Onderwijsresultaten MBO

(1)

Notitie beoordeling onderwijsresultaten, juli 2017 Pagina 1 van 4 4920037-v9

Onderwijsresultaten MBO

Notitie over de onderwijsresultaten 2014-2015 & 2015-2016

Deze notitie is een aanvulling op het addendum opbrengsten van 26 maart 2012 (Staatscourant 2012, nr. 5757) behorend bij het Toezichtkader BVE 2012 en het Onderzoekskader mbo 2017 (Staatscourant 2017, nr. 5924).

Inleiding

Deze notitie bevat informatie over de wijze waarop wij omgaan met de berekening en beoordeling van de onderwijsresultaten.

Om actueel te zijn gaan we steeds uit van de nieuwste, vanuit Bron vastgestelde,

onderwijsresultaatbestanden. Ieder voorjaar komt er een moment waarop in definitieve rapporten de onderwijsresultaten van een volgend teljaar worden gebruikt. Dat is in de regel op 1 mei.

Wanneer we van deze datum afwijken, communiceren we daar over. Als de rapporten vóór 1 mei als concept aan de instelling zijn verstuurd, hanteren we bij vaststelling van de definitieve rapporten ná 1 mei alsnog de nieuwste onderwijsresultaten. Bij eventuele verandering van het oordeel in deze situatie nemen we telefonisch contact op met de instelling. De oordelen in onze rapporten zijn daardoor gebaseerd op de meest actuele gegevens.

Bekostigd onderwijs

Onderwijsresultaatjaar 2014-2015

In de afgelopen vijf jaren zijn de indicatoren en normen stabiel gebleven, zoals per 15 juni 2011 door de Minister vastgesteld. Er heeft in overleg met het veld in het kader van de ontwikkeling van het vernieuwd toezicht een heroverweging van de aanpak voor de onderwijsresultaten

plaatsgevonden die zijn weerslag heeft gevonden in het Onderzoekskader mbo 2017. Dit onderzoekskader gaat per 1 augustus 2017 in.

De oude normen behorend bij het Toezichtskader BVE 2012 zijn in tabel 1 opgenomen. Deze normen gebruiken we onder meer bij onderzoeken naar kwaliteitsverbetering die we tot en met de zomer van 2017 uitvoeren.

Tabel 1: oude normen

Niveau Jaarresultaat Diplomaresultaat

1 60,7 45,1

2 56,5 45,2

3 65,3 67,3

4 64,2 67,3

(2)

Notitie beoordeling onderwijsresultaten, juli 2017 Pagina 2 van 4

Overgangsjaar: Vierjaarlijkse onderzoeken en Stelselonderzoeken in voorjaar 2017

Op 1 augustus 2017 treedt het nieuwe onderzoekskader mbo 2017 in werking. Bij de vierjaarlijkse onderzoeken en de stelselonderzoeken die we in het voorjaar van 2017 uitvoeren, passen we het nieuwe waarderingskader toe. Dat geldt ook voor de onderwijsresultaten. We gaan daarom ook werken met de nieuwe indicator startersresultaat. Ook passen we de nieuwe normen toe. Met name voor niveau 2 zijn de normen hoger. De normen worden voor vier jaar vastgesteld. Voor Jaarresultaat en Diplomaresultaat hebben we de normen afgeleid van recente onderwijsresultaten over drie jaar. Als basis voor de normen hanteren we opnieuw percentiel 30 (P30, voor uitleg zie Internet Schooldossier) voor voldoende en P80 voor de waardering goed. Voor de norm van Startersresultaat zijn we eveneens uitgegaan van P30. We verwijzen voor een nadere toelichting naar de Toelichting indicatoren onderwijsresultaten in het Internet Schooldossier.

Tabel 2: Nieuwe normen

Niveau Jaarresultaat Diplomaresultaat Startersresultaat

Voldoende Goed* Voldoende Goed* Voldoende

2 67 82 61 79 79

3 68 85 70 89 82

4 68 85 70 89 82

*Voor een toelichting op de normering van de Onderwijsresultaten ten aanzien van de waardering goed verwijzen we naar paragraaf 4.3 Normering Kwaliteitsgebieden en bijlage 1 van het Onderzoekskader mbo 2017

Mocht er in het voorjaar 2017 sprake zijn van onvoldoende onderwijsresultaten, dan worden Jaar- en Diplomaresultaat eveneens getoetst aan de huidige normen (zie tabel 1). Een eventuele waarschuwing die voortvloeit uit zeer zwak onderwijs (omdat het onderwijsproces en de onderwijsresultaten onvoldoende zijn), kan alleen gebaseerd worden op de vigerende/oude normen.

Vanaf 1 augustus 2017 wordt een eventuele waarschuwing die voortvloeit uit zeer zwak onderwijs gebaseerd op de nieuwe normen.

Onderwijsresultaatjaar 2015-2016

Van mei 2017 tot augustus 2017 (Vierjaarlijkse onderzoeken bestuur en opleidingen/

Stelselonderzoeken)

 We handhaven de werkwijze dat we in mei de nieuwe onderwijsresultaten, in dit geval 2015- 2016, gebruiken voor hernieuwde beoordeling als de onderzoeken (4JO’s of

stelselonderzoeken) nog niet definitief zijn.

 Door de introductie van de HKS en de koppeltabel 2015/2016 worden veel opleidingen (crebo’s) in nieuwe beroepscode-combinaties (bc-codes) gekoppeld. Gecombineerd met het werken met 3-jaarsgemiddelden is de aansluiting op voorliggende jaren vaak niet één op één te maken.

We zullen daarom met behulp van de koppeltabel 2015-2016 de onderwijsresultaten van de 3 voorliggende jaren uitrekenen voor de nieuwe bc-codes. Op die manier kunnen we het

studiesucces (JR, DR en SR) op basis van een 3-jaarsgemiddelde uitrekenen en beoordelen.

(3)

 Als er sprake is van een nieuwe bc-code gaan we in twee situaties maatwerk betrachten:

Oordeel met onderwijsresultaten 2014-2015 Oordeel met onderwijsresultaten 2015-2016

Voldoende Onvoldoende

Onvoldoende Onvoldoende



In deze situaties analyseren we hoe de kwalificatie (het crebo) zich tussen de jaren 2014/15 en 2015/16 ontwikkelt. Met het niveau van de kwalificatie kijken we dan dus op een niveau dieper. Wat is het verschil tussen de oude en nieuwe opbrengsten/onderwijsresultaten? We kunnen dan besluiten deze onderliggende ontwikkeling op het niveau van de kwalificatie mee te nemen. Als de onderwijsresultaten van de kwalificatie zijn verbeterd tussen 2014-2015 en 2015-2016, terwijl de uitkomst op bc-code niveau onvoldoende is, dan willen we er rekening mee houden. We passen dan niet het oordeel aan, want dat beoordelen we alleen op bc-code x niveau én er zijn in die bc-code tenslotte ook kwalificaties die onvoldoende zijn. We geven in dat geval aan dat de onderwijsresultaten eenmalig in mei niet beoordeeld (kunnen) worden.

We voeren dan ook geen herstelonderzoek uit.

Vanaf augustus 2017 (nieuwe onderzoeken)



Bij de onderzoeken die starten na 1 augustus 2017 zullen we met behulp van de koppeltabel 2015-2016 de onderwijsresultaten van de 3 voorliggende jaren uitrekenen. Op die manier kunnen we een onderwijsresultaat (JR, DR en SR) op basis van een 3-jaarsgemiddelde uitrekenen en beoordelen. De resultaten hiervan zullen zoals gebruikelijk in het ISD geplaatst worden.



In uitzonderlijke gevallen kunnen we, zoals in het verleden, maatwerk toepassen.

Overgangsjaar 2016-2017: onderzoeken naar kwaliteitsverbetering

De onderzoeken naar kwaliteitsverbetering worden uitgevoerd aan de hand van het vigerende Toezichtskader bve 2012, en het addendum opbrengsten van maart 2012.

(4)

Niet-bekostigd onderwijs

Per 1 augustus 2017 treden de nieuwe normen voor het beoordelen van de onderwijsresultaten van niet-bekostigde instellingen in werking. Deze nieuwe normen vloeien voort uit het

onderzoekskader mbo 2017 en gelden voor een periode van twee jaar.

Of het in het voorjaar van 2018 mogelijk is om de onderwijsresultaten uit Bron te halen wordt najaar 2017 bepaald. Mogelijk moet er begin 2018 alsnog een bevraging plaatsvinden.

De inspectie onderscheidt drie doelgroepen (jonger dan 23 jaar, ouder dan 23 jaar, derde

leerweg). Aan de hand van P30 berekenen we voor de groep jonger dan 23 jaar de uiteindelijke toe te passen norm. Voor de twee andere doelgroepen berekenen we wel P30, maar deze gelden als benchmark. In het onderzoek en in de rapportage zullen we deze alleen bij grotere afwijkingen meenemen en beschrijven. Er vindt voor deze doelgroepen geen beoordeling plaats. De norm en benchmark wordt berekend over de trajecten die gericht zijn op het behalen van een mbo-diploma.

De normen voor onderwijsresultaatjaar 2017:

< 23 jaar > 23 jaar Derde leerweg Toe te passen norm

(P30)

63% Geen

opbrengstenbeoordeling

Geen

opbrengstenbeoordeling

Benchmark (P30) 47% 11%

VAVO

Vanaf 2012 betrekken we de opbrengsten van bekostigd en niet-bekostigd VAVO bij het toezicht.

We maken geen onderscheid tussen bekostigde en niet-bekostigde instellingen.

Vanwege de doorgroei van het Onderwijsnummer komen meer gegevens beschikbaar en

onderzoeken we of aanpassingen en aanvullingen in de indicatoren mogelijk zijn. Bij de berekening gaan we uit van driejaarsgemiddelden.

We hanteren de volgende normen:

- Voor verschil SE-CE mag het verschil niet meer bedragen dan 0,5 punt (wanneer geldt dat het schoolexamen over drie jaar gemiddeld meer dan een half punt hoger is dan het centraal examen, dan spreken we van een groot verschil).

- Voor CE geldt de absolute norm van 6,0.

Overige educatie

De opbrengsten van Educatie stellen we, indien van toepassing, aan de orde in het gesprek met het bevoegd gezag over risico’s. We verwachten van de instellingen dat zij zelf de resultaten en mogelijke risico’s in beeld hebben en daarop sturen. De conclusies worden betrokken bij het oordeel over het niveau van de kwaliteitsborging van de instelling.

Vanaf augustus 2017 brengen we geen resultaten meer in beeld en vindt ook geen beoordeling van onderwijsresultaten plaats. Dit gebied maakt namelijk geen onderdeel uit van het

waarderingskader overige educatie.