• No results found

Beschikbaar maken van onbenutte maar aanwezige importcapaciteit

3 Aanbevelingen

3.2 Eerdere aanbevelingen ter verbetering van de handel

3.2.2 Beschikbaar maken van onbenutte maar aanwezige importcapaciteit

importcapaciteit

In 2000 hebben TenneT, E.on Netz en RWE Net een gezamenlijke studie uitgevoerd naar de inzet van dwarsregeltransformatoren. Het doel van deze transformatoren was om de transporten vanuit Duitsland beter te kunnen besturen en te verdelen over de verschillende grensoverschrijdende verbindingen tussen Duitsland en Nederland en daarmee de benuttingsgraad van de transportcapaciteit op deze verbindingen te verhogen. Uit bovengenoemde studie bleek dat een verhoging van 1000 MW mogelijk was.

TenneT heeft twee dwarsregeltransformatoren in Meeden geplaatst die in de loop van 2003 operationeel zijn geworden. Echter, realisatie van een permanent verhoogde importcapaciteit uit Duitsland naar Nederland is uitgebleven. TenneT heeft aangegeven dat het Nederlandse net een importcapaciteit van 5000 MW aankan.27

De importcapaciteit is nu globaal 3350 MW.

De oorzaak van het niet kunnen verhogen van de importcapaciteit ligt niet zozeer in de technische

beperkingen van de transportnetten alswel in de operationele afspraken tussen de TSO’s.2829 Deze afspraken moeten leiden tot een betere benutting van capaciteit door betere informatieuitwisseling tussen de TSO’s en betere coördinatie van allocatie van grensoverschrijdende capaciteit op de diverse landsgrenzen. Daarnaast dienen de TSO’s aan te geven in hoeverre ontwikkelingen in het ene land de grensoverschrijdende capaciteit van een ander land kunnen en mogen beïnvloeden.

De hierboven geschetste ervaring geeft aan dat de importcapaciteit alleen door betere afstemming fors kan

27 Persbericht TenneT, 8 december 2003.

28 Zie verder: www.tennet.org/transport/capaciteit/beschkb_grnsoverschr_trnsprtcap_20031016.asp.

stijgen. Een verhoging van enkele honderden MW lijkt relatief eenvoudig te realiseren. In theorie is een verhoging met 1000 tot zelfs 1500 MW mogelijk.

In het jaar 2000 is met de oprichting van ‘TSO Auction’ door TenneT, Elia, RWE Net en E.on Netz een marktconforme toewijzing van de grensoverschrijdende capaciteit gerealiseerd. In de laatste jaren zijn echter geen verdere zichtbare verbeteringen gerealiseerd. Gezien het trage verloop en de beperkte resultaten van het overleg met de buitenlandse TSO’s zal hieraan door de betrokken Nederlandse instanties extra aandacht moeten worden besteed.

Een belangrijke ontwikkeling in dit verband is de uitbreiding van windmolenparken in Noord-Duitsland.30 Met name in periodes van lage belasting en veel wind treden er onvoorziene transporten op, die de netveiligheid en de beschikbare grenscapaciteit beïnvloeden. Dit komt mede omdat de Duitse netbeheerders verplicht zijn transport van windenergie voorrang te geven.

Ook de import uit België kent zijn beperkingen waardoor de eerder beoogde 4700 MW niet haalbaar is. België heeft regelmatig te kampen met zeer hoge exportwaarden vanuit Frankrijk. De verdeling van deze transporten veroorzaakt in België zodanige problemen dat de capaciteit vanuit België naar Nederland beperkt moet worden om een grootschalige stroomuitval te vermijden.

Voor Tennet is de belangrijkste conclusie dat zonder noodzakelijke investeringen in het Belgische en Duitse hoogspanningsnet verdere uitbreiding van veilig beschikbare importcapaciteit niet realiseerbaar is. Zowel E.ON Netz als Elia hebben aangegeven te zullen investeren in netuitbreidingen om bepaalde knelpunten weg te nemen in de toekomst, aldus Tennet.31 Vooralsnog zijn deze knelpunten in het Duitse net niet inzichtelijk. Een openbare inventarisatie zou een goede eerste stap zijn om transparant te maken waaruit de knelpunten in het net bestaan en welke uitbreidingen nodig zijn om deze te verhelpen. Mogelijk kan de Europese Commissie, die begin dit jaar heeft aangekondigd een onderzoek te doen naar onder meer de concurrentie verhoudingen op de Europese elektriciteitsmarkten, hier uitkomst bieden.

Concreet blijft de aanbeveling van vorig jaar ongewijzigd, namelijk: Nederlandse en buitenlandse TSO’s dienen een werkplan te publiceren waarin wordt aangegeven via welke maatregelen en binnen welke termijn zij de importcapaciteit met 1000 MW kunnen verhogen.

DTe heeft stappen ondernomen die moeten resulteren in een betere benutting van de huidige

interconnectiecapaciteit. Zo is DTe samen met de toezichthouders in België en Frankrijk gestart met een gezamenlijk consultatiedocument. Hierin wordt geconsulteerd over het optimale congestiemanagement voor de interconnectoren en marktintegratie tussen genoemde landen. Dit document kan een opstap zijn om de Nederlandse en buitenlandse TSO’s de hierboven genoemde aanbeveling om te zetten in een werkplan voor de uitbreiding van de beschikbare interconnectiecapaciteit.

Salderen van importen en exporten

30

In 2004 telde Duitsland meer dan 16.500 windmolenlocaties met een gezamenlijk vermogen van 16.629 MW. Dat is genoeg voor de energiebehoefte van bijna vijf miljoen huishoudens. Om de productie nog verder op te voeren, wil de Bondsrepubliek nu ook

windmolenparken in zee gaan aanleggen. Het land wil dat in 2010 het aandeel van windenergie in de totale stroomverbruik is gestegen tot 10%.

31

Al geruime tijd bestaat de wens om de beschikbare import- en exportcapaciteit te salderen. Salderen wil zeggen dat elektriciteitsstromen die in tegengestelde richting verlopen tegen elkaar wegvallen. Saldering levert meer interconnectiecapaciteit op voor de ‘markt’, indien gegarandeerd kan worden dat stromen van elektriciteit in beide richtingen werkelijk plaatsvinden. In het rapport van vorig jaar [2] is aangetoond dat saldering in zekere mate mogelijk is. Geschat wordt dat door saldering ten minste gemiddeld enkele

honderden megawatten beschikbaar kunnen komen. Uitbreiding van de interconnectiecapaciteit via saldering kan technisch op relatief korte termijn worden gerealiseerd.

Voor saldering van in- en exporten van elektriciteit is een goede coördinatie nodig tussen de TSO in

Nederland en het land waarmee wordt gesaldeerd. Daarom kan saldering alleen worden ingevoerd indien er overeenstemming is tussen de betrokken TSO’s.32

Marktkoppeling met België en/of Duitsland

Door efficiëntere benutting van interconnectiecapaciteit op de Duits-Nederlandse grens kan een grote hoeveelheid extra importcapaciteit beschikbaar komen. Bij beperkte verschillen in Duits-Nederlandse uurprijzen worden ongeveer 100 MW aan importcapaciteit onbenut gelaten doordat de gescheiden veilingen voor importcapaciteit en elektriciteit in beide landen onzekerheid creëren. Op middellange termijn lijkt het wenselijk om op deze grens over te gaan op marktkoppeling. In dat geval worden de spotmarkten voor energie en transportcapaciteit geïntegreerd waardoor optimale benutting van capaciteit kan plaatsvinden. Dit principe wordt ook “impliciete veiling” genoemd. De huidige veiling van grenscapaciteit wordt een “expliciete veiling” genoemd.

Naast de meer efficiënte benutting van importcapaciteit heeft marktkoppeling een positief effect op zowel de concurrentie als de liquiditeit: het volume aan geïmporteerde energie wordt in een marktkoppelingssituatie op prijselastische wijze ingeboden in de spotmarkt. Dit beperkt enerzijds mogelijke uitoefening van marktmacht en vergroot anderzijds de veerkracht (prijsstabiliteit onder individuele transacties) van de spotmarkt. In dit verband wordt verwezen naar de risico’s van marktmacht.

Voor marktkoppeling is afstemming en overeenstemming met de diverse TSO’s noodzakelijk. Daarnaast dienen de stroombeurzen in de diverse landen mee te werken. Vorig jaar heeft DTe marktkoppeling als aanbeveling opgenomen in zijn liquiditeitsrapport 2004. Het Ministerie van Economische Zaken heeft inzake marktkoppeling een goede eerste stap gezet door concreet eerste kaderafspraken te maken met België en Frankrijk op 7 maart 2005. Deze zijn neergelegd in een Memorandum of Understanding. Ook België en Frankrijk hebben een Memorandum of Understanding ondertekend.

Nieuwe investeringen in interconnectiecapaciteit

Investeren in nieuwe interconnectiecapaciteit kan een effectieve maatregel zijn om diepte in de markt te vergroten, ofwel om de liquiditeit en marktwerking te verhogen.33 In 2004 heeft DTe de aanvraag van TenneT gehonoreerd voor een elektriciteitskabel met Noorwegen die in 2008 operationeel moet zijn. Verwacht wordt dat de complementaire mix van type productie-eenheden (waterkracht in Noorwegen versus thermische eenheden in Nederland) een economische basis vormt voor een succesvol gebruik van deze interconnector,

32 Zie ook TenneT position paper “TenneT standpunt over ‘netting’ import/export naar DTe gestuurd”. 33

Relevante publicaties over de interconnectie-verbinding naar Noorwegen zijn te download van:

die met een beoogde capaciteit van 700 MW ongeveer 3% van het geïnstalleerde productievermogen in Nederland bedraagt.