• No results found

Bewindvoering over vennootschappen. Rik Crivits & Jens Vrebos

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bewindvoering over vennootschappen. Rik Crivits & Jens Vrebos"

Copied!
63
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rik Crivits & Jens Vrebos

Bewindvoering over

vennootschappen

(2)

Overzicht

1. Vooraf: een praktische casus

2. "Bewindvoerders” / voorlopige maatregelen uit het insolventierecht 3. Gemeenrechtelijk voorlopig bewindvoerder

4. De casus opgelost 5. Q&A

(3)

Vooraf: een praktische casus

1

(4)

Casus

- Minderheidsaandeelhouder de heer Van Mij van de BV Van Mij die

tevens belangrijkste schuldeiser en zekerheidssteller (zakelijke zekerheid ten gunste van de bankier

- Vennootschap ontwerp en verkoopt design en (grote) kunstwerken - De heer Van Mij beroept zich op zijn individuele onderzoeks- en

controlebevoegdheid (art. 3:101 WVV)

- Vennootschapsrechtelijk deskundigenonderzoek (oude artikel 168 W.Venn., thans artikel 5:106)

- Maar: drempel (10%), tussendoor aanstelling commissaris

(5)

Casus

• Bovendien: vraagrecht van de heer Van Mij op de jaarlijkse algemene vergadering wordt miskend

• Vaststelling dat de vennootschap gestaag maar stelselmatig wordt ontdaan van haar belangrijkste actief, o.m. door overdracht aan met 1 van de bestuurders verbonden vennootschappen van benaming,

klantenportefeuille, voorraad, modellen en ontwerpen

• Aanvraag GROGG door de onderneming met oog op overdracht (rest- )activiteiten

• Discontinuïteit ook voor meneer Van Mij meest nadelige scenario

• Bestuurders aansprakelijk ? Vermogend ?

• Quid preventieve actiemogelijkheden ?

(6)

Voorlopig bewind?

• “Het voorlopig bewind en het vennootschaps-, respectievelijk het

ondernemingsbelang”, K. BYTTEBIER en N. SNEYERS, R.W. 2020-21, nr.

15, 12 december 2020.

- Voorlopig bewindvoerder als instrument ter vrijwaring van het vennootschapsbelang (vennootschappen “in going concern”) <> ter

vrijwaring van het ondernemingsbelang (vennootschappen in moeilijkheden)

(7)

Voorlopige maatregelen boek XX WER

2

(8)

Introductie

-

Voorheen: verschillende voorlopige bewarende maatregelen verspreid over WCO en Faill.W.

-

Diversiteit leidde tot kritiek (zie MvT Boek XX): “het stelsel leidde tot onzekerheid”

-

Titel 3 “voorlopige maatregelen” van boek XX beperkt en centraliseert de verschillende gerechtelijke mandaten

-

Van minder (art. XX.30 WER) tot meer ingrijpend (art. XX.31 en XX.32 WER)

-

Niet: de ondernemingsbemiddelaar

(9)

Artikel XX. 30 WER – algemeen

Oude tekst artikel XX.30, 1e lid WER:

“Wanneer kennelijk grove tekortkomingen van de schuldenaar of van één van zijn organen de continuïteit van de ondernemingen in moeilijkheden of van haar economische activiteiten in gevaar brengen en de gevraagde maatregel van die aard is dat zij de continuïteit kan vrijwaren, kan de voorzitter van de rechtbank op verzoek van het openbaar ministerie of van elke

belanghebbende, ingesteld volgens de vormen van het kort geding, een of meer gerechtsmandatarissen aanstellen” (artikel XX.30, eerste lid WER)

(10)

Artikel XX.30 WER - algemeen

Wijzigingen wet van 21 maart 2021 (B.S. 26 maart 2021)

• MvT

• “De continuïteit van de onderneming, los van enige fout, kan worden bedreigd door tekortkomingen bij het beheer ervan die, hoewel

kennelijk grof, niet noodzakelijkerwijs fout zijn of waarvan het foutieve karakter niet is vastgesteld of kon worden vastgesteld op het tijdstip van het verzoek. De ervaring wijst uit dat ook de tekortkomingen in het

bestuur ook te wijten kunnen zijn aan onenigheid, wederzijds ernstig onbegrip, kennelijk voortdurende en verlammende uiteenlopende opvattingen buiten de beheersorganen.”

(11)

Artikel XX.30 WER - algemeen

• Artikel XX.30, 1e lid WER laatst gewijzigd met Wet van 21 maart 2021 (B.S. 26 maart 2021, inw., uitz.)

• (Ook) de wijziging van artikel XX.30 WER trad in principe buiten werking op 30 juni 2021

• Termijn was verlengbaar → KB 24 juni 2021 (B.S. 29 juni 2021, inw.) tot verlenging maatregelen tot 16 juli 2022

(12)

Artikel XX.30 WER - algemeen

• Nieuwe tekst art. XX.30, 1e lid WER:

- “Wanneer gebeurtenissen die leiden tot onbestuurbaarheid van de

onderneming of wanneer kennelijke tekortkomingen van de schuldenaar of van een van zijn organen de continuïteit van de onderneming of van haar economische activiteiten in gevaar brengen (…)”

• Ook:

- Igv. gebeurtenissen die leiden tot onbestuurbaarheid

- Igv. kennelijke tekortkoming – voorwaarde “grove tekortkoming” is weggevallen

- Voor elke onderneming – niet enkel onderneming in moeilijkheden?

(13)

Artikel XX.30 WER - voorwaarden

• Voorwaarden (nieuwe stijl)

- “Het is immers wel degelijk de wil van de wetgever om een bredere reikwijdte (bijvoorbeeld het niet-beheer van een onderneming naar

aanleiding van een overlijden) te geven aan artikel XX.30 in vergelijking met artikel XX.227 [wrongful trading], waarin enkel de kennelijk grove fout wordt beoogd.”

• → tekstuele voorwaarden nieuwe stijl zijn in lijn met de bedoeling van de wetgever bij het initieel art. XX.30 WER

(14)

Artikel XX.30 WER - voorwaarden

Voorwaarden (nieuwe stijl)

• Voorbeelden (brede invulling): niet-beheer n.a.v. overlijden bestuurder, onenigheid binnen het bestuursorgaan,…

• De gevraagde maatregel is van die aard dat de continuïteit van de onderneming kan worden gevrijwaard

- Herstel van vertrouwen in de onderneming

- In de regel beperkte opdracht ifv. de concrete omstandigheden - Bewarend karakter

(15)

Artikel XX.30 WER – procedure en aanstelling

-

Kort geding procedure

- Voorzitter bevoegd

-

Op dagvaarding met verkorte termijnen (2 dagen)

-

Uitzondering: op éénzijdig verzoekschrift in toepassing van art. 584, derde lid Ger.W. in geval van volstrekte noodzakelijkheid

-

Op verzoek van het Openbaar Ministerie of elke belanghebbende en voortaan dus ook de schuldenaar

-

Belanghebbende wordt ruim ingevuld (Brussel 21 september 2010)

(16)

Artikel XX.30 WER – procedure en aanstelling

-

Voorzitter bepaalt

-

Wie wordt aangesteld als mandataris

- Opm: oorspronkelijk tweede en derde lid van art. XX.30 WER opgeheven door art. 20 van de Wet Ondernemingsrecht

-

Gevolg? Keuze gerechtsmandataris niet beperkt tot “de lijst bedoeld in art. XX.20,

§1 WER” + geen bijzondere bepaling indien de schuldenaar een onderneming is in de zin van art. I.1,14° WER (vrij beroep)

- Ratio voor de weglating onduidelijk

(17)

Artikel XX.30 WER – procedure en aanstelling

-

De inhoud van de opdracht (zie verder)

- Opm.: de belanghebbende die de aanstelling vraagt kan de inhoud van de opdracht wel suggereren

-

De duur van de opdracht

-

Steeds beperkt in de tijd

- Duur van de opdracht kan worden verlengd

-

Discretionaire bevoegdheid Voorzitter?

(18)

Artikel XX.30 WER – procedure en aanstelling

-

De beslissing wordt gepubliceerd in het B.S. en kenbaar gemaakt via RegSol

-

Rechtsmiddelen:

-

Geen verzet mogelijk (art. XX.34 WER)

-

Hoger beroep: binnen 8 dagen na bekendmaking via verzoekschrift (art. XX.35 WER)

(19)

Artikel XX.30 WER – opdracht

-

In de regel is gerechtsmandataris met een specifieke opdracht belast (↔ de andere voorlopige maatregelen)

-

Voorbeelden: inwinnen van informatie over de financiële situatie van de onderneming of schuldenaar, samenroepen van een algemene vergadering, opvolgen van een procedure, beoordeling opportuniteit opening gerechtelijke reorganisatie,…

-

Schuldenaar blijft aan het hoofd (debtor in possession) en wordt “bijgestaan” door de gerechtsmandataris

- Algemene opdracht niet uitgesloten

- Ook volledig beheer? Betwist

(20)

Artikel XX.30 WER – einde opdracht

-

De opdracht eindigt door:

-

Het verstrijken van de duur van de opdracht (en geen verlenging)

-

Het vervullen van de opdracht

-

De opening van een procedure gerechtelijke reorganisatie

- Geen automatisme (zie terug)

- Stopzetting overeenkomstig art. XX.20, §6 WER

-

Vergoeding: art. XX.20, §3 WER

-

K.B. 26 april 2018

(21)

Artikel XX.31 WER – algemeen

“Als de schuldenaar of een van zijn organen een kennelijk grove fout heeft begaan, kan de rechtbank voor de duur van de opschorting een voorlopige bewindvoerder aanstellen” (art. XX.31, §1 WER)

(22)

Artikel XX.31 WER – algemeen

-

Gedeeltelijke herneming van art. 28 WCO

-

Vervangt de voorlopig bestuurder overeenkomst art. 28 WCO

-

Gerechtsmandataris niet behouden

-

Maatregel binnen de (opening van de) procedure gerechtelijke reorganisatie en voor de duur van de opschorting

-

Verregaander dan art. XX.30 WER want strekt tot de vervanging van het bestuur door een voorlopige bewindvoerder waarbij “bezit geheel of gedeeltelijk wordt ontnomen tijdens de opschorting”

(23)

Artikel XX.31 WER - voorwaarden

-

Procedure van rechtelijke reorganisatie aanhangig

-

Kennelijk grove fout in hoofde van de schuldenaar of een van zijn organen

-

(Kennelijk grove) fout ipv. tekortkoming

-

Invulling kennelijk grove fout? Gelijkaardig aan de invulling van de kennelijk grove fout overeenkomstig art. XX.225 WER

-

Voorbeelden

(24)

Artikel XX.31 WER – procedure en aanstelling

-

Bevoegde rechter = de rechter waar de insolventieprocedure aanhangig werd gemaakt

-

Op verzoek van elke belanghebbende of het Openbaar Ministerie

-

Via dagvaarding (en verzoekschrift?)

-

Aanstelling kan op twee manieren:

-

Ofwel bij de opening na vrijwillige tussenkomst van een derde-belanghebbende of op vordering van het OM

-

Ofwel na dagvaarding en bij afzonderlijk vonnis

(25)

Artikel XX.31 WER – procedure en aanstelling

-

Mogelijkheid tot gedwongen tussenkomst

-

“Wanneer de schuldenaar aanvoert dat de fouten te wijten zijn aan een andere welbepaalde natuurlijke persoon of rechtspersoon, moet hij deze persoon in gedwongen tussenkomst oproepen” (§2)

-

De rechtbank bepaalt wie wordt aangesteld als voorlopige bewindvoerder en bepaalt de inhoud van zijn opdracht

-

Oorspronkelijk tweede lid van §1 opgeheven door art. 20 van de Wet Ondernemingsrecht

(26)

Artikel XX.31 WER – procedure en aanstelling

-

Tijdens de opschorting kan de rechtbank de aanstelling intrekken of de bevoegdheden van de bewindvoerder wijzigen (§3)

-

Op verslag van de voorlopige bewindvoerder

-

De rechtbank wordt “op dezelfde wijze aangezocht”

-

De beslissing wordt gepubliceerd in het B.S. en kenbaar gemaakt via Regsol

-

Rechtsmiddelen:

-

Geen verzet mogelijk (art. XX.34 WER)

-

Hoger beroep: binnen 8 dagen na bekendmaking via verzoekschrift (art. XX.35 WER)

(27)

Artikel XX.31 WER – opdracht

-

Uitgangspunt: continuïteit van de onderneming te verzekeren (⇔ art. XX.32 WER)

-

In de regel ruime en algemeen bevoegdheid: de voorlopige bewindvoerder komt in de plaats van de schuldenaar of zijn organen en neemt tijdens de opschorting de

bevoegdheden over

-

Cfr. de gemeenrechtelijke voorlopige bewindvoerder

-

Beperkte bevoegdheid ook mogelijk? Cfr. Art. XX.31, §3 WER: “rechtbank kan de bevoegdheden van de voorlopige bewindvoerder wijzigen”

-

Voorbeeld: vonnis Orb. West-Vlaanderen, afdeling Oostende dd. 26.12.2013 (onuitg.)

(28)
(29)
(30)

Artikel XX.31 WER – einde opdracht

-

Aanstelling geldt voor de duur van de opschorting

-

Verlenging (en aanpassing opdracht) zijn mogelijk (zie terug)

-

Art. XX.20, §6 WER

-

Vergoeding: art. XX.20, §3 WER

-

K.B. 26 april 2018

(31)

Artikel XX.32 WER – algemeen

“ Wanneer er gewichtige, bepaalde en met elkaar overeenstemmende aanwijzingen bestaan dat de voorwaarden voor een faillissement vervuld zijn kan de voorzitter van de rechtbank aan de onderneming geheel of ten dele het beheer van het geheel of een gedeelte van haar activa of activiteiten ontnemen. De voorzitter van de rechtbank beslist, ofwel op eenzijdig verzoekschrift van iedere belanghebbende, ofwel ambtshalve.” (XX. 32,

§1 WER)

“De voorzitter van de rechtbank wijst een of meer voorlopige bewindvoerders aan vertrouwd met het bestuur van een onderneming en met boekhouden en bepaalt nauwkeurig hun bevoegdheid (…).” (XX. 32, §2 WER)

(32)

Artikel XX.32 WER – algemeen

-

Voorheen art. 8 Faill.W.

-

Grotendeels ongewijzigd overgenomen

-

Nieuw artikel komt tegemoet aan enkele kritieken (oa. termijnen)

-

Mogelijkheid tot ontneming beheer en aanstelling bewindvoerder ingevoerd ter compensatie afschaffing ambtshalve faillissement

-

Mogelijkheid tot tegensprekelijk debat in navolgende procedure

-

Doel? Vrijwaring vermogen SA

(33)

Artikel XX.32 WER – voorwaarden

-

Gewichtige, bepaalde en met elkaar overeenstemmende aanwijzingen dat de voorwaarden voor faillissement vervuld zijn

-

(drie) cumulatieve faillissementsvoorwaarden

-

Geen beoordeling van de voorwaarden op zich

-

Voorwaarde van volstrekte noodzakelijkheid afgeschaft

-

Criteria ‘hoogdringendheid’ en ‘gevaar voor onvermogen’ blijven bepalend bij praktische beoordeling

(34)

Artikel XX.32 WER – procedure en aanstelling

-

Uitsluitende bevoegdheid voorzitter Ondernemingsrechtbank

-

Territoriale bevoegdheid: COMI (art. 631 Ger.W.)

-

Op verzoek van iedere belanghebbende

-

Belanghebbende? Invulling conform ratio van art. XX.32 WER → alle SE’s die over een vordering beschikken die dreigt verloren te gaan

-

Voorbeelden

-

Of ambtshalve

(35)

Artikel XX.32 WER – procedure en aanstelling

-

Procedure ingeleid op éénzijdig verzoekschrift

-

Art. 1025 tot 1034 Ger.W. van toepassing

-

Eénzijdige procedure → verrassingseffect

-

Procedure in kortgeding

-

Voorzitter bepaalt:

-

Wie wordt aangesteld als voorlopige bewindvoerder

- voorwaarden: vertrouwd met bestuur van onderneming en boekhouding; gedragscode naleven en professionele aansprakelijkheid moet verzekerd zijn

(36)

Artikel XX.32 WER – procedure en aanstelling

- Voorwaarden garantie onafhankelijkheid en onpartijdigheid weggevallen, maar voorzien in art. XX.20 WER

- Geen bijzondere bepalingen vrij beroep

- Gevolg? Ruime keuzevrijheid, voorzitter kan inspelen op de concrete situatie/onderneming

-

De inhoud van de opdracht (zie verder)

- Verzoekende partij kan invulling van de opdracht suggereren

-

Beschikking wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad (art. XX.33 WER) en kenbaar gemaakt via Regsol ↔ art. 8 Fail.W. voorzag in beperkte publiciteit

(37)

Artikel XX.32 WER – procedure en aanstelling

-

Rechtsmiddelen:

-

Geen verzet mogelijk (art. XX.34 WER)

-

Hoger beroep (art. XX.35 WER)

-

Artikel XX.32, §4 WER bepaalt uitdrukkelijk dat de rechtsmiddelen uit art.

1031 tot 1034 Ger.W. van toepassing zijn:

-

Ook derdenverzet mogelijk

-

Belang van betekening: termijn derdenverzet van 1 maand loopt vanaf betekening Zie ook: “Rechtsmiddelen bij ambtshalve aanstelling voorlopig bewindvoerder”, V. VEREECKE, noot

(38)

Artikel XX.32 WER – opdracht

-

Aanstelling voorlopige bewindvoerder gaat gepaard met de gehele of gedeeltelijke ontneming van het beheer van de schuldenaar

-

Gevolg? Invulling opdracht omgekeerd evenredig met de mate van buitenbezitstelling

-

Voorzitter kan opdracht algemeen of gedetailleerd beschrijven

-

Voorbeeld algemene opdracht:

(39)

Artikel XX.32 WER – opdracht

-

Voorlopig bewindvoerder zal zich doorgaans beperken tot het nemen van louter bewarende maatregelen

-

Cfr. ratio legis art. XX.32 WER: in stand houden van activa

-

Bv. inventarisatie en opsporen van activa, blokkeren rekeningen, afsluiten verzekering,…

-

Maar niet uitgesloten dat de voorlopige bewindvoerder uitzonderlijk ook daden van beschikking stelt

-

Bv. dringende verkoop

(40)

Artikel XX.32 WER – opdracht

-

Opm: voorlopig bewindvoerder komt niet in de plaats van de schuldenaar

-

Veruitwendigt zich in de uitsluiting van de mogelijkheid om aangifte te doen van faillissement of schuldenaar te vertegenwoordigen tijdens insolventieprocedure

-

De opdracht kan op elk moment worden aangepast

-

Opm: art. XX.32, §5 WER regelt de gevolgen ontneming beheer

-

Niet-tegenstelbaarheid

-

Bevrijdende betaling

(41)

Artikel XX.32 WER – opdracht

-

De voorlopige bewindvoerder zal zich vergewissen van de toestand van de onderneming en moet vervolgens een beslissing nemen

-

=/= hypothesen:

-

Indien de faillissementsvoorwaarden zijn vervuld, kan de voorlopige bewindvoerder de onderneming dagvaarden in faillissement

- Let op: de bewindvoerder kan dus géén aangifte doen van faillissement, noch de SA vertegenwoordigen tijdens de faillissementsprocedure

-

Sinds Boek XX kan voorlopige bewindvoerder ook vordering tot gerechtelijke ontbinding of opening van een procedure gerechtelijke reorganisatie instellen

(42)

Artikel XX.32 WER – opdracht

-

De vordering tot faillietverklaring, gerechtelijke ontbinding of gerechtelijke reorganisatie kan ook door een belanghebbende ingesteld worden

-

Onduidelijkheden ivm. praktische invulling:

- Hoe kan belanghebbende een vordering tot opening van een procedure gerechtelijke reorganisatie instellen?

-

Kan onderneming zelf een verzoek tot opening van een procedure gerechtelijke reorganisatie neerleggen?

-

Voorlopige bewindvoerder moet handelen binnen een termijn van 21 dagen (ipv. 15 dagen onder de Fail.W.) te rekenen vanaf de uitspraak

(43)

Artikel XX.32 WER – einde opdracht

-

Drie hypothesen voor beëindiging opdracht:

-

Geen insolventieprocedure ingeleid binnen termijn van 21 dagen na de uitspraak;

-

Geen uitspraak over de vordering tot opening van een insolventieprocedure binnen de 4 maanden na de inleiding ervan;

- Opm: termijn wordt geschorst indien uitstel wordt toegekend of de debatten worden heropend

-

Vordering niet toegekend of beslissing tot aanstelling wordt hervormd

(44)

Artikel XX.32 WER – einde opdracht

-

Vergoeding?

-

Kosten worden begroot overeenkomstig art. XX.20, §3 WER

-

Art. XX.32, §6 WER regelt de provisionering:

-

door de verzoekende partij

-

door de schuldenaar in geval van ambtshalve aanstelling

-

Kosten zijn bevoorrecht in navolgende samenloop:

-

Art. 17 en 19, 1° Hyp.W.

-

Buitengewone schuldvordering in de opschorting

(45)

Gemeenrechtelijke voorlopig bewindvoerder

2.2

(46)

Algemeen

-

“Een door de rechtbank bij wijze van dringende en voorlopige maatregel aangestelde persoon met het oog op de bewaring van de belangen van de vennootschap, de

aandeelhouders, de bestuurders en de schuldeisers van de vennootschap en dit in de plaats van één of meer organen van de vennootschap waarin hij wordt aangesteld”

-

Uitzonderlijke maatregel ter vrijwaring van het vennootschapsbelang

-

Brede invulling vennootschapsbelang

-

Nadruk op uitzonderlijk karakter

- Minimale (rechterlijke) inmenging vennootschap

(47)

Algemeen

-

Geen uitdrukkelijke wettelijke regeling, ook niet in WVV

-

Slechts enkele verwijzingen in (oud) W.Venn.

-

Art. 4:28 WVV

-

Rechtsfiguur gegroeid uit art. 584 Ger.W.

-

… en later bevestigd door (oud) art. 74, 2° W.Venn.

-

Art. 1961 BW als alternatieve rechtsgrond?

(48)

Voorwaarden

Twee aspecten

-

Algemene vereisten die gelden voor procedures in kort geding:

-

Spoedeisendheid

-

Uitspraak bij voorraad

-

(Ogenschijnlijk recht)

-

Bijzondere vereisten

-

Terughoudendheid en het subsidiair karakter

-

Uitzonderlijke omstandigheden

(49)

Voorwaarden

-

Spoedeisendheid of urgentie - geen wettelijke definitie

-

algemeen aanvaarde invulling: “wanneer een onmiddellijke beslissing wenselijk is om schade van een bepaalde omvang, dan wel ernstige ongemakken te voorkomen” (Cass. 11 mei 1990)

- raakt zowel de materiële bevoegdheid, als de grond van de zaak

-

Uitspraak bij voorraad

(50)

Voorwaarden

-

Ogenschijnlijk recht

- =/= een niet betwist recht

-

Terughoudendheid en subsidiair karakter - zie terug: minimale inmenging

- enkel indien minder verregaande maatregel niet mogelijk of niet toereikend

- belangenafweging: nadeel eiser versus nadeel verweerder versus nadeel andere stakeholders

(51)

Voorwaarden

-

Uitzonderlijke omstandigheden - cfr. de toepassingsgevallen:

- niet-functioneren van de bestuursorganen wegens afwezigheid of onenigheid (bv. over de geldige samenstelling)

- misbruik van meerderheid, minderheid of gelijkheid

-

wanbeheer en ernstige onregelmatigheden

- wegmaking activa

- instrument ter vermijding van een faillissement (maar art. XX.32 WER)

(52)

Procedure en aanstelling

-

Kort geding procedure

- Voorzitter Ondernemingsrechtbank

- Opm.: aanstelling kan ook gevorderd worden in procedure ten gronde

-

Op dagvaarding met verkorte termijnen (2 dagen)

- Uitzondering: op éénzijdig verzoekschrift in toepassing van art. 584, derde lid Ger.W. in geval van volstrekte noodzakelijkheid

- Op initiatief van elke belanghebbende overeenkomstig art. 17 en 18 Ger.W.

- Vennootschapsorganen, individuele aandeelhouders, commissaris, schuldeiser (omstreden maar aanvaard in RS), het OM

(53)

Procedure en aanstelling

-

Vordering ingesteld tegen de vennootschap zelf

-

De voorzitter/rechter bepaalt wie wordt aangesteld als voorlopige bewindvoerder en de inhoud van de opdracht (zie verder)

-

Bekendmaking in B.S. (art. 2:14 WVV)

-

Rechtsmiddelen

-

Hoger beroep

-

Cass. 5 september 2013

-

Cass. 8 maart 2019

-

Derdenverzet

(54)

Opdracht

-

Vooraf: ruime beoordelingsbevoegdheid

-

Maar: terughoudendheid en subsidiair karakter

-

Ambtshalve wijziging naar minder ingrijpende maatregel (zie verder)

-

Algemene opdracht

-

Bv. het volledig beheer van de vennootschap, waarnemen van dagelijks bestuur

-

Opm.: handelen in overeenstemming met statuten en WVV

-

Voorbeeld

(55)

Opdracht

-

Bijzondere opdracht(en)

-

Bepaalde beheersdaden: samenroepen algemene vergadering of raad van bestuur, voorzitten algemene vergadering of raad van bestuur,…

-

Enkel controlebevoegdheid

-

Machtigingsbevoegdheid of vetorecht

-

= Lasthebber ad hoc?

-

Voorbeeld: beschikking Orb. Gent, afdeling Kortrijk dd. 26.11.2018 (onuitg.)

(56)
(57)

Einde opdracht

-

Opdracht steeds beperkt in de tijd

-

Cfr. voorlopige maatregel

-

Bepaalde termijn in beschikking/vonnis

-

Al dan niet verlengbaar

-

Bepaalde (aflopende) opdracht of vervulling voorwaarde

(58)

Een uitsmijter

• Voorzitter Ond. Rb. Antwerpen, afdeling Antwerpen 2 februari 2021 (niet-gepubliceerd): aanstelling gemeenrechtelijk voorlopig

bewindvoerder

(59)

Een uitsmijter – deel 2

• Na derdenverzet: Voorz. Ond. Rb. Antwerpen, afdeling Tongeren 27 april 2021 (niet-gepubliceerd)

(60)

De casus: een voorstel van oplossing

4

(61)

Meerdere wegen leiden naar Rome?

- Artikel XX.30 WER?

- Artikel XX.31 WER bij opening procedure van gerechtelijke reorganisatie?

- Gemeenrechtelijk voorlopig bewindvoerder?

(62)

Q&A

5

(63)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Samenvattend is, gezien de omvang van de constructie, de directe impact op de biologische waarde door ruimtebeslag eerder beperkt, maar voor locatie 1 zal het ruimtebeslag meer zijn

Hier toe dienen die fijne Aromatike geesten niet, want daar door werd de hitsige broeyendheid meerder en meerder aangestoken, het welke die lighamen meest ervaren, welke geen de

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Dieselfde probleme is deur Haslam et. 19) ondervind hoewel dit nie duidelik was of die konformasie isomerie die gevolg van beperkte rotasie om die interflavonoiedbinding of

[r]

Orig. title: Little Drop of Heaven By Pepper Choplin Ned. tekst: Jolanda Koning. © 2019 Lorenz Publishing Company.

Een nieuw lied van een meisje, welke drie jaren als jager onder de Fransche legers heeft gediend, en in de slag voor Austerlitz is gewond geworden... Een nieuw lied' van een