1
Embolisatie
Embolisatie
Embolisatie betekent: een bloedvat afsluiten. We sluiten een slagader af die de
bloedtoevoer verzorgt naar een afwijking waar u last van heeft. De behandeling voeren we uit op de afdeling Radiologie. We gebruiken röntgenfoto’s en bewerken die met de
computer.
Datum en locatie van het onderzoek
U heeft met uw arts besproken dat u dit onderzoek krijgt. Ook heeft u hier toestemming voor gegeven. De afdeling Preop en Opname belt u over de dag dat we het onderzoek uitvoeren. We verwachten u op de Nuchtere Opname Afdeling op locatie Hilversum.
Voorbereiding
U hoeft niet nuchter te zijn voor dit onderzoek. Op de dag van het onderzoek mag u ’s ochtends een licht ontbijt nuttigen. Als het onderzoek later op de dag op de agenda staat, kunt u ’s ochtends een licht ontbijt nemen en daarna een lichte lunch. Met een lichte maaltijd bedoelen we één à twee beschuiten en een kopje thee.
U meldt zich op de Nuchtere Opname Afdeling (F2) in Hilversum. U krijgt een
ziekenhuisjasje aan. Ook brengen we hier een infuus in. Vanaf deze afdeling brengen we u in bed naar de afdeling Radiologie. Hier voeren we de behandeling uit.
Behandeling
Een radioloog en speciaal opgeleide laboranten voeren op de afdeling Radiologie het onderzoek uit. Het onderzoek duurt 1 tot 2 uur.
2
U ligt op uw rug op de onderzoekstafel en krijgt een prik in de liesslagader. Hiervoor scheren en desinfecteren we de lies. Om infecties te voorkomen dekken we u hierna toe met een steriel laken. Radioloog en laborant dragen ook steriele kleding.
De radioloog verdooft de lies. Daarna wordt de slagader aangeprikt en een klein hol buisje in de slagader geschoven. Dit holle buisje noemen we een ‘introducer’. Via deze introducer schuift de radioloog katheters (slangetjes) naar de gewenste plaats, om zo de bloedvaten af te beelden. De radioloog spuit door de katheter een contrastmiddel in de bloedbaan.
Tegelijkertijd maken we opnamen.
Het contrastmiddel kan u een warmtegevoel geven. Dit duurt dan maar kort. Het is belangrijk dat u stil blijft liggen. Soms vraagt de radioloog uw adem even vast te houden.
Dit voor maximaal 10 seconden. Als we de bloedvaten hebben afgebeeld, begint de embolisatie, dus het afsluiten van het bloedvat.
Embolisatieprocedure
Tijdens de embolisatie zoeken we met een katheter de slagader op. Deze sluiten we af met embolisatiemateriaal: een soort metalen spiraaltjes (coils) of héle kleine bolletjes
(partikels). Vaak zijn meerdere coils of partikels nodig om het bloedvat helemaal af te sluiten.
De coils blijven achter in het bloedvat en blijven daar voor altijd zitten. Dit heeft geen nadelige gevolgen voor uw gezondheid. Na het plaatsen van het embolisatiemateriaal maken we nogmaals een opname van de bloedvaten. Dit doen we om te controleren of de slagader helemaal afgesloten is.
Tot slot verwijdert de radioloog de katheter en de introducer. De opening in de slagader sluiten we af met een soort hechting in het bloedvat, een zogenaamde angioseal. Als het nodig is, krijgt u een lichtdrukkend verband in de lies. U blijft na het onderzoek minimaal één nacht in het ziekenhuis ter observatie.
Vaak volgt na een embolisatie nog een operatie. Dit is meestal 1 of 2 dagen later. Tot die tijd blijft u in het ziekenhuis.
Na het onderzoek
We brengen u na de behandeling terug naar de verpleegafdeling. U moet nog even plat op uw rug in bed blijven liggen. Hoe lang u moet blijven liggen en hoe lang u in het ziekenhuis moet blijven, is afhankelijk van het verloop van het onderzoek en de resultaten.
Complicaties
De plaats waar u bent geprikt, kan gaan nabloeden. We moeten het gaatje in de slagader dan afdrukken en verbinden.
Inwendige bloeding.
Bloeduitstorting in de lies.
3
Soms veroorzaakt het bewegen van de katheters tijdens de behandeling een neiging tot flauwvallen. Dit duurt meestal kort. Als dit optreedt, zijn de arts en laboranten bij u om u te helpen.
Heel zelden kunnen tijdens deze procedure andere complicaties ontstaan, zoals een acute afsluiting van een ander bloedvat of een bloeding. De behandeling hiervan wisselt, mogelijk moet u dan wel langer in het ziekenhuis blijven.
Belangrijk
Blijf de medicijnen gebruiken zoals u dat met uw arts heeft afgesproken vóór het onderzoek.
NB: Als u antistollingsmiddelen gebruikt, kan uw arts dit medicijn enkele dagen vóór de behandeling stoppen, afhankelijk van de soort antistolling.
Bent u allergisch voor jodiumhoudend contrastmiddel? Mogelijk heeft dit invloed op de voorbereiding op uw onderzoek. Meld dit daarom aan de arts die u behandelt.
Meld het op de dag van het onderzoek ook aan de radiodiagnostisch laborant die het onderzoek bij u uitvoert.
Meld het ons als u diabetespatiënt bent.
U kunt deze behandeling niet ondergaan als u vijf dagen voorafgaand aan dit onderzoek een darm- of maagonderzoek heeft gehad met bariumpap.
Drink na het onderzoek wat meer dan normaal om het contrastmiddel snel kwijt te raken (minimaal 1 liter).
Regel vervoer terug naar huis. Wij raden u aan om niet zelf auto te rijden.
Pas uw activiteiten tot 24 uur na de behandeling aan: niet persen, niet bukken, zo min mogelijk traplopen, niet zwaarder tillen dan vijf kilo.
Tot slot
Na uw verblijf in het ziekenhuis ontvangt u bij uw ontslag schriftelijke informatie. Hierop kunt u lezen met wie u contact kunt opnemen als u vragen heeft. Heeft u deze informatie niet ontvangen? Vraag er dan om bij uw behandelaar.
Contact
Radiologie / Nucleaire Geneeskunde T 088 753 15 00
Ma t/m vr 08:00 - 16:30 uur