Expertgroep Gasaansluiting
Hoofdpuntenverslag vierde inhoudelijke vergadering, Den Haag, 5 oktober 2010 25 oktober 2010
Aanwezig:
dhr. de Kuiper Liander
dhr. Pittau Rendo
dhr. van Vliet Westland dhr. Roovers Intergas dhr. de Jaeger Enexis
dhr. Jobse DNWB
dhr. Duisenberg Stedin
dhr. Hoogstraaten Netbeheer Nederland mw. van Oorspronk Netbeheer Nederland dhr. Schepens Endinet
dhr. Egberts Cogas
dhr. Odijk (Voorzitter) NMa Energiekamer dhr. Gielen NMa Energiekamer
dhr. Spee NMa Energiekamer
1. Opening
De NMa Energiekamer (hierna: EK) opent de vergadering en geeft een korte toelichting op de agenda. 2. Stand van zaken / proces
De EK geeft aan hoe het proces er voor de komende tijd gaat uitzien. RENDO vraagt of het besluit volledig in werking treedt zodra het genomen is. De EK geeft aan dat het besluit zal gaan werken vanaf 1 januari 2011. Stedin vraagt hoe dit besluit zich verhoudt tot de technische codes gas. De EK geeft aan dat de TarievenCode Gas (hierna: TC Gas) alleen op de tariefstructuur ziet. Netbeheer Nederland wijst erop dat de gezamenlijke netbeheerders van oordeel blijven dat regulering van de gasaansluitdienst pas aan de orde is indien het wetsvoorstel “Voorrang voor duurzaam, etc.” van kracht is. Ook wijst Netbeheer Nederland in dit verband op hun beroep tegen “Bob-2 Gasvoorwaarden”.
3. Meten leidinglengte
De EK vraagt aan de netbeheerders hoe de leidinglengte eenduidig en objectief gemeten kan worden en geeft als voorbeeld hetgeen is bepaald in de TarievenCode Elektriciteit. De EK geeft aan dat hij waarde hecht aan een objectieve en eenduidige vaststelling. De netbeheerders beamen dit.
Hoofdpuntenverslag Expertgroep Gasaansluiting 5 oktober 2010
Pagina 2 van 4
Liander geeft aan dat zij van mening is dat voor de “binnenleidingen”, dus inpandig vanaf de geveldoorvoer, een forfaitaire lengte zou moeten worden bepaald. Dit scheelt veel meetwerk (met als gevolg lagere
administrateiev lasten, hetgeen maatschappelijk te prefereren valt). Vijf meter lijkt wat Liander betreft een goede standaard. De EK vraagt of in plaats van de geveldoorvoer alternatieve markeringspunten te bedenken zijn, bijvoorbeeld de perceelgrens. De netbeheerders geven aan dat deze niet voor de hand liggen. Cogas sluit zich aan bij het punt van Liander, maar merkt op dat dit niet geldt voor hoogbouw. Intergas geeft aan dat hier ook het bouwbesluit een rol speelt. Dit besluit bepaalt waar de meter mag komen en dus hoe ver de
binnenleiding strekt. Liander geeft aan dat een forfaitaire waarde niet in de TarievenCode Elektriciteit staat opgenomen, maar daar wel een verbetering zou betekenen. Netbeheer Nederland merkt in dit kader op dat er plannen zijn om het bouwbesluit te herzien en dat er waarschijnlijk geen eisen omtrent de meter meer opgenomen zullen worden. Cogas merkt hierover op dat dit in verband met de veiligheid niet wenselijk is. RENDO merkt op dat een formulering voor de bepaling van de leidinglengte in termen van “... wordt de afstand gemeten over het hart van de openbare weg ...” impliceert dat daar wel gastransportnet moet liggen. De EK geeft aan sympathiek tegenover het voorstel van Liander (forfaitaire lengte binnenleiding) te staan en dat bij wijziging van het bouwbesluit een eventueel forfait gewijzigd kan worden indien dat beter aansluit bij de nieuwe situatie die dan ontstaat.
4. HD-tarief voor kleinverbruik
De EK licht kort de problematiek toe: het ontwerp-besluit prikkelt netbeheerders om kleinverbruikers in de buurt van een HD-net en ver weg van een net aan te sluiten met een zeer lange aansluitleiding op het LD-net in plaats van met een reduceerset op het HD-LD-net. Netbeheer Nederland heeft dit aangekaart in een zienswijze op het ontwerp-besluit en voorgesteld een separaat HD-tarief te introduceren voor deze categorie kleinverbruikers.
De EK vraagt naar de achtergrond van deze prikkel. Netbeheerders geven aan dat het slechts te maken heeft met het zo veel mogelijk willen dekken van aansluitkosten door direct te ontvangen aansluitvergoedingen. De EK vraagt of deze problemen zich vooral in buitengebieden afspelen, daar waar een HD-net dichtbij is en een LD-net veraf. De netbeheerders antwoorden bevestigend.
De EK geeft aan deze prikkel niet goed te vinden omdat het netbeheerders niet stimuleert om goed na te denken over het netontwerp en omdat het afnemers voor het tarief afhankelijk maakt van keuzes van de netbeheerder die zij niet goed kunnen beoordelen. De EK geeft aan de oplossing die in de zienswijze door Netbeheer Nederland wordt voorgesteld (separaat tarief) ook niet goed te vinden. De EK stelt dat die oplossing de genoemde bezwaren van de EK niet wegneemt en bovendien het plaatsen van reduceersets tot een te leveren prestatie maakt waar afnemers niet om vragen.
Hoofdpuntenverslag Expertgroep Gasaansluiting 5 oktober 2010
Pagina 3 van 4
geldt. Liander sluit zich hierbij aan, en merkt op dat bij gas meer “kan” met het net. Cogas geeft aan dat de kosten zitten in het plaatsen van een reduceerset en dat de set op verschillende uitgaande drukniveaus kan worden afgesteld.
Liander geeft aan dat het veelal een afweging van de netbeheerder is of een lange aansluiting naar het LD-net of een korte aansluiting naar het HD-net met een reduceerset wordt gerealiseerd. De EK geeft aan dat dit nog niet zou hoeven te betekenen dat het tarief gekoppeld zou moeten zijn aan die keuze. Liander geeft aan dat er wel een goede afspiegeling van de kosten voor een aansluiting op een HD-net en op een LD-net zou moeten zijn. Intergas geeft aan dat zij van mening is dat de netbeheerder over de keus voor een lange of korte aansluiting moet kunnen overleggen met de klanten. Cogas geeft aan dat er ook een goede prikkel aan de afnemers moet worden gegeven, niet zomaar iedereen moet worden aangesloten op het HD-net omdat het HD-net daar niet voor is bedoeld.
5. Rondvraag
Witte gebieden
RENDO stelt de vraag hoe de EK zal omgaan met de zogenaamde “witte gebieden” (“onrendabele gebieden” in wetsvoorstel 31 904). De EK geeft aan dat te zijner tijd dit vastgelegd moet worden in een code en dat de weg daar naar toe lijkt dat de netbeheerders daartoe een inhoudelijk voorstel doen. Netbeheer Nederland geeft aan hier al aan te werken.
Offerte-indeling
RENDO vraagt of de voorgeschreven offerte-indelingen voor het wijzigingen en het af- en inschakelen van aansluitingen nog wordt aangepast in het definitieve besluit. De EK geeft aan dat de standaard offerte-indeling zal blijven bestaan, maar dat in deze speciale gevallen kan worden volstaan met een versimpelde invulling.
Vermogenskosten aanleg
Endinet vraagt hoe wordt omgegaan met de zienswijze van VEMW over de vermogenskosten die voortvloeien uit het aanleggen van aansluitingen. De EK geeft aan dat hij hier duidelijkheid over heeft gegeven in de tarievenmandjes: met de wijziging van de TC Gas komen kosten die gemaakt worden in verband met de aanleg van aansluitingen terecht in de EAV en niet in de PAV. De EK geeft aan dat hij daarmee wil bereiken dat EAV, PAV en Meerlengtevergoeding zo snel mogelijk kostengeoriënteerd worden. Dit is in beginsel niet anders dan met andere tarieven in de tariefregulering.
Liander geeft aan dat er een dubbele verhoging van de tarieven kan plaatsvinden. Namelijk door het
Hoofdpuntenverslag Expertgroep Gasaansluiting 5 oktober 2010
Pagina 4 van 4
RENDO geeft aan dat ook naar de koppeling met de warmtewet moet worden gekeken, vanwege de koppeling van tarieven (“niet meer dan anders”-principe).
6. Afsluiting