• No results found

Prioriteiten Marktwerking Groothandelsmarkt Gas

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Prioriteiten Marktwerking Groothandelsmarkt Gas"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Prioriteiten Marktwerking Groothandelsmarkt Gas

Nederlandse Mededingingsautoriteit Directie Toezicht Energie

Den Haag, januari 2006

(2)

Inhoudsopgave

1 2 3 3.1 GECONSTATEERD KNELPUNT...9 3.2 REACTIES RESPONDENTEN...9 3.3 DOEL EN AANPAK VAN DE RAAD...11 4

4.1 GECONSTATEERD KNELPUNT... 12 4.2 REACTIES RESPONDENTEN... 12 4.3 DOEL EN AANPAK VAN DE RAAD...13 5

(3)

Inleiding

Op 23 maart 2005 heeft DTe1 het informatie- en Consultatiedocument ‘Onderzoek Marktwerking

Groothandelsmarkt Gas’ (hierna: het Consultatiedocument) met betrekking tot het jaar 2004 gepubliceerd. DTe heeft in het Consultatiedocument geconstateerd dat de Nederlandse

groothandelsmarkt voor gas niet goed functioneert en onder meer onderstaande knelpunten kent:

– Een hoge concentratiegraad aan de aanbodzijde van de markt; – onvoldoende mogelijkheden om te handelen en gas in te kopen; – onvoldoende beschikbaarheid van marktinformatie en;

– inefficiënte marktregels.

In dit document geeft de Raad, mede als vervolg op het Consultatiedocument, aan welke prioriteiten zij voor de jaren 2006 en 2007 ziet en welke actie zij onderneemt om de geconstateerde knelpunten aan te pakken. Met betrekking tot het eerste knelpunt, de concentratiegraad, wijst de Raad op het reeds genomen ‘Methodebesluit regulering flexibiliteitsdiensten GTS’ en op het binnenkort te publiceren consultatiedocument over de regulering en ontheffing van LNG-installaties.

Verder ziet de Raad voor de jaren 2006en 2007 de volgende prioriteiten:

– ontwikkelen van een lange-termijn visie op de gasinfrastructuur;

Het Ministerie van Economische Zaken streeft naar de ontwikkeling van een gasmarkt waarin Nederland zich als handels-, transport-, en opslagknooppunt manifesteert. De Raad ondersteunt dit streven en vindt dat een lange-termijn visie op balanceringsregime en de flexibiliteitsmarkt en de daarmee samenhangende investeringen in de gasinfrastructuur essentieel is;

– het bevorderen van de handel op het TTF2;

In het Consultatiedocument constateert de Raad dat het TTF een geschikte marktplaats is. Echter, de ontwikkeling van het verhandeld gasvolume op het TTF blijft achter in vergelijking met buitenlandse marktplaatsen. Om de handel en de liquiditeit te stimuleren stelt de Raad voor dat de TSO re-entry van gas op het gasontvangstation faciliteert zodat dit gas na re-entry beschikbaar is voor verhandeling via het TTF. Verder zal de Raad het toejuichen als zowel de TSO voor de uitvoering van zijn wettelijke

1 Op grond van de Gaswet is de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

(hierna: de Raad) verantwoordelijk voor de uitvoering en handhaving van die wet. De afdeling van de Nederlandse Mededingingsautoriteit die zich daarmee bezighoudt is de Directie Toezicht Energie (hierna: DTe). Deze afdeling heette tot 1 juli 2005 de ‘Dienst uitvoering en toezicht Energie’.

2 Het TTF(Title Transfer Facility) is een virtuele marktplaats waarmee de TSO de mogelijkheid biedt

(4)

taken, als Gasunie Trade &Supply meer gaan handelen op het TTF om de liquiditeit te stimuleren en, sneller dan nu het geval is, een goed werkende marktplaats tot stand te brengen. De Raad ziet een goed functionerende marktplaats als noodzakelijke voorwaarde voor een sterke positie in de Noordwest-Europese gasmarkt;

– het bevorderen van de transparantie;

Het gebrek aan transparantie, dat wil zeggen dat marktpartijen niet weten welke capaciteit zij benutten ten opzichte van hun boeking en/of ten opzichte van de totale beschikbaarheid van de transport en aanvullende diensten, leidt er toe dat marktpartijen terughoudend zijn in het verhandelen van niet-benutte capaciteit van netwerkdiensten. Hierdoor komt de marktwerking in deze diensten nauwelijks op gang. De Raad stelt voor om ‘stuurinformatie’, dat wil zeggen informatie over de eigen afnamepositie, versneld beschikbaar te stellen aan shippers;

– het verbeteren van de allocatieprocedures;

De huidige allocatieprocedures leiden ertoe dat onbenutte capaciteit van transport en aanvullende diensten niet tijdig beschikbaar komen aan partijen die er de beste financiële waardering voor hebben en dat er een handelsbarrière tussen de H- en L-gasmarkt bestaat. De Raad wil toe naar efficiënte allocatieprocedures die de marktwerking bevorderen. Hiervoor stelt de Raad voor om:

̇ kwaliteitsconversie als systeemdienst te bestempelen;

̇ de beschikking over de exitcapaciteit aan de afnemer te laten toekomen; ̇ een consultatie te starten naar de mogelijkheden en wenselijkheid van andere

allocatiemechnanismen dan “First-Come-First-Served” (FCFD) en “Use-It-Or-Lose-It” (UIOLI)

Status van dit document

Dit document heeft tot doel belanghebbenden te informeren over de prioriteiten en de geplande activiteiten van DTe ten aanzien van de groothandelsmarkt gas in 2006. De standpunten en analyses van de Raad in dit document zijn gebaseerd op de huidige inzichten van de Raad met betrekking tot de monitoring en regulering van de groothandelsmarkt gas. Het document bezit geen juridische status. Nieuwe wetgeving, jurisprudentie, reguleringssystematiek en/of voortschrijdend inzicht kunnen leiden tot een nieuwe prioritering.

Leeswijzer

In dit document vindt u op hoofdlijnen de reacties van de marktpartijen op het

(5)

Tot slot merkt de Raad op dat een groot aantal opmerkingen van respondenten zijn verwerkt in besluiten in 2005 zoals:

– Methodebesluit regulering flexibiliteitsdiensten GTS – Methodebesluit Regulering Landelijke Netbeheerder Gas

Ook is DTe op dit moment bezig om met de gezamenlijke netbeheerders de Technische Gascodes, zoals bedoeld in artikel 12b van de Gaswet op te stellen. In de Technische Gascodes worden ook onderwerpen meegenomen die in dit document niet met name worden genoemd, maar wel de marktwerking en transparantie bevorderen en die in de consultatiesessie naar aanleiding van het Consultatiedocument naar voren zijn gekomen, waaronder de aanpassing van marktregels Eén van de stappen in het proces van de totstandkoming van de Technische Gascodes is de beoordeling door DTe van het voorstel voor de Technische Gascodes zoals dit door de gezamenlijke netbeheerders in overleg met de representatieve organisaties is opgesteld (artikel 12f, lid 3 van de Gaswet). Dit verzoek, aangeduid als ‘de wijzigingsbrief inzake de Technische Gascodes’ heeft DTe op 5 oktober 2005 aan de gezamenlijke netbeheerders verstuurd. Het voorstel voor de Technische Gascodes, de wijzigingsbrief en de genoemde methodebesluiten zijn in te zien via de website van DTe

(6)

1

Balanceringsregime en flexibiliteitsmarkt

Relatie balanceringsregime en flexibiliteitsmarkt

Een balanceringsregime is een set van regels waaraan een shipper dient te voldoen als hij gas op het landelijk gastransportnet wil transporteren. Deze regels zijn noodzakelijk om de integriteit van het gastransportnet te waarborgen. Het gastransportnet kan zijn integriteit verliezen als de afname door gasverbruikers niet in evenwicht is met de invoeding door gasproducenten. Het landelijk

gastransportnet heeft een bufferruimte (line-pack) waarmee dit verschil tussen invoer en uitvoer in beperkte mate kan worden opgevangen. Ook staan de TSO andere middelen ter beschikking om de netintegriteit te behouden. Aan deze middelen, alsook aan de benutting van de bufferruimte in het net, zijn kosten verbonden. De TSO zal dus met het oog op het behoud van netintegriteit, maar ook vanuit kostenefficiëntie, regels stellen aan de wijze waarop shippers gas invoeden en afnemen op zijn gastransportnet. De regels, de maatregelen en de boetes die volgen als er niet in evenwicht wordt getransporteerd staan in het balanceringsregime.

Een goedwerkend balanceringsregime kent dus twee doelen:

– Ten eerste is het zaak de regels zo te stellen dat het netwerk op een veilige en doelmatige manier wordt gebruikt. Mochten de partijen een verkeerde prikkel krijgen om het netwerk te gebruiken, dan zou dit een gevaar kunnen opleveren voor het behoud van de netintegriteit en daarmee de leveringszekerheid. Tegelijkertijd kunnen verkeerde prikkels leiden tot een suboptimaal gebruik van het gastransportnetwerk.

– Ten tweede dient een goedwerkend balanceringsregime de werking van de gasmarkt te faciliteren. Het balanceringsregime heeft grote invloed op de wijze waarop een marktpartij zijn eigen portfolio kan beheren. Strakke regels in het balanceringsregime met hoge boetes zijn een risico voor veel, meestal kleinere, marktpartijen. Veelal grotere partijen zijn beter in staat om positieve en negatieve afwijkingen binnen hun eigen portfolio met elkaar te vereffenen, en daarmee boetes te vermijden.

Een andere wijze om het risico’s op boetes te beheersen is door de inzet van flexibiliteitsdiensten, die op een flexibiliteitsmarkt kunnen worden ingekocht. In een

goedwerkende markt zal het productenaanbod op de flexibiliteitsmarkt mede afgestemd zijn op de regels van het balanceringsregime. Naast het ontstaan van een flexibiliteitsmarkt met het juiste productaanbod is het van essentieel belang dat shippers over adequate en tijdige stuurinformatie beschikken, zodat zij weten wat hun positie binnen het balanceringsregime is. Deze stuurinformatie, en dan met name het gebrek hieraan, wordt besproken in hoofdstuk 4 van dit document.

(7)

Geconstateerd knelpunt

Uit de verschillende onderzoeken die DTe in het verleden naar het balanceringsregime heeft

uitgevoerd3 is gebleken dat verschillende shippers het door GTS gehanteerde balanceringsregime als

een toetredingsdrempel op de gasmarkt ervaren. In de Richtlijnen gastransport 2005 heeft DTe daarom bepaald dat het balanceringsregime vervangen zou moeten worden door een meer kostengeoriënteerd systeem.

Aan de ontwikkeling van een nieuw regime wordt gewerkt en daarbij is duidelijk naar voren gekomen dat een goed balanceringsregime onlosmakelijk verbonden is met de marktstructuur die voor de lange termijn wordt nagestreefd en de rol van de TSO daarin. Vandaar dat de Raad heeft

geconstateerd dat volgende stappen in de ontwikkeling van het balanceringsregime moeten worden onderbouwd met een goede lange termijn visie. Deze visie zal de duidelijkheid geven aan de TSO, shippers en investeerders hoe het regime er op de lange termijn uit zal zien.

Elementen in de lange-termijn visie

Voor de ontwikkeling van een lange termijn visie is het belangrijk dat inzicht wordt verkregen in de volgende punten:

• de relatie tussen tijdige en adequate stuurinformatie, het balanceringsregime en de flexibiliteitsmarkt;

• de economisch optimale duur van de balanceringsperiode (met een kosten – batenanalyse voor het eventueel verruimen van de periode);

• de economisch optimale wijze waarop de TSO de middelen voor balancering verkrijgt; • de economisch optimale hoogte van de boetes.

Aanpak van de Raad

Om deze lange-termijn visie te ontwikkelen is de Raad van plan om op korte termijn een document op te stellen waarin wordt aangegeven hoe het balanceringsregime er op lange termijn (vier jaar) uit zal dienen te zien en welke tussenliggende stappen daarvoor genomen gaan worden. De aanpak van de Raad is om deze visie in nauw overleg met de TSO, shippers, marktpartijen en andere

stakeholders op te stellen. Bij het ontwikkelen van deze visie zullen uiteraard de resultaten van eerder verrichte onderzoeken en consultaties worden meegenomen.

3 zie website DTe voor Consultatiedocumenten en rapporten zoals:

(8)

2

Investeringen in de gasinfrastructuur

Relatie investeringen en looptijd contracten

Komende jaren zijn er veel investeringen in de uitbreiding van het landelijk gastransportnet te verwachten. Niet alleen als gevolg van de toename van transitstromen door de Balgzand-Bacton pijpleiding en mogelijke aansluiting van één of meerdere LNG-terminals, maar ook als gevolg van de ontwikkeling van het Nederlandse gastransportnet tot ‘gasrotonde’ in Noordwest-Europa.

Ook is tijdens de consultatiesessie die naar aanleiding van het Consultatiedocument is gehouden kritiek gekomen op de ‘Open Season’-aanpak zoals die door de TSO wordt gehouden en waarbij uitbreidingsinvesteringen in de gasinfrastructuur bij voorbaat door middel van langdurige transportcontracten worden zeker gesteld. De kritiek houdt onder meer in dat er bij investeringen volgens deze aanpak geen capaciteit beschikbaar wordt gesteld ten behoeve van kortlopende contracten. Het zijn met name deze kortlopende contracten die de liquiditeit en daarmee de marktwerking ten goede komen.

De TSO geeft bij de Raad aan dat langlopende transportcontracten noodzakelijk zijn om risico’s gemoeid met uitbreidingsinvesteringen in de gasinfrastructuur af te dekken. Het langdurig contracteren van transportcapaciteit geeft shippers zekerheid en zorgt er voor dat alleen

investeringen die nuttig of noodzakelijk zijn voor de markt. Dit voorkomt onrendabele investeringen waarvan de kosten op de consumenten worden afgewenteld. Aan de andere kant krijgen de shippers die met hun onderliggende contracten de investering mede financieren de zekerheid dat er

gedurende de looptijd van de contracten capaciteit beschikbaar is.

Doel en Aanpak van de Raad

Het doel van de Raad is om in 2006 in nauwe samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken een visie te ontwikkelen op investeringen in de gasinfrastructuur. In het op 30 augustus 2005 vastgestelde methodebesluit en het x-factorbesluit is neergelegd dat de TSO de mogelijkheid heeft tot het doen van een voorstel voor aanmerkelijke investeringen. De kosten die voortvloeien uit deze investeringen kunnen dan reeds gedurende de reguleringsperiode door middel van een aanpassing van de tarieven worden vergoed. De Raad is voornemens het beoordelingskader op basis waarvan de investering als aanmerkelijke investering wordt beoordeeld, verder uit te werken. Voor de regionale gas- en elektriciteitsnetbeheerders is dit toetsingskader reeds opgesteld4. Het belang van het

ontwikkelen van een beoordelingskader is tweeledig. Ten eerste geeft de Raad daarmee een duidelijk signaal aan de markt op welke wijze investeringsvoorstellen worden beoordeeld. Dit heeft een positief effect op het investeringsklimaat. Daarnaast kan dit beoordelingskader de behandeling van concrete aanvragen vereenvoudigen en versnellen doordat het inzicht geeft in het gehanteerde proces.

(9)

3

Bevorderen van handel op het TTF

3.1 geconstateerd knelpunt

In het Consultatiedocument constateert de Raad dat er een op zich goed functionerende marktplaats in Nederland is (het TTF), maar dat op die marktplaats weinig gas wordt verhandeld. Vrijwel al het gas bestemd voor de Nederlandse markt wordt afgeleverd op de gasontvangststation (GOS). Voorts is in het Consultatiedocument onderbouwd dat het GOS een slecht functionerende marktplaats is omdat het doorverhandelen van gas vanaf het GOS zeer beperkt mogelijk is. Aangezien het GOS als marktplaats het meest wordt gebruikt, heeft dit een belemmerend effect op de ontwikkeling van de totale groothandelsmarkt voor gas.

Aan respondenten is derhalve gevraagd of er behoefte is aan aanvullende maatregelen om de werking van het TTF te stimuleren. Hieronder zullen allereerst de reacties van respondenten op deze vraag worden behandeld en vervolgens zal de Raad aangeven welke maatregelen worden getroffen.

3.2 Reacties respondenten

Een groot deel van de respondenten is het ermee eens dat meer handel op het TTF wenselijk is en ondersteunt de visie van de Raad dat het TTF zich dient te ontwikkelen tot dé handelsplaats van Nederland. Over de wijze waarop er meer gas op het TTF kan komen en aan welke voorwaarden daarbij moet zijn voldaan verschillen echter de meningen. Een aantal marktpartijen is van mening dat geen maatregelen getroffen dienen te worden, omdat het TTF zich vanzelf zal ontwikkelen. De overige partijen vinden maatregelen wel opportuun, omdat er knelpunten zijn die de markt niet zelf kan oplossen. De door respondenten voorgestelde maatregelen worden hieronder behandeld.

Gedeeltelijk op TTF

Eén van de opties die wordt aangedragen is het gedeeltelijk leveren van gas op het TTF. De keuze voor levering op het TTF of het GOS ligt dan bij de afnemer. Een marktpartij merkt hierover op dat het bieden van een keuze aan afnemers niet werkt omdat Gasunie T&S dan een prikkel heeft om op het TTF gas tegen ongunstigere voorwaarden aan te bieden dan op het GOS.

(10)

Door het verschuiven van handel van het GOS naar het TTF zullen er meer en complexere administratieve handelingen dienen plaats te vinden. Er wordt aangedragen dat het dan wel belangrijk is om ervoor te zorgen dat de administratieve systemen op orde zijn.

Alles op TTF

Gas wordt afgeleverd op het TTF en shippers moeten zelf zorgdragen voor het transport na het GOS. Vrijwel alle marktpartijen geven de voorkeur aan deze optie waarbij één partij complicaties ziet ten aanzien van de uitvoering.

De TSO op het TTF

Daarnaast wordt aangedragen dat de TSO op het TTF dient te gaan handelen om het transportnet in balans te houden. Hierdoor zal er meer liquiditeit ontstaan. De TSO merkt op dit te zullen doen, zodra er voldoende liquiditeit op het TTF is. Hier lijkt sprake te zijn van een situatie die de markt niet zelf kan doorbreken.

Re-entry

Respondenten geven aan dat als de TSO re-entry faciliteert afnemers het op het GOS afgeleverde gas alsnog op het TTF kunnen verhandelen. Eén van de belangrijkste oorzaken van de beperkte

ontwikkeling van de markt is dat gas dat nadat het is afgeleverd niet, of niet op economische wijze kan worden terug gebracht naar het TTF. Met andere woorden, op een exitpunt afgeleverd gas kan slechts voor eigen consumptie worden gebruikt of op met andere verbruikers op dat exitpunt worden verhandeld. Wanneer een afnemer een leveringscontract heeft op het GOS en niet op het TTF (de vrije marktplaats), zorgt de onmogelijkheid van het terugbrengen (re-entry) van gas in het net via het exitpunt ervoor dat er slechts een beperkte hoeveelheid (vrij) verhandelbaar gas beschikbaar is.

De oplossing voor dit knelpunt ligt in het faciliteren van re-entry op het exitpunt. Als de TSO administratieve entry-stromen op een exitpunt toestaat, worden afnemers in staat gesteld het geleverde gas te verhandelen. Zodoende kunnen industrieën, anders dan nu, overschotten die ontstaan ten gevolge van verminderde afname in hun productieproces verhandelen en worden elektriciteitsproductenten in staat gesteld te arbitreren tussen elektriciteit en gas. Daarbij wordt opgemerkt dat het succes van re-entry afhankelijk is van het gemak waarmee re-entry kan worden uitgevoerd en de kosten die daaraan worden verbonden.

Geen GOS

(11)

3.3 Doel en aanpak van de Raad

De Raad stelt zich ten doel om de ontwikkeling van het TTF actief te stimuleren tot een marktplaats waar een ruim aanbod van gas is dat uit diverse bronnen en door diverse partijen wordt aangeboden.

De door de respondenten voorgestelde maatregelen kunnen op de volgende wijze worden onderverdeeld:

1. Maatregelen die ertoe leiden dat de TSO gas voor de balancering van zijn net inkoopt op het TTF;

2. Maatregelen die ertoe leiden dat afnemers op het GOS afgeleverd gas op het TTF kunnen verhandelen;

3. Maatregelen die ertoe leiden dat Gasunie Trade&Supply op het TTF gaat handelen. Maatregelen behorend tot de eerste categorie zal de Raad meenemen in de in hoofdstuk 2 aangekondigde ontwikkeling van een lange-termijn visie.

Ten aanzien van de tweede categorie van maatregelen worden de door de respondenten gesuggereerde maatregelen verder beoordeeld op positieve effecten voor de marktwerking, economische efficiency en juridische haalbaarheid. Vooruitlopend hierop stelt de Raad voor dat de TSO re-entry van gas op het gasontvangstation faciliteert zodat dit gas na re-entry beschikbaar is voor verhandeling via het TTF. Verder zal de Raad het toejuichen als de TSO het gas benodigd voor de uitvoering van zijn wettelijke taken verhandelt op het TTF.

(12)

4

Bevorderen transparantie voor netgebruikers

4.1 geconstateerd knelpunt

Op basis van het Consultatiedocument en de reacties hierop constateert de Raad dat één van de problemen op de gasmarkt het gebrek aan transparantie inzake de individuele en totale benutting van de transportcapaciteit is. Gebrek aan transparantie leidt er toe dat marktpartijen niet weten welke capaciteit zij benutten of recentelijk hebben benut van de transport- en aanvullende diensten en hoe dit individuele beslag zich verhoudt tot hetgeen zij geboekt/genomineerd hebben. Daarnaast is er voor marktpartijen niet duidelijk welke capaciteit van de netwerkdiensten totaal beschikbaar is en wat hiervan momentaan wordt benut. Door dit gebrek aan transparantie op de capaciteitsbeslagen van de netwerkdiensten zijn marktpartijen terughoudend in het verhandelen van het door hun

gecontracteerde maar onbenutte capaciteitsdeel van deze diensten op een secundaire markt. Dit leidt tot een inefficiënt gebruik van het netwerk en een inefficiënte contractering van aanvullende diensten (als flexibiliteit en kwaliteitsconversie).

4.2 Reacties respondenten

De reacties van respondenten zijn onder te verdelen in reacties ten aanzien van: – de transparantie van hun individuele realisaties (zicht op eigen verbruik)

– transparantie betreffende het totaal van de beschikbare versus gebruikte capaciteit (zicht op de benutting van de dienst)

1. Transparantie ten aanzien van individuele realisaties

Marktpartijen constateren dat meetdata van individuele eindverbruikers en van portfolio’s laat ter beschikking komen aan de partijen in de markt. Door dit gebrek aan transparantie over het eigen verbruik lopen shippers risico’s op boetes. Initiatieven gedurende de afgelopen twee jaar om de beschikbaarheid van meetdata te versnellen hebben tot weinig resultaat geleid. Dit is naar de mening van marktpartijen een grote rem op de ontwikkeling van de gasmarkt omdat met name kleinere marktpartijen de risico’s op boetes niet kunnen dragen. Geconstateerd wordt dat tot op heden de relevante bepalingen inzake het aanleveren van meetdata in de Richtlijnen Gastransport 2005 en een met de netbeheerders afgesproken plan om meetdata op dagbasis te verstrekken niet hebben geleid tot concrete actie en verbeteringen. Er wordt derhalve door marktpartijen gepleit voor verdere maatregelen.

Ook wordt naar voren gebracht dat bij een goedwerkend balanceringssysteem er een relatie is tussen de onbalansperiode en de tijdsduur waarbinnen marktpartijen over meetdata van hun realisaties beschikken. Dit houdt bij het huidige onbalansregime in dat er sprake dient te zijn van

(13)

2. Transparantie beschikbare capaciteiten

Marktpartijen merken op dat het verbeteren van de transparantie van de beschikbare capaciteiten op de primaire markten op korte en lange termijn van groot belang is. Uit de reacties van respondenten kan worden opgemaakt dat er wel een verbetering is opgetreden, maar deze kleine verbetering heeft hoofdzakelijk zorg gedragen in het verstrekken van veel data, hetgeen anders is dan informatie en transparantie. Daarnaast wordt opgemerkt dat de uitbreiding van het aantal diensten door de TSO er voor zorgt dat alleen de grootste spelers nog de mankracht en computersystemen hebben om al die diensten en de bijbehorende kosten en risico’s te volgen. Zekerheid over de beschikbaarheid van transportcapaciteit, importcapaciteit en conversiecapaciteit is noodzakelijk om actief te kunnen zijn als shipper en handelaar zonder buitenproportionele risico’s te lopen.

4.3 Doel en Aanpak van de Raad

De Raad stelt zich ten doel om relevante marktinformatie voor ieder op gelijke wijze toegankelijk te maken. De Raad zal de volgende stappen nemen om de transparantie in de markt te vergroten:

1. Technische Gascodes

De in de Richtlijnen Gastransport 2005 opgenomen bepalingen worden op zich als goed beschouwd door respondenten. De Raad heeft derhalve aan de gezamenlijke netbeheerders verzocht deze bepalingen ook op te nemen in Technische Gascodes. Op dit moment zijn DTe en de gezamenlijke netbeheerders bezig met het opstellen van de Technische Gascodes, zoals bedoeld in artikel 12b van de Gaswet. Eén van de stappen in dit proces is dat de Raad een voorstel voor de Codes van de gezamenlijke netbeheerders beoordeelt en waarnodig aan hen vraagt dit voorstel aan te passen (artikel 12f, lid 3). Dit verzoek, met daarin ook de in dit document aangegeven noodzakelijke wijzigingen, heeft de Raad op 5 oktober 2005 aan de gezamenlijke netbeheerders gestuurd. Hierin worden de gezamenlijke netbeheerders gevraagd om in de Technische Gascodes de plicht tot het verstrekken van stuurinformatie op te nemen. Stuurinformatie is ongevalideerde meetinformatie. Deze stuurinformatie geeft shippers wel snel (binnen één dag) binnen acceptabele grenzen van nauwkeurigheid inzicht in de afname van hun afnemers. Shippers kunnen met deze informatie hun portfolio in balans houden of brengen. Deze maatregel zou redelijk snel geïmplementeerd kunnen worden.

Gasverordening

Het Europees Parlement heeft op 28 september 2005 Verordening nr. 1775/2005 vastgesteld

betreffende de voorwaarden voor toegang tot aardgastransmissienetten (hierna: Gasverordening). In de Gasverordening en in de bijlage bij deze verordening is vastgelegd welke technische informatie de TSO ter beschikking moet stellen aan de netgebruikers, namelijk datgene dat zij minimaal nodig hebben om effectieve toegang tot het gastransportnet te krijgen, en op welk moment deze informatie aan netgebruikers ter beschikking moet worden gesteld.

(14)

5

Verbeteren van de allocatieprocedures

5.1 geconstateerd knelpunt

De Raad constateert in het Consultatiedocument dat één van de grootste problemen op de gasmarkt het gebrek aan goede allocatieprocedures is. Het huidige allocatiemechanisme mist de eigenschap dat onbenutte capaciteiten (transport, kwaliteitsconversie, flexibiliteit) tijdig voor realisatie

beschikbaar komen aan die partijen die er de beste financiële waardering voor hebben.

Aan respondenten is derhalve gevraagd of er behoefte is aan aanvullende maatregelen om de allocatie te verbeteren. Hieronder zullen allereerst de reacties van respondenten op deze vraag worden behandeld en vervolgens zal de Raad aangeven welke maatregelen worden getroffen. Omdat het onderwerp balancering reeds in hoofdstuk 2 aan de orde is geweest, zijn de reacties hier niet weergegeven.

5.2 Reacties respondenten

Bij het behandelen van de reacties hierna wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende diensten.

Entry/exitcapaciteit binnenland

Ten aanzien van het contracteren van exitcapaciteit stellen marktpartijen de volgende maatregelen voor. Allereerst dienen de boekingsmethoden te worden versimpeld door een reductie van het aantal gasontvangstations waarop gecontracteerd kan worden. Daarnaast kan worden overwogen om de kosten van entrycapaciteit te socialiseren over de afnemers op de exitpunten, om zodoende een level-laying field te creëren. Alle producenten betalen dan immers hetzelfde (geen) entrytarief.

Ook wordt opgemerkt dat de exitcapaciteit door elke eindgebruiker zelf dient te worden geboekt. Dit systeem wordt reeds succesvol toegepast in Frankrijk en Engeland. Het lost problemen omtrent het hamsteren van capaciteit op. Daarnaast is het administratief eenvoudiger uit te voeren. Volgens respondenten verkleint dit ook het risico dat door internationaal transport geen capaciteit meer beschikbaar is voor binnenlandse afnemers doordat de exitcapaciteit en daarbij behorende transportcapaciteit langdurig ten behoeve van binnenlandse afnemers is gecontracteerd.

(15)

TSO af zal nemen. Ook hoeft niet meer gehandeld te worden in (binnenlandse) transportcapaciteit in het geval van shipper wordt gewisseld. Alle afnemers of hun regionale netbeheerders hebben immers de voor hun aansluiting benodigde capaciteit bij de TSO gecontracteerd.

Import/ exportcapaciteit

Opgemerkt wordt dat capaciteit veelal is uitverkocht en dat een beter allocatiemechanisme (dan “First-Come-First-Served”) op zijn plaats is. Hierbij wordt door respondenten aan een veiling gedacht of aan een verbetering van het “Use-It-Or-Lose-It” principe (UIOLI).

Kwaliteitsconversie

Respondenten merken op dat de allocatie van kwaliteitsconversie transparanter moet gebeuren en niet marktremmend mag werken. Om dit te bewerkstelligen wordt een voorkeur uitgesproken voor 100% socialisatie van de kosten van kwaliteitsconversie. Op deze wijze ontstaat één markt in Nederland voor H- en L-gas.

Door een aantal partijen wordt gesteld dat het tweeslachtige karakter van het huidige

conversieregime niet goed werkt. Enerzijds is er namelijk een “First-Come-First-Served” principe Anderzijds is er een (gedeeltelijke) socialisatie. Dit geeft juist een extra prikkel om te hamsteren, want dit is immers goedkoper dan in het geval dat niet wordt gesocialiseerd. Een individuele afnemer hoeft immers maar de helft van de kosten van de gecontracteerde capaciteit te betalen.

5.3 Doel en aanpak van de Raad

De Raad stelt zich ten doel om de allocatieprocedures economisch efficiënter te maken en te baseren op marktconforme principes.

Het merendeel van de respondenten vindt dat er maatregelen moeten worden getroffen om de allocatie van diensten van de TSO te verbeteren. De door marktpartijen voorgestelde maatregelen kunnen op de volgende wijze worden onderverdeeld:

1. Maatregelen om de allocatie van kwaliteitsconversiecapaciteit te verbeteren;

2. Maatregelen om te bewerkstelligen dat een afnemer gemakkelijker voor een andere shipper kan kiezen;

3. Maatregelen om de huidige import- en exportcapaciteit beter te alloceren;

(16)

Om het tweede punt te bewerkstelligen is in de wijzigingsbrief voor de Technische Gascodes aan de netbeheerders verzocht een goed werkend systeem op te zetten. Dit systeem dient er in ieder geval toe te leiden dat wanneer een shipper een klant verliest, de exitcapaciteit die ten behoeve van deze klant is gereserveerd door de voormalige shipper beschikbaar komt aan de nieuwe shipper van deze klant (het zogenaamde “gijzelen” van capaciteit wordt hiermee voorkomen).

Bij de verdeling van import- en exportcapaciteit wordt door de TSO het zogenaamde "First-Come-First-Served" principe toegepast als allocatiemechanisme. Uit de Gasverordening komt naar voren dat allocatiemechanismen de juiste economische prikkels dienen te geven voor een optimale benutting van het netwerk en investeringen in nieuwe infrastructuur vergemakkelijken. Daarnaast dienen deze mechanismen compatibel te zijn met marktmechanismen, spotmarkten en trading hubs en in staat zijn zich aan veranderende marktomstandigheden aan te passen. De Raad vraagt zich af of de huidige allocatiemechanismen wel aan deze doelstellingen beantwoorden. Hiertoe zal de Raad in de nabije toekomst de markt gaan consulteren over mogelijke verbeteringen van

allocatiemechanismen die toepasbaar zijn op de Nederlandse import- en exportpunten.

Zoals gezegd is er een sterk verband tussen de allocatiemechanismen, de investeringen in de infrastructuur en de marktwerking (bijvoorbeeld: het “First-Come-First-Served” principe verhoudt zich goed met het aangaan van lange termijn contracten om de risico’s van

uitbreidingsinvesteringen in het netwerk af te dekken, maar minder goed met het stimuleren van een liquide gasmarkt) en de Raad zal dit dus in onderlinge samenhang moeten bezien (zie ook hoofdstuk 2). De uitgangspunten zoals hierboven genoemd zijn dan leidend. Verder zal de Raad rekening houden met de huidige ontwikkelingen op het gebied van capaciteitsuitbreiding.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Toch werd de PTT in 1994 naar de beurs gebracht, nog voor concurrentie een feit was, een voorbeeld dat laat zien dat het Nederlandse beleid vooral pragmatisch is: principes worden

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Het feit dat in Nederland opvallend vaak generiek over marktwerking gesproken wordt, illustreert dat de vraag hoe de markt het best geconditioneerd kan worden hier tot voor kort

De vraag is of, gegeven deze laatste constatering, de kop niet wat minder zuinig had kunnen zijn.. Lezing van het OPTA evaluatierapport doet overigens vermoeden dat OPTA de

Berichten over de effecten van marktwerking op de kwaliteit van het openbaar vervoer (de busverbindingen) en de kwaliteit van de thuiszorg lijken met name zorgpunten. Het

Voor gebruikers van buitenschoolse opvang die niet zijn overgestapt maar dit wel hebben overwogen, waren ‘mijn kind heeft het naar zijn zin’ (38%) en ‘andere organisatie heeft

Bij deze conclusie dient echter wel te worden opgemerkt dat uit Amerikaans onderzoek blijkt dat advocaten die zich ongewaagd, door middel van recla-e, tot. mï

Veel van die defi- ciënties komen ook in commerciële markten voor: con- centratie van aanbieders en vragers, het creëren van in- formatieasymmetrie waardoor keuzegedrag wordt