Toets thema 8 De Seizoenen Pagina 1 Toets thema 8: De seizoenen
Naam: . . .
1. Invullen: de / het
. . . zomer . . . thermometer
. . . dier . . . tak
. . . regen . . . sneeuw
. . . onweer . . . zon
. . . vis . . . paraplu
. . . schaap . . . vogel
. . . plant . . . bloem
. . . bos . . . winter
. . . strand . . . eend
. . . maan . . . regenboog
Toets thema 8 De Seizoenen Pagina 2 2. Dit is ………..
Dit is . . .
Dit is . . .
Dit is . . .
Dit is . . .
Dit is . . .
Dit is . . .
Dit is . . .
Dit is . . .
Dit is . . .
Dit is . . .
Toets thema 8 De Seizoenen Pagina 3 3. Vul de letters in:
de . . . elp de regenb . . g de we . .
het . . s het onw . . r de . . in
het bla . de temperat . . r de mi . .
4. Kies het goede woord en vul in:
- winter - lente - zomer - herfst
De planten hebben veel bloemen in de . . . Wij schaatsen op het ijs in de . . .
De bladeren vallen van de bomen in de . . . De bomen krijgen weer bladeren in de . . . Wij maken een sneeuwpop in de . . . De zon is heel warm in de . . .
De auto glijdt door de ijzel in de . . .
Een ander woord voor het voorjaar is de . . . Er zijn veel wespen in de . . .
Een ander woord voor het najaar is de . . . De maand december is in de . . .
De maand mei is in de . . . De maand oktober is in de . . . De maand augustus is in de . . .
Toets thema 8 De Seizoenen Pagina 4 5. Vul de maanden in:
januari, februari, . . . , april, . . . , juni, . . . , augustus, . . . , . . . , november, . . .
6. Vervoegen:
schijnen De zon . . . de hele dag.
regenen Het . . . veel in de lente.
waaien De wind . . . uit het westen.
vriezen Het . . . wel 5 graden.
stijgen De temperatuur . . . naar 25 graden.
dalen De temperatuur . . . naar – 10 graden.
schaatsen Nederlanders . . . in de winter.
glijden De auto . . . op de gladde weg.
stormen Het . . . vaak in de herfst.
schaatsen Die jongen . . . niet graag.
Toets thema 8 De Seizoenen Pagina 5 7. Tegenstellingen invullen:
Deze wortel is niet recht, maar . . . Schaatsen is niet makkelijk, maar . . . De zon is niet vierkant, maar . . .
Deze paraplu is niet ouderwets, maar . . .
Deze plant heeft niet veel, maar . . . bladeren.
Dit dier is niet zwak, maar . . .
Onze hond is niet gezond, maar . . . Van de zon word ik niet bedroefd, maar . . . De spin is niet lui, maar . . .
8. Geef antwoord met een zin:
Is dit een paraplu?
……….
Is dit het blad?
……….
Is dit de thermometer?
……….
Is dit een eend?
……….
Is dit de vogel?
……….
Toets thema 8 De Seizoenen Pagina 6 9. Hoe laat is het?
10. Lees de tijden en teken de wijzers: