• No results found

NMa concentratiecontrole: MEGA-LIMBURG-NUTSBEDRIJF HEERLEN, zaaknr. 158, 6-5-1998 (Stcrt. 86), artikel 27 onder b Mw · Markt & Mededinging · Open Access Advocate

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "NMa concentratiecontrole: MEGA-LIMBURG-NUTSBEDRIJF HEERLEN, zaaknr. 158, 6-5-1998 (Stcrt. 86), artikel 27 onder b Mw · Markt & Mededinging · Open Access Advocate"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1998 / nr. 3

104 MM

B e s c h i k k i n g e n

Nr. B27

MEGA-LIMBURG-NUTSBEDRIJF HEERLEN, zaaknr. 158, 6-5- 1998 (Stcrt. 86), artikel 27 onder b Mw

N.V. Maatschappij voor Elektriciteit en Gas Limburg (‘MEGA Limburg’) neemt 82,5% van de aandelen in N.V.

Nutsbedrijven Heerlen (‘Nutsbedrijf’) over van de Gemeen- te Heerlen. Omdat PNEM/MEGA Groep N.V.

(‘PNEM/MEGA’), waarvan MEGA-Limburg een 100% doch- teronderneming is, reeds 17,5% van de aandelen in het Nutsbedrijf bezat, heeft de operatie het effect dat

Dit artikel uit Markt & Mededinging is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker

(2)

1998 / nr. 3

105 MM

B e s c h i k k i n g e n

PNEM/MEGA indirect 100% van de aandelen in het Nuts- bedrijf verkrijgt en zeggenschap verwerft over het Nutsbe- drijf.

PNEM/MEGA is actief op het gebied van inkoop, transport, distributie en levering van elektriciteit en gas aan bedrijven en particulieren in Limburg en Noord-Bra- bant, productie van elektriciteit en warmte, distributie van warmte, exploitatie van een kabeltelevisienetwerk in Lim- burg en Noord-Brabant, verhuur van warmwatertoestellen, verhuur en verkoop van CV-ketels en verwerking van afvalstoffen. Het Nutsbedrijf onderneemt dezelfde activi- teiten met uitzondering van verwerking van afvalstoffen en met de aanmerking dat afgezien van de verhuur van warmwatertoestellen en de verhuur en verkoop van CV- ketels haar activiteiten beperkt zijn tot de Gemeente Heer- len.

Bij de beoordeling van de concentratie definieert de d-g NMa een aantal markten waarop de Nederlandse ener- giedistributiebedrijven doorgaans actief zijn. Vanwege de liberalisering van een aantal van deze markten is met name de geografische afbakening interessant. Allereerst komen aan bod de markten die niet behoren tot de beïnvloede markten zoals bedoeld in artikel 1 onder h van het Besluit gegevensverstrekking Mededingingswet, zodat zij bij de beoordeling van de concentratie buiten beschouwing kun- nen blijven.

De d-g NMa deelt de opvatting van partijen dat met betrekking tot de markt voor distributie en levering van gas aan gebruikers de leveringsgebieden van partijen als aparte geografische markten moeten worden gezien. Een andere afbakening van deze markten zal mogelijk het gevolg zijn van komende liberalisering van de gasmarkt, de gevolgen daarvan kunnen echter nog niet goed worden beoordeeld, omdat er in Nederland nog geen definitieve besluiten over liberalisering zijn genomen.

Met betrekking tot de exploitatie van kabelnetwerken wordt in het midden gelaten of een marktafbakening per dekkingsgebied (zie artikel 21 Wet op de telecommunicatie- voorzieningen) moet worden gevolgd of dat moet worden uitgegaan van een nationale markt. Zelfs als wordt uitge- gaan van een nationale markt is het gezamenlijke markt- aandeel van PNEM/MEGA en het Nutsbedrijf kleiner dan 15%, zodat voor de exploitatie van kabelnetwerken geen economische machtspositie ontstaat of wordt versterkt door de concentratie.

Voor de markt van productie en distributie van warmte wordt overwogen dat warmtelevering slechts over een bepaalde afstand kan plaatsvinden, zodat deze markten een lokale dimensie hebben. Er is dan ook geen sprake van overlap van de activiteiten van partijen op dit vlak.

Ook met betrekking tot het verhuren van boilers, keu- ken- en badgeisers bestaat geen beïnvloede markt, omdat deze activiteiten volgens de d-g NMa in concurrentie staan met de verkoop van boilers, keuken- en badgeisers. Wan- neer dan als geografische marktafbakening de leveringsge- bieden van partijen worden genomen of als geografische

markt de provincie Limburg wordt genomen, zal steeds geen sprake zijn van het ontstaan of de versterking van een economische machtspositie.

Vervolgens gaat de d-g NMa in op de definitie van de relevante markten met betrekking tot de levering van ener- gie aan eindgebruikers en de verkoop en verhuur van CV- ketels en de beoordeling van de concentratie in dat kader.

Met betrekking tot de afbakening van de markt voor leve- ring van elektriciteit aan eindgebruikers moet de situatie worden bekeken onder de vigerende wetgeving en de situ- atie na inwerkingtreding van de nieuwe Elektriciteitswet op (naar verwachting) 1 januari 1999. Volgens de d-g NMa is er op dit moment sprake van één productmarkt voor levering van elektriciteit aan eindgebruikers. Alleen voor de zeer beperkte groep ‘bijzondere grootverbruikers’ gelden nu al andere condities. Omdat het Nutsbedrijf niet noe- menswaardig in dit segment actief is, blijft het buiten beschouwing bij de beoordeling van de concentratie. In de toekomst echter zullen er als gevolg van de inwerkingtre- ding van de nieuwe Elektriciteitswet aparte productmark- ten ontstaan voor de verkoop van elektriciteit aan gebon- den afnemers, de verkoop van elektriciteit aan niet-gebon- den afnemers, alsmede een markt voor het transport van elektriciteit op midden- en laagspanningsniveau.

De geografische relevante markten vallen nu samen met de respectieve leveringsgebieden. Van de zeer beperkte mogelijkheden voor eindgebruikers om van een andere leverancier dan het distributiebedrijf in wiens leveringsge- bied de eindgebruiker is gevestigd, af te nemen, wordt namelijk nauwelijks gebruikgemaakt. In de toekomst zal ten aanzien van de gebonden klanten het leveringsgebied blijven samenvallen met het gebied waarin het distributie- bedrijf een monopolie heeft. Voor de verkoop aan niet- gebonden afnemers zal het distributiebedrijf echter con- currentie kunnen gaan ondervinden van andere distribu- tiebedrijven en productiebedrijven of handelaars die buiten het oorspronkelijke leveringsgebied van het desbetreffende distributiebedrijf zijn gevestigd. De relevante geografische markt zal als gevolg daarvan significant ruimer zijn dan het oorspronkelijke leveringsgebied van het distributiebe- drijf. Daar waar het toepasselijk en relevant is voor de beoordeling van de potentiële effecten van de concentratie in een nieuwe marktstructuur vindt de beoordeling door de d-g NMa dan ook plaats op basis van in geografische zin ruimere markten.

Op basis van deze marktafbakening komt de d-g NMa met betrekking tot de levering van elektriciteit aan eindge- bruikers tot de volgende beoordeling. De concentratie leidt feitelijk tot samenvoeging van de leveringsgebieden van PNEM/MEGA en het Nutsbedrijf. Dit leidt niet tot noe- menswaardige verandering van de concurrentiestructuur noch tot een versterking van de positie van PNEM/MEGA.

Ook als de concentratie zou moeten worden beoordeeld in het licht van het ontstaan van verschillende markten voor gebonden en niet-gebonden afnemers, verandert deze con- clusie niet. Met betrekking tot de gebonden afnemers zou-

Dit artikel uit Markt & Mededinging is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker

(3)

1998 / nr. 3

106 MM

B e s c h i k k i n g e n

den partijen wegens het monopolie in hun respectieve leveringsgebieden geen concurrenten van elkaar zijn geweest. Voor de niet-gebonden afnemers geldt dat het Nutsbedrijf niet noemenswaardig actief is, zodat de positie van PNEM/MEGA niet noemenswaardig wordt versterkt.

Daarbij komt dat de geografische markt volgens de d-g NMa in haar geval groter zal zijn dan de samengevoegde leveringsgebieden van PNEM/MEGA en het Nutsbedrijf.

De laatste markt die door de d-g NMa wordt beschouwd betreft de markt voor verkoop en verhuur van CV-ketels. De d-g NMa meent, in tegenstelling tot de Ver- enigde Nederlandse Installateurs (‘VNI’), dat vanuit het perspectief van de afnemer/consument verkoop en verhuur van CV-ketels tot dezelfde productmarkt behoren. Daarbij zou uit onderzoek blijken dat zelfstandige installateurs zowel op de markt van verkoop als op de markt van ver- huur van CV-ketels actief zijn. De bezwaren die de VNI vervolgens naar voren brengt, gericht op de financiële, fis- cale en organisatorische voordelen van energiedistributie- bedrijven ten opzichte van zelfstandige installateurs, wor- den afgedaan met een verwijzing naar artikel 12 van de Wet energiedistributie (‘Wed’). De d-g NMa meent dat de partijen volgens de door hen verstrekte gegevens al hun nevenactiviteiten, waaronder verkoop en verhuur van CV- ketels, hebben ondergebracht in aparte rechtspersonen en dat bij een bevoordeling van zulke rechtspersonen de Wed in eerste instantie het toetsingskader zou zijn, en ten twee- de de bepalingen inzake misbruik van economische machtspositie. De bepalingen omtrent het concentratietoe- zicht bieden voor deze bezwaren geen aanknopingspunt.

De geografische markt behelst tenminste de gehele provin- cie Limburg en waarschijnlijk een nog groter gebied, wegens het bestaan van homogene aanbiedingsvoorwaar- den.

Bij de beoordeling van de invloed van de concentra- tie op de betreffende markt van verkoop en verhuur van CV-ketels merkt de d-g NMa op dat na de samenvoeging van PNEM/MEGA en het Nutsbedrijf maar een marktaan- deel van 2% ontstaat. Wegens de geringe marktaandelen oordeelt de d-g NMa dat ook op deze markt geen economi- sche machtspositie zal ontstaan of worden versterkt.

Geconcludeerd wordt dat voor het tot stand brengen van de concentratie geen vergunning is vereist.

Dit artikel uit Markt & Mededinging is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De conclusie luidt dat de d-g NMa geen reden heeft om aan te nemen dat door de voorgenomen concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of kan worden versterkt die tot

Wordt de situatie lokaal (per stad met een Kassa!-super- markt) bekeken dan blijkt er weinig overlap te zijn tussen de VFG-formules en de Erma Steewijk-formule, terwijl

Aange- zien de uiteindelijke beoordeling niet wordt beïnvloed door deze verdere afbakening laat de d-g NMa een verdere beoordeling hiervan in het midden. De d-g NMa besluit

De d-g NMa oordeelt dat teneinde onder redelijke omstandigheden de splitsing van het economisch geheel van de verkoper Olivetti en de overdracht van de Olivetti onderneming Olsy aan

De d-g NMa is het eens met de opvatting van partijen dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen een zestal productmarkten: de offshoremarkt, de markt voor specialty ships,

De IT-markt kan worden opgedeeld in de markt voor verkoop van hardware, de markt voor verkoop van software en de markt voor verlening van IT-diensten, waarbij mogelijk deze laatste

De d-g NMa concludeert dat vooralsnog sprake is van één markt voor de levering van elektriciteit aan eindge- bruikers, maar dat deze naar verwachting in de toekomst zich zal

De logistieke activiteiten worden vervolgens weer onderscheiden in logistiek voor derden met betrek- king tot: chemicaliën, olie en oliederivaten en plantaardige en dierlijke oliën