersen van OTC-contracten is in hoogte vergelijkbaar met Franse contracten, maar nog altijd hoger dan voor Duitse en Britse contracten;

- De volatiliteit van de prijzen voor Nederlandse OTC-contracten is groter dan voor Duitse en Franse contracten;

- Een internationale vergelijking van de verhouding tussen het verhandelde volume ten opzichte van het geconsumeerde volume laat zien dat Nederland beter presteert dan Frankrijk, maar achter blijft bij Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en in het bijzonder Scandinavië.

Op basis van deze indicatoren kan gesteld worden dat de liquiditeit op de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit ten opzichte van andere Europese landen een middenpositie inneemt. Er is echter een sterke verbetering van de liquiditeit mogelijk en noodzakelijk om het gat met de best ontwikkelde

groothandelsmarkt van Scandinavië in te lopen.

In bijlage 2 is tevens een analyse gemaakt van de arbitrage tussen de prijzen in buurlanden van vergelijkbare contracten tot levering van elektriciteit. In een liquide groothandelsmarkt worden de mogelijkheden tot arbitrage tussen landen volledig benut door bijvoorbeeld via veilingen voor importcapaciteit prijsverschillen tussen contracten weg te nemen. Uit de analyse van de resultaten van de veilingen van grenscapaciteit tussen Duitsland en Nederland blijkt dat de prijsverschillen tussen deze twee landen op de dag- en maandveiling door handelaren redelijk goed worden gearbitreerd. In 2004 is ten opzichte van voorgaande jaren het prijsverschil tussen OTC-contracten in Duitsland en Nederland kleiner geworden, maar handelaren hebben desondanks op de veiling redelijk weten te profiteren van het de mogelijkheden tot handel. De variabiliteit in de arbitragefout voor contracten met een mediane prijs is het afgelopen jaar enigszins afgenomen, dat kan duiden op een verbetering van de liquiditeit.

Resultaten uit de enquête

De bovenstaande resultaten uit de vergelijking van de Nederlandse groothandelsmarkt met buitenlandse markten wordt ondersteund door de opinie van handelaren. Naar de mening van 69% van de respondenten doet het niveau van de liquiditeit op de APX onder voor het niveau op de Duitse spotmarkt EEX. Uitgaande van de gepresenteerde indicatoren in bijlage 1 kan een bevestiging worden gevonden voor deze conclusie.

2.2.4 Conclusie

(27)

volumes op de OTC-markt zijn gestegen in 2004 en de spreiding tussen de bied- en laatkoersen zijn in 2004 gedaald. De volatiliteit in OTC-prijzen is echter hoger dan in voorgaande jaren.

De uitkomsten van de enquête bevestigen de conclusies over de spot- en termijnmarkt. Een meerderheid (61%) van de respondenten geeft aan dat de liquiditeit op de APX is verbeterd en ruim 60% van de respondenten vindt dat de liquiditeit op de OTC-markt is toegenomen in 2004. Een meerderheid van de handelaren vindt desondanks dat de spreiding tussen bied- en laatkoersen op de OTC nog te hoog is. Kortom, volgens marktpartijen is de liquiditeit op de Nederlandse groothandelsmarkt verbeterd in 2004, maar is er naar hun oordeel ruimte voor verbetering.

Een vergelijking van de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit met het buitenland laat zien dat de liquiditeit op de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit een middenpositie inneemt, maar

achterblijft bij belangrijke groothandelsmarkten in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Een verbetering van de liquiditeit is noodzakelijk om het gat met de best ontwikkelde groothandelsmarkt van Scandinavië in te lopen.

2.3 Transparantie

Transparantie op de groothandelsmarkt voor elektriciteit kan goede marktwerking faciliteren met als gevolg efficiënte prijsvorming waardoor eindafnemers waaronder consumenten een correcte prijs betalen voor hun elektriciteit. Met (meer) transparantie wordt gedoeld op (een betere) toegang tot relevante marktinformatie-items, die handel in elektriciteit faciliteert. Het niveau van markttransparantie in Nederland wordt hieronder geanalyseerd aan de hand van de volgende twee indicatoren:

- Het huidige transparantieniveau in Europese context

- De beschikbaarheid van informatie-items en huidige openstaande transparantiebehoeften

2.3.1

Internationale vergelijking

Om een beeld te krijgen van het Nederlandse transparantieniveau in Europese context wordt de mate van transparantie op een aantal voor de markt relevante gebieden vergeleken met een aantal andere Europese landen. Deze vergelijking, opgenomen in bijlage 3 is uitgevoerd op basis van een enquête die in 2004 door de Counsil of European Energy Regulators (CEER) bij verschillende toezichthouders is uitgezet. Gekeken is naar de mate van transparantie op het gebied van de vraag naar elektriciteit, het netwerk, de productie van elektriciteit en de balanshandhaving in verschillende Europese landen.

Geconcludeerd kan worden dat zowel de mate van transparantie als de gebieden waarover informatie beschikbaar is tussen de verschillende landen sterk uiteenlopen. Tevens kan geconcludeerd worden dat Nederland gemiddeld scoort met het oog op het algehele transparantieniveau. Daarbij valt op dat Nederland vooral op het gebied van de vraag naar elektriciteit slechter scoort ten opzichte veel andere landen.

Nederland is daarentegen wel één van de weinige landen waar korte termijn informatie met betrekking tot de beschikbaarheid van productiemiddelen wordt gepubliceerd.

2.3.2

Informatiebeschikbaarheid en openstaande behoeften

(28)

productie-informatie), publicatie van het deltasignaal door TenneT en de oprichting van de ENDEX Futures Exchange. In bijlage 4 worden deze laatste ontwikkelingen op het gebied van transparantie uitgebreid besproken. Hieronder wordt allereerst een gedetailleerde inventarisatie gemaakt van het huidig Nederlandse

transparantieniveau. Met dit overzicht wordt duidelijk op welke gebieden transparantie is gerealiseerd en over welke gebieden geen of in beperkte mate informatie wordt vrijgegeven.10 Ook kan met dit overzicht worden

geverifieerd of aan openstaande transparantiebehoeften is voldaan. Vervolgens worden de openstaande transparantiebehoeften geïdentificeerd en worden de resultaten van de liquiditeitsenquête 2005 op het gebied van transparantie besproken.

Gedetailleerde analyse huidig Nederlands transparantieniveau

Een gedetailleerde inventarisatie van het huidige beschikbare informatie-items wordt gepresenteerd in Tabel 2-1. Het betreft informatie over de vraag, transport, productie, energiebalans en handel & beurs.

Tabel 2-1 De beschikbaarheid van informatie-items

Vraag

• Ex-post informatie over daadwerkelijke vraag (N)

• Op korte termijn aangepaste voorspelling betreffende de vraag (N)

• Historische data betreffende vraag (N)

Transport (interconnecties)

• NTC (de maximale hoeveelheid capaciteit die beschikbaar is voor de markt tussen twee gebieden rekening houdend met de veiligheidseisen in beide gebieden en rekening houdend met technische onzekerheden betreffende toekomstige netwerk condities, ATC (de hoeveelheid van de NTC dat beschikbaar blijft voor de markt na elke fase van de allocatie procedure)

(Y) • Duidelijke korte beschrijving berekeningswijze NTC en wijze van allocatie (P) • Gepland onderhoud in het netwerk en invloed op de beschikbare capaciteit (P) • Fysieke capaciteit van de interconnectoren en de standaarden gebruikt voor de bepaling van

de veiligheidsmarges (+ details afstemming buitenland)

(P) • Geaggregeerde reserveringen voor interconnectiecapaciteit tot 1-jaar-vooruit en de details

van eventuele lange termijn contracten

(P)

• Allocatieresultaten (Y)

• Dag-vooruit nominaties (N)

• Geaggregeerde daadwerkelijke landsgrensoverschrijdende transporten (N)11

Productie

• Daadwerkelijk productie (geaggregeerd) (N)

• Informatie betreffende het geïnstalleerde vermogen en brandstof classificatie (Y) • Lange- en korte termijn ex-ante informatie betreffende beschikbaarheid van de

productie-eenheden (geaggregeerd) (Y)

Energiebalans

• Berekeningswijze van de onbalansprijzen (Y)

• Ex-post publicatie van de reservemarges en benodigde reserve (Y)

• Informatie over biedingen (prijzen, geaggregeerde biedcurve) (Y)

10

[7], [6], [9], [12] en bijlage 1. 11

(29)

• Details over interne transportbeperkingen in het elektriciteitsnet en redenen van bestaan van deze beperking

(N) • Ex-ante informatie betreffende regelruimte (dag-vooruit); beschikbaar vermogen verminderd

met vermogen dat benut zal worden voor energietransacties

(Y)

Handels- en beursinformatie

OTC12 en Bilaterale markt

• Verhandelde volumes op de OTC markt: real-time en geaggregeerd per type product (N)

• Gerealiseerde prijzen op de OTC markt (Y)

• Verhandelde volumes en prijzen in bilaterale markt (N)

• Aantal partijen betrokken bij het volume dat verhandeld wordt (N)

Spotmarkt (APX)

• Prijsvormingsmethodiek (Y)

• Aanbod en vraag curven (Y)

• Details over meegenomen blokbiedingen (N)

• Gerealiseerde prijzen (Y)

• Verhandelde volumes (Y)

• Prijs beste inkoop/verkoop van de dag (Y)

• Aantal partijen betrokken bij het volume dat verhandeld wordt (N)

• Prijsgevoeligheid voor transacties (N)

Opmerking: ‘Y’ betekent informatie is beschikbaar in NL; ‘N’ betekent informatie is niet beschikbaar in Nederland, en ‘P’ betekent informatie is gedeeltelijk beschikbaar in Nederland.

In het overzicht wordt duidelijk op welke gebieden transparantie is gerealiseerd en over welke gebieden13

geen, of in beperkte mate, informatie wordt vrijgegeven. De bovenstaande analyse laat zien dat er op relatief veel gebieden informatie voor de markt beschikbaar is. Op het gebied van de elektriciteitsvraag,

interconnectie en de OTC-markt wordt echter nog geen of weinig informatie vrijgegeven.

Identificatie openstaande transparantiebehoeften

Op basis van verschillende reacties14 op het conceptstuk transparantie (voor het onderhavige rapport),

kwalitatieve suggesties van marktpartijen in de liquiditeitsenquête 2005 en verschillende gesprekken die DTe het afgelopen jaar met marktpartijen heeft gevoerd, komt naar voren dat er nog transparantiebehoeften bestaan. Hierbij worden de volgende transparantiebehoeften het meest genoemd:

• Elektriciteitsvraag (historische data, ex-post data en op korte termijn aangepaste voorspellingen); • Dag-vooruit nominaties en daadwerkelijk transport landsgrensoverschrijdende verbindingen; • Calculatiemethodiek voor de markt beschikbare importcapaciteit;

• OTC markt.

12

OTC staat voor ‘over the counter market’. 13

(30)

Zoals al eerder benadrukt betekent dit echter niet dat DTe zondermeer maatregelen moet nemen om aan deze behoeften te voldoen. Eerst dient een uitgebreide marktconsultatie te worden uitgevoerd, evenals een zorgvuldige kosten-batenanalyse. Ook zal moeten worden nagegaan of de markt zelf niet aan één of meer van deze informatiebehoeften kan voldoen.

Resultaten enquête: visie marktpartijen op huidig transparantieniveau

In Figuur 2-13 hieronder staan de resultaten weergegeven van de vragen die in de liquiditeitsenquête 2005 over transparantie gesteld zijn. Deze resultaten komen voor een groot deel overeen met de hierboven geïdentificeerde informatiebehoeften. Op het gebied van de elektriciteitsvraag, daadwerkelijk gebruikte en genomineerde grenscapaciteit, ex-post en ex-ante informatie betreffende productie en internationale

transportcapaciteit wordt de mate van transparantie grotendeels als te laag ervaren. Over transparantie op de OTC markt zijn de meningen verdeeld. Op geen van de aspecten werd de transparantie te hoog bevonden, een antwoord mogelijkheid (Much too high) in de enquête die door geen van de respondenten is ingevuld waardoor deze ontbreekt in figuur 2-13.

Figuur 2-13 Enquêteresultaten visie op huidig transparantieniveau

Opvallend is dat het transparantieniveau betreffende ex-ante productie informatie als veel te laag tot te laag wordt ervaren. Dit terwijl in mei 2004 de transparantiebesluiten [3] betreffende publicatie van ex-ante productie informatie in werking zijn getreden. Hoewel de juridische basis voor transparantie op dit gebied vorig jaar is gecreëerd, wordt deze transparantieverbetering in praktijk niet als zodanig ervaren. Diverse partijen hebben de afgelopen periode aangegeven dat de informatie betreffende de beschikbaarheid van productie-eenheden, die op basis van deze besluiten op de website van TenneT gepubliceerd dient te worden, soms inconsistent, vermoedelijk onvolledig en voor veel partijen moeilijk te vinden is. Ook moet in

ogenschouw worden genomen dat het enige tijd kost voordat geïmplementeerde transparantiemaatregelen ook daadwerkelijk worden opgemerkt en gebruikt. Deze aspecten zouden de enquêteresultaten op het gebied van ex-ante productie informatie kunnen verklaren.

Level of transparancy for the follow ing market aspects

0% 50% 100%

System demand Dutch infrastructure International infrastructure Ex-ante inf ormation on generation Ex-post inf ormation on generation APX Endex OTC TSO-auction Used/nominated import/export capacity

(31)

2.3.3 Conclusie

Op basis van de internationale vergelijking, de inventarisatie van de relevante beschikbare informatie-items en de geïnventariseerde visies van marktpartijen komt DTe tot de volgende conclusies aangaande de transparantie op de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit. Ten eerste, scoort Europees gezien Nederland gemiddeld met het oog op het algehele transparantieniveau. Op velerlei gebieden is reeds informatie voor de markt beschikbaar. Ten tweede lopen de verschillen tussen Europese landen sterk uiteen als het gaat om de mate van algehele transparantie en de specifieke gebieden waarover informatie werkelijk beschikbaar is. Ten derde wordt de transparantie nog te laag ervaren op het gebied van de elektriciteitsvraag, daadwerkelijk gebruikte en genomineerde grenscapaciteit, internationale transportcapaciteit en zowel ex-ante als ex-post informatie betreffende productie. Op een aantal concrete gebieden bestaat momenteel dan ook nog een transparantiebehoefte. De volgende gebieden worden daarbij het meest genoemd:

- Elektriciteitsvraag

- Dag-vooruit nominaties en daadwerkelijk transport landsgrensoverschrijdende verbindingen - Calculatie methodiek van de voor de markt beschikbare importcapaciteit

- OTC markt

Opvallend is dat het transparantieniveau op het gebied van ex-ante productie informatie als veel te laag tot te

laag ervaren wordt. Dit, terwijl in mei 2004 de transparantiebesluiten in werking zijn getreden met het doel

de transparantie op dit gebied te verbeteren.

2.4 Mededinging

Voor de bepaling van de stand van de mededinging in de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit wordt een aantal verschillende indicatoren uitgewerkt. De volgende indicatoren komen aan bod

- het aantal spelers op de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit - de Hirschman-Herfindahl index

- de Lerner index

- de prijzen van elektriciteit op de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit - de spark spread

2.4.1

Spelers op de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit

Op de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit zijn producenten, leveranciers, grote afnemers van elektriciteit en pure handelaren actief. Aan de aanbodkant bestaat de Nederlandse elektriciteitsmarkt uit een klein aantal grote elektriciteitsproducenten en een groot aantal kleine producenten. Het totaal aan opgesteld productievermogen van de producenten bedraagt ruim 20 GW en de jaarlijkse productie bedroeg in 2004 ongeveer 92 TWh. De vraagzijde van de markt bestaat uit leveranciers voor de retailmarkt en uit grote zelfstandige afnemers waaronder vooral de energie-intensieve industrie. De leveranciers bestaan uit een beperkt aantal grote leveranciers en een behoorlijk aantal kleine(re) leveranciers die vooral actief zijn in nichemarkten (zoals duurzame elektriciteit).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Garantie van oorsprong voor Gegevens op een rekening die betrekking hebben op elektriciteit opgewekt elektriciteit opgewekt in een door middel van

op de grens tussen elke afzonderlijke installatie, als bedoeld in onderdeel a, en de aansluiting waarachter deze zich bevindt, zich een meetinrichting bevindt

Door kwaliteitsconversie profiteert de marktwerking op de laagcalorische markt mee van een goed functionerende “ gasrotonde” voor hoogcalorisch gas; de mate waarin wordt

Bij elektriciteit is meer te besparen dan bij gas: een gemiddeld huishouden met een contract voor onbepaalde tijd kan ruim €50 per jaar besparen door te switchen van een

Met de start van een termijnbeurs door Endex in december 2004 heeft de groothandelsmarkt voor elektriciteit zich in 2005 verder ontwikkeld. Het aantal deelnemers aan de

In de Technische Gascodes worden ook onderwerpen meegenomen die in dit document niet met name worden genoemd, maar wel de marktwerking en transparantie bevorderen en die in

In de groothandelsmarkt is een aantal, min of meer, openbare marktplaatsen ontstaan waar producenten, leveranciers, grote afnemers en daarnaast ook pure handelaren contracten tot

De meeste machines en apparaten werken op elektriciteit - een dag zonder elek- triciteit is moeilijk voor te stellen.. In de woordzoeker vind je dingen, die stroom nodig