• No results found

Voorstel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Voorstel"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAADSVOORSTEL

BIJ ZAAKNUMMER: AST/2014/015517

Onderwerp: Bijlage(n): Vergadering

van:

Agenda- nummer:

p.h.:

Vaststelling bestemmingsplan Asten Bedrijventerrein Florapark 2013 en beeldkwaliteitsplan Florapark

2 3 maart 2015 15.03.06 JvB

de raad

van de gemeente Asten

Samenvatting

Het ontwerp bestemmingsplan Asten Bedrijventerrein Florapark heeft vanaf 12 september 2014 gedurende een termijn van 6 weken ter inzage gelegen. Naar aanleiding van het ontwerp bestemmingsplan werden 12 zienswijzen ontvangen. De ingediende zienswijzen en de reactie hierop van de gemeente, zijn opgenomen in de voor u ter inzage liggende Nota van zienswijzen. Op blz. 43 en 44 van deze nota zijn de voorgestelde wijzigingen c.q. aanvullingen van het

bestemmingsplan naar aanleiding van de ontvangen zienswijzen, alsmede een aantal ambtelijke wijzigingen, samengevat. Wij stellen u voor het bestemmingsplan Asten Bedrijventerrein Florapark 2013, inclusief de in de Nota van zienswijzen voorgestelde wijzigingen en aanvullingen,

vast te stellen.

Gelijktijdig met het ontwerp bestemmingsplan heeft het beeldkwaliteitsplan Florapark ter inzage gelegen ten behoeve van de inspraak. Er werden geen inspraakreacties ontvangen. Om het

beeldkwaliteitsplan als toetsingskader te kunnen gebruiken voor toekomstige bouwplannen stellen wij u voor om het beeldkwaliteitsplan Florapark toe te voegen aan de welstandsnota.

Omdat het kostenverhaal anderszins is verzekerd wordt voorgesteld geen exploitatieplan vast te stellen.

Beslispunten

Uw raad wordt thans gevraagd om te besluiten:

tot het vaststellen van het bestemmingsplan Asten Bedrijventerrein Florapark 2013, -

inclusief de in de Nota van zienswijzen voorgestelde aanvullingen en wijzigingen;

tot het aanpassen van de Welstandsnota door het toevoegen van het beeldkwaliteitsplan -

Florapark aan de Welstandsnota en het bestaande regime te laten vervallen;

geen exploitatieplan vast te stellen omdat het kostenverhaal anderszins is verzekerd.

-

Inleiding

Al enige tijd wordt er gewerkt aan de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein in het gebied gelegen tussen de Floralaan, de N 279 en de Stegen. Dit nieuwe bedrijventerrein zal de naam Florapark gaan dragen. Om de ontwikkeling mogelijk te maken is het noodzakelijk de bestemming in het betreffende gebied te wijzigen. In verband hiermee is het ontwerpbestemmingsplan Asten Bedrijventerrein Florapark 2013 opgesteld.

(2)

Dit ontwerp heeft ter inzage gelegen en is toegezonden aan de wettelijk voorgeschreven instanties.

Gelet op de ingekomen zienswijzen wordt voorgesteld enkele aanpassingen en aanvullingen in het vast te stellen bestemmingsplan door te voeren. Daarnaast wordt voorgesteld enkele ambtelijke aanpassingen door te voeren.

Volledigheidshalve willen wij u erop wijzen dat, waar in een aantal stukken nog gesproken wordt van bestemmingsplan De Stegen, gelezen moet worden bestemmingsplan Florapark. Dat er in een aantal stukken nog sprake is van bestemmingsplan De Stegen is het gevolg van de naamswijziging die in de loop van het proces is doorgevoerd.

Om de kwaliteit op het toekomstige bedrijventerrein te waarborgen is het Beeldkwaliteitsplan bedrijventerrein Florapark opgesteld. In dit beeldkwaliteitsplan is het welstandsbeleid voor het bedrijventerrein Florapark opgenomen. Het beeldkwaliteitsplan heeft tegelijk met het

ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegen ten behoeve van de inspraak. Tijdens deze periode zijn ten aanzien van het voorgenomen welstandsbeleid geen reacties ontvangen.

Wat willen we bereiken

Een vastgesteld en onherroepelijk bestemmingsplan voor het bedrijventerrein Florapark, alsmede een voor dit gebied vastgesteld welstandsbeleid dat aansluit bij de ontwikkeling van een

bedrijventerrein.

Wat gaan we daarvoor doen:

Het bestemmingsplan

Het ontwerp bestemmingsplan Asten Bedrijventerrein Florapark 2013 heeft met ingang van 12 september 2014 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Eveneens werd het toegestuurd aan diverse instanties en werd het opiniërend voorgelegd aan de commissie Ruimte van 14 oktober 2014. Onder het kopje zienswijzen wordt nader ingegaan op een aantal onderwerpen die ook in de commissievergadering aan de orde zijn geweest.

Zienswijzen

Naar aanleiding van de publicatie van het ontwerp bestemmingsplan werden 12 zienswijzen ingediend, die allen aan de formele eisen voldoen en dus ontvankelijk zijn.

In de bijgevoegde Nota van zienswijzen zijn de reacties samengevat en wordt gemotiveerd

aangegeven of de zienswijze al of niet leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan.

Onderstaand worden een aantal belangrijke punten uit de Nota van zienswijzen nader toegelicht.

ladder van duurzame verstedelijking -

In diverse zienswijzen wordt aangegeven dat op basis van de ladder van duurzame verstedelijking onvoldoende is aangetoond dat er behoefte is aan uitbreiding van bedrijventerrein op de

betreffende locatie. De ladder van duurzame verstedelijking is gebaseerd op rijksbeleid en is een instrument om de behoefte aan uitbreiding van bedrijventerrein en woningbouw te bepalen. In de jurisprudentie van de Raad van State speelt dit instrument de laatste tijd een steeds belangrijkere rol. Onder zienswijze 3.2 van Nota van zienswijzen wordt uitgebreid ingegaan op de wijze waarop de afweging van de behoefte in provinciaal, regionaal en lokaal verband heeft plaats gevonden. In dit verband is ook van belang dat onlangs nog een actualisatie heeft plaats gevonden van de behoefte onder locale ondernemers. Hieruit is gebleken dat er op korte termijn (1-3 jaar) behoefte is aan 11,8 tot 14,1 hectare bedrijfsterrein en op middellange termijn (3-5 jaar) tussen 1,8 en 2,4 ha. Er mag van worden uitgegaan dat hiermee de behoefte voldoende is aangetoond en er geen strijdigheid is met het motiveringsbeginsel. Tevens mag ervan worden uitgegaan dat de ladder van duurzame verstedelijking zorgvuldig is toegepast. In de toelichting zal nog een extra motivering worden opgenomen ten aanzien van de ladder van duurzame verstedelijking, waarin dieper zal worden ingegaan op de actuele vraag, het besluitvormingsproces en de benutting van de beschikbare gronden.

(3)

Overschrijding 5.000 m2 norm -

Door de provincie is een zienswijze ingediend (zienswijze 2). Hierin wordt gesteld dat voor

bedrijven in kernen in het landelijk gebied in beginsel een maximale omvang van 5.000 m2 geldt.

In het bestemmingsplan is onder de bestemming “bedrijf” een oppervlakte opgenomen van 7.800 m2 en is qua oppervlakte bouwperceel geen maximum geregeld. In het bestemmingsplan is voor de afwijking geen verantwoording opgenomen en derhalve zou dit in strijd zijn met de (provinciale) Verordening Ruimte.

De bestemming “bedrijf” betreft de uitbreiding van het bedrijf Primasta. Ten behoeve van de grondverwerving is met de eigenaar van het genoemde bedrijf een overeenkomst gesloten.

Onderdeel van deze overeenkomst is de betreffende mogelijkheid tot uitbreiding van het bedrijf. In de toelichting van het ontwerp bestemmingsplan is dit inderdaad niet opgenomen. Dit is mede het gevolg van het feit dat de onderhandelingen pas op het laatste moment konden worden afgerond.

In de toelichting op het bestemmingsplan zal een extra paragraaf worden opgenomen, waarin de uitbreiding van Primasta en de afwijking van de Verordening Ruimte nader wordt gemotiveerd. Wij verwachten hiermee tegemoet te komen aan de zienswijze van de provincie.

Bouwhoogten -

In meerdere zienswijzen wordt geageerd tegen de in het bestemmingplan opgenomen bouwhoogten van gebouwen, lichtmasten en telecommunicatiemasten.

Zoals al bleek uit de inspraakreacties bij het voorontwerp bestemmingsplan hebben de buurtbewoners zwaarwegende bezwaren tegen de in het bestemmingsplan opgenomen bouwhoogten voor gebouwen van 8 meter (voor de parkkavels) en 12 meter (voor de overige kavels). In verband hiermee werd de inrichting van de parkzone opgenomen in het

beeldkwaliteitsplan en werd de toezegging gedaan dat de inrichting zoveel mogelijk vóór de realisatie van de bebouwing zou worden uitgevoerd. In het ontwerp bestemmingsplan werden de bouwhoogten van 8 meter en 12 meter gehandhaafd. Voor de uitbreiding van Primasta

(bestemming “bedrijf”) geldt een maximale bouwhoogte van 10 meter. Dit sluit aan bij de bouwhoogte van het bestaande bedrijfsperceel van Primasta.

Uit de ontvangen zienswijzen blijkt dat de buurtbewoners de toegezegde maatregelen niet

voldoende vinden en opteren voor een maximale bouwhoogte van respectievelijk 6 en 8 meter Wij zijn van mening dat de in het ontwerp bestemmingsplan opgenomen bouwhoogten van 8, 10 en 12 meter geen onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat van de buurtbewoners tot gevolg heeft. Dit mede gezien het feit dat door de inrichting van de parkzone de toekomstige bebouwing zoveel mogelijk wordt afgeschermd door middel van groenvoorzieningen. Een verdere beperking van de bouwhoogten betekent o.i. dat de gebruiksmogelijkheden voor een efficiënte bedrijfsvoering te zeer worden belemmerd. Daarnaast is een verdere beperking van de bouwhoogte in strijd met het principe van zorgvuldig ruimtegebruik.

Een uitzondering vormt de kavel gelegen in de hoek tussen de Stegen en de N 279. Deze kavel ligt dicht bij de woning Stegen 72. Desondanks is in het ontwerp bestemmingsplan voor deze kavel toch een bouwhoogte van 12 meter toegestaan. Bij nader inzien blijkt echter dat het gedeelte van de kavel gelegen dicht bij de woning Stegen 72 valt binnen de geurcontour van het bedrijf

Achterbos 24. Binnen een geurcontour is het niet mogelijk om bebouwingsmogelijkheden op te nemen. Verderop in dit voorstel wordt hierop nader ingegaan. Als gevolg van het opnemen van de geurcontour zal in het bestemmingsplan geen directe bebouwing meer toegelaten zijn op het deel van het perceel direct tegenover de woning de woning Stegen 72. Wel wordt de mogelijkheid opgenomen om via een wijzigingsbevoegdheid, na een mogelijke wijziging van de geurcontour, bebouwing mogelijk te maken tot een maximale bouwhoogte van 8 meter. Dit sluit aan bij de bouwhoogte van parkkavels.

Voor wat betreft de bouwhoogten van lichtmasten en telecommunicatiemasten wordt in meerdere zienswijzen aangegeven dat deze maximaal de hoogte van de bebouwing zouden mogen hebben.

(4)

Ten aanzien hiervan wordt opgemerkt dat deze ingevolge de planregels van het ontwerp bestemmingsplan binnen de uitgeefbare gronden(= bestemmingen bedrijf en bedrijventerrein) maximaal 8 meter hoog mogen zijn en dus gelijk zijn aan of minder hoog zijn dan de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen. Voor wat betreft het openbaar gebied (= bestemmingen

“groen” en “verkeer”) is de bouwhoogte ook op 8 meter gesteld, vanwege de veiligheid. Middels een afwijking (bij de omgevingsvergunning) wordt in het openbaar gebied een maximale hoogte van 20 meter mogelijk gemaakt. Omdat bij nadere overweging een directe noodzaak ontbreekt om voor lichtmasten een dergelijke hoogte mogelijk te maken, zal deze afwijkingsbevoegdheid uit de regels worden gehaald.

Voor telecommunicatiemasten is in de planregels van het ontwerp bestemmingsplan een maximale hoogte opgenomen van 40 meter. Naar aanleiding van de zienswijzen is deze hoogte

heroverwogen. Op basis hiervan zullen de planregels zodanig worden aangepast dat telecommunicatiemasten tot 12 meter direct mogelijk worden en middels een

afwijkingsbevoegdheid zal een maximale hoogte van 20 meter mogelijk worden gemaakt.

- Groenzone en zichtwal

In meerder zienswijzen wordt aangegeven dat er te weinig duidelijkheid is over de realisering van de groenzone (=parkzone aan de Stegen) en de zichtwal (=afscheidende wal op bedrijfskavels richting N 279).

Ten aanzien hiervan wordt het volgende opgemerkt. De inrichting van de parkzone is onderdeel van het beeldkwaliteitsplan. Toegezegd is dat met de aanleg zal worden gestart voordat de bebouwing wordt gerealiseerd. Het beeldkwaliteitsplan gaat onderdeel uitmaken van de welstandsnota. Voor wat betreft de zichtwal is het de bedoeling dat deze door de gemeente wordt aangelegd en beplant.

Om de bewoners nog meer duidelijkheid en zekerheid te geven dat de betreffende voorzieningen worden gerealiseerd wordt er nu voor gekozen om de realisering van de parkzone en de zichtwal planologisch te borgen. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid dat de nakoming juridisch kan worden afgedwongen indien de gemeente de toezeggingen niet zou nakomen. In de planregels zal dan ook een voorwaardelijke verplichting worden opgenomen voor de inrichting van de parkzone en de zichtwal. Het inrichtingsplan van de parkzone wordt als bijlage toegevoegd en wordt daarmee onderdeel van de planregels.

Verkeer/rotonde -

In enkele zienswijzen wordt ingegaan op de ontsluiting van het plan via een aan te leggen rotonde.

Teneinde de zekerheid te hebben dat bij het ontwerpen van de rotonde van de juiste gevens wordt uitgegaan zijn eind oktober ter hoogte van het punt Floralaan/Nobisweg nieuwe verkeerstellingen uitgevoerd. Op basis hiervan heeft Grontmij een geactualiseerd advies uitgebracht. Hierin wordt opnieuw geconcludeerd dat een enkelstrooksrotonde een toekomstvaste kruispuntoplossing is.

Tevens wordt aangegeven dat door de uitvoering van de rotonde met een straal R=18 de

berijdbaarheid door grote vrachtwagencombinaties is gegarandeerd. De betreffende notitie zal als bijlage bij de toelichting van het bestemmingsplan worden gevoegd.

Tenslotte wordt nog opgemerkt dat door het enigszins verschuiven van de rotonde in zuidelijke richting, de aanleg van een bypass van de Floralaan noord naar de Nobisweg in de toekomst relatief eenvoudig mogelijk wordt gemaakt omdat deze dan kan worden aangelegd op grond die eigendom is van de gemeente.

Geurcirkel agrarisch bedrijf -

Naar aanleiding van de onder 8 ingediende zienswijze zijn het geuronderzoek en

ontwikkelingsmogelijkheden van de veehouderij aan de Achterbos 24 opnieuw bekeken. Met

betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijf Achterbos 24 kan worden opgemerkt dat deze, bij nader inzien, niet kunnen worden uitgesloten. Derhalve zal op de

bestemmingsplankaart de milieuzone worden toegevoegd en het bouwvlak worden verkleind, zodat geen geurgevoelige objecten mogelijk zijn binnen de geurcontour.

(5)

Wel zal op de bestemmingsplankaart en in de regels een wijzigingsbevoegdheid worden

opgenomen, waardoor het mogelijk wordt om, ter plaatse van de geurcontour, een bouwvlak toe te kennen. Bij een wijziging van de geurcontour of het gaan gelden van een andere geurnorm (bv.

door vaststelling van een geurverordening) kan ons college het plan zodanig wijzigen dat

bebouwing wel mogelijk wordt. Ook zal paragraaf 6.10 van de toelichting op het bestemmingsplan op de bovenstaande planwijzigingen worden aangepast.

Groothandel in motorbrandstoffen -

Ingevolge het bepaalde in het ontwerpbestemmingsplan is de verkoop van motorbrandstoffen niet toegestaan. Deze bepaling is opgenomen met de bedoeling om de vestiging van tankstations uit te sluiten. Hieraan liggen de volgende redenen ten grondslag:

- de verkoop van motorbrandstoffen moet worden gezien als detailhandel. De vestiging van detailhandelsbedrijven past niet in het gemeentelijk beleid zoals vastgelegd in de

structuurvisie bedrijventerreinen;

- de vestiging van tankstations houdt meestal ook de mogelijkheid in tot verkoop van LPG.

LPG wordt aangemerkt als een explosiegevaarlijke stof en heeft tot gevolg dat er

beperkingen in het gebruik moeten gelden voor de binnen de veiligheidscontour gelegen gronden.

In de ingediende zienswijze (zienswijze 9) wordt erop gewezen dat door het bepaalde in artikel 4.5.a sub h in relatie tot de overige gebruiksbepalingen het ontwerpbestemmingsplan zowel het aspect detailhandel als het aspect gevaar meer uitsluit dan uit de structuurvisie en de toelichting op het bestemmingsplan voortvloeit.

Inmiddels heeft zich een gegadigde gemeld voor de vestiging van een business-to-business dieselservicepunt met bandenreparatie en bandenopslag. Omdat een dergelijk bedrijf geen

detailhandel betreft en ook uit het oogpunt van veiligheid geen belemmeringen oproept zijn wij van mening dat in principe de vestiging van een dergelijk bedrijf mogelijk moet zijn. Derhalve kan aan de zienswijze tegemoet worden gekomen door artikel 4 van het bestemmingplan zodanig aan te passen zodat een groothandel in motorbrandstoffen mogelijk is en zodat de verkoop van

motorbrandstoffen niet als strijdig wordt aangemerkt.

Ambtelijke aanpassingen

Naast de aanpassingen als gevolg van ingediende zienswijzen wordt voorgesteld een aantal ambtelijke wijzigingen in het vast te stellen bestemmingsplan door te voeren.

Dit betreft de volgende zaken:

Archeologie -

In het ontwerp bestemmingsplan is een zogenaamde dubbelbestemming waarde archeologie opgenomen. Inmiddels is opdracht verleend voor het uitvoeren van een archeologisch

proefsleuvenonderzoek. De resultaten hiervan zijn waarschijnlijk bekend vóór vaststelling van het bestemmingsplan. Als hieruit blijkt dat het plangebied geheel of gedeeltelijk niet meer

archeologisch beschermd hoeft te zijn, zal de waarde archeologie-2 uit de regels en van de bestemmingsplankaart worden verwijderd.

Rotonde -

In het vorenstaande is hierop al uitgebreid ingegaan. In verband met de mogelijkheid om in de toekomst een bypass te maken wordt de bestemming “Verkeer” ter plaatse van de rotonde vergroot, waardoor de plangrens aan de westzijde van het plangebied iets verruimd wordt.

Rioolpersleiding -

het tracé van de rioolpersleiding aan de westzijde van het plangebied wordt in overleg met de leidingbeheerder opgeschoven. Derhalve verschuift de dubbelbestemming “Leiding-Riool” op de verbeelding.

(6)

Het beeldkwaliteitsplan

Het beeldkwaliteitsplan is opgesteld om de kwaliteit op het bedrijventerrein goed te borgen. Dit geldt zowel voor de uit te geven percelen als voor de openbare ruimte op het bedrijventerrein. Om als toetsingkader te kunnen dienen voor de bouwplannen is het noodzakelijk dat het

beeldkwaliteitsplan onderdeel uit gaat maken van het welstandsbeleid. In het beeldkwaliteitsplan wordt aangesloten bij het onlangs door uw raad vastgestelde welstandsbeleid.

Het beeldkwaliteitsplan heeft ten behoeve van de inspraak vanaf 12 september 2014 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Tevens is opiniërend voorgelegd aan de commissie Ruimte. Er werden geen inspraakreacties ontvangen. Dit betekent dat het beeldkwaliteitsplan ongewijzigd kan worden vastgesteld. Omdat de inrichting van de parkzone onderdeel uit maakt van het beeldkwaliteitsplan en dit een belangrijk element is om aan de bezwaren van de buurtbewoners tegemoet te komen is het van belang van het beeldkwaliteitsplan tegelijk met het bestemmingsplan wordt vastgesteld.

Communicatie

Tijdens het proces voor deze gebiedsontwikkeling is meerdere malen met belangengroepen overleg gevoerd. Met de buurtbewoners werd tot nu toe vier maal overleg gevoerd. Tijdens het laatste overleg op 25 augustus 2014 is het ontwerp bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan uitgebreid aan de orde geweest. Ondanks de inspanningen en de toezeggingen onzerzijds om de

buurtbewoners zoveel als mogelijk tegemoet te komen moet, naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen, worden geconcludeerd dat bij de buurtbewoners onvoldoende draagvlak bestaat voor de voorgenomen ontwikkeling. In een vijfde bijeenkomst met de buurtbewoners , die zal plaats vinden voor de vergadering van de commissie Ruimte van 10 februari 2015, zal nogmaals worden aangegeven welke tegemoetkomingen van de zijde van de gemeente zijn gedaan,waarbij ook de voorgestelde wijzigingen zoals die in dit voorstel zijn opgenomen aan de orde komen.

Daarnaast heeft meerdere malen overleg plaats gehad met een vertegenwoordiging van het bedrijfsleven. In het laatste overleg op 23 juni 2014 zijn de betreffende stukken aan de orde geweest. De klankbordgroep heeft te kennen gegeven met de stukken te kunnen instemmen.

Na vaststelling van het bestemmingsplan door uw Raad zal de Nota van zienswijzen worden toegezonden aan persoenen en instanties die een zienswijze hebben ingediend. Voor het verloop van de procedure van het bestemmingsplan verwijzen wij u kortheidshalve naar Hoofdstuk 8 Uitvoeringsparagraaf van het bestemmingsplan.

Mogelijke alternatieven:

Al sedert meerdere jaren heeft de gemeente Asten geen uitgeefbaar bedrijventerrein meer in voorraad. Gelet op de vraag naar bedrijventerrein is de ontwikkeling van een nieuw

bedrijventerrein uit economisch oogpunt noodzakelijk. In de Structuurvisie Bedrijventerreinen 2012 is gemotiveerd aangegeven waarom de locatie de Stegen (thans Florapark) de enige locatie is die kan voorzien in de ruimtebehoefte van bedrijven op korte en middellange termijn. Een alternatieve locatie is niet voor handen.

Risico’s:

Het zal duidelijk zijn dat aan de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein risico’s zijn

verbonden. Bij de eerder door uw Raad vastgestelde grondexploitatie zijn de financiële risico’s in beeld gebracht. Er is op dit moment geen aanleiding om aan te nemen dat hierin wijziging is gekomen.

Gelet op het feit dat niet aan alle zienswijzen tegemoet wordt gekomen bestaat het risico van beroepsprocedures. Dit kan leiden tot vertraging bij de verdere uitvoering van de ontwikkeling.

Wat mag het kosten:

In de besloten vergadering van uw Raad van 11 maart 2014 werd de grondexploitatie voor deze ontwikkeling vastgesteld. Er is op dit moment geen aanleiding om deze grondexploitatie bij te stellen.

(7)

van de gemeente. Voor deze gronden vindt kostenverhaal plaats via actief grondbeleid. Voor wat betreft het perceel dat particulier eigendom is binnen het plangebied is het kostenverhaal geregeld via een anterieure overeenkomst.

Bijlage(n)/ter inzage (incl. AST-nr):

Ontwerpbestemmingsplan Asten Bedrijventerrein Florapark 2103 (BP 14-318) bestaande -

uit:

Toelichting en Regels;

o

Bestemmingsplankaart;

o

Bijlagen (22) o

Beeldkwaliteitsplan bedrijventerrein Florapark;

-

Ingekomen zienswijzen (BP 14-318);

-

Nota van Zienswijzen;

-

Verslag inspraak beeldkwaliteitsplan;

-

Notitie Actualisatie Ontsluiting bedrijventerrein De Stegen te Asten d.d. 18 december 2014;

-

Advies commissie Ruimte d.d. 10 februari 2015 -

(8)

RAADSBESLUIT

Onderwerp:

Dagtekening: Agendanummer:

Vaststelling bestemmingsplan Asten Bedrijventerrein

Florapark 2013 en beeldkwaliteitsplan Florapark 3 maart 2015 15.03.06

De raad van de gemeente Asten;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 januari 2015 met zaaknummer AST/2014/015517;

gehoord het advies van de commissie Ruimte van 10 februari 2015;

besluit:

het bestemmingsplan Asten Bedrijventerrein Florapark 2103 vast te stellen inclusief -

de in de Nota van Zienswijzen opgenomen wijzigingen en aanvullingen;

de Welstandsnota aan te passen door het Beeldkwaliteitsplan bedrijventerrein -

Florapark hieraan toe te voegen en het bestaande welstandsbeleid voor het betreffende gebied te laten vervallen;

geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 Wro voor het plangebied vast te -

stellen omdat het kostenverhaal anderszins is verzekerd.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten van 3 maart 2015.

De raad voornoemd,

griffier, voorzitter,

mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans mr. H.G. Vos

doc: RV.RO.15.tk.005 typ: g.groenen@asten.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het geldende en in het nieuwe bestemmingsplan voor het Buitengebied is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming ‘Agrarisch- Agrarisch bedrijf’ om te zetten

In het onderhavige plan worden twee vervallen woningen gesaneerd en op de locatie hiervan wordt een nieuw gebouw gerealiseerd bestaande uit een uitbreiding van het kerkelijk

o in het bestemmingsplan is een maximale goothoogte van 6 meter en maximale bouwhoogte van 10 meter vastgesteld, maar voor deze kavel heeft de gemeente een kavelpaspoort op

OVERZICHT VERGOEDINGEN EN TARIEVEN 2021 OEFENWEDSTRIJDEN NATIONALE TEAMS GEEN INTERLANDS Wedstrijden nationale teams mannen senioren Wedstrijden nationale teams vrouwen senioren

het bebossen van gronden die op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan niet als bos zijn bestemd, zulks indien de oppervlakte 2500 m² of meer bedraagt en de

de goot- en bouwhoogte mag maximaal respectievelijk 6 en 10 meter bedragen, tenzij op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)', 'maximale goot-

Behorende bij notitie Standplaatsbeleid 2017.

Als school willen we een leefgemeenschap zijn waar kinderen niet alleen iets leren, maar waar ze ook hun persoonlijkheid ontwikkelen, zelfvertrouwen opbouwen en leren een mening