• No results found

Monitor methode groothandelsmarkt elektriciteit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Monitor methode groothandelsmarkt elektriciteit"

Copied!
35
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Monitor methode groothandelsmarkt elektriciteit

(2)

Projectnaam: Monitoring groothandelsmarkt elektriciteit

Projectnummer: 300040

Directie Toezicht Energie Den Haag, juli 2005

(3)

Inhoudsopgave

1 Inleiding ... 4

2 Monitoren van doeltreffende marktwerking in elektriciteitsmarkten ...5

2.1 Inleiding...5

2.2 Een liquide markt ...5

2.3 Een transparante markt ... 6

2.4 Volledige mededinging en efficiënte uitkomsten...7

2.5 Conceptueel kader voor de monitor voor de groothandelsmarkt van elektriciteit ... 8

2.6 Overzicht van de indicatoren...10

2.6.1 Indicatoren over liquiditeit ... 11

2.6.2 Indicatoren over transparantie... 13

2.6.3 Indicatoren over mededinging ...14

3 Referenties ... 24

Bijlagen ...25

1. De Nederlandse elektriciteitsmarkt ... 26

1.01. Inleiding... 26

1.02. Beschrijving van de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit... 26

2. Definitie van liquiditeit op de elektriciteitsmarkt ... 28

2.01. Inleiding... 28

2.02. Wanneer is een markt liquide?... 28

2.03. Liquiditeit op de elektriciteitsmarkt ... 28

2.04. Wat is het belang van liquiditeit voor de elektriciteits-markt? ... 29

2.05. Voorwaarden voor een liquide elektriciteitsmarkt... 30

2.06. Relatie tussen prijsbeïnvloeding en liquiditeit ... 30

3. Transparantie voor landelijke netbeheerders, toezichthouders en Europese harmonisatie... 33

3.01. Inleiding... 33

3.02. Transparantie voor systeembeheerders ... 33

3.03. Transparantie voor toezichthouders...34

(4)

1 Inleiding

De Directie Toezicht Energie (DTe) dient op basis van de Elektriciteitswet en Gaswet de mededinging te bevorderen in energiemarkten. DTe heeft hiertoe de wettelijke taak om deze markten nauwlettend te volgen en de Minister van Economische Zaken jaarlijks te rapporteren over de mate van daadwerkelijke

marktwerking en doeltreffende mededinging op de verschillende energiemarkten.1 Daarbij dient DTe in de

gaten te houden of de energiemarkten transparant en niet-discriminatoir zijn.2 In geliberaliseerde

energiemarkten, die gekenmerkt worden door daadwerkelijke mededinging en voldoende transparantie, plukken afnemers - onder andere consumenten - uiteindelijk de vruchten van lage prijzen, een

gedifferentieerd productaanbod en een kwalitatief goede dienstverlening.

DTe voert bovengenoemde wettelijk taak uit met een monitor. Dit is een praktisch bruikbaar instrument om het functioneren van de groothandelsmarkt voor elektriciteit na te gaan. Het monitoren van de

groothandelsmarkt voor elektriciteit omvat het continu, nauwgezet en op een gestructureerde wijze volgen van marktontwikkelingen. Het doel hiervan is het tijdig kunnen identificeren van signalen uit de markt die duiden op een vermindering van de daadwerkelijke mededinging en de transparantie.

Het startpunt voor de monitor voor de groothandelsmarkt voor elektriciteit is het selecteren van indicatoren die inzicht geven over daadwerkelijke mededinging, liquiditeit en transparantie.3 De wijze waarop DTe tot een

selectie is gekomen van indicatoren, die uiteindelijk uitmonden in een oordeel over de status van de markt, wordt in dit hoofdstuk gemotiveerd. De wijze waarop dit wordt gedaan is als volgt. Ten eerste wordt beschreven wat onder een liquide, transparante en efficiënte markt wordt verstaan (paragraaf 2.2 tot en met 2.4.). In paragraaf 2.5 wordt vervolgens een conceptueel kader geschetst waarin de groothandelsmarkt voor elektriciteit kan worden beschreven. Dit kader mondt uit in een selectie van indicatoren (paragraaf 2.6) voor het meten van liquiditeit, transparantie en ten slotte daadwerkelijke mededinging. De uiteindelijk te

gebruiken indicatoren worden gepresenteerd en beschreven in een schema in paragraaf 2.6.

1

Artikel 5, lid 3, Elektriciteitswet 1998.

2

Over niet-discriminatoir zijn van energiemarkten wordt in deze monitor niet gerapporteerd, aangezien dit niet relevant is voor de groothandelsmarkt elektriciteit.

3

(5)

2

Monitoren van doeltreffende marktwerking in

elektriciteitsmarkten

2.1 Inleiding

DTe heeft voor de inrichting van de monitor indicatoren geselecteerd, ingevuld en geïnterpreteerd. Voor de selectie van deze indicatoren is voornamelijk gebruik gemaakt van vakliteratuur, rapporten van buitenlandse monitoringsautoriteiten, inzichten van marktpartijen en eerdere DTe-liquiditeitsrapporten. Deze indicatoren geven gezamenlijk een beeld van het functioneren van de groothandelsmarkt als geheel op systeemniveau. Doel van dit hoofdstuk is een motivering te geven voor de geselecteerde indicatoren waarmee DTe de groothandelsmarkt voor elektriciteit monitort.

2.2

Een liquide markt

Een goed functionerende groothandelsmarkt voor elektriciteit is gebaat bij een efficiënt proces van afstemming tussen vraag en aanbod. Inefficiënties in de elektriciteitsmarkt kunnen ontstaan door de aanwezigheid van hoge transactiekosten bij het bijeenbrengen van vraag en aanbod.4 Naarmate de totale

kosten (in tijd en geld) voor het sluiten van een contract tussen een vrager en aanbieder van elektriciteit hoger zijn, zal de betaalde prijs voor elektriciteit voor de eindgebruiker toenemen. Dit komt omdat de transactiekosten grotendeels afgewenteld zullen worden op de eindgebruiker. Een ideaal werkende groothandelsmarkt voor elektriciteit is dusdanig vormgegeven dat een minimalisatie van transactiekosten plaatsvindt.

In de groothandelsmarkt voor elektriciteit heeft het model van centrale planning met de afschaffing van het samenwerkingsverband van elektriciteitsproducenten sinds 2001 plaats gemaakt voor een model van vraagsturing via de markt. In de groothandelsmarkt is een aantal, min of meer, openbare marktplaatsen ontstaan waar producenten, leveranciers, grote afnemers en daarnaast ook pure handelaren contracten tot levering van elektriciteit kunnen afsluiten. De marktplaatsen onderscheiden zich globaal naar het profiel van het product (gestandaardiseerd of niet) en de tijdsdimensie.5

Voor het realiseren van een efficiënt handelsproces is het noodzakelijk dat de groothandelsmarkt voor elektriciteit liquide is. In een liquide markt wordt vraag en aanbod op een efficiënte wijze bij elkaar gebracht op de diverse marktplaatsen: voor elke transactie kan snel een tegenpartij worden gevonden en de aan- en verkoop van(standaard)contracten wordt, over het algemeen, zonder veel kosten uitgevoerd. In een liquide markt kunnen handelaren vraag- en aanbodposities aanpassen aan veranderende omstandigheden, leidt handel tot prijzen die een goede reflectie vormen van de vraag- en aanbodsituatie, geven prijzen voor langere termijncontracten een weerspiegeling van de marktverwachting en vindt een efficiënte allocatie van risico plaats [3].

4

Transactiekosten bestaan in meest ruime zin uit de kosten voor het zoeken van een geschikte tegenpartij, de kosten van het afsluiten van een contract en de kosten van clearing.

5

(6)

De groothandelsmarkt voor elektriciteit dient aan een aantal voorwaarden te voldoen om liquide te kunnen zijn. Een eerste voorwaarde is de aanwezigheid van marktplaatsen waar marktpartijen tegen beperkte kosten (standaard)contracten kunnen verhandelen. De diverse openbare marktplaatsen in de groothandelsmarkt dienen afzonderlijk (en in onderlinge samenhang) aan de behoefte van de vragers en aanbieders aan de beschikbaarheid van de gewenste verhandelde producten te voldoen om bestaansrecht te hebben. Een toereikend volume aan verhandelde contracten kan dan gerealiseerd worden waardoor de transactiekosten per eenheid kunnen dalen. In de tweede plaats is het van belang dat voldoende marktpartijen actief zijn op de verschillende marktplaatsen. Bij een gebrek aan voldoende marktpartijen (in het bijzonder pure handelaren) op de diverse marktplaatsen, wordt vraag en aanbod moeizamer bij elkaar gebracht en nemen de

transactiekosten toe. Een laatste voorwaarde is dat marktpartijen voldoende vertrouwen hebben in de prijsvorming op de markt. Deze drie voorwaarden zijn onderling sterk afhankelijk van elkaar.

2.3

Een transparante markt

Transparantie op de groothandelsmarkt voor elektriciteit kan goede marktwerking faciliteren met als gevolg efficiënte prijsvorming voor afnemers waaronder consumenten. Met (meer) transparantie wordt gedoeld op (een betere) toegang tot relevante marktinformatie-items, die handel in elektriciteit faciliteert.

Een voldoende mate van transparantie in de groothandelsmarkt voor elektriciteit kan effectieve marktwerking op verschillende manieren verbeteren. Ten eerste verlaagt meer transparantie het risico en de onzekerheid voor handelaren doordat zij vraag en aanbod beter kunnen inschatten. Ten tweede vermindert de

informatieasymmetrie tussen partijen. Ten derde kan het meer (potentiële) partijen stimuleren tot deelname aan de markt, wat uiteindelijk gunstig is voor de marktwerking. Ten slotte levert een hogere mate van transparantie betere mogelijkheden voor het monitoren van de markt, waardoor concurrentievervalsing eerder kan worden voorkomen (‘regulatory threat’) en gemakkelijker kan worden opgemerkt en bewezen. Een zorg aangaande vergroting van de transparantie in de groothandelsmarkten voor elektriciteit is dat te veel transparantie (stilzwijgende) collusie in de hand kan werken.6 De groothandelsmarkt voor elektriciteit is

relatief gevoelig voor stilzwijgende collusie omdat de markt wordt gekenmerkt door onder andere de volgende factoren: een beperkt aantal kostensymmetrische ondernemingen, veelvuldige repeterende interactie via bijvoorbeeld biedingen, hoge toetredingbarrières, homogene producten en een voorspelbare marktvraag in combinatie met een lage vraagelasticiteit [2]. Meer zekerheid over de prijzen van concurrenten zou het gemakkelijker maken stilzwijgende collusie praktisch te realiseren. Het afwijken van het collusie-evenwicht kan immers gemakkelijker worden opgemerkt [10].

Het juiste niveau van transparantie is niet precies te duiden. De invloed van meer transparantie op effectieve marktwerking blijkt sterk afhankelijk van de volgende factoren:

• Welke informatie wordt vrijgegeven (productiezijde/consumentenzijde, long term/short term, ex-ante/ex-post)

• Aan wie informatie wordt vrijgegeven (marktpartijen/systeembeheerders/toezichthouders) • In welke vorm informatie wordt vrijgegeven (gedetailleerd/aggregatie/anoniem)

• Op welke wijze informatie wordt vrijgegeven (ad-hoc/vertraging)

6 Stilzwijgende afspraken tussen bedrijven met het doel in een marktevenwicht te geraken waarbij meer winst valt te behalen, gaat veelal

(7)

Een punt in het kader van transparantie betreft de commerciële waarde van informatie. Bepaalde informatie moet vertrouwelijk blijven om bedrijven de kans te geven om te profiteren van het verbeteren van hun commerciële positie. Ook met het oog op innovaties die niet beschermd kunnen worden door andere middelen (zoals patenten) zullen bedrijven niet moeten worden gedwongen om informatie vrij te geven dat hen belet te profiteren van dergelijke innovaties [7]. Bij het vaststellen van transparantievereisten zal daarom altijd moeten worden gezocht naar de juiste balans tussen de voordelen van meer beschikbare informatie voor de markt als geheel en de bescherming van de commerciële positie van individuele marktpartijen. Het tot een bepaalde hoogte aggregeren van beschikbare informatie kan een goed compromis vormen tussen beide belangen.

Uit het voorgaande blijkt dat het moeilijk is een exact oordeel te geven over het adequate transparantieniveau in de Nederlandse groothandelsmarkt. Desalniettemin rapporteert het onderhavige document over de informatievoorziening aan marktpartijen die actief zijn op de groothandelsmarkt voor elektriciteit. Meningen en inzichten van (markt)partijen zijn hierin opgenomen.

2.4

Volledige mededinging en efficiënte uitkomsten

Een goed functionerende groothandelsmarkt voor elektriciteit wordt gekenmerkt door de realisatie van efficiënte marktuitkomsten, namelijk efficiënte prijzen voor een gedifferentieerd productaanbod. In een goed functionerende groothandelsmarkt strijden aanbieders om de gunst van de afnemer(s) met als uiteindelijk resultaat efficiënte prijsniveaus. Deze prijzen weerspiegelen strikt noodzakelijk gemaakte vaste en variabele kosten voor het produceren van een bepaalde hoeveelheid gevraagde elektriciteit. Een slecht functionerende groothandelsmarkt levert een inefficiënt prijsniveau op. Deze inefficiënties kunnen onder meer ontstaan door een suboptimale inzet van productie-eenheden en door de aanwezigheid van hoge transactiekosten bij het bijeenbrengen van vraag en aanbod.7 In deze situaties is er daardoor sprake van verkwisting met een

schadelijk effect op de maatschappelijke welvaart.

In de economisch theoretische situatie van volledige mededinging zijn er oneindig veel vragers en

aanbieders, is relevante (markt)informatie voor ieder vrijelijk beschikbaar en treedt geen onzekerheid op. In deze situatie is iedere deelnemer in de markt prijsnemer. De praktijk in de huidige elektriciteitssector is echter anders aangezien de huidige productietechnologie dusdanige schaalvoordelen met zich meebrengt dat slechts een beperkt aantal producenten in de markt aanwezig kan zijn in plaats van oneindig veel. Bovendien verschilt de mate van flexibiliteit van de productie tussen productiemiddelen. Hierop wordt later teruggekomen. Daarnaast beschikken marktpartijen niet over alle relevante (markt)informatie en bovendien niet in gelijke mate. De groothandelsmarkt voor elektriciteit is in tegenstelling tot de meeste andere markten een gecreëerde markt. De overheid heeft een belangrijke rol bij het bepalen van de voorwaarden en

omstandigheden van de groothandelsmarkt voor elektriciteit, zoals de beschikbaarheid van relevante (markt)informatie over de verwachte en daadwerkelijke vraag, de verwachte en daadwerkelijke

beschikbaarheid van capaciteit en het gebruik hiervan. Door een gebrek aan mededinging en beschikbare relevante (markt)informatie kunnen situaties optreden waardoor de markt niet altijd tot efficiënte uitkomsten leidt.

Een goed functionerende groothandelsmarkt resulteert in efficiënte prijzen wanneer de inzet van eenheden optimaal worden gebruikt. De belangrijkste voorwaarde voor een optimale inzet van

(8)

eenheden is de aanwezigheid van een voldoende mate van mededinging in de markt van vraag en aanbod van elektriciteit. Bij voldoende mededinging ontstaat prijsdiscipline tussen aanbieders van elektriciteit op de groothandelsmarkt. Ter facilitering van de mededinging dient er voldoende (markt)informatie van goede kwaliteit beschikbaar te zijn voor afnemers en handelaren die arbitreren tussen verschillende plaatsten waarop vraag en aanbod van elektriciteit samenkomen. Voldoende mededinging in de groothandelsmarkt voor elektriciteit op ieder moment zorgt er tevens voor dat aanbieders vrijwel geen machtspositie in een markt kunnen innemen, waardoor de mogelijkheden tot beïnvloeding van de prijzen voor elektriciteit afwezig zijn. Voldoende beschikbare (markt)informatie in de elektriciteitsmarkt zorgt ervoor dat aanbieders en vragers van elektriciteit optimale beslissingen kunnen nemen ten aanzien van het al dan niet aan- of verkopen van elektriciteit, het inzetten van productiecapaciteit en het doen van investeringen in onder meer nieuwe productiecapaciteit.

Een gebrek aan mededinging kan leiden tot inefficiënties in de groothandelsmarkt voor elektriciteit, omdat één producent of meerdere producenten op een bepaald moment een economische machtspositie kan of kunnen innemen. Bij de productie van elektriciteit kunnen producenten een economische machtspositie krijgen indien de capaciteit van een individuele producent strikt noodzakelijk is om aan de vraag naar elektriciteit te voldoen. Een economische machtspositie kan onder meer ontstaan tijdens perioden met een zeer hoge vraag en incidenteel beperkte beschikbare productiecapaciteit. Daarnaast kan een beperking in het transmissienet ervoor zorgen dat het aanbod van elektriciteit in een bepaalde regio beperkt wordt en de mate van mededinging plots flink afneemt. Het uitvallen van productiecapaciteit voor elektriciteit bewerkstelligt een vergelijkbaar effect, aangezien er dan schaarste kan optreden. Het gevolg van een beperking van de mededinging kan zijn dat het prijsniveau voor elektriciteit (permanent) op een te hoog niveau komt te liggen, dat wil zeggen, hoger dan de strikt noodzakelijke kosten rechtvaardigen. Producenten maken in deze situatie gebruik van de schaarste van het aanbod. Afnemers betalen dan uiteindelijk teveel voor hun elektriciteit. Een gebrek aan beschikbaar relevante (markt)informatie kan eveneens leiden tot inefficiënties omdat producenten en leveranciers van elektriciteit onvoldoende in staat zijn om tijdige en optimale beslissingen te nemen ten aanzien van het moment van aan- of verkoop van elektriciteit, de inzet van productiecapaciteit en op langere termijn het doen van investeringen in nieuwe productiecapaciteit. Voor eindgebruikers betekent dit uiteindelijk dat zij teveel betalen. In een steeds meer concurrerende elektriciteitsmarkt zullen de marges van elektriciteitsproducenten tenderen naar nul omdat overwinsten als gevolg van mededinging

(prijsdiscipline) opgesoupeerd worden.

2.5

Conceptueel kader voor de monitor voor de

groothandelsmarkt van elektriciteit

(9)

Figuur 2-1 Conceptueel raamwerk

Het conceptueel raamwerk is in grote lijnen gebaseerd op de dynamische variant van het structuur-gedrag-resultaat (SGR) paradigma, een methode die vaker wordt gebruikt om de relevante aspecten van het functioneren van een sector overzichtelijk te presenteren.8 Het SGR-paradigma stelt dat de structuur van de

markt het gedrag van deze partijen bepaalt en dit gedrag uiteindelijk het marktresultaat in de

groothandelsmarkt vaststelt. Het marktresultaat beïnvloedt op termijn het gedrag van partijen in de markt en op lange termijn de structuur van de markt. DTe heeft dit theoretische concept bewerkt zodat het geschikt is voor de doeleinden van de monitor en toepasbaar is op de groothandelsmarkt voor elektriciteit.

Het bovenstaande conceptueel raamwerk is als volgt te interpreteren. De structuur van de groothandelsmarkt voor elektriciteit bestaat op een willekeurig moment uit producenten, die in een bepaalde verhouding

elektriciteit produceren en, direct of via pure handelaren, aan leveranciers of (grootschalige) afnemers leveren. De productie van de elektriciteit wordt bepaald door de totale hoeveelheid elektriciteit die door leveranciers of eindgebruikers recent of langer geleden is gecontracteerd. De structuur van de markt wordt op korte en langere termijn beïnvloed door de beschikbaarheid van productiecapaciteit en de (verwachte) vraag naar elektriciteit. Op basis van de structuur van de markt, de huidige vraag en toekomstige vraag- en aanbodverhoudingen bepalen marktpartijen hun gedragingen in de groothandelsmarkt. Een deel van de elektriciteitsproducenten, afhankelijk van de aard van de productie en productiemiddelen, bepalen of zij hun bestaande productiecapaciteit in gaan zetten of elektriciteit gaan inkopen. Elektriciteitsleveranciers en grootschalige afnemers bepalen of zij de (toekomstige) noodzakelijke en gewenste elektriciteit nu gaan inkopen of hun aankoop uitstellen. De uiteindelijke posities van producenten, leveranciers en grootschalige afnemers hangen af van de (verwachte) prijzen voor verschillende contracten op de groothandelsmarkt. Vraag en aanbod op de diverse marktplaatsen in de groothandelsmarkt op een bepaald moment leiden uiteindelijk tot een bepaalde marktuitkomst, een prijsniveau voor een eenheid elektriciteit. Dit prijsniveau is voor producenten en leveranciers gunstig of minder gunstig afhankelijk van de vraag of zij voldoende marge kunnen maken op een transactie. De (verwachte) prijsniveaus op de groothandelsmarkt leiden op korte of

8

(10)

langere termijn weer tot een aanpassing in het gedrag: producenten kunnen beslissen tot een uitbreiding of inkrimping van de productiecapaciteit terwijl leveranciers en grootschalige afnemers kunnen besluiten om hun inkoop van elektriciteit (structureel) in de tijd te vervroegen of uit te stellen. In het geval

productiecapaciteit wordt uitgebreid of ingekrompen leidt dit op lange termijn tot een meer structurele verandering in de structuur van de markt. De uitkomsten op de groothandelsmarkt, namelijk de gerealiseerde prijzen en de gemaakte marges tussen prijzen en kosten, kunnen op korte termijn sterk variëren. Een

productie- of transmissiebeperking leidt op korte termijn tot een wijziging in de structuur van de markt en kan in het geval van schaarste en in het geval van het achterhouden van capaciteit leiden tot zeer hoge prijzen voor elektriciteit, hoge winstmarges of grote verliezen.

De efficiëntie in het proces van het bijeenbrengen van vraag naar en aanbod van elektriciteit wordt beïnvloed door de mate van liquiditeit van de groothandelsmarkt. In een liquide markt worden de transactiekosten voor het sluiten van een contract geminimaliseerd waardoor de inkoopkosten van leveranciers en grootschalige afnemers zo laag mogelijk zijn. Daarnaast gaat vanuit het prijsvormingsproces in een liquide markt een voor marktpartijen signaalwerking uit om aan- en verkoopbeslissingen te nemen met als gevolg efficiënte

uitkomsten in de groothandelsmarkt. De mate van liquiditeit van de groothandelsmarkt voor elektriciteit beïnvloedt het gedrag van handelaren tot het nemen van efficiënte beslissingen.

Daarnaast is ook het overheidsbeleid en het toezicht bepalend voor het functioneren van de

groothandelsmarkt. Het stimuleren van het beschikbaar stellen door marktpartijen van gegeven over (het uitvallen van) productie- of transmissiecapaciteit draagt bij aan het vermogen van handelaren om meer optimale beslissingen te nemen. Het mededingingstoezicht kan de structuur van de productiemarkt wijzigingen door bijvoorbeeld een fusie of overname al dan niet (voorwaardelijk) goed te keuren. Daarnaast kan het gedrag van marktpartijen, in de vorm van een misbruik van een economische machtspositie dan wel het aangaan van horizontale of verticale afspraken met andere marktpartijen, verboden en bestraft worden. Ten slotte kan de liquiditeit van de groothandelsmarkt dankzij ingrijpen verbeterd worden door aanpassingen in de voorwaarden tot handel door te voeren.

Voor de verschillende onderdelen in het conceptueel raamwerk geeft een aantal indicatoren inzicht in de stand van zaken in de groothandelsmarkt. De marktuitkomsten in de groothandelsmarkt voor elektriciteit kunnen worden uitgedrukt in termen van marges, de structuur van de groothandelsmarkt voor elektriciteit in termen van het aantal spelers en de concentratiegraad.9 De totale (verwachte) marktvraag en het beschikbare

aanbod aan productie- en transmissiecapaciteit is eveneens te meten. Daarnaast kan het overheidsbeleid en het toezicht vervat worden in een aantal indicatoren over de beschikbaarheid van informatie en transparantie. Ten slotte wordt de mate van liquiditeit van de groothandelsmarkt uitgedrukt in diverse indicatoren.

2.6

Overzicht van de indicatoren

Het conceptueel raamwerk, zoals hierboven besproken, mondt uit in en aantal indicatoren. Deze indicatoren geven samen een beeld van de mate van liquiditeit, de mate van transparantie en mededinging in de groothandelsmarkt voor elektriciteit. De gebruikte indicatoren voor de monitor voldoen zoveel mogelijk aan de volgende criteria: de indicator is objectief, specifiek, zoveel mogelijk kwantificeerbaar, meetbaar over de tijd en (tijdig) beschikbaar uit informatiebronnen. Daarnaast dient de indicator geanonimiseerde informatie

9

(11)

te bevatten die niet herleidbaar is tot individuele marktpartijen. De gebruikte indicator meet de absolute kwantitatieve waarde van de indicator (het niveau) en / of de ontwikkeling of trend van deze kwantitatieve waarde. De indicatoren die aan deze voorwaarden voldoen kunnen in de monitor van dit jaar, maar ook voor volgende jaren, steeds verzameld worden waardoor de ontwikkeling van het functioneren van de

groothandelsmarkt voor elektriciteit systematisch in kaart gebracht kan worden. Daarnaast kan in het geval van een aantal indicatoren, dat aan deze voorwaarden voldoet, een vergelijking met andere landen gemaakt worden.

Tabel 2-1 Overzicht indicatoren liquiditeit, transparantie en mededinging groothandelsmarkt elektriciteit

Indicator

Liquiditeit Het aantal actieve handelaren op de marktplaatsen

Het verhandelde volume ten opzichte van het totaal geconsumeerde volume op de marktplaatsen

Het effectieve volume, betrokken bij de prijsvorming op de markt De spreiding tussen bied- en laatprijzen op de OTC

De prijsvolatiliteit

De prijsgevoeligheid van de vraag

Arbitrage/ prijsverschillen tussen marktplaatsen

Transparantie Het Nederlandse transparantieniveau in Europese context De beschikbaarheid van informatie-items en huidige openstaande transparantiebehoeften

Mededinging Het aantal spelers met productie en leverantie op de groothandelsmarkt De Herfindahl-Hirschmann Index (HHI)

De Lerner-index

De prijzen van elektriciteit op de groothandelsmarkt De Spark spread

In Tabel 2-1 wordt een overzicht gegeven van de geïdentificeerde indicatoren voor het kunnen inschatten van de mate van transparantie, liquiditeit en mededinging op de groothandelsmarkt voor elektriciteit. Voor de verschillende elementen uit het conceptueel raamwerk is een aantal te kwantificeren indicatoren verzameld. De indicatoren voor liquiditeit zijn gebaseerd op de indicatoren uit eerdere liquiditeitsrapporten.

In het vervolg van dit hoofdstuk worden de bovenstaande gepresenteerde indicatoren nader gepresenteerd. Naast een beschrijving van de indicator geeft DTe aan wat de betekenis van de indicator is en de rol van de indicator in de monitor. Daarnaast wordt per indicator uitgelegd welke informatie DTe gebruikt om de indicator van een kwantitatieve waarde te voorzien en op welke wijze de resultaten van de indicator worden geïnterpreteerd.

2.6.1 Indicatoren over liquiditeit

Een uitgebreide toelichting op het meten van het niveau van de liquiditeit op de Nederlandse

(12)

De volgende indicatoren voor de bepaling van het niveau van de liquiditeit staan, zoals in het liquiditeitsrapport 2003, ook in de monitor 2004 centraal:

• Aantal actieve handelaren op de verschillende marktplaatsen

• Verhandelde volume ten opzichte van het totaal geconsumeerde volume op de verschillende marktplaatsen

• Effectiviteit van het volume

• Spreiding tussen bied- en laatprijzen op de relevante marktplaatsen • Volatiliteit van de prijzen

• Prijsgevoeligheid van de vraag op de relevante marktplaatsen

• Prijsverschillen tussen identieke producten: convergentie prijzen op de verschillende marktplaatsen / arbitrage

Deze indicatoren worden voor de bepaling van het niveau van de liquiditeit voor de verschillende

elektriciteitsmarktplaatsen, (de spotmarkt APX, onbalansmarkt en termijnmarkten) gebruikt. Aangezien deze indicatoren verleden jaar zijn geanalyseerd is een vergelijking over de jaren mogelijk. Daarnaast wordt de mate van liquiditeit op de Nederlandse groothandelsmarkt elektriciteit vergeleken met de liquiditeit op andere Europese elektriciteitsmarkten. Hieronder wordt kort toegelicht welk monitorsignaal voortvloeit uit een bepaalde indicator.10 De data voor onderzoek naar het niveau van de liquiditeit op de verschillende

marktplaatsen aan de hand van de bovenstaande indicatoren zijn gebaseerd op openbare informatie. De gebruikte bronnen zijn Platts, www.apx.nl en www.endex.nl. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van een enquête onder handelaren op de Nederlandse groothandelsmarkt.

Indicator 1. Het aantal actieve handelaren op de verschillende marktplaatsen

Monitorsignaal: Naarmate het aantal actieve handelaren op de verschillende marktplaatsen op de Nederlandse groothandelsmarkt toeneemt, nemen de mogelijkheden tot handel in elektriciteit toe. Een toename van het aantal handelaren wordt gezien als een positief signaal, ook omdat meer handelaren de mogelijkheden tot arbitrage zullen benutten en een efficiëntere elektriciteitsmarkt het resultaat zal zijn.

Indicator 2. Het verhandelde volume ten opzichte van het totaal geconsumeerde volume

Monitorsignaal: Het is over het algemeen positief voor de marktwerking op de groothandelsmarkt voor elektriciteit indien het verhandelde volume het geconsumeerde volume enkele malen overtreft. Meer volume op de verschillende marktplaatsen is dus gunstig ter facilitering van de mededinging.

Indicator 3. Het effectieve volume, het volume dat effectief betrokken is bij de prijsvorming op de markt

Monitorsignaal: Het is over het algemeen positief voor de marktwerking op de groothandelsmarkt voor elektriciteit indien het effectieve volume, dat bijdraagt aan de prijsvorming op de markt, toeneemt. Voor de spotmarkt APX is een hoger effectief volume dus beter voor de mededinging.

Indicator 4. De spreiding tussen bied- en laatkoersen

10

(13)

Monitorsignaal: Een grote spreiding tussen bied- en laatkoersen op de OTC-markt duidt op een inadequate werking van de groothandelsmarkt voor elektriciteit. In een goed functionerende markt met voldoende deelnemers en vraag en aanbod zal het verschil tussen bied- en laatkoersen voor een contract tot levering van elektriciteit van een bepaalde grootte steeds kleiner worden. Een dalende spreiding tussen bied- en

laatkoersen is indicatief voor toenemende liquiditeit.

Indicator 5. De prijsvolatiliteit; het voorkomen van prijspieken en -dalen

Monitorsignaal: Te veel onverklaarbare extreme prijspieken of –dalen verlagen het vertrouwen van

handelaren in de groothandelsmarkt voor elektriciteit. Echter, prijspieken worden soms gerechtvaardigd door objectieve factoren zoals koelwaterbeperkingen en vormen een basis voor aanbieders om een deel van hun vaste kosten terug te verdienen. Minder ‘onverklaarbare’ volatiliteit is daarom gunstig voor de marktwerking.

Indicator 6. De gevoeligheid van de marktprijs voor individuele transacties van bepaalde grootte

Monitorsignaal: Een te grote gevoeligheid van het prijsniveau op de APX als gevolg van een transactie met een voldoende klein volume, toont dat de liquiditeit kan worden verbeterd. Immers, in een liquide markt kunnen transacties gemakkelijk en snel worden uitgevoerd. Dit houdt onder andere in dat per transactie een voldoende groot volume kan worden verhandeld zonder dat dit effect heeft op de prijs. Lagere

prijsgevoeligheid is dus positief voor de marktwerking.

Indicator 7. Arbitrage/ prijsverschillen tussen marktplaatsen

Monitorsignaal: In een goed functionerende groothandelsmarkt voor elektriciteit zullen de prijzen voor vergelijkbare contracten op de verschillende binnen- en buitenlandse marktplaatsen convergeren. In een liquide groothandelsmarkt voor elektriciteit zal het prijsverschil tussen deze contracten over de tijd afnemen.

2.6.2 Indicatoren

over

transparantie

Transparantie op de groothandelsmarkt voor elektriciteit kan goede marktwerking faciliteren. Met (meer) transparantie wordt, zoals gesteld, gedoeld op (een betere) toegang tot relevante marktinformatie-items die handel in elektriciteit faciliteert. De spelers op de groothandelsmarkt voor elektriciteit gebruiken

marktinformatie om hun posities ten aanzien van aan- en verkoop van elektriciteit in te nemen. In dit rapport richt DTe zich op de beoordeling van het huidige transparantieniveau ten behoeve van marktpartijen die actief zijn op de groothandelsmarkt. Voor systeembeheerders en toezichthouders is de beschikbaarheid van informatie eveneens van belang. In bijlage 3 wordt stilgestaan bij het nut van

transparantie voor systeembeheerders en toezichthouders. Ook wordt het nut van Europese harmonisatie op het gebied van transparantie belicht. Wellicht dat in een toekomstige rapportage ook deze

transparantieaspecten geëvalueerd en beoordeeld zullen gaan worden.

(14)

Indicator 8. Het Nederlandse transparantieniveau in Europese context

Om een beeld te krijgen van het transparantieniveau in Nederland wordt de mate van transparantie op een aantal voor de markt relevante gebieden vergeleken met een aantal andere Europese landen. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van data voortvloeiende uit een CEER enquête die in 2004 is gehouden onder verschillende Europese toezichthouders.

Indicator 9. De beschikbaarheid van informatie-items en huidige openstaande transparantiebehoeften

Op basis van een gedetailleerde inventarisatie van het huidige Nederlands transparantieniveau wordt een overzicht verkregen van welke informatie-items openbaar beschikbaar zijn en dus transparant zijn voor handelaren op de groothandelsmarkt en over welke gebieden weinig of geen informatie wordt vrijgegeven. De informatie-items bevatten informatie over de vraag naar en het aanbod van elektriciteit, het aanbod en de beschikbaarheid van productie- en transmissiecapaciteit en informatie over de handel in elektriciteit. Door middel van deze analyse in combinatie met verschillende visiedocumenten en signalen die DTe heeft ontvangen, worden gebieden geïdentificeerd waarbij nog een duidelijke transparantiebehoefte bestaat. Hierbij wordt onder andere gebruik gemaakt van de resultaten van de liquiditeitsenquête 2005, waarin aan

handelaren hun mening is gevraagd over hoe zij het huidige transparantieniveau op verschillende gebieden beoordelen.

Het bovenstaande betekent overigens niet automatisch dat aan openstaande transparantiebehoeften moet worden voldaan door het nemen van maatregelen. Met het oog op mogelijke, hierboven besproken, negatieve effecten van een hoger transparantieniveau zal steeds een zeer zorgvuldige afweging moeten worden

gemaakt of, en zo ja, welke informatie in welke vorm aan de markt beschikbaar dient te worden gesteld. Hierbij is een uitgebreide marktconsultatie vereist evenals een zorgvuldige kosten-batenanalyse. Ook zal moeten worden nagegaan of de markt zelf niet aan desbetreffende openstaande behoeften tegemoet kan komen.

2.6.3 Indicatoren

over

mededinging

Een voorwaarde voor een efficiënt functionerende groothandelsmarkt aan de aanbodzijde is de aanwezigheid van voldoende producenten van elektriciteit en het plaatsvinden van daadwerkelijke mededinging tussen deze aanbieders. Ook de concentratie aan de vraagzijde is van belang. De economische ruimte voor efficiënt functionerende aanbieders wordt bepaald door de minimum efficiënte schaal van de gehanteerde

(15)

kleine producenten met een beperkte capaciteit. Bovendien zijn er verschillen in de mate van flexibiliteit tussen de eenheden. Enerzijds bestaan er eenheden die relatief inflexibel zijn, omdat ze bijvoorbeeld in warmte voorzien. Anderzijds zijn er zeer flexibele eenheden die sterk reageren op de (dagelijkse) prijsvorming.

De structuur van de productiemarkt wordt naast het aantal efficiënte producenten vormgegeven door de concentratie in productie. Voor een daadwerkelijke mededinging in de groothandelsmarkt is het van belang dat de concentratiegraad op ieder moment beperkt is. Een hoge concentratie in de markt voor

elektriciteitsproductie op een willekeurig moment kan leiden tot een situatie waarin een beperkt aantal partijen marktmacht verkrijgen. De aanwezigheid van marktmacht kan mogelijk leiden tot inefficiënte marktuitkomsten. In de eerste plaats neemt de kans op inefficiënties in de productie toe. De schaal van de productieactiviteiten van de producenten kan van een dusdanige omvang zijn dat de minimum efficiënte

schaal overschreden is en productie efficiënter kan plaatsvinden. Alternatieve kleine productiebedrijven

kunnen vanwege de beperkte schaal grote producenten vaak niet dwingen om zo efficiënt mogelijk om te gaan met productiemiddelen. Daarbij is toetreding van nieuwe producenten eveneens lastig omdat zij onder meer te maken hebben met grote investeringskosten. In de tweede plaats kan een geconcentreerde

productiesector leiden tot elektriciteitsprijzen die hoger zijn dan in een meer concurrerende sector. De grote productiebedrijven in een oligopolistische marktstructuur zijn allen gebaat bij hoge elektriciteitsprijzen op de groothandelsmarkt waardoor zij elkaar niet sterk zullen beconcurreren. Mogelijk maken zij zelfs afspraken over hun productie en prijs of maken zij (collectief) misbruik van hun economische machtspositie. Kortom, een hoge concentratie in elektriciteitsproductie kan leiden tot inefficiënties in productie en hoge prijzen die geen weerspiegeling geven van de kosten.

Om de mate van mededinging in kaart te kunnen brengen, hanteert DTe in deze monitor indicatoren die enerzijds de structuur van de markt weergeven, zoals het aantal marktpartijen, en anderzijds meer inzicht geven in de mate van concentratie van elektriciteitsproductie. Een laatste belangrijke indicator is de winstgevendheid van de productie van elektriciteit. Immers, winstgevendheid haakt direct aan bij twee belangrijke publieke belangen in de elektriciteitssector, namelijk voorzieningszekerheid en voldoende mededinging. Een lage winstgevendheid, of zelfs verlieslatendheid, weerhoudt elektriciteitsproducenten van investeringen in nieuwe productiecapaciteit en leidt mogelijk tot problemen op lange termijn om aan de elektriciteitsvraag te voldoen. Een hoge winstgevendheid kan een indicatie zijn van onvoldoende

mededinging in elektriciteitsproductie; een gebrek aan mededinging kan leiden tot bovencompetitieve prijzen voor afnemers.

De aspecten marktstructuur, marktconcentratie en winstgevendheid worden geanalyseerd met verschillende indicatoren, die in het onderstaande worden toegelicht. Aangezien deze indicatoren (met uitzondering van indicator 10, het aantal marktspelers) niet eerder zijn gepresenteerd door DTe behoeven deze meer toelichting dan de hiervoor gepresenteerde indicatoren.

Indicator 10: Het aantal spelers met productie en leverantie op de groothandelsmarkt

(16)

spelen bij het bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Ook producenten en leveranciers handelen op de markt om hun portfolio te optimaliseren of om geld te verdienen door arbitrage.

De structuur van de groothandelsmarkt wordt weergegeven door een overzicht van de aanwezigheid van producenten en afnemers in de markt.11 Dit zijn op de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit het

aantal spelers met een volledige erkenning of handelserkenning voor programmaverantwoordelijkheid. Deze indicator toont het verloop van het aantal producenten en leveranciers op de groothandelsmarkt voor elektriciteit over de tijd heen. Toe- en uittreding van producenten en leveranciers geeft inzicht in de

ontwikkeling van de Nederlandse markt. De bron voor het aantal producenten en leveranciers vormt het programmaverantwoordelijkheid register van TenneT.12 Voor de intensiteit van de mededinging op de

groothandelsmarkt voor elektriciteit is het positief wanneer het aantal spelers toeneemt. In het geval het aantal producenten en leveranciers afneemt zal de indicator een negatief signaal geven.

Een hoog aandeel van geïntegreerde spelers (bedrijven met productie en levering aan verbruikers) in het totale aantal spelers in de markt duidt op een beperking van de mogelijkheden tot handel in elektriciteit aangezien het aandeel van de contracten verhandeld via openbare marktplaatsen afneemt en de

mogelijkheden voor arbitrage door handelaren eveneens afnemen. De signaalwerking van prijsvorming op openbare marktplaatsen verdwijnt als gevolg van een toename van het aandeel van geïntegreerde spelers. Een stijging van dit aandeel zal leiden tot een negatief signaal in de monitor.

Indicator 11: De (statische) Herfindahl-Hirschmann Index (HHI) op basis van de maximaal opgestelde beschikbare productiecapaciteit (MW)

Indicator 12: De (dynamische) HHI op basis van de gerealiseerde en verkochte elektriciteitsproductie (MWh) gedifferentieerd naar uur.

De structuur van een markt en zijn determinanten zijn in grote lijnen bepalend voor de marktuitkomsten in termen van prijzen en efficiëntie. Een indicator voor de structuur van een markt is, naast het aantal actieve marktpartijen, de concentratiegraad van de verkochte productie, ofwel de afzet, in de markt. De

concentratiegraad geeft aan in welke mate de totale verkochte hoeveelheid van een product verdeeld is over het aantal actieve partijen in de markt.13 Structurele maatstaven van de concentratiegraad van een markt

worden vaak gebruikt als indicatie voor de aan- of afwezigheid van marktmacht dan wel om het gevaar van marktmacht te identificeren.

De mate van concentratie in een markt kan worden gepresenteerd door voor iedere actieve marktpartij het marktaandeel weer te geven. Een andere, meer praktische methode, zeker in het geval van een groot aantal marktpartijen, is om een samenvattende index van de verdeling van de verkochte productie in een markt af te

11

In de analyse van de liquiditeit van de groothandelsmarkt staat het aantal handelaren in de markt centraal.

12

Dit register biedt een vrijwel volledig overzicht van de aanwezige leveranciers en een overzicht van de grote producenten in de Nederlandse groothandelsmarkt.

13

(17)

leiden.14 Een veelgebruikte maatstaf voor de bepaling van de concentratiegraad in een markt is de HHI. De

HHI geeft de som van de gekwadrateerde marktaandelen van alle verkochte productie in een markt weer. In formulevorm ziet de HHI er als volgt uit:

(1.1.) Hierbij is si gelijk aan het marktaandeel van een bepaalde marktpartij, weergegeven door symbool i, waarbij

de index zoals toegelicht een sommatie geeft van de marktaandelen van alle marktpartijen, weergegeven door het symbool n. De hoogte van de HHI wordt beïnvloed door het aantal actieve producenten die een bepaald product verkopen in een markt en de variatie in de marktaandelen. De HHI kan een waarde aannemen tussen 0 en 10.000. In het geval van oneindig veel kleine aanbieders van een product is het marktaandeel dusdanig klein dat de HHI naar 0 tendeert, terwijl in het geval een monopolie één aanbieder een marktaandeel van 100% heeft en de HHI een waarde van 10.000 heeft. Naarmate het aantal actieve marktpartijen daalt, stijgt aldus de HHI omdat iedere marktpartij gemiddeld een hoger marktaandeel heeft.15 Daarnaast zal de HHI

eveneens toenemen naarmate de verschillen tussen de marktaandelen van de individuele marktpartijen groter worden.16

Voor de berekening van de HHI is een belangrijke voorwaarde dat de markt afgebakend is en bekend is welke verzameling van producten wordt meegerekend bij de vaststelling van een (product)markt en welke

marktpartijen worden betrokken bij de berekening van de HHI.17 De berekening en analyse van de HHI wordt

normaliter frequent op een bepaald moment of in een bepaald interval afgeleid op basis van de gerealiseerde afzet (dynamisch), maar kan ook worden berekend aan de hand van de productiecapaciteit (statisch).18

DTe leidt ten behoeve van de monitor voor de groothandelsmarkt voor elektriciteit een HHI af voor het jaar 2004. Voor de groothandelsmarkt wordt het product elektriciteit gekozen, waarbij het niet uitmaakt of de elektriciteit opgewekt is door middel van het gebruik van gas, kolen, uranium, wind, biomassa of een andere energiebron. Voor de geografische markt beperkt DTe zich tot de Nederlandse productie van elektriciteit. Enerzijds zorgt de beperkte vrij beschikbare importcapaciteit voor een begrenzing van de mogelijkheden tot

14 Aangezien DTe op systeemniveau rapporteert is het ook niet mogelijk om de verdeling van marktaandelen voor alle actieve

marktpartijen te laten zien.

15 Ter illustratie; in het geval een markt drie producenten telt met een even groot marktaandeel van 33,3% is de HHI hoger dan een markt

met vier producenten met een gelijkwaardig marktaandeel van 25%. Immers, de HHI in de eerste situatie is 3333 en in de tweede situatie 2500.

16 Ter illustratie, in het geval een markt drie producenten telt met een marktaandeel van 50%, 30% en 20% dan is de HHI hoger dan in

een markt met drie producenten met een gelijkwaardig marktaandeel van 33,3%. Immers, de HHI in de eerste situatie is 3800 en in de tweede situatie 3333.

17

In theorie wordt voornamelijk uitgegaan van het bestaan van een homogeen goed en volledige substitutie in plaats van een verzameling van minder of meer substitueerbare producten.

18

Een impliciete veronderstelling bij de berekening van de HHI op basis van afzet is dat alle marktpartijen hun productiecapaciteit volledig benut hebben of in ieder geval in gelijke relatieve proportie over overcapaciteit beschikken. In de praktijk gaat deze

veronderstelling niet altijd op, zodat de berekening van een HHI op basis van daadwerkelijk gerealiseerde afzet niet een gebalanceerde indicatie geeft van potentiële of daadwerkelijke marktmacht. Een (grote) marktpartij met een grote hoeveelheid overcapaciteit in een markt kan bijvoorbeeld wel degelijk marktmacht uitoefenen in het geval alle overige partijen hun productiecapaciteit volledig hebben benut en de vraag stijgt. Naast een berekening van de HHI op basis van de gerealiseerde afzet van partijen op verschillende momenten is het daarom nuttig om de HHI op basis van productiecapaciteit te berekenen.

(18)

(internationale) handel. Anderzijds bestaat onduidelijkheid over welke buitenlandse producenten daadwerkelijk de geleverde import heeft geproduceerd.19

De HHI kan, zoals hierboven gesteld, op een statistische en dynamische wijze worden ingevuld en een combinatie van beide berekeningen van de HHI geeft nog meer inzicht. Deze constatering geldt in het bijzonder voor de elektriciteitssector, die wordt gekenmerkt door een aantal afwijkende eigenschappen in vergelijking met andere sectoren. In de eerste plaats is de prijsgevoeligheid van de vraag naar en het aanbod van elektriciteit in tegenstelling tot andere producten veel lager. Dit wordt veroorzaakt door de kenmerken van het product elektriciteit, namelijk de beperkte praktische mogelijkheden tot grootschalige opslag en de beperkte vraagrespons van afnemers op veranderingen in prijzen voor elektriciteit. In de tweede plaats dient de vraag en het aanbod van elektriciteit op ieder moment van de dag aan elkaar gelijk te zijn. Als gevolg van deze kenmerken verschilt de geproduceerde en afgezette hoeveelheid elektriciteit sterk in de tijd en dient een redelijke hoeveelheid reservecapaciteit beschikbaar te zijn. Dit zorgt ervoor dat een differentiatie van de afzet van elektriciteit naar tijdseenheid een nuttige bijdrage levert voor de inschatting van de structuur van de markt. Hierdoor is het zinvol om bij de afleiding van de HHI op basis van de afzet van elektriciteit aan de groothandelsmarkt een waarde voor ieder uur van 2004 te berekenen. Daarnaast is ook een afleiding van de HHI op basis van productiecapaciteit zinvol. De concentratiegraad van de markt voor

elektriciteitsproductiecapaciteit biedt inzicht in de mate van potentiële mededinging in de productie van de gehele Nederlandse groothandelsmarkt. Dit terwijl de HHI op basis van gerealiseerde productie inzicht verschaft in de daadwerkelijke mededinging op een bepaald moment, hoewel dit weinig inzicht geeft in het mogelijk achter houden van beschikbare capaciteit, met name in uren van schaarste.

DTe berekent dus twee verschillende HHI’s voor de groothandelsmarkt voor elektriciteit. Dit gaat als volgt. In de eerste plaats wordt een HHI op statische wijze afgeleid. Hierbij wordt de HHI berekend aan de hand van de sommatie van de gekwadrateerde marktaandelen van de maximaal beschikbare productiecapaciteit van elektriciteitsproducenten in het totaal aan maximale productiecapaciteit. Voor de berekening van de statische HHI is het van belang om de capaciteit die een producent daadwerkelijk bezit toe te wijzen aan de producent. Deze HHI is statisch van aard aangezien de productiecapaciteit gegeven is en op korte tot middellange termijn constant is. Voor 2004 wordt 1 HHI-waarde berekend. In de tweede plaats wordt een HHI op dynamische wijze afgeleid. Hierbij wordt de HHI berekend aan de hand van de afzet van elektriciteit van producenten aan de groothandelsmarkt op ieder uur. Voor ieder uur worden de marktaandelen van

producenten berekend en vervolgens gekwadrateerd en gesommeerd om op die wijze aldus voor ieder uur in 2004 een HHI waarde te verkrijgen. In het geval van de berekening van de dynamische HHI is van belang wie het operationele beheer voert van de productie-eenheden.20 Deze HHI is dynamisch van aard aangezien ieder

uur een andere waarde resulteert.

Voor het berekenen van de twee types HHI is het gebruik van openbare gegevens niet voldoende. Voor de berekening heeft DTe in overleg met de sector informatie opgevraagd over de beschikbare productie-eenheden in de Nederlandse markt. Producenten hebben voor productie-productie-eenheden met een minimum nominale capaciteit van 15 MW gegevens verstrekt over het maximum elektrisch vermogen van deze

19

In het besluit van de dg-NMa betreffende de concentratie Nuon-Reliant heeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) geconcludeerd dat de geografische markt voor elektriciteitsproductie vooralsnog nationaal van aard is. [9]

20

(19)

productie-eenheden, de benutting van deze productie-eenheden voor eigen gebruik en de gerealiseerde elektriciteitsproductie geleverd aan het openbare net per productie-eenheid voor ieder uur in 2004. In totaal heeft DTe gegevens ontvangen voor een totale productiecapaciteit van ongeveer 17 GW. DTe heeft naast de opgevraagde gegevens gebruik gemaakt van openbare informatie van Energie Nederland, ECN en TenneT over productie- en importcapaciteit.21

A-priori is het lastig om te bepalen wat een acceptabel niveau van de HHI is. Mededingingsautoriteiten, in het bijzonder in de Verenigde Staten, houden als richtlijn de waarde van 1800 aan en stellen dat bij een overschrijding van deze waarde marktmacht waarschijnlijk is [9]. In de economische literatuur over de elektriciteitssector wordt gesteld dat bij een waarde van 2500 in een markt sprake is van substantiële marktmacht [13]. DTe stelt geen richtlijn voor een acceptabel niveau van de statische HHI en beschouwt de berekening van de HHI in deze monitor als een nulmeting. De ontwikkeling van de (dynamische) HHI kan eveneens niet beoordeeld worden omdat vergelijking met eerdere jaren niet mogelijk is. Echter, de

ontwikkeling in 2004 kan wel in kaart gebracht worden.

Bij de HHI, zoals hierboven is gepresenteerd, geldt een belangrijke relativering. In een markt waar

capaciteitsbeperkingen een belangrijke rol spelen, moet voorzichtig worden omgegaan met de interpretatie van de resultaten van een HHI. Immers, wanneer bepaalde spelers aan hun maximum capaciteit zitten, kunnen zij niet langer hun output verhogen, als een andere speler zijn output vermindert. Vanaf een bepaald vraagniveau is er nog maar een beperkt aantal spelers dat aan de vraag kan voldoen. De HHI onderschat dan marktmacht. Voor dit probleem is reeds een alternatieve HHI ontwikkeld. DTe zal bezien of zij deze

aangepaste HHI volgend jaar zal toepassen.

Indicator 13: Lerner-index

De Lerner-index [11, 12], geeft inzicht in de verhouding tussen het prijsniveau en het niveau van marginale kosten in een bepaalde markt. DTe berekent en analyseert de Lerner-index voor de groothandelsmarkt elektriciteit voor de eerste keer. Voor een gedetailleerde berekening van een dergelijke index bestaan verschillende simulatiemodellen, die hoge eisen stellen aan het detailniveau van de hiervoor noodzakelijke gegevens. Echter, om de administratieve last voor producenten zo laag mogelijk te houden, is het

detailniveau verlaagd. Daarom zijn de berekeningen minder verfijnd en moeten de uitkomsten uiteindelijk met grotere onzekerheidsmarges worden voorzien. In het onderstaande wordt eerst ingegaan op de

theoretische grondslag van de Lerner-index, waarna in grote lijnen de methodiek van de Lerner-index voor de groothandelsmarkt elektriciteit 2004 wordt weergegeven. Voor een nadere berekening van de Lerner-index en de dataverzameling die hieraan ten grondslag ligt, wordt verwezen naar de Marktmonitor van DTe. DTe beschouwt de Lerner-resultaten 2004 als nulmeting, aangezien deze indicator niet eerder is opgenomen in monitoringsstudies inzake de groothandelsmarkt elektriciteit.

De Lerner-index vanuit theoretisch perspectief

De Lerner-index geeft inzicht in het verschil tussen het prijsniveau en de marginale kosten van een onderneming (prijs-kostenmarge). Met andere woorden, deze index toont in hoeverre de prijs in overeenstemming is met marginale kosten in een bepaalde markt. Deze indicator is een maat voor de technische en allocatieve efficiëntie in een bepaalde markt en rapporteert over de mate van mededinging.

21

(20)

Vanuit theoretisch perspectief kan de Lerner-index voor een markt gedefinieerd worden als een gewogen gemiddelde van de prijs-kostenmarge van elke onderneming in deze markt waarbij weging plaatsvindt op basis van het marktaandeel. De formele notatie voor de Lerner-index wordt weergegeven door vergelijking 1.1 [2].

(1.1.)

Hierbij is si gelijk aan het marktaandeel van onderneming i. De prijs wordt weergegeven door p en MK

noteert de marginale kosten van een product van onderneming i (beide variabelen worden gegeven op tijdstip t).

De volgende veronderstellingen liggen ten grondslag aan het theoretische concept van de Lerner-index. Er wordt uitgegaan van een competitieve markt, die wordt gekarakteriseerd door de volgende kenmerken: marktpartijen zijn prijsnemers, er is sprake van homogene producten, perfecte mobiliteit van

productiemiddelen en perfecte informatie voor marktpartijen over kosten, technologie en prijzen.22 In het

theoretische optimum van volledige mededinging in een markt verwacht men dat de Lerner-index, indien het productiesysteem niet volledig is benut, tendeert naar nul.23 Dit houdt in dat het prijsniveau in

overeenstemming is met het niveau van de marginale kosten. Wanneer het prijsniveau systematisch hoger is dan de marginale kosten in een markt en de Lerner-index dus een positieve waarde heeft, kan dit duiden op bepaalde inefficiënties in de markt. Een mogelijke oorzaak zou kunnen zijn dat bepaalde marktpartijen een economische machtspositie hebben en deze gebruiken om het prijsniveau te beïnvloeden. Tot slot kan de Lerner-index op het niveau van een onderneming ook een negatieve waarde aannemen. Dit is het geval wanneer de marginale kosten van een onderneming hoger zijn dan het prijsniveau. Een dergelijke negetieve waarde betekent feitelijk dat het voor deze onderneming niet rendabel is geweest om output te genereren.

De Lerner-index en de groothandelsmarkt elektriciteit

De elektriciteitsmarkt wordt gekarakteriseerd door enkele belangrijke kenmerken, waarmee deze markt zich onderscheid van andere markten. Ten eerste kan elektriciteit niet goedkoop grootschalig worden opgeslagen en bestaan er op korte termijn capaciteitsbeperkingen. Dit zorgt voor een relatief inelastisch aanbod van elektriciteit. Ten tweede geldt dat de mate van prijsgevoeligheid van de vraag beperkt is waardoor deze vraag ook inelastisch is voor de prijs.

Voor de groothandelsmarkt voor elektriciteit is de Lerner-index 2004 als volgt berekend. DTe rapporteert op systeemniveau, dat wil zeggen dat de Lerner-index berekend is aan de hand van prijzen en marginale kosten, die tot stand komen wanneer vraag en aanbod in evenwicht zijn. De formule van de Lerner-index voor de groothandelsmarkt elektriciteit wordt gegeven door vergelijking 1.2.

(1.2.)

22

Pindyck en Rubinfeld (1998), pagina 284. [14]

23

Dit heeft betrekking op het niveau van het totale productiepark. De productie-eenheden, die op een bepaald tijdstip niet de marginale systeemkosten bepalen, hebben een positieve “Lerner-index” en hiermee kunnen vaste kosten worden terugverdiend.

(21)

Hierbij is Pt gelijk aan de prijs van elektriciteit en MsK t betreft de marginale systeemkosten van de

elektriciteitsproductie (beiden op tijdstip t). Deze marginale systeemkosten worden bepaald door de productie-eenheid met de hoogste marginale kosten. De Lerner-index wordt tevens gewogen naar geproduceerd volume per uur. Beide variabelen, de prijs en de marginale systeemkosten en de door DTe gekozen gegevens om deze zo nauwkeurig mogelijk te berekenen, worden hieronder toegelicht.

Op de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit bestaan verschillende marktplaatsen waar vraag en aanbod bijeen komen. Echter, er bestaan geen duidelijke criteria op grond waarvan een keuze kan worden gemaakt voor een bepaald prijsniveau. De Lerner-index, zoals berekend in dit rapport, wordt in de eerste plaats gebaseerd op de spotprijs, namelijk de APX-prijs.24 De APX is een dag-vooruit markt waar vraag en

aanbod van elektriciteit op uurbasis bij elkaar komt. Dit resulteert in een evenwichtsprijs in Euro per MWh. Het voordeel van de APX-prijs is dat DTe in het onderhavige onderzoek het liquiditeitsniveau van de APX onder de loep neemt. Daarmee wordt nagegaan of het prijsniveau van de APX marktconform is. Voor de goede orde, naast APX-prijzen zouden ook OTC-dag-vooruit prijzen kunnen worden gebruikt. Uit berekeningen blijken de APX en OTC-dag-voorui prijzen sterk te correleren en qua niveau gemiddeld overeenkomen – zie hiervoor hoofdstuk 3. Het is dus niet de verwachting dat met gebruik van OTC-dag-vooruit prijzen de uitkomsten zullen verschillen. Om de robuustheid van de resultaten van de Lerner-index op basis van APX prijzen na te gaan, wordt de Lerner-index 2004 ook berekend op basis van het OTC prijsniveau voor een eenjarig forwardcontract 2004. Met dit contract kon dus in 2003 elektriciteit voor 2004 worden gekocht. Dit OTC prijsniveau betreft echter de prijs van elektriciteit voor een basislastcontract en reflecteert hierdoor de prijs voor pieklast elektriciteit onvoldoende.

De marginale systeemkosten, de tweede variabele in vergelijking 1.2, heeft DTe geschat op basis van bedrijfsvertrouwelijke gegevens van producenten. Om het juiste niveau van de marginale systeemkosten in ieder uur vast te stellen, dient voor ieder uur de productie-eenheid te worden geïdentificeerd die

verantwoordelijk is voor het bepalen van de marginale systeemkosten. Deze marginale systeemkosten worden op geaggregeerd niveau bepaald door de productie-eenheid met de hoogste marginale kosten in een bepaald uur.25 Dit hoeft niet noodzakelijk de competitieve marktuitkomst te zijn. Uitgaande van een bepaalde

vraag, waaraan op een bepaald tijdstip moet worden voldaan, bepaalt tenminste een deel van de producenten, op basis van een ‘make-buy’ beslissing of zij extra elektriciteit gaan produceren. Door een vergelijking van het prijsniveau en een schatting van marginale kosten op systeemniveau kan een gemiddelde Lerner-index 2004 worden berekend.

De gegevens van productie-eenheden, die door DTe zijn opgevraagd betreffen de eenheden die groter zijn dan 15 MW. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen productie-eenheden die alleen elektriciteit produceren en productie-eenheden die naast elektriciteit ook warmte produceren. Ten aanzien van deze laatste categorie, zogenaamde warmtekrachtcentrales, worden vooraf de volgende opmerkingen gemaakt.26

In het kader van het bepalen van de marginale systeemkosten is het van belang een onderscheid te maken tussen warmtekrachtcentrales met een constant productieprofiel (“must run” eenheid) en centrales met een relatief flexibel productieprofiel. Bij een extreem constant productieprofiel betekent dat er geen samenhang is

24

Gegevens over APX prijzen zijn gebaseerd op www.apx.nl.

25

In de marginale kosten zijn dit jaar de kosten voor CO2-emmisie rechten niet verwerkt omdat dat dit voor 2004 nog niet relevant was.

26

(22)

tussen de output van een dergelijke productie-eenheid en het prijsniveau van de elektriciteit. Deze laatste zogenaamde ‘must run’-eenheden zetten vermoedelijk niet de marginale systeemkosten in een bepaald uur. Met de huidige gegevens is het beter mogelijk om deze must run eenheden te identificeren op basis van hun performance zodat opgevraagde productiegegevens van deze productie-eenheden na evaluatie vermoedelijk niet meer worden opgevraagd in het DTe Codata verzoek 2005. Het was niet mogelijk om vooraf aan het Codata verzoek 2004 een nauwkeurige definitie van een must run eenheid te formuleren, waardoor deze eenheden in het Codataverzoek 2004 zijn opgenomen. DTe liep immers het risico om bepaalde productie-eenheden uit te sluiten terwijl deze productie-eenheden wel ‘meedoen’ in de markt(werking). DTe heeft de taak om deze marktwerking inzichtelijk te maken. Tevens, wanneer DTe op voorhand had besloten alle must run eenheden uit het databestand weg te laten, dan was er een kans geweest dat er onvoldoende cases (productie-eenheden) zouden overblijven voor een analyse.

Een belangrijke uitkomst van de prestaties van de groothandelsmarkt voor elektriciteit vormt de hoogte van de elektriciteitsprijzen. Als indicator voor deze marktmonitor wordt de hoogte van de elektriciteitsprijs in het jaar 2004 in kaart gebracht. Een stijging van de gemiddelde elektriciteitsprijzen zal als negatief worden beoordeeld in deze monitor, terwijl een daling van de gemiddelde elektriciteitsprijs positief wordt

gewaardeerd. Hier zal echter genuanceerd mee worden omgegaan. Immers, een prijsstijging hoeft niet in alle gevallen te wijzen op een verslechtering van marktwerking.

Indicator 15: De Spark spread

De spark spread is gedefinieerd als het verschil tussen de elektriciteits- en de gasprijs. De spark spread geeft dus inzicht in de mate van winstgevendheid van het produceren van elektriciteit met gas als brandstof. Dit is een belangrijke indicator voor marktuitkomsten in de monitor naar het functioneren van de

groothandelsmarkt voor elektriciteit. Immers, winstgevendheid haakt direct aan bij twee belangrijke publieke belangen in de elektriciteitssector, namelijk voorzieningszekerheid en voldoende mededinging. Een lage winstgevendheid, of zelfs verlieslatendheid, weerhoudt elektriciteitsproducenten van investeringen in nieuwe productiecapaciteit en leidt mogelijk tot problemen op lange termijn om in alle elektriciteitsvraag te voorzien. Een hoge winstgevendheid kan een indicatie zijn van onvoldoende concurrentie in elektriciteitsproductie; een gebrek aan mededinging kan leiden tot bovencompetitieve prijzen voor afnemers.

(23)

productietechnologie waaronder centrales die ook warmte leveren, ofwel het type centrale.27 Hierover zijn

eveneens beperkt gegevens beschikbaar.

Met deze indicator wordt, ondanks deze informatieproblemen, beoogd een ruwe inschatting te maken van het economisch rendement van elektriciteitsproductie. DTe tracht de spark spread, een veel gebruikte indicator voor het berekenen van de brutomarge, te bepalen. Daarnaast wordt een berekening gemaakt van de kosten per eenheid elektriciteit. De analyse beperkt zich hierbij tot piekgascentrales en basislast

gascentrales en gaat niet nader in op kolengestookte centrales en kerncentrales. De onderliggende analyse beperkt zich tot de berekening van het rendement van een aantal hypothetische gascentrales waarbij

veronderstellingen worden gebruikt. De inzichten die met deze indicator worden verworven zijn algemeen en indicatief van aard. De resultaten moeten eveneens voorzichtig worden geïnterpreteerd door de

vereenvoudigingen en de gelimiteerde scope van de analyse.

In Nederland is bijna 60% van de elektriciteitscentrales gasgestookt.28 In het merendeel van de gevallen is

een gaseenheid de marginale eenheid en daardoor bepalend voor het prijsniveau van elektriciteit op de markt. Deze analyse gaat dan ook in op de gas spark spread; het verschil tussen de elektriciteitsprijs en de gasprijs. Voor de bepaling van het rendement van een gasgestookte centrale (pieklast en basislast) is hiernaast informatie nodig over de elektriciteitsprijs, de prijs van gas (als brandstof) en de kosten van afschrijving en rente van investeringen, transportkosten, opstartkosten, onderhoudskosten en de kosten voor bedrijfsvoering. Bedrijfseconomisch kan worden gesteld dat het niveau van de spark spread gemiddeld voldoende hoog dient te zijn opdat producenten de vaste en variabele kosten, met uitzondering van de inkoopkosten van gas, kunnen terugverdienen. De onderhavige analyse richt zich op een voldoende lange periode. Immers, aangezien de vaste kosten bij productie van elektriciteit relatief hoog zijn, rendeert deze economische activiteit alleen na een langere periode.

De spark spread wordt als volgt gedefinieerd:

(1.4.) met Pelektriciteit(t) en Pgas(t) gelijk aan de prijs voor respectievelijk elektriciteit en gas op tijdstip t, en

η

thermisch

geeft het thermisch rendement van een centrale weer.

Een vergroting van de spark spread zal in de monitor een negatief signaal geven aangezien de

winstgevendheid van productie toeneemt en de voordelen van mededinging niet toevallen aan afnemers. Dit onder de veronderstelling dat de spark spread in het eikpunt hoog was.

27 Elektriciteit kan worden opgewekt door middel van het stoken van kolen, olie, gas of combinaties hiervan en het opwekken van energie

door kernsplitsing. Daarnaast bestaan diverse milieuvriendelijke alternatieven tot het opwekken van elektriciteit. De verschillende type centrales laten naast een grote variatie in de kostenstructuur eveneens zien verschillen in thermisch rendement, ofwel de effectieve conversie van input naar output.

28

Bron: EnergieNed (2002), Energie in Nederland, p. 32.

(24)

3 Referenties

[1] Mason, E.S. (1939). Price and production policies of large-scale enterprises. American Economic Review, 29 (1), p. 61-74.

[2] Cabral, L.M.B , Introduction to Industrial Organization, Massachusetts Institute of Technology, 2000. [3] DTe, Onderzoek ontwikkeling liquiditeit 2003-2004, 2004. Zie: ww.dte.nl.

[4] DTe, Transparantiebesluiten 101594 en 101595. Zie: www.dte.nl/nederlands/elektriciteit/regelgeving/

secundaire_regelgeving/codess/technische_codes/informatievoorziening_productievermogen_tennet.asp .

[5] European Commission , Medium term vision for the internal electricity market, Brussels, 2004. Zie http://europa.eu.int/.

[6] Klaar, D. and Panciatici, P., Collaboration between European Transmission System Operators for Day Ahead Congestion Management, documentnummer C2-306, Cigré , 2004.

[7] Market Surveillance Committee (2001), Toward more transparency in the Dutch electricity sector, Den Haag. Zie: www.dte.nl.

[8] Newbery, D., Green, R., Neuhoff, K., Twomey, P., (2004). A Review of the Monitoring of Market Power, The Possible Roles of TSO’s in Monitoring for Market Power Issues in Congested Transmission Systems, Cambridge, 2004. Zie: www.etso-net.org.

[9] NMa, Besluit Nuon-Reliant 3386/182, 2004. Zie: www.nma-net.nl.

[10] Schultz, C., Transparency and Tacit Collusion, Institute of Economics of the University of Copenhagen, 2001.

[11] Sweeting, A., Market Power in the England and Wales Wholesale Electricity Market 1995-2000, 2004. Zie:

http://web.mit.edu/ceepr/www/2004-013.pdf.

[12] Wolfram, C.D., Measuring Duopoly Power in the British Electricity Spot Market, American Economic

Review, 89(4), 1999.

[13] Joskow, P, Horizontal market power in wholesale power markets, working paper, Cambridge, MA: Massachusetts Institute of Technology, 35-6, 1995.

(25)
(26)

1.

De Nederlandse elektriciteitsmarkt

1.01. Inleiding

De Nederlandse Elektriciteitswet 1998 vormde de basis voor de liberalisering van de elektriciteitssector die in 1998 aanving. Met deze wet ontstond een toezichthouder, DTe, die de toegang tot de

elektriciteitstransmissienetten door middel van regulated TPA reguleert. Bovendien creëerde deze wet een onafhankelijke beheerder van het landelijk hoogspanningsnet, namelijk TenneT. Ook regelt deze wet een gefaseerde opening van de markt. De Nederlandse elektriciteitsmarkt bestaat uit verschillende plaatsen waar vraag en aanbod van elektriciteit bijeen komen. Deze bijlage geeft hiervan een overzicht en maakt de relaties tussen deze plaatsen inzichtelijk.

1.02.

Beschrijving van de Nederlandse groothandelsmarkt

voor elektriciteit

De Nederlandse groothandelsmarkt is onder te verdelen naar verschillende marktplaatsen waarop vraag en aanbod van elektriciteit bijeen komen. Deze markten onderscheiden zich naar het profiel van het product en de tijddimensie waarin gehandeld wordt. De volgende marktplaatsen kunnen worden onderscheiden: - Handel in bilaterale contracten, ofwel de bilaterale markt.

- OTC-markt (over-the-counter). - Dag-vooruit markt (spotmarkt, APX).

- Onbalanssystematiek van TenneT, ofwel de markt voor regel- en reservevermogen.

Op de bilaterale markt worden voor langere perioden niet-gestandaardiseerde contracten (het betreft hier zgn. profielcontracten) afgesloten tussen producenten, (grote) afnemers en leveranciers. De contractperiode is veelal beperkt tot een periode van 1 à 2 jaar omdat er bij marktpartijen onvoldoende zekerheid is over de ontwikkeling van de marktstructuur en marktprijzen. De over-the-counter markt (OTC) is de markt waarop standaard hoeveelheden elektriciteit (buiten de APX om) worden verhandeld. Op deze markt wordt de elektriciteit vaak meerdere malen doorverkocht via verschillende makelaars die transacties afhandelen, de zogenaamde brokers. In 2004 zijn er vijf brokers actief voor de Nederlandse markt; GFI Group, Icap Energy, Prebon Yamane Nederland, Oolders Heijning & Voogelaar (OHV) en Spectron. Link Asset and Security Company Ltd heeft zich begin 2004 teruggetrokken van de Nederlandse markt.

Voorts bestaat sinds 2003 Endex. Dit handelsplatform startte begin 2003 met de afhandeling van elektriciteitscontracten. Endex publiceert dagelijks prijzen voor een scala aan (gestandaardiseerde) OTC producten. Endex heeft in 2003 in totaal bijna 9 TWh aan elektriciteitstransacties 'gecleared'. Bijna de helft daarvan werd in december gerealiseerd. Gebruikers van Endex zijn Electrabel, RWE, Eneco, E.On, Essent, Nuon, Trianel en USG.

Een ander handelsplatform waarop elektriciteit kan worden verhandeld is EnergieKeuze. Dit is een

energieveilinghuis waar profielcontracten worden verhandeld voor de zakelijke markt in Nederland en België. EnergieKeuze rapporteert op haar website dat in 2003 ongeveer 2,3 TWh via de veiling van EnergieKeuze aan de markt is aangeboden. In 2001 was dit nog geen 0,3 TWh en in 2002 0,95 TWh.

(27)

Tenslotte is er de door TenneT, de beheerder van het landelijke hoogspanningsnet, georganiseerde ‘markt’ voor regel- en reservevermogen. TenneT contracteert op jaarbasis een bepaalde hoeveelheid regel- en noodvermogen. Biedingen voor reservevermogen worden door TenneT afgeroepen als onbalans is ontstaan. De kosten voor de energie daarvoor worden verhaald op de partij die daar verantwoordelijk voor is (systeem van programma- verantwoordelijkheid). De markt voor regel- en reservevermogen is een bijzondere markt die door TenneT wordt gebruikt om real-time verstoringen in het evenwicht in het Nederlandse systeem te balanceren.

Naast de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit vindt er ook import uit omringende landen plaats. In de normale bedrijfsvoeringsituatie is de maximale transportcapaciteit op de vijf buitenlandverbindingen 3650 MW, waarvan 3350 MW voor de markt beschikbaar is. De verdeling van de beschikbare

grensoverschrijdende capaciteit gebeurt vanaf 1 januari 2001 door middel van een veiling die TenneT gezamenlijk met de betrokken Duitse en Belgische netbeheerders organiseert. De veiling is een gereguleerde activiteit volgens de Nederlandse wet en de daarvan afgeleide codes. De capaciteit wordt in de categorieën jaar, maand en dag geveild.

Binnen de groothandelsmarkt voor elektriciteit geldt een sterke relatie tussen verschillende bovengenoemde marktplaatsen. Om te kunnen voldoen aan hun leveringsverplichtingen kopen leveranciers over het algemeen in drie fasen in. In de eerste fase wordt een jaar tot een maand voorafgaand aan de levering het grootste deel van de verwachte vraag ingekocht door de aanschaf van basislast en flexibele last via bilaterale contracten en import. In de tweede fase (een week tot een dag voor levering) kan de vraag preciezer worden ingeschat en wordt door middel van korte termijn contracten, APX en import en export het grof ingekochte profiel meer in overeenstemming gebracht met het werkelijk te leveren profiel. Op de leveringsdag zelf wordt het profiel gladgestreken ofwel via OTC contracten in zogenaamde kwartieren elektriciteit ofwel via de onbalansmarkt, aldus de inzichten van marktpartijen in het besluit van de NMa inzake Nuon-Reliant. Volgens partijen, genoemd in het besluit, treden tussen de marktplaatsen voor een langere periode nauwelijks significante en systematische prijsverschillen op. Er vindt arbitrage plaats tussen de verschillende marktplaatsen. Deze marktplaatsen zijn communicerende vaten [9].

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Ter voorkoming van deze mededingingsbeperkende gedragingen dienen verplichtingen tot kostenoriëntatie en tot transparantie te worden opgelegd.. Deze zienswijze is als

Met de start van een termijnbeurs door Endex in december 2004 heeft de groothandelsmarkt voor elektriciteit zich in 2005 verder ontwikkeld. Het aantal deelnemers aan de

Hardcore beperkingen zoals verticale prijsbinding en het geheel beperken van de online verkoop door een afnemer beperken de mededinging en voldoen zelden aan de voorwaarden van de

In deze leidraad voor samenwerking tussen leveranciers en afnemers leest u welke afspraken u niet mag maken en welke uitzonderingen er zijn bij samenwerking tussen leveranciers

In de Technische Gascodes worden ook onderwerpen meegenomen die in dit document niet met name worden genoemd, maar wel de marktwerking en transparantie bevorderen en die in

In een voldoende liquide groothandelsmarkt voor elektriciteit zal optimaal gebruik worden gemaakt van de prijsverschillen tussen markten in verschillende landen. Uit de analyse van

Rechtsbijstand. Deze worden in het kader van de Wet Rechtsbijstand door het ministerie van Justitie gefinancierd. De prognoses moeten bijdragen aan de onderbouwing van de

• Het organiseren van een marktplaats voor het verhandelen van secundaire capaciteit, (entry capaciteit naar TTF of capaciteit tussen de Nederlandse en Duitse flanges) naar het