• No results found

RAPPORT Resultaten verkeersstudie N239- Agriport - Fase 3 en 4

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "RAPPORT Resultaten verkeersstudie N239- Agriport - Fase 3 en 4"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT

Resultaten verkeersstudie N239- Agriport - Fase 3 en 4

Klant: Provincie Noord-Holland, gemeente Hollands Kroon, Agriport A7 B.V.

Referentie: BD6396TPRP1901232235 Status: 1.0/Finale versie

Datum: 28 januari 2019

(2)

P r o j e c t g e r e l a t e e r d

28 januari 2019

RESULTATEN FASE 3 EN 4

BD6396TPRP1901232235 i

HASKONINGDHV NEDERLAND B.V.

Laan 1914 no.35 3818 EX AMERSFOORT Transport & Planning Trade register number: 56515154

+31 88 348 20 00 +31 33 463 36 52 info@rhdhv.com royalhaskoningdhv.com

T F E W

Titel document: Resultaten verkeersstudie N239-Agriport - Fase 3 en 4

Ondertitel: Resultaten fase 3 en 4 Referentie: BD6396TPRP1901232235

Status: 1.0/Finale versie Datum: 28 januari 2019

Projectnaam: Verkeersstudie N239-Agriport Projectnummer: BD6396-101

Auteur(s): Namen zijn verwijderd vanwege AVG

Opgesteld door: Namen zijn verwijderd vanwege AVG

Gecontroleerd door: Namen zijn verwijderd vanwege AVG

Datum/Initialen: 28-01-2019

Goedgekeurd door: Namen zijn verwijderd vanwege AVG

Datum/Initialen: 28-01-2019

Classificatie Projectgerelateerd

Disclaimer

No part of these specifications/printed matter may be reproduced and/or published by print, photocopy, microfilm or by

any other means, without the prior written permission of HaskoningDHV Nederland B.V.; nor may they be used,

without such permission, for any purposes other than that for which they were produced. HaskoningDHV Nederland

B.V. accepts no responsibility or liability for these specifications/printed matter to any party other than the persons by

whom it was commissioned and as concluded under that Appointment. The integrated QHSE management system of

HaskoningDHV Nederland B.V. has been certified in accordance with ISO 9001:2015, ISO 14001:2015 and OHSAS

18001:2007.

(3)

P r o j e c t g e r e l a t e e r d

28 januari 2019

RESULTATEN FASE 3 EN 4

BD6396TPRP1901232235 ii

Inhoud

1 Inleiding 1

2 Voorlopig ontwerp aansluitingen N239-Agriport 2

3 Toetsing voorlopig ontwerp aan huidige bestemmingsplannen 3 4 Geotechnisch advies voor damwanden, keerwanden en overkluizing 6

5 Inventarisatie kabels en leidingen 7

6 Voor- en nadelen ontwerp 8

7 Aandachtspunten voor de uitwerking van het voorontwerp richting een

definitief ontwerp 9

(4)

P r o j e c t g e r e l a t e e r d

28 januari 2019

RESULTATEN FASE 3 EN 4

BD6396TPRP1901232235 1

1 Inleiding

Deze rapportage bevat de resultaten van fase 3 en 4 van de verkeersstudie N239-Agriport, inclusief een aanvullende variant voor het ontwerp van het kruispunt N239-Coppershorn-Koggenrandweg.

In fase 1 en 2 van de verkeersstudie N239-Agriport zijn gezamenlijk de uitgangspunten voor de verkeersstudie vastgesteld, verkeerskundige berekeningen uitgevoerd en eerste schetsontwerpen opgesteld. De resultaten van fase 1 zijn vastgelegd in het rapport “Uitgangspunten en randvoorwaarden”

(finale versie 3 oktober 2016). De resultaten van fase 2 zijn vastgelegd in het rapport “Resultaat fase 2:

schetsontwerp en verkeerskundige werking N239-Agriport, inclusief uitbuiging Koggenrandweg” (finale versie 18 januari 2018).

In dit rapport komen de volgende onderdelen aan de orde:

Voorlopig ontwerp, inclusief ontwerpnotitie, voor de volgende varianten:

A. Ontwerp met uitbuiging Koggenrandweg

B. Ontwerp met uitbuiging Koggenrandweg en een extra rijstrook rechtdoor op N239 C. Ontwerp zonder uitbuiging Koggenrandweg

In alle varianten zijn de kruispunten met de A7 hetzelfde.

Toetsing voorlopig ontwerp aan huidige bestemmingsplannen

Geotechnisch advies voor damwanden, keerwanden en overkluizing

Inventarisatie kabels en leidingen

Voor- en nadelen per variant

Aandachtspunten voor de uitwerking van het voorontwerp richting een definitief ontwerp

(5)

P r o j e c t g e r e l a t e e r d

28 januari 2019

RESULTATEN FASE 3 EN 4

BD6396TPRP1901232235 2

2 Voorlopig ontwerp aansluitingen N239-Agriport

De schetsontwerpen uit fase 2 zijn uitgewerkt tot voorlopige ontwerpen (incl. een 3D-model voor berekening van de hoeveelheden), inclusief een aanvullende variant voor het ontwerp van het kruispunt N239-Coppershorn-Koggenrandweg.

In alle varianten is het ontwerp van de aansluiting van de N239 met de A7 gelijk. Het gaat om het voorlopig ontwerp van de volgende varianten voor het kruispunt N239-Agriport-Coppershorn:

A. Ontwerp met uitbuiging Koggenrandweg (C3D2018_N239-BD6396-31-11-01_C01): in dit ontwerp is de variant getekend waarbij de Koggenrandweg wordt uitgebogen richting Agriport. Door deze uitbuiging valt de Koggenrandweg buiten de verkeerslichtenregeling op het kruispunt N239- Agriport-Coppershorn.

B. Ontwerp met uitbuiging Koggenrandweg en extra rijstrook N239 rechtdoor richting Medemblik (C3D2018_N239-BD6396-31-11-01_C01(variant1)): in deze variant is ten opzichte van variant A een extra rijstrook rechtdoor op de N239 richting Medemblik opgenomen bij het kruispunt N239- Agriport-Coppershorn. Uit de resultaten van de verkeerskundige werking blijkt een extra rijstrook rechtdoor in 2030 nog niet nodig te zijn. De provincie Noord-Holland wil mogelijk voor de langere termijn een ruimtereservering voor deze rijstrook opnemen in verband met plaatsen van een damwand aan de zuidzijde van de N239.

C. Ontwerp zonder uitbuiging Koggenrandweg (C3D2018_N239-BD6396-31-11-01_C01(variant2)):

in deze variant blijft de Koggenrandweg zoals in de huidige situatie. Tevens is de indeling van het kruispunt hetzelfde (wat betreft aantal rijstroken en opstelvakken) als bij de variant zonder

uitbuiging. Verschil met de variant met uitbuiging is dat de lengte van de rijstroken op een aantal richtingen iets langer is en de cyclustijden van de verkeerslichten langer zijn.

De ontwerptekeningen van bovenstaande varianten zijn weergegeven in bijlage A, inclusief bijbehorende

ontwerpnotitie met een toelichting op de ontwerpkeuzes.

(6)

P r o j e c t g e r e l a t e e r d

28 januari 2019

RESULTATEN FASE 3 EN 4

BD6396TPRP1901232235 3

3 Toetsing voorlopig ontwerp aan huidige bestemmingsplannen

Voor het voorlopig ontwerp is getoetst of deze binnen de vigerende bestemmingsplannen uitgevoerd kan worden en zo niet, welke procedures nodig zijn om deze activiteiten en werkzaamheden alsnog mogelijk te maken.

Het voorlopig ontwerp is gelegen binnen de bestemmingsplannen:

• Agriport 1, gemeente Hollands Kroon, vastgesteld 20 september 2016. Dit is van toepassing voor het gebied ten noorden van de Westfriese Omringdijk.

• Buitengebied, gemeente Medemblik, vastgesteld 22 februari 2018. Dit is van toepassing voor het gebied ten zuiden van de Koggenrandweg.

3.1.1 Planologische beoordeling

De planologische beoordeling is hieronder gedaan per bestemmingsplan/ gemeente. Onderstaande beoordeling geldt voor alle drie de ontwerpvarianten.

Groen Zondermeer mogelijk.

Oranje Een omgevingsvergunning is nodig om de werkzaamheden

te kunnen uitvoeren.

Bestemmingsplan Agriport 1

Dit is van toepassing voor zover de gronden zijn gelegen binnen de gemeente Hollands Kroon.

Bestemming Planologische (on)mogelijkheden

Bedrijventerrein De functies infrastructuur, groen en water passen binnen deze bestemming. Er worden geen nadere regels gesteld aan dit gebruik.

Verkeer Verkeer is toegestaan, mits het bestaande aantal rijstroken niet toeneemt. Dit is niet aan de orde. Bermen en water zijn eveneens toegestaan. Er worden geen nadere regels gesteld aan dit gebruik.

Dubbelbestemming Waarde – Archeologie

Indien bij de aanleg van de wegen en de andere

grondroerende werkzaamheden een oppervlakte groter dan 10.000 m

2

of een diepte van meer dan 50 centimeter overschreden wordt, is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden benodigd.

Dubbelbestemming Waterstaat – Waterkering

Deze dubbelbestemming staat de aanleg van nieuwe infrastructuur, groen en water niet in de weg.

Dubbelbestemming Leiding – Gas Ter plaatse van de gasleiding (zone van 4 meter aan weerszijden van de gasleiding) is voor de aanleg van wegen en voor grondroerende werkzaamheden een

omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden benodigd.

Gebiedsaanduiding geluidzone – industrie

Geen relevantie voor dit plan.

Gebiedsaanduiding wetgevingszone – wijzigingsgebied

Geen relevantie voor dit plan.

(7)

P r o j e c t g e r e l a t e e r d

28 januari 2019

RESULTATEN FASE 3 EN 4

BD6396TPRP1901232235 4

Bestemmingsplan Buitengebied

Dit is van toepassing voor zover de gronden zijn gelegen binnen de gemeente Medemblik.

Bestemming Planologische (on)mogelijkheden

Verkeer Verkeer is toegestaan, mits verbeteringen aan het

wegprofiel wat betreft de ligging en de breedte van rijbanen en het aantal rijstroken enkel mogen plaatsvinden indien deze plaatsvinden met het oog op de verkeersveiligheid en/of het verminderen van geluidsoverlast. Aangenomen wordt dat de aanpassingen gedaan worden ten behoeve van de verkeersveiligheid. Bermen en water zijn eveneens toegestaan. Er worden geen nadere regels gesteld aan dit gebruik.

Water Wegen zijn niet toegestaan binnen de bestemming Water

(ten zuidoosten van de kruising N239/Coppershorn).

Kunstwerken zijn wel toegestaan.

Voor de aanleg van een weg in de zuidoostelijke oksel van de kruising N239/Coppershorn kan middels een

omgevingsvergunning voor het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening (buitenplans) een weg mogelijk

gemaakt worden.

Voor het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en voor het vergraven van oevers is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden benodigd.

Water – Waterstaat Wegen, groen en water passen binnen deze bestemming.

Daar waar gronden worden opgehoogd dan wel afgegraven is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden benodigd.

Dubbelbestemming Waarde – Archeologie 1

Voor de aanleg van verhardingen, voor ophogingen en voor grondroerende werkzaamheden is een

omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden benodigd.

Dubbelbestemming Waarde – Archeologie 3

Voor de aanleg van verhardingen, voor ophogingen en voor grondroerende werkzaamheden is indien het een

oppervlakte van meer dan 500 m

2

en een diepte van meer dan 40 centimeter betreft, een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden benodigd.

Dubbelbestemming Leiding – Gas Ter plaatse van de gasleiding (zone van 4 meter aan weerszijden van de gasleiding) is voor de aanleg van wegen en voor grondroerende werkzaamheden een

omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden benodigd.

Dubbelbestemming Leiding – Hoogspanningsverbinding

Ter plaatse van de hoogspanningsverbinding (zone van 3,5 meter aan weerszijden van de hoogspanningsverbinding) is voor de aanleg van wegen en voor grondroerende

werkzaamheden een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden benodigd.

Dubbelbestemming Leiding – Water Ter plaatse van de waterleiding (zone van 5 meter aan

weerszijden van de waterleiding) is voor grondroerende

(8)

P r o j e c t g e r e l a t e e r d

28 januari 2019

RESULTATEN FASE 3 EN 4

BD6396TPRP1901232235 5

Bestemming Planologische (on)mogelijkheden

werkzaamheden dieper dan 30 centimeter en voor de aanleg van wegen een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden benodigd.

Gebiedsaanduiding geluidzone - industrie

Geen relevantie voor dit plan.

Gebiedsaanduiding vrijwaringszone – dijk

Geen relevantie voor dit plan.

3.1.2 Conclusie

De werkzaamheden kunnen uitgevoerd worden op basis van een tweetal omgevingsvergunningen (één per gemeente). De omgevingsvergunningen dienen verleend te worden voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. Daarnaast is er in de zuidoostelijke oksel van de N239/

Coppershorn een omgevingsvergunning voor het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening (buitenplans) nodig.

Bovenstaande is van toepassing op alle drie de ontwerpvarianten.

(9)

P r o j e c t g e r e l a t e e r d

28 januari 2019

RESULTATEN FASE 3 EN 4

BD6396TPRP1901232235 6

4 Geotechnisch advies voor damwanden, keerwanden en overkluizing

Voor de drie eerdergenoemde varianten voor de N239-Agriport is een geotechnisch advies opgesteld voor o.a. het bepalen van de damwand aan de zuidzijde van de N239, grondkerende constructie bij de coupure van de Westfriese Omringdijk en de (uitbreiding) van de overkluizing van de kabels en leidingen. Het gaat hierbij om een advies van juni 2018 (T&PBD6396R003F01 – Geotechnisch advies N239 Agriport) met voorgenoemde onderdelen. Het advies van september 2018 (T&PBD6396R003F02 – Geotechnisch advies N239 Agriport_extra rijstrook rechtdoor) bevat aanvullend geotechnisch advies voor de damwand in de variant met een extra rijstrook rechtdoor richting Medemblik.

Samenvattend bevat het geotechnisch advies de volgende onderdelen:

Zettingsberekeningen: berekeningen om de grootte van de te verwachten zetting te kunnen bepalen.

Damwanden: berekening van het benodigde type damwand bij de verschillende varianten.

Grondkerende constructie Westfriese Omringdijk: de doorsnijding van de dijk dient verbreed te worden. Landschappelijk is de wens van de provincie om de coupure scherper te maken, zodat het duidelijker is dat door de dijk heen wordt gereden. De coupure van de dijk dient daarom ruimtelijk versterkt te worden door middel van een grondkerende constructie, zie Figuur 1. Hiervoor is een

damwandberekening uitgevoerd.

Uitbreiding bestaande overkluizingsconstructie:

ter plaatse van het kruispunt Agriport- Koggenrandweg bevindt zich een kabels- en leidingenstrook met een

overkluizingsconstructie. Uitbreiding hiervan is nodig aan noordwestzijde van de overkluizing (in zowel variant met als zonder uitbuiging), zie Figuur 2. Hiervoor is aangegeven op welke wijze de uitbreiding van de

overkluizingsconstructie gefundeerd moet worden.

Figuur 1 In rood zijn de grondwerende constructies bij de Westfriese Omringdijk aangegeven.

Figuur 2 In rood is de benodigde uitbreiding van de bestaande

overkluizingsconstructie weergegeven.

(10)

P r o j e c t g e r e l a t e e r d

28 januari 2019

RESULTATEN FASE 3 EN 4

BD6396TPRP1901232235 7

5 Inventarisatie kabels en leidingen

Kabels en leidingen zijn een belangrijk aandachtspunt bij aanpassing van het kruispunt N239-Agriport- Coppershorn-Koggenrandweg. Met name de uitbuiging van de Koggenrandweg heeft een behoorlijke impact op de bestaande kabels en leidingen infrastructuur. Technisch zijn er wel oplossingen

(bijvoorbeeld het toepassen van overkluizingen, zie Figuur 3), maar die behoeven goedkeuring van de weg- en kabels en leidingen-beheerders. Tevens zijn de kosten voor de overkluizingen fors.

Overleg tussen K&L-beheerders en wegbeheerders wordt aanbevolen om de effecten van het ontwerp te bespreken en de eisen/ wensen van deze partijen inzichtelijk te maken. Tevens is het advies om nieuwe proefsleuven te maken om de exacte breedte van de leidingensleuf te bepalen. Mogelijk dat de

overkluizingen kleiner uitgevoerd kunnen worden en daarmee ook tegen lagere kosten.

Figuur 3 In grijs zijn de drie benodigde overkluizingen weergegeven bij uitbuiging van de Koggenrandweg.

(11)

P r o j e c t g e r e l a t e e r d

28 januari 2019

RESULTATEN FASE 3 EN 4

BD6396TPRP1901232235 8

6 Voor- en nadelen ontwerp

Hieronder zijn de voor- en nadelen van de variant met uitbuiging van de Koggenrandweg ten opzichte van de variant zonder uitbuiging beschreven (variant A en C). De variant met extra rijstrook rechtdoor is hierbij buiten beschouwing gelaten (variant B).

De variant met uitbuiging Koggenrandweg geeft een betere verkeersafwikkeling op de hoofdkruising (kortere cyclustijden), en leidt tot een iets soberder ontwerp van het kruispunt (iets kortere

opstelstroken op de N239).

Voor fietsverkeer heeft de uitbuiging als voordeel dat minder vaak hoeft te worden gewacht voor de oversteek. Daar staat tegenover dat deze niet langer is beveiligd met een verkeerslicht. Zeker in de avondspits met wachtende vrachtauto’s voor de N239 geeft dit, ondanks de middengeleider, voor fietsers uit westelijke richting risico’s op ongevallen met verkeer dat vanaf de N239 komt. Echter, ook het huidige ontwerp heeft veiligheidsrisico’s (roodlichtnegatie als fietsers lang moeten wachten).

Voor grote voertuigen zijn de afslaande bewegingen van en naar de Koggenrandweg bij een uitbuiging lastiger dan in de variant zonder uitbuiging van de Koggenrandweg. Het aantal grote voertuigen dat die beweging maakt is echter zeer klein.

Voor de variant met uitbuiging van de Koggenrandweg dient grond verworven te worden.

Het uitbuigen van de Koggenrandweg heeft impact op bestaande kabels en leidingen. Overkluizing van de leidingenstrook is noodzakelijk. Overleg tussen K&L-beheerders en wegbeheerders wordt

aanbevolen om de effecten van het ontwerp te bespreken en de eisen/ wensen van deze partijen

inzichtelijk te maken.

(12)

P r o j e c t g e r e l a t e e r d

28 januari 2019

RESULTATEN FASE 3 EN 4

BD6396TPRP1901232235 9

7 Aandachtspunten voor de uitwerking van het voorontwerp richting een definitief ontwerp

Aandachtspunten voor de volgende fase zijn de volgende:

De werkzaamheden kunnen uitgevoerd worden op basis van een tweetal omgevingsvergunningen (één per gemeente, voor gemeente Hollands Kroon en gemeente Medemblik). De

omgevingsvergunningen dienen verleend te worden voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. Daarnaast is er in de zuidoostelijke oksel van de N239/Coppershorn een omgevingsvergunning voor het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening (buitenplans) nodig. Bovenstaande is van toepassing op alle drie de ontwerpvarianten.

Compensatie van de ecologische zone: de zone aan de zuidzijde langs de N239 maakt deel uit van een ecologische verbindingszone (natuurverbinding)

1

. Het gaat hierbij om compensatie tot de huidige situatie, zodat de situatie in ieder geval niet verslechtert.

Cultuurhistorische objecten: rondom de kruispunten op de N239 met de aansluiting A7 en de

Coppershorn liggen cultuurhistorische objecten waaronder de Westfriese Omringdijk en kleiputten ten noordoosten van Lambertschaag (allen zijn keringselementen). Mogelijk is er onderzoek nodig voor reconstructie van de N239.

Watercompensatie: het voorlopig ontwerp van alle varianten levert een toename van de oppervlakte van asfalt op door de aanleg van extra rijstroken. In alle gevallen wordt de N239 uitgebreid naar het zuiden, waarbij een damwand in het water wordt geplaatst. Mogelijk dat hierdoor water

gecompenseerd moet worden. Voor de weg ‘Agriport’ is voor de watercompensatie al rekening gehouden met verharding voor een ontsluitingsweg bestaande uit 4 rijstroken en een middengeleider (uitgaande dat dit ingepast kan worden op de bestaande overkluizing).

Er dient nader onderzoek gedaan te worden naar afwateringssysteem in overleg met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.

Kabels en leidingen: de voorgenomen verkeerskundige aanpassingen van de varianten met uitbuiging van de Koggenrandweg hebben een behoorlijke impact op de bestaande kabels en leidingen.

Technisch zijn er oplossingen. Deze behoeven goedkeuring van de weg- en kabels- en

leidingenbeheerders. Overleg tussen K&L-beheerders en wegbeheerders wordt aanbevolen om de effecten van het ontwerp te bespreken en de eisen/ wensen van deze partijen inzichtelijk te maken.

Tevens dient vervolgonderzoek naar kabels en leidingen gedaan te worden (o.a. in verband met opheffing van de 50KV oliegekoelde leiding), door bijvoorbeeld het maken van nieuwe proefsleuven.

Mogelijk volgt hieruit dat een ander type overkluizing mogelijk is (eenvoudiger).

De ontwerpsnelheid bij het kruispunt N239-Coppershorn-Agriport is tijdelijk verlaagd naar 50 km/u. De wens van de politie en provincie Noord-Holland is dat in de nieuwe situatie de ontwerpsnelheid weer wordt verhoogd naar 80 km/u op de N239 ter hoogte van het kruispunt.

In het geotechnisch advies zijn de volgende aanbevelingen gedaan voor het vervolg:

Uit de zettingsberekeningen volgt dat bij de toeritten een beperkte voorbelasting benodigd is en voor de kruising N239 / Coppershorn een aanzienlijke voorbelasting, al dan niet gecombineerd met verticale drainage. Geadviseerd wordt om in de vervolgfase een aantal boringen uit te voeren en samendrukkingsproeven uit te laten voeren om de samendrukbaarheid van de ondergrond nader te onderzoeken. Mogelijk kan de grootte van de voorbelasting of het stramien aan verticale drainage geoptimaliseerd worden.

1

Bron: Compensatie Ecologische verbinding Westfriese Omringdijkergronddocument

(13)

P r o j e c t g e r e l a t e e r d

28 januari 2019

RESULTATEN FASE 3 EN 4

BD6396TPRP1901232235 10

Voor het VO is geen beschouwing gedaan van de uitvoeringsstabiliteit. Geadviseerd wordt om bij de uitwerking van het VO nader te onderzoeken of de ophogingen in 1 keer kunnen worden aangebracht of dat de ophogingen in lagen met daartussen een wachtperiode moet worden aangebracht.

Tijdens de vervolgfase dient de toename van de ankerkracht door zakkende grond nader onderzocht te worden.

Verder wordt geadviseerd om in de vervolgfase te onderzoeken of het toepassen van licht gewicht ophoogmateriaal tot een kostenreductie kan leiden. De kosten van licht gewicht ophoogmateriaal zijn weliswaar hoger dan die van zand, maar door toepassing van licht gewicht ophoogmateriaal zou ook een lichtere damwandconstructie en verankering toegepast kunnen worden.

Er zijn geen aparte zettingsberekeningen voor de uitbuiging Koggenrandweg opgesteld. Gezien de mate van ophoging moet voor de uitbuiging Koggenrandweg met een verglijkbare

zettingsversnellende maatregelen rekening gehouden worden als bij dwarsprofiel 16, verbreding kruising Coppershorn. Geadviseerd wordt om bij de uitwerking van het VO hier aanvullend geotechnisch veldonderzoek te verrichten en separate zettingsberekeningen voor op te stellen (indien een uitbuiging van toepassing is).

Het deel waar daadwerkelijk opgehoogd wordt zit op enkele meters uit de bestaande overkluizing.

Er wordt daarom geen significante invloed op de overkluizing verwacht. Bij de definitieve uitwerking moet nader beoordeeld worden wat de invloed is van de ophoging op de bestaande overkluizing (bijvoorbeeld horizontale verplaatsingen). Indien deze te groot zijn, dan kan als preventieve maatregel over een beperkt oppervlak licht gewicht ophoogmateriaal in plaats van zand toegepast worden.

Ten aanzien van kabels en leidingen dient met kabel- en leidingeigenaren overlegd te worden welke verplaatsingen zij nog acceptabel vinden. Gezien de uitkomsten van de zettingsberekeningen dient er rekening mee gehouden te worden dat, daar waar de toelaatbare zettingen op K&L

overschreden worden kabel- en leidingeigenaren zullen aangeven dat kabels en leidingen verlegd moeten worden of dat beschermingsmaatregelen genomen moeten worden. Gezien de uitkomsten van de zettingsberekening is de inschatting dat dit de gebieden betreft waar 0,5 meter of meer opgehoogd moet worden.

De uitbreiding van de bestaande overkluizing is in het ontwerp zonder uitbuiging opgenomen, omdat voor een gebruikelijke berm voor erftoegangswegen 2.5 meter. Zonder uitbreiding van de overkluizing voldoet het voor erftoegangswegen aan de minimale eis >1.5 meter. Wij adviseren om uit te gaan van de gebruikelijke berm. Bij de uitwerking van een DO voor deze variant kan de aansluiting mogelijk anders worden vormgegeven, zodat aanpassing van de bestaande overkluizing niet vereist is.

Bij de variant met uitbuiging is de situatie iets anders: daar is nog minder ruimte. Daarbij is het zo dat in de nieuwe situatie het kruispunt wordt ingericht als verbinding tussen en gebiedsontsluitingsweg en erftoegangsweg. Bij een gebiedsontsluitingsweg dient een berm minimaal 4.5m te zijn volgens

richtlijnen. Deze ruimte is er niet bij de variant met uitbuiging. De weg Agriport komt daar ook iets meer naar het westen te liggen, waardoor er minder ruimte is.

De boogstralen bij de uitbuiging aan de oostzijde van de Koggenrandweg kunnen niet krapper. Aan westzijde kan dit mogelijk wel, waardoor de overkluizing mogelijk ook kleiner uitgevoerd kan worden.

Dit wordt niet in het ontwerp verwerkt, maar t.z.t. bij aannemer neergelegd.

Mogelijke alternatieven voor de damwand, o.a. bij het stuk bos van Staatsbosbeheer, worden t.z.t. aan de aannemer overgelaten.

Aandachtspunt voor aannemer is het onderzoeken of er mogelijkheden zijn om de oever bij

Coppershorn te verleggen en het fietspad mogelijk anders aan te leggen (zonder damwand).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit het antwoord moet blijken dat de pH dan niet optimaal is voor de werking van de bacteriën

Je kunt voorbeelden geven bij oppervlaktematen zoals hectare en are.. 1

Praktisch alle Marokkaanse en Turkse vaders vormen een gezin met hun vrouw en kinderen, terwijl zich onder de Surinaamse en Antilliaanse vaders meerdere gezinsvormen voordoen;

Zijn er modellen waar welzijn en gezondheid op de frontlijn staan, waar ze meer zijn dan

Ge- zinnen met een pasgeboren baby of thuiswonende zorgbehoeven- den doen steeds vaker een beroep op een van de 17.000 verzorgen- den in Vlaanderen, van wie ruim 1.200

o Afrondingsbogen met R20 en R15 meter zijn toegepast o Breedte rijstrook naast geleider aan oostzijde is 4 meter o Breedte rijstrook naast geleider aan westzijde is 4,50 meter o

Tijdens deze bijeenkomst wordt u in een dagdeel bijgepraat over de gewijzigde regels, juridische en fiscale aspecten en hoort u meer over de kansen die er zijn om opdrachten uit

[r]