• No results found

Vraag nr. 118 van 18 februari 2005 van de heer JOS DE MEYER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 118 van 18 februari 2005 van de heer JOS DE MEYER"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 118 van 18 februari 2005

van de heer JOS DE MEYER

Startbanen – Wettelijke basis – Sociaal over-leg

Via startbanen kunnen jongeren tewerkgesteld worden in twee projecten :

− het JoJo-project: scholen voor Jongeren, Jongeren voor scholen;

− het project Verkeersveiligheid.

1. Welke scholen komen in aanmerking voor zo'n project en hoe worden zij geselecteerd ?

2. Welke jongeren komen hiervoor in aanmerking en hoe worden zij geselecteerd ?

3. Welk loon ontvangen deze jongeren en welk statuut is op hen van toepassing ?

4. Wat is de looptijd van deze projecten ?

5. Worden deze projecten geëvalueerd en zo ja, hoe en door wie ?

6. Ik neem aan dat al de voorgaande aspecten wet-telijk verankerd zijn in één of meerdere beslui-ten van de Vlaamse Regering.

Op basis van welk besluit is dat ?

Zo er terzake geen besluit bestaat, wat is dan de wettelijke basis en door wie zijn deze aspecten dan vastgelegd ?

Is er terzake overleg geweest met de vakbonden en/of met de koepels van inrichtende machten ? Antwoord

Op het departement Onderwijs lopen er momen-teel twee startbanenprojecten:

– het project: scholen voor Jongeren, Jongeren voor scholen (Jojo-project);

– het project Verkeersveiligheid (VeVe-project). 1. De uitbouw van het JoJo-project gebeurde

in eerste instantie in vijf steden: Antwerpen,

Genk, Gent, Hasselt en Mechelen. In deze ste-den werste-den 135 secundaire scholen geselecteerd op basis van het percentage leerachterstand bij de ingeschreven leerlingen per school.

In mei 2001 werd het project uitgebreid door een aantal scholen te selecteren uit gemeenten met bijzondere noden waar de schoolse achter-stand hoger ligt dan het Vlaamse gemiddelde. In februari 2003 gebeurde een derde

uitbrei-dingsronde naar alle Vlaamse TSO- en BSO- scholen waarvan de leerachterstand hoger is dan het Vlaamse gemiddelde. Alle secundaire scholen die in aanmerking komen voor het project werden in het verleden aangeschreven. (TSO: technischsecundair onderwijs; BSO: beroepssecundair onderwijs – red.)

In het VeVe-project worden de startbanen niet aan een school toegewezen. Leerlingenstromen en verkeersveiligheid van leerlingen zijn immers niet gebonden aan individuele scholen. Daarom werd beslist om de startbanen toe te wijzen aan provincies, steden, gemeenten en organisaties. In eerste instantie werden er 201 steden en

gemeenten aangeschreven, waarvan er 81 een aanvraag hebben ingediend.

In een tweede fase werden de resterende start-banen verdeeld over de gemeenten die tot dan toe niet in aanmerking gekomen waren.

De voorwaarde om in aanmerking te komen voor een startbaan is dat er in de betrokken gemeente tijdens de periode 1997-1999 meer dan vijf jongeren (< 19 jaar), als voetganger of als bestuurder van fiets of bromfiets, betrokken waren bij een verkeersongeval en daarbij min-stens lichtgewond werden (op basis van de NIS-ongevallenstatistieken).

2. De jongeren die in aanmerking komen voor het JoJo- en het VeVe-project moeten allereerst vol-doen aan de voorwaarden om een startbaan te kunnen uitoefenen, namelijk jonger zijn dan 26 jaar en ingeschreven staan als werkzoekende. Een bijkomende voorwaarde, vastgelegd door

(2)

de groepen die het laagst scoren op de werk-zaamheidsgraad.

In het JoJo-project zijn er echter dertig plaatsen voorbehouden voor mensen die wel over een diploma secundair onderwijs beschikken. In het VeVe-project is voor deze groep geen

con-tingent bepaald. Ook hier kunnen jongeren met een diploma secundair onderwijs in aanmerking komen indien de werkgever zich engageert om de meerkosten aan de startbaner te betalen. De uiteindelijke selectie en aanwerving van een

startbaner gebeuren door de werkgever. In het JoJo-project is dit de inrichtende macht van de school.

In het VeVe-project is dit het provincie-, stads- of gemeentebestuur of het bestuur van de betrokken organisatie.

3. Loon (volgens de indexering van 01/11/2004) startbaners JoJo-project

– barema 229 (géén diploma hoger secundair onderwijs): 1.489,04 EUR (bruto maand-loon)

– barema 252 (diploma secundair onderwijs): 1.624,65 EUR (bruto maandloon)

– haardvergoeding (indien gehuwd of samen-wonend, of alleenstaand met kinderen ten laste): 80,74 EUR per maand

– standplaatsvergoeding: 40,36 EUR per maand

Loon (volgens de indexering van 01/11/2004) startbaners VeVe-project

– barema 229 (géén diploma hoger secun-dair onderwijs): 1.489,04 EUR (bruto maandloon)

– haardvergoeding (indien gehuwd of samenwonend, of alleenstaand met kinderen ten laste): 80,74 EUR per maand – standplaatsvergoeding: 40,36 EUR per

maand

Op deze jongeren is het statuut van startbaner van toepassing. Tijdens de duur van de start-baanovereenkomst verwerven zij geen dienst-, ambts- of geldelijke anciënniteit binnen het onderwijs. De startbaner JoJo geniet de vakan-tieregeling zoals het administratief personeel tewerkgesteld in scholen. In het contract van de startbaner VeVe staat dat de startbaner recht heeft op twee dagen vakantie per maand. Dit is een totaal van vierentwintig dagen.

4. De looptijd van deze projecten werd binnen het samenwerkingsakkoord tussen de staat en de Vlaamse Gemeenschap betreffende de startbaanovereenkomst voor onbepaalde duur gesloten. Elk van de partijen kan er een eind aan maken met inachtneming van een opzeg-termijn van zes maanden.

5. Op het departement Onderwijs zijn er twee coördinatoren voor het JoJo-project en één coördinator voor het VeVe-project aangesteld om het project in goede banen te leiden en te evalueren.

Zij proberen jaarlijks voor een evaluatiebezoek langs te gaan bij elke school en elke gemeente die een startbaner tewerkstelt. De klemtoon van een evaluatiebezoek ligt op het takenpakket van de startbaner en zijn/haar omgang met de leerlingen.

6. Voor het projecten JoJo en VeVe bestaat er geen besluit van de Vlaamse Regering. Voorgaande aspecten zijn immers verankerd in de federale regelgeving betreffende de startbanen. Voor een wettelijke basis specifiek voor de projecten op het departement Onderwijs verwijs ik naar het samenwerkingsakkoord tussen de staat en de Vlaamse Gemeenschap betreffende de start-baanovereenkomst van 1 augustus 2002. Voor het project VeVe is er in de Vlaamse Regering ook het "Protocol project startbanen verkeers-veiligheid", ondertekend door mijn ambts-voorganger en de toenmalige minister van Mobiliteit.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het investeringsprogramma voor waterbeheer- sing (BA 364F7323), met als doelstelling dijkwer- ken en oeververstevigingen aan de binnenwateren, is het uitvoeren van

De afdeling Waterbouwkundig Laboratorium en Hydrologisch Onderzoek voert dit onder- zoek uit in nauw overleg met de afdeling Beleid Havens, Waterwegen en Zeewezen van de

Gelet op het geplande moment van uitvoe- ring werd op de begroting 2005 hiervoor niet in krediet voorzien.. De oever Oude Statiënbrug - Oude Heir- baanbrug is dermate afgekalfd dat

Nadat in de economische studie Seine - Schelde werd aangetoond dat een aanpassing van de Leieas voor duwkonvooien tot 4.400 ton een verantwoorde investering zou zijn, is het

Het is de bedoeling een smallere en lichtere beweegbare brug te voorzien, zodat enerzijds de snelheid van het gemotoriseerd verkeer afge- remd kan worden (eventueel zal ook

In het investeringsprogramma voor bruggen (BA 364F7311) is, in het kader van het patrimonium- beheer, het herstel van de brug over de Dender Wieze-Gijzegem opgenomen.. Graag een

In het investeringsprogramma voor bruggen werd voor de Zeeschelde één project opgeno- men, namelijk de renovatie van de stuwbrug over de monding van de Nete-afleiding in Lier?.

Gedurende de looptijd van het driejarig proef- project is in een budget voorzien om land- en bosbouwschade veroorzaakt door de edelherten te vergoeden.. Het totale budget