r
76 -
^
Eecht-weezen.
Brieven van den Bruinen Bidder
aan een Ongenoemde.
TE SAAMAAKANCH B I J
G. C T. VAN DORP.
1865.
\
w
BIBLIOTHEEK KITLV
0093 0683
Ö - 2 .
— ^
i
T
Het ßeoht-weezen.
BEIEYEN TAB" DEN BROTES
-EIDDEß
AAN EEN ONGENOEMDE.
SAAMAARANCH. — G. C. T. VAN DOKP
1865.
Uitgcgecvcn voor Reokeninch en Verantwoordelijkheid van den Schrijver.
I.
Mijn Denkbeeld omtrent de Aanstellinch van een verantwoor- delijk Hoofd van Beheer voor den G auch van het Recht-weezen (zie mijn „RecheerincJi en jRecheerinc/i-s/elsel") acht gij verkeerd en in Strijd mot mijn Beginsel, om de Rechterlijke Macht in haar Werkinch zoo voel moochelijk buiten alle Inmenchinch van uuw Recheerinch te laaten.
W a t haar "Werkinch aangaat, ik ben datzelfde Beginsel met H a r t en Ziel noch toegedaan, en ik heb daarom de oopenlijko Teekenen van Afkeurinch door uuw Recheerinch oover eenieche haar mishaachende Handelinchen van de Rechterlijke Macht soms gegeeven steeds moeten veroordeelen.
Maar de Rechterlijke Macht behoort tot een der bij alle Maat- schappijen algemeen erkende Staat-machten, en als zoodaanich moet zij in uuw Recheerinch verteechenwoordichd worden.
Versta mij wel.
H e t is niet mijn Bedoelinch u aan te raaden door uuw ver- antwoordelijk Hoofd van Beheer voor don Ganch dor Rechterlijke Macht Invloed daarop uit te oefenen. Verre zij mijn Gedachte daarvan verwijderd.
_ 4 —
D e Eeehterlijke Macht moet in haar Werkinch en Weezen onschendbaar gemaakt worden, en daartoe juist moet de Aanstel- linch van dat verantwoordelijk Hoofd van Beheer dienen.
Deeze moet door zijn Aanweezen al het beheerend Kaarakter aan den Eechter ontneemen, zoo als tans noch kleeft aan uuw Voorzitter van het Hobch-gerechthof.
De Voordracht tot Benocminch van Eeehterlijke Ambtenaaren tot eenieche Betrekkinch mach, volchens de Leer van e e n g e r e e - cheld Eecht-weezen, niet door een Eechterlijk Ambtenaar — wien ook — als zoodaanich gedaan worden. Dit moet door een ver- antwoordelijk Hoofd van Beheer geschieden, met Teruch-zicht op de Voordracht van het Eecht-lichaam, waarbij de Te - benoemene zijn Bedieninch zal moeten waarneemen.
Daarenbooven moet het Gevanchenis-weezen en de Zorch voor de Gewestelijke oopenbaare Veilichheid, E u s t en Orde niet aan uuw Strafrechterlijk-hoofdambtenaar worden toevertrouwd, maar zal de Leidiach en het Oppertoezicht oover Beiden moeten geschieden door het verantwoordelijk Hoofd van Beheer voor de Eeehterlijke Macht, die daartoe zijn Inlichtinchen ontvancht van de Hoofden van het Gewestelijk Bestuur. Hiermeede moet gij niet verwarren het Gemeentelijk Gevanchenis-weezen en de Zorch voor de Gemeentelijke oopenbaare Veilichheid, E u s t en Orde, welke Zaaken geheel afgescheiden der Gemeente, waartoe zij behooren, aangaan.
De Vraach doet zich voor, hoe te handelen, ingeval een Lid der Inlandse Bevolkinch of een Vreemde Oosterlinch — dien gij op denzelfden Trap zult stellen als de Inlander, wanneer hij zich aan onze "Wetten niet verkiest te onderwerpen, maar zijn Kaa- rakter van Oosterlinch wil blijven behouden, want dan heeft hij zich in niets noch booven de Inlandse Bevolkinch verheeven ge-
— 5 —
toond — de G-emeentehjke oopenbaare Veilichheid, Bust en Orde stoort of schendt.
Wio zal dan liet Recht hebben hem daarin te voorkoomen of in zijn Handelinchen te beletten?
De Zorch, voor de oopenbaare Veilichheid, R u s t en Orde, zoo in de Gemeente, als in de Binnenlanden en onder de Inlandse en vreemde Oosterse Bevolkinch, is plaatseijk, niet persoonlijk.
Dat is : het doet er niet toe, wie de oopenbaare Veilichheid, R u s t en Orde stoort of schendt, maar wel waar die Stoorinch of Schendinch Plaats heeft.
De Ambtenaaren, belast met de Zorch, zoowel der Gemeente- lijke als der Gewestelijke oopenbaare Veilichheid, R u s t en Orde, moeten slechts do Stoorinch en Schendinch in het Oopenbaar door wie ook voorkoomen en, heeft de Daad reeds Plaats gegree- pen, den Schuldieche voor zijn Rechter brenchen.
3®E«-
II.
E e n tweede Zaak, waaroover wij bet noch niet eens zijn, betreft uuw Becht-inrichtinch.
Deeze berust op valse Grond-slaachen.
I n de eerste Plaats heerst daarin Wanorde.
I n de tweede Plaats strekt zij niet om de Eecht-eenheid te bevorderen.
I n do derde Plaats bedoelt zij meer de 'Willekeur der Bech- terlijke Macht, dan wel haar Kracht.
Ik heb gezechd, dat in uuw Eecht-inrichtinch Wanorde heerst.
I s dat Orde, wanneer de Inrichtinch eener Eechterlijko M a c h t zoo is gesteld, dat meest al de Werkzaamheeden op één Becht- lichaam teruchvallen, gelijk dat tans geschiedt met uuw Hooch- gerechthof, dat, behalve de onder zijn Bevoechdheid behoorendo Eecht-zaaken, daarenbooven belast is met de Vernietiechinch, de Ilerzieninch en het Onderzoek in Beroep der Vonnissen uuwer Afdoelinch-gerechthooven en Inlandse E echt-b ank en ?
Ik heb gezeclid, dat uuw Eeeht-inrichtincli de Eecht-eenheid niet bevordert.
Moet dat soms strekken tot do Bevorderinch der Eeckt-eenheid, wanneer gij de Eecht-bedeelineh doet verschillen naar den Land- lord der Berechtichden, en ook daarnaar de Keclit-bevoechdheid
dir Bechters omschrijft en bepaalt?
Jk heb gezechd, dat uuw Becht-inrichtineh veeleer dient de Beciterlijke Macht willekeurich te maaken dan wel krachtich.
McBt die Toekenninch, die in uuw Recheerinch-stelsel Plaats heeft, -an bestuurende en recht-bedeelende Hoedaanichheeden aan éen Pe^oon niet veroorzaaken een Begrip-verwarrinch omtrent de werkelijk? Eichenschappen dier beide Staat-machten, en den Persoon dikwerf -erleiden — zooals de Geschiedenis der laatste Tijden maar al telikwerf heeft aangetoond — om de eene Hoedaanichheid
te H u l p te noemen voor een Verdeediechinch der Andere ? M e t uuw t.echenwoordieche Becht-inrichtinch dus voor altijd gebrooken!
G-een Hooch-ferechthof meer met "Werkzaaniheoden, die een ooverdreeven Verneerderinch zijner Leeden en Ambtenaaren bij het Oopenbaar-gerevht noodich doen maaken !
Geen Baaden van Tustiesie meer, die door hun Gedraacliinchen getoond hebben den N a .m van Baaden van Deeriesie t e verdienen !
Geen Omgaande Beckers meer, wier rechterlijke Omganchen den Lande op veel Geld s^an, zonder dat de Becht-spraak daar- van veel Voordeel t r e k t !
Geen Inlandse Becht-bank-n, Land- en Eeesiedentie-raaden, Distrikt-gerechten en wat dies iieer zij met hun Goochelspel van een raad-geevenden Moohammeiaansen Priester en de Willekeur hunner onweetende en heers-zuchieche Inlandse L e e d e n !
Van dat Alles moet gij Afstanc doen.
Maar uuw Wet-gevinch •— die vrij goed is — worde toege- past op Allen zonder Onderscheid.
— 8 —
De Oovertreedinchen teeehen de oopenbaare Veilichheid, E u s t en Ordo straffe de Alleen-rechtspreekende Bechter oover het G-ewest, waarin de Oovertreedinch heeft Plaats gehad, in een«
af, behoudens Vernietiechinch van het Vonnis weechens Gebrek in den Becht-vorni door het Hooch-gerechthof.
De Oovertreedinchen en "Wanbedrijven in Straf-zaaken, waar- op verbeeterende Straffen zijn gesteld, straffe de zelfde Itechter af, behoudens Beroep op het Afdeelinch-gerechthof, waironder zijn Eecht-gebied behoort, en Vernietiechinch door heJ Hoech- gerechthof.
D e "Wanbedrijven, waarop onteerende Straffen zijl gesteld, straffe de zelfde Rechter af, na het Oordeel gehoord te hebben van een Eaad van Gezwoorenen, uit de Burchers, ZJO uit de In- landse als Euroopeese Bevolkinch, voor elk zich vo-rdoend Geval te kiezen, behoudens Vernietiechinch door hot Eboch-gerechthof Eecht-zaaken, het Burcher-recht botreffende, oeslisse het Af- deelinch-gerechthof (wier Aantal gij voorloopic! op vijf moet bren- chen), met Beroep en Vernietiechinch door Jet Hooch-gerechthof.
Eecht-zaaken, het Staat-recht betreffen^, worden door het Hooch-gerechthof in eens afgedaan.
Herzieninch van Vonnissen moeten liet meer geschieden.
De Moochelijkheid, om in de Diei^t uuwer Eechterlijke Macht t e geraaken, moet gij meer algemeei maaken. Schaf daarom zoo spoedich doenlijk die ongelukkiech' Bepaalinch — die gij bepaald
niet doordacht hebt — af, waarly geen Pleit-bezorcher of Be- zitter van den Graad van Dokttf in de Eecht-weetenschap in de Dienst uuwer Eechterlijke M>cht kan worden opgenoomen, zoo hij zich niet aan het doelloos en verneederend Onderzoek zijner Bekwaamheeden onderwerpt, jf zoo hij niet vier Jaar Pleit-bezor- cher is geweest !
III.
Ik eindichde mijn Gedachte met de Pleit-bezorchers, die in de Dienst uuwer Rechterlijke Macht zouden willen treeden.
Eiehenlijk zijn zij tans in de Afhankelijkheid daarvan reeds geplaatst door de Wijze, waarop gij de Instellinch der Recht- verdeediechinch hebt ingericht.
Geen Stand heeft zich in deeze Maatschappij zooveel waare Verdiensten verworven als de Stand der Pleit-bezorchers, die, nimmer schroomende de Verdeediechinch van geschonden R e c h - ten op zich to noemen, daardoor den grootsten Knak hebben gegeeven aan de zotte en voor de Rust en "Welvaart der Bur- cherij zoo gevaarlijke Leer van Ranch-waarde en Stand-grootheid.
Men moet den Toon van l l a a t en Verachtinch, door de O udgas- ten van Ranch en Stand oover hen geuit, gehoord hebben om te beseffen welk Wut de Pleit-bezorchers hier reeds gesticht hebben.
ITet is daarom onverantwoordelijk van u, dat gij aan hun teechenwoordiechen Toestand van Afhankelijkheid aan de Rech- terlijke Macht en Onzeekerheid omtrent hun Weezen geen Einde maakt.
De Afhankelijkheid aan de Rechterlijke Macht, veroorzaakt
—•10—
door het Toezicht, dat de Voorzitters uuwer Afdeelinch-ge- rechthooven op hen uitoefenen, maakt het hun dikwerf ondoenlijk teechenoover die Macht met dezelfde Kracht te "Werk t e gaan tot Berispinch en Opmerkinch der door haar misdreeven Handelinchen, als zij hebben ontwikkeld teechen de Heers-zucht der Binnenlandse Bestuuren uuwer Becheerinch en hun Aan- hanehelinchen.
De Onzeekerheid omtrent hun "Weezen, veroorzaakt door uuw Bepaalinch van Aanstellinch, waardoor men omtrent hun Betrek- kinch in het Onzeeker gehouden wordt, heeft tot Gevolch dat deeze Maatschappij hun Stand niet als zoodaanich erkent.
H e t wordt daarom meer dan Tijd om aan de Pleit-bezorchers alhier de Bechten en Verplichtinehon toe te kennen, die zij in elk andere beschaafde Maatschappij genieten.
G-een Aanstellinch meer door u, maar een eenvoudieche Nee- derzettinch, na Onderzoek der weetenschappelijk verkreechen Aanspraaken op den Tietel van Pleit-bezorcher door het Eecht- lichaam, waarbij zij hun Bedieninch wensen waar te nemen, moet hun Recht geeven als Pleit-bezorcher en Zaak-waarneemer tee- vens op te treeden en te handelen.
Geen Toezicht meer door de Rechterlijke Macht uit te oefenen, maar door een, naar een Verordeninch op- en in-gerichten Baad van Toezicht en Tucht voor de Pleit-bezorchers bij eïk Becht- lichaam, waar hun Aantal het noodzaakelijk maakt, en het Geheel onder de Leidinch van een door u uit hun Midden gekoozen Hoofd voor de Orde der Pleit-bezorchers.
