College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Midden-Groningen Postbus 75
9600 AB Hoogezand
Midden-Groningen, 17-05-2018
Betreft: vragen op basis van artikel 33 van het RvO Geacht college,
Naar aanleiding van het onderzoek “Zorgen voor Burgers” heeft de nationale
ombudsman een oproep gedaan aan gemeenten om sneller passende zorg te bieden.
Aan de hand van een casus (de hulpverlening omtrent Bas) worden de knelpunten helder weergegeven. De conclusies van het rapport zijn dat er te vaak onduidelijkheid is bij de aanvraag, er onvoldoende sprake is van inspraak en ondersteuning, er geen continuïteit is in de zorg, er onvoldoende sprake is van deskundigheid van de
professionals en dat er sprake is van bureaucratische rompslomp.
Ook leert de ervaring dat het hebben van een duidelijk sociale kaart met alle
hulpverlenende instanties onontbeerlijk is bij een goede uitvoering van de wirwar aan wet en regelgeving. De site https://hulpwijzer.midden-groningen.nl die net gelanceerd is geeft op dit moment nog niet alle instanties weer. Ik wilde hierop aanvullen zoals gevraagd wordt, maar dat is niet gelukt? Er volgt steeds een foutmelding.
De Nationale ombudsman doet gemeenten naar aanleiding van het onderzoek de volgende aanbevelingen:
- Werk integraal en multidisciplinair en verwijs burgers warm door.
- Zorg voor een overbruggingsbudget in situaties waarin het niet direct duidelijk is welke zorgwet of financiering van toepassing is.
- Zet de uitvoering centraal en investeer in scholing en methodiekontwikkeling.
Maak moeilijke gevallen bespreekbaar, escaleer indien nodig en leer er van.
Vandaar onze vragen aan het college;
1. Hoe kijkt het college aan tegen de warme overdracht in Midden-Groningen? Is dit op dit moment goed geregeld en zo ja op welke manier is dit dan
gewaarborgd? Zo nee, wat zijn de verbeterpunten en wat is dan het plan van aanpak?
2. Hoe kijkt het college aan tegen een overbruggingsbudget en hoe wordt er op dit
moment mee omgegaan als niet direct duidelijk is welke wet of financiering
van toepassing is? Komt dit vaak voor in Midden-Groningen dat het niet direct
duidelijk is?
Raadsbrief
Datum: 4 juni 2018 Verzenddatum: 13 juni 2018
Behandeld door:
Zaak:
Joyce van der Waal 2018-013931
Mailadres: joyce.vanderwaal@midden-groningen.nl
Onderwerp: Raadsbrief beantwoording art 33 vragen over onderzoek "Zorgen voor Burgers"
Geachte mevrouw Feenstra,
U heeft ons vragen gesteld over het onderzoek “Zorgen voor Burgers”, uitgevoerd door de Nationale ombudsman. We hebben deze vragen ontvangen op 17 mei 2018. Hieronder staan schuingedrukt de gestelde vragen en daaronder onze beantwoording.
1. Hoe kijkt het college aan tegen de warme overdracht in Midden-Groningen? Is dit op dit moment goed geregeld en zo ja op welke manier is dit dan gewaarborgd? Zo nee, wat zijn de verbeterpunten en wat is dan het plan van aanpak?
De Wet geeft aan dat als er sprake is van een indicatie op grond van de Wet Langdurige Zorg (Wlz) dit voorliggend is aan de Wmo. De warme overdracht gaat erover dat in een situatie waarin de indicatie nog in aanvraag is bij het CIZ, er geen sprake moet zijn van het stoppen van
ondersteuning op grond van de Wmo. Als college onderschrijven we dat de gemeente
verantwoordelijk is voor de zorg en ondersteuning totdat de inwoner daadwerkelijk een WLZ- indicatie heeft. Ons beleid is dan ook dat we in deze indicatiefase de ondersteuning op grond van de Wmo door laten lopen.
Dergelijke onderwerpen worden geregeld in de vakgroepen (bijv. Wmo) besproken. Daarnaast is een medewerker van de gemeente aangesteld als ‘troubleshooter’. Deze medewerker denkt geregeld met de casemanagers mee op complexere casuïstiek, die over meerdere domeinen en wetten heen gaat.
Pagina: 2 van 3
Datum: 4 juni 2018Raadsbrief beantwoording art 33 vragen over onderzoek "Zorgen voor
Burgers"Raadsbrief beantwoording art 33 vragen over onderzoek "Zorgen voor Burgers"
Zaak: 2018-013931
2. Hoe kijkt het college aan tegen een overbruggingsbudget en hoe wordt er op dit moment mee omgegaan als niet direct duidelijk is welke wet of financiering van toepassing is?
Komt dit vaak voor in Midden-Groningen dat het niet direct duidelijk is?
In de afgelopen jaren hebben alle sociale teams de beschikking gekregen over een ruim
maatwerkbudget. Met dit budget kunnen zij snel en makkelijk inspelen op situaties waarin acute hulp en ondersteuning nodig is. Dit kan ook gebruikt worden als nog niet helemaal duidelijk is
‘onder welke wet een ondersteuningsvraag valt’. Denk hierbij aan de Wlz, maar ook aan de Zorgverzekeringswet. We zetten dan gewoon ondersteuning in waar nodig en lossen dit afbakeningsvraagstuk achter de schermen op. Dit komt overigens maar zelden voor.
3. Op welke manier wordt op dit moment in scholing en methodiekontwikkeling geïnvesteerd? Wat zijn de ervaringen?
Alle medewerkers in de sociale teams volgen een scholingsprogramma rondom methodisch werken.
Om goede zorg of ondersteuning aan een inwoner te kunnen geven is het werken volgens plan van belang. Wij hebben daarbij gekozen voor de methode Signs of safety. Daarnaast volgen alle medewerkers een weerbaarheidstraining gericht op vaardigheden die te maken hebben met het creëren van een veilige en respectvolle relatie met inwoners.
Afgelopen jaar is geïnvesteerd in scholing in de vorm van het project leertraject voor alle teams. In dit traject hebben medewerkers extra tijd gekregen voor bijvoorbeeld leercirkels. Tenslotte worden themabijeenkomsten georganiseerd rondom een specifiek inhoudelijk onderwerp.
Uit de tevredenheidsonderzoeken van de afgelopen jaren onder inwoners over hun ervaringen met de sociale teams komt het beeld naar voren dat zij de deskundigheid en wijze van bejegening door de medewerkers van de sociale teams als positief waarderen.
4. Op welke manier wordt op dit moment van elkaar en van complexe casussen geleerd? Wat zijn de ervaringen?
Binnen de sociale teams wordt invulling gegeven aan het samen leren, via casuïstiek bespreking en het onderling betrekken van expertise en feedback. Er is daarnaast een vakgroep jeugd, een vakgroep Wmo en een vakgroep maatschappelijk werk in het leven geroepen waar de casemanagers vanuit de 5 sociale teams zitting hebben. Een teamleider en beleidsmedewerkers zijn daar ook op aangehaakt. Binnen dat betreffende domein worden verschillende (actuele) onderwerpen en
Pagina: 3 van 3
Datum: 4 juni 2018Raadsbrief beantwoording art 33 vragen over onderzoek "Zorgen voor
Burgers"Raadsbrief beantwoording art 33 vragen over onderzoek "Zorgen voor Burgers"
Zaak: 2018-013931
casuïstiek besproken en afspraken gemaakt hoe te handelen in toekomstige situaties. Voor complexe casussen jeugd kan ook een beroep worden gedaan op 2 werkbegeleiders en een gedragswetenschapper.
5. Is er in Midden-Groningen sprake van een goede sociale kaart waar alle instanties kort en bondig in worden weergegeven, zodat ze elkaar weten te vinden? En is dit voldoende volgens de sociale wijkteams?
De hulpwijzer is zowel voor onze inwoners als ook voor onze netwerkpartners beschikbaar en heeft ook de functie van een sociale kaart. Dit blijven we ook actualiseren. We werken hier nog maar kort mee, conclusies in evaluatieve zin kunnen we dan ook nog niet trekken.
6. Wat gaat er gebeuren met de foutmelding op de site: https://hulpwijzer.midden- groningen.nl?
Op het moment van schrijven zijn er geen foutmeldingen op de website van de hulpwijzer. Een medewerker van de gemeente is verantwoordelijk voor het beheer en mocht deze situatie zich voordoen dan wordt daar uiteraard spoedig op gehandeld.
Met vriendelijke groet,
Burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen
R.W. Munniksma H.J.W. Mulder
Burgemeester Gemeentesecretaris