• No results found

❶ ❷ ❸ ❹ ❺ ❻ ❼ ❽. Inhoud. 1. Aanleiding en doel Aanpak Kwetsbaarheid en langer thuis wonen Bevolking in de regio...

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "❶ ❷ ❸ ❹ ❺ ❻ ❼ ❽. Inhoud. 1. Aanleiding en doel Aanpak Kwetsbaarheid en langer thuis wonen Bevolking in de regio..."

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

Inhoud

1. Aanleiding en doel ... 3

2. Aanpak ... 4

2.1 Verzamelen en analyseren van de data ...4

2.2 Digitale regiobijeenkomst ...4

2.3 Rapportage ...4

3. Kwetsbaarheid en langer thuis wonen... 5

3.1 Kwetsbaarheid, een breed begrip ... 5

3.2 Langer Thuis voor ouderen zelf ... 7

4. Bevolking in de regio ... 8

4.1 Duiding van data demografie ... 12

5. Intramurale ouderenzorg ...13

5.1 Ontwikkeling intramurale zorg voor ouderen ... 13

5.2 Duiding data intramurale ouderenzorg ... 15

6. Zorg aan thuiswonende ouderen ... 16

6.1 Cijfers: waarop gebaseerd? ... 17

6.2 Ouderenmishandeling ... 18

6.3 Ontwikkeling wijkverpleging ... 18

7. Reflectie op thema’s ... 21

7.1 Vitaal ouder worden ... 21

7.2 Leefstijl en preventie ... 21

7.3 Veilig buitenshuis verplaatsen ... 22

7.4 Veilig wonen (met behulp van (zorg)technologie) ... 22

7.5 Eenzaamheid ... 23

8. Aanbevelingen ... 25

Bijlage 1. Verantwoording bronnen ... 26

Dit rapport is geoptimaliseerd voor lezen op een beeldscherm.

Navigeer tussen de hoofdstukken met de cijfers in de kantlijn.

Met de pijl daaronder komt u terug bij de inhoudsopgave.

(3)

1. Aanleiding en doel

Voor welke opgave staan we in onze regio? Om de juiste zorg op de juiste plek te kunnen bieden is een antwoord op deze vraag nodig.

Stichting Drechtzorg en de GGD Zuid-Holland Zuid heeft bureau HHM gevraagd om een regiobeeld voor regio Zuid-Holland Zuid te maken.

Een gedeeld beeld van de opgave is een belangrijk vertrekpunt. Om vanuit dat punt te komen tot een toekomstbestendig en samenhangend zorg- en ondersteuningsaanbod voor ouderen, zowel in de thuissituatie als intramuraal. Het beeld dat hierdoor ontstaat biedt voor iedere partner uit het samenwerkingsverband de mogelijkheid

verantwoordelijkheid te nemen en kan de gewenste beweging stimuleren.

Aanleiding

Stichting Drechtzorg en GGD Zuid-Holland Zuid zien verschillende bewegingen in Nederland die leiden tot het langer zelfstandig thuis wonen van ouderen. Dit landelijke beleid heeft ook invloed op de regio Zuid-Holland Zuid. Deze beweging leidt tot een groep kwetsbare ouderen die langer thuis moet wonen. De gezamenlijke opdrachtgevers vinden het belangrijk om samen met de doelgroep te onderzoeken wat er nodig is om de groep (kwetsbare) ouderen op een veilige en

verantwoorde manier thuis te laten wonen.

Doel

De doelstelling van dit regiobeeld is om handvatten te krijgen die helpen de toekomstige zorg en ondersteuning in de regio Zuid-Holland Zuid

vorm te geven. De centrale vraag die hierbij speelt is: wat hebben inwoners nodig om volwaardig lid van de samenleving te kunnen (blijven) voelen, ondanks de toename van leeftijd en lichamelijke en psychosociale klachten? Waarbij de gezamenlijk opdrachtgevers dit met de doelgroep willen ontdekken gedurende een participatief onderzoek.

(4)

2. Aanpak

De aanpak die we hebben gehanteerd bestond uit drie stappen:

Het verzamelen en analyseren van de data

Een digitale regiobijeenkomst

Het verwerken van alle informatie in een rapportage

2.1 Verzamelen en analyseren van de data

In deze eerste fase zijn we op zoek gegaan naar data voor de gemeenten in de regio. Deze data hebben we in kaart gebracht voor alle gemeenten in de regio (Dordrecht, Sliedrecht, Papendrecht, Molenlanden,

Gorinchem, Alblasserdam, Hendrik Ido Ambacht, Zwijndrecht,

Hardinxveld-Giessendam en Hoeksche Waard). De data die we in kaart hebben gebracht is afkomstig uit diverse, openbare bronnen (bijlage 1).

We hebben de volgende onderdelen in kaart gebracht:

De huidige populatie en ontwikkeling van populatie

De zorgvraag en zorgvraagontwikkeling in de regio

Verwachte beperkingen van de inwoners

Lokale verschillen en overeenkomsten (tussen gemeenten)

2.2 Digitale regiobijeenkomst

Na het verzamelen en analyseren van de data, zijn we in gesprek gegaan met ouderen, vertegenwoordigers van ouderen en zorgaanbieders.

Gezien Covid-19 is besloten om deze regiobijeenkomst digitaal te houden.

Circa 25 deelnemers waren (digitaal) aanwezig tijdens de bijeenkomst.

Ongeveer de helft van de deelnemers heeft de leeftijd van 65 jaar of ouder. Daarnaast waren er zowel deelnemers aanwezig op persoonlijke titel als vanuit hun professie (bijvoorbeeld zorgorganisatie, adviesraad, ouderenorganisatie).

Tijdens de bijeenkomst heeft HHM eerst een toelichting geven op data in de regio, waardoor er een gezamenlijk beeld was over de uitdagingen waar de regio voor staat. Vervolgens is in subgroepen verdiepend doorgesproken over een aantal onderwerpen. In elke subgroep werd eerst met de deelnemers gesproken over de term kwetsbaarheid. Hierbij kwamen vragen naar voren als: “Wat is kwetsbaarheid?” en “Wanneer ben je kwetsbaar?”. In een subgroep is verder gesproken over wat vitaal ouder worden betekent voor de deelnemers.

Vervolgens hebben we in de andere subgroepen verder gepraat over de volgende onderwerpen, waarbij de onderwerpen waren verdeeld over de subgroepen:

Preventie en levensstijl

Eenzaamheid

Veilig buitenshuis verplaatsen

Zorgtechnologie (eHealth)

2.3 Rapportage

Tot slot hebben we de geanalyseerde data en uitkomsten van de regiobijeenkomst verwerkt tot een rapportage.

(5)

3. Kwetsbaarheid en Langer Thuis wonen

In dit hoofdstuk gaan we in op wat kwetsbaarheid is. Eenzaamheid is een breed begrip. We belichten kwetsbaarheid vanuit de

literatuur en vanuit de deelnemers van de regiobijeenkomst.

In deze rapportage belichten we kwetsbaarheid vanuit twee verschillende kanten.

Wat zijn de kenmerken van inwoners die kwetsbaar zijn volgens de literatuur?

Hoe kijken de deelnemers van de regiobijeenkomst aan tegen kwetsbaarheid?

We gaan eerst in op kwetsbaarheid vanuit de theorie en vervolgens beschrijven we hoe de inwoners van de regio hier tegenaan kijken. Als laatste onderdeel van dit hoofdstuk beschrijven we hoe de deelnemers van de bijeenkomst aankijken tegen langer thuis wonen.

3.1 Kwetsbaarheid in theorie

In figuur 1 hebben we het model opgenomen dat laat zien welke factoren invloed hebben op kwetsbaarheid. Deze factoren zien we aan de

linkerkant van het model, zoals de leefomgeving, levensgebeurtenissen en ziekte.

Het model onderscheid vier domeinen waarop ouderen kwetsbaar kunnen zijn:

Fysieke kwetsbaarheid

Cognitieve kwetsbaarheid

Sociale kwetsbaarheid

Psychische kwetsbaarheid

Figuur 1. Conceptueel model voor kwetsbaarheid Bron: RIVM, Ouderen van nu en straks

De kans op kwetsbaarheid van mensen neemt toe naarmate de leeftijd stijgt. In de jongere groepen gaat het vooral om psychische

kwetsbaarheid, en dat verschuift naar fysieke, sociale kwetsbaarheid en vooral cognitieve kwetsbaarheid in de hoogste leeftijdsgroepen.

Kwetsbaarheid komt vaker voor in een aantal specifieke groepen, zoals laagopgeleide ouderen, migranten, mantelzorgers en Lesbisch, Homo, Biseksueel en Transgender (LHBT) ouderen.

(6)

3.2 Kwetsbaarheid in de regio

Tijdens de regio bijeenkomst zijn we met de deelnemers dieper ingegaan op het begrip kwetsbaarheid. We waren hier met name op zoek naar wat kwetsbaarheid betekent voor de inwoners van Zuid-Holland Zuid. We zijn met deelnemers in gesprek gegaan met behulp van de volgende vragen:

Wat is het eerste woord wat in u opkomt bij het begrip ‘Kwetsbaar’?

Wanneer is iemand kwetsbaar? Wat maakt een oudere kwetsbaar?

Wat heeft een kwetsbare oudere nodig?

Wat hebben de naasten van een kwetsbare oudere nodig?

Wat is kwetsbaar?

Tijdens de bijeenkomst was er consensus dat kwetsbaarheid een subjectief begrip is. Er zijn mensen die volgens de theorie kwetsbaar worden genoemd, maar dit zelf absoluut niet voelen. Hier zit ook een gevaar in: wanneer je jezelf als oudere niet kwetsbaar voelt, maar volgens de theorie wel bent, dan zul je zelf minder snel vragen om hulp.

Om kwetsbaarheid snel te signaleren, is het dus van belang om goed in gesprek te blijven met ouderen. Hier zijn al initiatieven voor, zoals het contact te zoeken met iedere oudere binnen een gemeente.

Tijdens de bijeenkomst werd ook gesproken over het feit dat niet alle ouderen kwetsbaar zijn en dus ook niet op die manier benaderd moeten worden. Enkel de leeftijd is niet de oorzaak voor kwetsbaarheid. De vier verschillende gebieden die in de theorie terugkomen (fysiek, cognitief, sociaal en psychisch) worden door de deelnemers genoemd en herkend.

Hoe ontstaat kwetsbaarheid?

In lijn met het hiervoor besproken theoretische model, zagen de deelnemers verschillende oorzaken die kunnen zorgen voor kwetsbaarheid. Voorbeelden die zijn genoemd zijn de volgende:

Life events (bv naaste verliezen)

Minder sociaal contact

Onvermogen te voorzien in behoeftes

Het niet willen aanvaarden van hulp/ondersteuning

Beperkte of afnemende communicatieve en digitale vaardigheden

Wat hebben kwetsbare ouderen in de regio Zuid-Holland Zuid nodig?

Kwetsbare ouderen en hun naasten hebben volgens de deelnemers van de bijeenkomst met name de volgende zaken nodig:

• Veiligheid om hen heen. Zorg ervoor dat kwetsbare ouderen op een veilige plek kunnen wonen en dat de buurt waarin ze wonen veilig is. Ook moeten er voldoende voorzieningen zijn om veilig te kunnen wonen.

• Zekerheid van zorg. Om kwetsbaarheid niet op te laten lopen, is het nodig om de juiste zorg te kunnen krijgen. Dit betekent dat de zorg laagdrempelig moet zijn.

• Een sociaal netwerk. Om kwetsbare ouderen te ondersteunen, maar ook om te monitoren of de kwetsbaarheid niet toeneemt en te helpen wanneer dit dreigt.

(7)

3.3 Langer Thuis voor ouderen zelf

Het belang van de Langer Thuis-beweging wordt tijdens de regiobijeenkomst door de deelnemers onderstreept. Wel geven

deelnemers aan dat het naast de voordelen er een aantal aspecten rand voorwaardelijk zijn.

Aandachtspunten en kanttekeningen genoemd door de deelnemers tijdens de regiobijeenkomst:

Mensen hechten waarden aan eigen woning, het hebben van een eigen plek.

Kloof tussen thuis wonen en verpleeghuis wordt als groot ervaren, onvoldoende tussenvormen (voormalig bejaardenhuis) beschikbaar.

Ouderen komen op een te laat moment in het verpleeghuis, wanneer de situatie al is geëscaleerd en mantelzorgers overbelast zijn.

Het gevaar van vereenzamen in de thuissituatie is groter.

Condities om veilig thuis te kunnen blijven wonen:

Het aanpassen of herinrichten van woning, zoals een traplift, beweegsensoren en beeldzorg (eHealth)

Financiële middelen om huis veilig in te richten (vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning)

Vinger aan de pols door bijvoorbeeld huisarts, POH-ouderen, casemanager dementie.

Benutten van signaleringsfunctie van bijvoorbeeld huishoudelijke hulp en thuiszorgmedewerker.

Ondersteuning aan mantelzorger om overbelasting te voorkomen, oog voor draaglast versus drachtkracht van de mantelzorger.

Bijvoorbeeld respijtzorg via het sociaal wijkteam.

(8)

4. Bevolking in de regio

4.1 Demografie

In de tabel en de grafiek is een stijging van het totale aantal inwoners zichtbaar. Het totale inwonersaantal groeit of blijft stabiel in alle gemeenten in de regio. We zien dat er geen zogenoemde krimp- gemeente in de regio zijn.

Inwoneraantal 2018 2023

Alblasserdam 20.014 20.342

Dordrecht 118.426 121.261

Gorinchem 36.284 38.071

Hardinxveld-Giessendam 17.958 18.134

Hendrik Ido Ambacht 30.677 31.317

Hoeksche Waard 86.115 87.758

Molenlanden 43.846 43.663

Papendrecht 32.264 32.630

Sliedrecht 25.020 25.208

Zwijndrecht 44.586 45.698

Totaal 457.208 466.105

Tabel 1. Inwonertal in 2018 en 2023

Bron: CBS StatLine Grafiek 1. Inwonertal in 2018 en 2023

Bron: CBS StatLine

0 20.000 40.000 60.000 80.000 100.000120.000140.000 Alblasserdam

Dordrecht Gorinchem Hardinxveld-Giessendam

Hendrik Ido Ambacht Hoeksche Waard Molenlanden Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht

2018 2023

(9)

Grafiek 2. Bevolkingsdiagram regio Zuid Holland Zuid van de totale bevolking, uitgesplitst in vrouw (links) en man (rechts) voor het jaar 2020, 2025 en 2030 Bron: CBS StatLine

De bevolkingsdiagram laat de leeftijdsopbouw van de totale bevolking in de regio zien voor vrouwen en mannen. De bevolkingsdiagrammen laten een verschuiving zien met betrekking tot een toename van het aantal ouderen in de periode 2025 tot 2030. Boven de 65 jaar neemt het aantal inwoners toe. Onder de 65 jaar zien we in de meeste leeftijdscategorieën een afname. Daarnaast zien we dat de leeftijdscategorie waarin de meeste inwoners informele zorg bieden afneemt (leeftijd 55-74). Regio Zuid-Holland Zuid wijkt hierin niet af.

20000 10000 0 10000 20000

0 tot 5 jaar 10 tot 15 jaar 20 tot 25 jaar 30 tot 35 jaar 40 tot 45 jaar 50 tot 55 jaar 60 tot 65 jaar 70 tot 75 jaar 80 tot 85 jaar 90 tot 95 jaar

2020

Vrouwen Mannen

20000 10000 0 10000 20000

0 tot 5 jaar 10 tot 15 jaar 20 tot 25 jaar 30 tot 35 jaar 40 tot 45 jaar 50 tot 55 jaar 60 tot 65 jaar 70 tot 75 jaar 80 tot 85 jaar 90 tot 95 jaar

2025

Vrouwen Mannen

20000 10000 0 10000 20000

0 tot 5 jaar 10 tot 15 jaar 20 tot 25 jaar 30 tot 35 jaar 40 tot 45 jaar 50 tot 55 jaar 60 tot 65 jaar 70 tot 75 jaar 80 tot 85 jaar 90 tot 95 jaar

2030

Vrouwen Mannen

(10)

Grafiek 3. Het percentage mensen van 65 jaar of ouder ten opzichte van de totale bevolking Bron: Primos-prognose, ABF Research

De grafiek toont de trend in het aantal ouderen als percentage van de totale bevolking. Dit is een indicator voor de mate van vergrijzing. In de gehele regio is er sprake van een toenemende vergrijzing. We zien dat landelijke gemeenten sterker vergrijzen dan stedelijke gemeenten.

15%

17%

19%

21%

23%

25%

27%

29%

2015 2020 2025 2030

Alblasserdam Dordrecht

Gorinchem Hardinxveld-Giessendam

Hoeksche Waard Molenwaard (vanaf 2019 Molenlanden)

Giessenlanden (vanaf 2019 Molenlanden) Papendrecht

(11)

Grafiek 4. Het aantal mensen (leeftijd tussen 50 en 75) die potentieel in staat zijn informele zorg te bieden aan één hoogbejaarde (85+) Bron: CBS StatLine, PBL

In Nederland blijken de meeste mantelzorgers tussen de 50 en 75 jaar oud te zijn, en zijn ouderen die mantelzorg behoeven veelal 85-plus. Het Oldest Old Support Ratio geeft aan hoeveel mensen potentieel in staat zijn informele zorg te bieden aan één hoogbejaarde.

Deze ratio is berekend door het aantal mensen in de leeftijdsklasse 50-74 jaar te delen door het aantal mensen van 85 jaar en ouder. We zien dat dit in alle gemeenten zeer sterk daalt.

0 10 20 30 40 50 60 70

1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030

Nederland Alblasserdam Dordrecht

Gorinchem Hardinxveld-Giessendam Hendrik Ido Ambacht

Hoeksche Waard Molenlanden Papendrecht

(12)

4.2 Duiding van data demografie

Op basis van de demografie van de regio kan men in sterke mate iets zeggen over de zorgvraag van de inwoners in de regio. We zien in regio Zuid-Holland Zuid dat het totaal aantal inwoners stijgt. Het aantal inwoners groeit of blijft stabiel in alle gemeenten, er is geen

krimpgemeenten te onderscheiden. Het aantal ouderen (65+) neemt toe in de periode van 2020 tot 2030. Daarnaast neemt in deze periode het aantal inwoners onder de 65 af. De ratio mensen die potentieel informele zorg bieden aan één hoogbejaarde (85+) neemt zeer drastisch af in de periode 2020 tot 2030. Deze doelgroep mensen van

mantelzorgers en vrijwilligers is in Nederland tussen de 50-74 jaar.

Er is vergrijzing en dubbele vergrijzing is in alle gemeenten zichtbaar.

Landelijke gemeenten vergrijzen sterker dan stedelijke gemeenten, de gezamenlijke opgave is in landelijke gemeenten daarom groter.

Deze regionale ontwikkelingen zijn in lijn met de landelijke ontwikkelingen.

(13)

5. Intramurale ouderenzorg

5.1 Ontwikkeling intramurale zorg voor ouderen

Het aantal VV-Wlz-indicaties afgegeven in de regio Zuid-Holland Zuid in de periode 2018-2020 is gestegen. Rekening houdend met demo- grafische ontwikkelingen in de regio zal de vraag naar intramurale zorg voor ouderen de komende jaren groeien.

Daarnaast is zichtbaar in de grafiek dat er een verschuiving in de zwaarte van het afgegeven zorgprofiel heeft plaatsgevonden. De lage zorgprofielen (vv1-vv3) worden uit gefaseerd. In de zwaardere profielen is een stijging zichtbaar

Deze prognose houdt geen rekening met eventuele beslissingen op bestuurlijk of beleidsmatig niveau. Daarnaast kan op basis van deze gegevens geen uitspraak gedaan worden met betrekking tot de verzilveringsvorm van de indicatie (Zorg in Natura, Pgb, Vpt of Mpt).

Grafiek 5. Aantal VV-indicaties in de regio op 1 januari van 2018-2020 en prognose van 2020-2023 door bureau HHM

Bron: CIZ 0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000

2018 2019 2020 2021 2022 2023

vv1 vv2 vv3 vv4 vv5 vv6 vv7 vv8

(14)

Grafiek 6. Het aantal mensen met een VV-Wlz-indicatie per gemeente op peildatum 1 januari 2020

Bron: CIZ

0 200 400 600 800 1000 1200 1400

Alblasserdam Dordrecht Gorinchem Hardinxveld- Giessendam Hendrik-Ido-Ambacht Hoeksche Waard Molenlanden Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht

VV01 VV02 VV03 VV04 VV05 VV06 VV07 VV08

(15)

Gemeente Percentage inwoners met een

VV-Wlz-indicatie

Alblasserdam 0,77 %

Dordrecht 1,01 %

Gorinchem 0,96 %

Hardinxveld-Giessendam 1,14 %

Hendrik Ido Ambacht 0,68 %

Hoeksche Waard 0,91 %

Molenlanden 0,57 %

Papendrecht 0,74 %

Sliedrecht 1,26 %

Zwijndrecht 0,93 %

Tabel 2. Het percentage inwoners met een VV-Wlz-indicatie per gemeente Bron: CBS StatLine, CIZ

Relatief gezien wonen in gemeente Sliedrecht de meeste inwoners intramuraal. In Dordrecht en Hoeksche Waard wonen absoluut gezien de meeste mensen intramuraal, wat te verklaren is door het feit dat deze gemeenten ook de meeste inwoners hebben. Ook zijn in Dordrecht en Hoeksche Waard relatief veel VV-instellingen en heeft Dordrecht als centrumgemeente een regionale functie.

5.2 Duiding data intramurale ouderenzorg

De afgelopen periode is een stijging geweest van het aantal ouderen dat zorg ontvangt in een verpleeghuis met een VV-Wlz-indicatie. De verwachting is dat deze stijging de komende jaren zal voortzetten.

Daarnaast zien we dat de lagere zorgprofielen (VV1-VV3) worden uit gefaseerd, terwijl tegelijkertijd een stijging zichtbaar is van de zwaardere zorgprofielen.

Dit betekent dat er in de regio méér en ook zwaardere zorg gevraagd wordt door ouderen en dat er tegelijkertijd ouderen langer met een zorgvraag thuis wonen. Het langer en veilig thuis blijven wonen moet daarom een belangrijk gespreksonderwerp zijn bij alle betrokkenen van zorg.

Deze regionale ontwikkelingen zijn in lijn met de landelijke ontwikkelingen.

(16)

6. Zorg aan thuiswonende ouderen

Grafiek 7. Verwacht aantal zelfstandig wonende personen van 60 jaar of ouder Bron: WoonZorgwijzer

Grafiek 7 laat een stijging zien van het aantal zelfstandig wonende mensen met dementie. Volgens deze informatie stijgt het aantal mensen met dementie die thuis wonen met 1600. Zoals te zien in grafiek 8 is deze stijging in vrijwel alle gemeenten zichtbaar.

In de volgende paragrafen geven we toelichting op deze cijfers, en een

Grafiek 8. Verwacht aantal zelfstandig wonende personen van 60 jaar of ouder per gemeente

Bron: WoonZorgwijzer 0

1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000

2012 2016 2018 2023

0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 1800

2012 2016 2018 2023

(17)

Grafiek 10. Aantal thuiswonende personen van 19 jaar of ouder die mogelijk beperkingen ervaren op het gebied van …

Bron: WoonZorgwijzer

6.1 Toelichting op data Cijfers Dementie

Dementie is de snelst groeiende doodsoorzaak in Nederland volgens het CBS. Het aantal mensen met dementie is door de vergrijzing vervijfvoudigd. De kans op dementie neemt sterk toe met de leeftijd.

Dit is te zien in de grafiek hiernaast. Hierin zien we dat met name in de hoogste leeftijdsklassen de kans op dementie toeneemt. Dit is een verklaring van de verschillen die we tussen gemeenten zien in de stijging van het aantal mensen met dementie. Gemeenten waarin de groei van het aantal mensen met dementie harder stijgt, hebben over het algemeen een grotere groep inwoners in de hoogste leeftijds- klassen.

Grafiek 9. Aantal mensen met dementie per leeftijdscategorie per 1.000 personen Bron: CBS StatLine

0 20000 40000

Sociale contacten/netwerk zich (veilig) buitenshuis

verplaatsen zich (veilig) binnenshuis

verplaatsen regievoering eigen leven

2012 2016 2018 2023

(18)

Cijfers Somatiek

Ongeveer 60% van deze groep bestaat uit vrouwen en 40% uit mannen.

Er is een vrij sterke samenhang met leeftijd. De kans dat iemand een enkelvoudige aandoening met mobiliteitsbeperking heeft, is ruim vier keer zo groot als iemand 70 jaar of ouder is dan wanneer iemand tussen 19 en 69 jaar is.

Een relatief groot deel van de groep met een somatische aandoening heeft een laag inkomen. Iets meer dan de helft van de groep behoort tot de 40% (landelijk) laagste inkomens. De kans dat iemand een enkel- voudige somatische aandoening met een mobiliteitsbeperking heeft, is ruim 3,5 keer groter als iemand tot de groep laagste 40% inkomens behoort dan wanneer iemand behoort tot de groep met de 20%

hoogste inkomens.

Wmo-voorzieningen

De Wmo-voorzieningen zijn sterk afhankelijk van het beleid op gemeentelijk niveau, en daarnaast leveren niet alle gemeenten de gegevens juist aan. Het gebruik van Wmo-voorzieningen in de regio is daarom in dit regiobeeld niet opgenomen, omdat het geen

betrouwbare informatie geeft.

6.2 Ouderenmishandeling

De tabel laat het aantal meldingen ouderenmishandeling zien per gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid. Ouderenmishandeling wordt geregistreerd per melding, en niet op type mishandeling (bijvoorbeeld psychisch geweld, lichamelijk geweld, verwaarlozing et cetera).

Gemeente Aantal meldingen 2019

Alblasserdam 1

Dordrecht 19

Gorinchem 1

Hardinxveld-Giessendam 2

Hendrik Ido Ambacht 3

Hoeksche Waard 9

Molenlanden 0

Papendrecht 1

Sliedrecht 4

Zwijndrecht 3

Totaal 42

Tabel 3. Meldingen ouderenmishandeling in 2019

Bron: Registratiesysteem Clavis Veilig Thuis ZHZ, meldingen van ouderenmishandeling, 2019

We zien het hoogste aantal meldingen in Dordrecht. Gezien het grote aandeel van ouderen die in Dordrecht wonen in de regio, is dit te verklaren. Opvallend is dat in Molenlanden geen melding is gedaan, terwijl deze gemeenten ook een relatief groot aandeel ouderen heeft.

(19)

Daarnaast zijn er in het jaar 2014 bij Veilig Thuis in heel Nederland 1541 meldingen binnen gekomen. Dit zegt echter niet veel over het

daadwerkelijk percentage ouderen dat te maken heeft met mishandeling. Meldingen zijn over het algemeen het topje van de ijsberg. Vanuit het samenwerkingsverband is een beweging gestart om bewustzijn te creëren met het regionaal convenant Ouderen in veilige handen, dit is een gezamenlijke aanpak tegen ouderenmishandeling.

Naast deze cijfers uit het registratiesysteem, is de meest recente openbare landelijke bron in het kader van ouderenmishandeling de Gezondheidsmonitor 2016. Uit deze monitor komt naar voren dat 4%

van de 65-plussers te maken heeft met psychische mishandeling. Het percentage in de regio Zuid-Holland Zuid ligt iets onder dit gemiddelde.

GGD-regio Percentage

GGD Zuid-Holland Zuid 3,7

GGD Amsterdam 4,6

GGD Brabant-Zuidoost 4,2

GGD Drenthe 3,5

GGD Flevoland 3,2

GGD Fryslân 4,6

GGD Gelderland-Zuid 3,6

GGD Gooi en Vechtstreek 3,4

GGD Groningen 4,6

GGD Haaglanden 4,4

GGD Hart voor Brabant 2,9

GGD-regio Percentage

GGD Hollands Midden 3,3

GGD Hollands Noorden 4,1

GGD IJsselland 3,5

GGD Kennemerland 5,3

GGD Limburg-Noord 4,5

GGD Noord- en Oost-Gelderland 3,6

GGD regio Utrecht 3,9

GGD Rotterdam-Rijnmond 3,7

GGD Twente 4,0

GGD West-Brabant 3,3

GGD Zaanstreek-Waterland 4,1

GGD Zeeland 3,3

GGD Zuid-Limburg 5,9

Gelderland-Midden 3,9

Totaal gemiddelde 4,0

Tabel 4. Ouderenmishandeling per GGD-regio, geschat percentage Bronnen: Gezondheidsmonitor 2016

(20)

6.3 Ontwikkeling wijkverpleging

Het percentage inwoners dat gebruikmaakt van wijkverpleging uit de Zorgverzekeringswet ligt in drie gemeenten lager dan het Nederlandse gemiddelde (Hendrik Ido Ambacht, Hoeksche Waard en Molenland).

Gemeente Papendrecht is gelijk aan het Nederlandse gemiddelde. In de overige zes gemeenten zijn er meer inwoners met wijkverpleging in vergelijking met het Nederlandse gemiddelde.

% inwoners met wijkverpleging

Aantal inwoners met wijkverpleging

Alblasserdam 4,3 860

Dordrecht 3,8 4500

Gorinchem 3,8 1380

Hardinxveld-Giessendam 3,7 665

Hendrik Ido Ambacht 3,2 980

Hoeksche Waard 3,4 2945

Molenlanden 3,1 1360

Papendrecht 3,5 1130

Sliedrecht 4,4 1100

Zwijndrecht 4,1 1830

Landelijk 3,5 601 300

Tabel 5. Ontwikkeling wijkverpleging Bronnen: Vektis Wijkverpleging en CBS 2018

1 Deze aantallen hebben niet specifiek betrekking tot de doelgroep

6.4 Duiding data thuiswonende ouderen

In de regio is een toename zichtbaar van het aantal thuiswonende mensen met dementie (60+), dit is in lijn met de landelijke

ontwikkelingen. Daarnaast zal het aantal mensen met somatische aandoeningen verder stijgen. Tot slot zien we ook een toename in het aantal thuiswonende volwassenen die mogelijk beperkingen ervaren op verschillende gebieden1. Deze stijgingen zien we in alle gemeenten in regio Zuid-Holland Zuid. Wat betreft de ervaren beperkingen (regie en veilig binnenshuis en buitenshuis verplaatsen) zien we dat de

problematiek in verhouding met de landelijk gebieden groter is in de stedelijke gebieden.

(21)

7. Reflectie op thema’s

De volgende thema’s zijn besproken in subgroepen tijdens de regiobijeenkomsten:

Vitaal ouder worden

Leefstijl en preventie

Veilig wonen (met behulp van technologie)

Veilig buitenshuis verplaatsen

Eenzaamheid

7.1 Vitaal ouder worden

Het brede thema Vitaal ouder worden is in één van de subgroepen

besproken. Hierin is als belangrijk onderwerp de digitale kwetsbaarheid van ouderen genoemd. Door de covid- 19 maatregelen is het ontbreken van digitale vaardigheden een groter probleem geworden en daarnaast

heeft is de noodzaak meer op het netvlies van de maatschappij gekomen. Een goed netwerk hebben en onderhouden is belangrijk, bijvoorbeeld in de straat, de wijk, kerk, verenigingsleven. Maar ook een betrokken huisarts of POH-ouderen is van belang. Wanneer fysiek ontmoeten niet mogelijk is (bijvoorbeeld door de covid-19 maatregelen, maar ook wanneer familie ver weg woont of door fysieke beperkingen men minder mobiel is), kan digitale communicatie een uitkomst bieden.

Een ander onderwerp besproken tijdens de regiobijeenkomst is

beschikbare woningen zijn voor senioren die ook betaalbaar zijn.

Aanknopingspunt vanuit de regiobijeenkomst is de inzet op het bij elkaar laten wonen van ouderen en jongeren. Zodat de doelgroepen van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen helpen.

Deelnemers geven aan dat het belangrijk is een toekomstbestendige woning op tijd te regelen, bijvoorbeeld al rond de leeftijd van 65 jaar.

Financiële middelen zijn hiervoor nodig, maar niet alle ouderen kunnen dit nog betalen. Via de gemeente zijn er vanuit de Wmo middelen beschikbaar voor de aanschaf van hulpmiddelen. Kennis hierover onder ouderen en hun naasten moet overzichtelijk, toegankelijk en helder zijn.

7.2 Leefstijl en preventie

Voor kinderen en jeugd hebben we de jeugdgezondheidszorg (JGZ) ingeregeld in Nederland. Tijdens de regiobijeen- komst wordt gesproken over of er wellicht meer ingezet moet worden op ouderengezondheidszorg, die

preventief en aan de voorkant hulp biedt aan ouderen. Om preventief te werk te

gaan, is samenwerking tussen professionele organisaties en

vrijwilligers(organisaties) essentieel. Deze samenwerking moet versterkt worden, waarbij privacy een punt van aandacht/vraagstuk is.

Ervaring is dat projecten in het informele circuit makkelijker opgezet kunnen worden. De deelnemers van de bijeenkomst geven dan ook aan dat bijvoorbeeld de gemeente en GGD dit moeten proberen te

stimuleren. Waarbij de gemeente en GGD dan de rol hebben van aanjager of verbinder. Door in te zetten op een 'Learning Community’

(22)

kan men zoveel mogelijk informatie met elkaar delen en dus ook van elkaar leren.

Tot slot wordt nadrukkelijk aangegeven dat het van belang is om met ouderen en hun mantelzorgers zelf te praten, in plaats van over de doelgroep. Verbinding hebben en houden met de doelgroep en hun omgeving is nodig. Door de invulling van de voucher de Juiste Zorg op de Juiste Plek met dit traject is hierin een belangrijk stap gezet. Dit is als zeer prettig ervaren door de deelnemende ouderen, andere deelnemers en door de gezamenlijke opdrachtgever.

7.3 Veilig buitenshuis verplaatsen

Veilig buitenshuis verplaatsen betekent voor de deelnemers aan de regiobijeenkomst naar buiten kunnen en durven te gaan. Geconstateerd wordt dat bepaalde voorzieningen in de wijk fysiek wegvallen door de digitalisering (bijvoorbeeld de bank en postkantoor). Dit zorgt ervoor dat deze voorzieningen niet toegankelijk zijn voor ouderen die in mindere mate digitaalvaardig zijn. Naast zorg in de nabijheid

(bijvoorbeeld de huisarts en de huisartsenpost voor avonduren en in het weekend) zijn ook winkels en OV-haltes in de nabijheid van belang.

Tijdens de regiobijeenkomst wordt geconstateerd dat, ondanks de

wachttijd, vervoer is geregeld. Zo kunnen ouderen in de regio bijvoorbeeld gebruikmaken van vrijwilligersvervoer.

Wanneer woningen of appartementen voor ouderen georganiseerd worden, dan is het essentieel winkels in de nabijheid zijn zodat dat ouderen zelfstandig naar de supermarkt kunnen.

7.4 Veilig wonen (met behulp van (zorg)technologie) Het gebruik van zorgtechnologie is steeds meer

in opkomst. De inzet van zorgtechnologie kan helpen om langer zelfstandig te blijven wonen.

Hierbij kan gedacht worden aan valbeveiliging, het op afstand monitoren of het goed gaat met de persoon, mogelijk in combinatie met camerabewaking. Maar ook vormen van domotica, zoals een apparaat dat bijhoudt waar de persoon zich bevindt. Als de persoon de weg niet meer naar huis weet, kan deze hiermee worden geholpen. Ook beeldschermzorg is een vorm van zorgtechnologie die ingezet kan worden.

Zorgtechnologie helpt om een andere manier van zorg mogelijk te maken, maar kan ook zelfzorg mogelijk maken. Een voorbeeld hiervan is dat het monitoren van de bloeddruk en de bloedsuiker steeds beter door de cliënt zelf kan worden gedaan.

Tijdens de bijeenkomst is gesproken over de bijdrage die zorg- technologie kan leveren aan het langer thuis blijven wonen. Over het algemeen vonden de deelnemers dat zorgtechnologie een goede

(23)

bijdrage kan leveren aan het langer thuis blijven wonen van ouderen.

Hier zijn echter wel een aantal voorwaarden aan:

De persoon waar zorgtechnologie wordt ingezet, moet goed begrijpen hoe dit werkt en wat hij/zij ermee kan.

Voor mensen met dementie is de inzet van zorgtechnologie waar ze zelf wat mee moeten lastig. Het kan voor deze doelgroep wel worden ingezet om bijvoorbeeld weglopen te voorkomen.

Het gebruik van zorgtechnologie is een mooie aanvulling, maar geen directe vervanging van zorg.

De meeste deelnemers gaven aan gebruik te willen maken van zorgtechnologie om langer thuis te kunnen blijven wonen. De

zorgtechnologie moet wel veilig zijn en de privacy moet voldoende zijn geborgd. Ook moet de inzet van zorgtechnologie voldoende

meerwaarde bieden.

Tijdens de bijeenkomst is uitgebreid aandacht besteed aan

digivaardigheid. Er moet veel meer aandacht worden besteed aan het ontwikkelen van de digivaardigheid van ouderen. De ontwikkeling van nieuwe technologieën gaat snel, er komen steeds meer nieuwe

technieken bij, waar ook ouderen mee moeten leren omgaan. Dit geldt niet alleen voor zorgtechnologie, maar ook op ander vlakken, zoals nieuwe manieren om bankzaken te regelen. Met name kwetsbare ouderen hebben hier moeite mee. Dit betekent in sommige gevallen dat ze steeds afhankelijker worden van anderen, bijvoorbeeld voor het regelen van bankzaken en het communiceren met de overheid (zoals de belastingdienst). Dit kan ervoor zorgen dat kwetsbaarheid onder ouderen toeneemt.

Wie heeft een rol bij het inzetten van zorgtechnologie? De deelnemers zagen voor zowel de zorgaanbieder als de financier (gemeente,

zorgverzekeraar etc.) een rol. De financier in het mogelijk maken van de inzet van technologie en de aanbieder met name in het leveren van de dienstverlening met zorgtechnologie.

De belangrijkste voorwaarde die de deelnemers aangaven was dat er een samenwerking moet zijn tussen de diverse partijen die betrokken zijn bij zorgtechnologie. Zij moeten gezamenlijk nadenken over wat voor de persoon waar ze zorgtechnologie willen inzetten, belangrijk is.

7.5 Eenzaamheid

Grafiek 11 laat het percentage eenzaamheid zien per gemeente.

Het landelijke gemiddelde van eenzaamheid ligt op 39%. Het is zichtbaar dat in de stedelijke gemeenten de problematiek groter is. Dit gegeven wordt tijdens de regiobijeenkomst herkend. In een stad is het makkelijker om een anoniem bestaan te leiden.

Eenzaamheid leidt tot grotere

problemen, wat uiteindelijk ook een grote kostenpost kan worden. Door eenzaamheid aan te pakken, kan voorkomen worden dat iemand schade oploopt door de gevolgen.

(24)

Grafiek 11. Percentage mensen met eenzame gevoelens Bron: Volksgezondheid en Zorg, cijfers van Eenzaamheid, 2016

Uit de bijeenkomst komt dat eenzaamheid doorbroken kan worden door het bespreekbaar en bekend te maken. Eenzaamheid oplossen doen we niet door uit te zoeken hoeveel mensen eenzaam zijn, maar door actie en te doen.

Concreet aanknopingspunt zou het organiseren van een meldpunt kunnen zijn. Naast een meldpunt is het ook essentieel eenzaamheid te

van belang dat na de melding/signalering er heldere (werk)afspraken zijn over wie de melding vervolgens oppakt, zodat men aangesproken kan worden op verantwoordelijkheden.

Daarnaast is, zeker in de periode van de corona uitbraak, inzet op digitalisering nodig. Als iemand geen (klein)kinderen heeft om te helpen, dan kan bijvoorbeeld een vrijwilliger of professional ingezet worden om iemand op weg te helpen. Tot slot, eenzaamheid speelt niet alleen bij (kwetsbare) ouderen, maar is een probleem door alle

leeftijden heen, van 0 tot 100. Zoek daarom juist de breedte en zoek intensieve samenwerking met bijvoorbeeld onderwijs, jeugdwerk, consultatiebureaus et cetera.

0 10 20 30 40 50 60

Alblasserdam Dordrecht Gorinchem Hardinxveld-Giessendam Hendrik-Ido-Ambacht Hoeksche Waard Molenlanden Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht

Percentage mensen met eenzame gevoelens

(25)

8. Aanbevelingen

Op basis van de bevindingen vanuit de data-analyse en de regiobijeenkomst bevelen we in het algemeen aan om:

Naast de verwachte groei van het aantal VV-Wlz-indicaties in de regio, ook rekening te houden met de verschuiving in de zwaarte van de zorgprofielen;

Ondersteuning te bieden aan de krimpende groep mantelzorgers en vrijwilligers (vaak in de leeftijd 50 – 75 jaar) in de regio;

In te zetten op het preventief voorbereiden van ouderen op het vitaal ouder worden;

Inzetten op het voorkomen en bestrijden van digitale

kwetsbaarheid, tijdens de huidige situatie rondom corona, maar ook zeker wanneer deze pandemie over is.

In gesprek te blijven mét ouderen, en niet te spreken over ouderen.

Dit is als zeer positief en constructief ervaren door zowel de opdrachtgevers als de deelnemers van de bijeenkomst.

Doel van dit onderzoek is te komen tot concrete aanknopingspunten voor een aantal sub-thema’s. Hier geven we aanknopingspunten en aanbevelingen per thema.

Vitaal ouder worden:

Inzet op voldoende beschikbare en betaalbare woningen voor senioren.

Inzet op combinatiewoningen met jongeren en ouderen/

In samenwerking met gemeenten zorgen voor overzichtelijk, toegankelijke en heldere informatie over mogelijkheden Wmo- voorzieningen.

Leefstijl en preventie

Mogelijkheden onderzoeken voor organiseren preventie ouderengezondheidszorg.

Blijf in gesprek met de doelgroep, zowel met de ouderen als mantelzorgers.

Investeer in en ondersteun initiatieven uit het informele circuit.

Veilig buitenshuis:

Ondersteun ouderen in de digitalisering van bankzaken en de post, waarvan de fysieke kantoren wegvallen.

Blijf inzetten op vervoer, zoals vrijwilligersvervoer.

Eenzaamheid:

Organiseer een meldpunt voor eenzaamheid met heldere afspraken over opvolging.

Zet in op signalering op eenzaamheid bij ouderen via bijvoorbeeld huishoudelijke hulp, thuiszorg, huisarts.

Zoek samenwerking met partijen als onderwijs en jeugdwerk om de breedte van het probleem aan te pakken.

(26)

Bijlage 1. Verantwoording bronnen

• CBS: Statline (augustus-september 2020)

• Monitor Sociaal Domein (augustus-september 2020)

• WoonZorgwijzer (augustus 2020), zie voor meer informatie de volgende pagina’s

• CIZ-databank (augustus-september 2020)

• Vektis wijkverpleging (augustus 2020)

• Volksgezondheid en Zorg (augustus 2020)

WoonZorgwijzer

Om de zelfstandig wonende kwetsbare inwoners in kaart te brengen maken we gebruik van de WoonZorgwijzer. De WoonZorgwijzer is een instrument om de (lokale) beleidsvorming op het gebied van wonen, zorg en ondersteuning te faciliteren. Op een laag geografisch schaalniveau wordt inzichtelijk gemaakt waar mensen met een bepaalde aandoening wonen en welke beperkingen zij mogelijk

ervaren. De WoonZorgwijzer is in 2015 en 2016 door RIGO ontwikkeld in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. In 2017 is met de WoonZorgwijzer geëxperimenteerd in de Provincie Zuid-Holland, wat aanleiding was om een provinciale applicatie te ontwikkelen waarmee de WoonZorgwijzer toegankelijk is geworden voor alle organisaties in de provincie.

De WoonZorgwijzer gaat uit van mensen ouder dan 18 jaar, die deel uitmaken van een zelfstandig huishouden. Daarbinnen worden de volgende hoofdgroepen onderscheiden:

Mensen met een somatische aandoening en mobiliteitsbeperking

Mensen met een licht verstandelijke beperking;

Mensen met een matig tot ernstige verstandelijke beperking;

Mensen met een dementiële aandoening (psychogeriatrische problematiek);

Mensen met psychische aandoeningen

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel.

De doelgroep mensen met een licht verstandelijke beperking kent een brede scope, voor wat betreft de definities die door de WoonZorgwijzer worden gehanteerd. Het betreft namelijk, naast mensen met een licht verstandelijke beperking, ook een grote groep inwoners die kwets- baarder zijn, maar wel zelfredzaam zijn en geen ondersteuning nodig hebben. Deze groep nemen we niet mee in de presentatie van de aantallen, om een vertekend beeld van de werkelijkheid te voorkomen.

Model en prognose

Het model van de WoonZorgwijzer gaat ervan uit dat de bij de

ontwikkeling van het model vastgestelde relaties tussen de kenmerken van mensen en hun omgeving aan en het voorkomen van de

verschillende zorgdoelgroepen over de jaren heen onveranderd zijn gebleven. Het huidige model is geactualiseerd voor de peildatum 1 januari 2016 en er is een prognosemodule ontwikkeld voor de daaropvolgende jaren. Daarbij is aan de ene kant rekening gehouden met bevolkingsontwikkelingen, maar ook met andere demografische factoren, waaronder bijvoorbeeld de huishoudenssamenstelling. Op basis van de kenmerken van de bevolking postcode-6 niveau wordt een raming gegeven van het voorkomen van de verschillende groepen kwetsbare inwoners in desbetreffend gebied.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De wonen en zorg opgave moet door verschillende partijen in afstemming worden opgepakt om tot resultaten te kunnen leiden; samenwerking is nodig tussen zorgpartijen, corporaties,

- Ondersteuning mantelzorgers: In voor mantelzorg Thuis - Samenwerking met vrijwilligers: Samen ouder worden. Over tien jaar zijn er

Bij de start van elk proefproject werd de interRAI­vragenlijst afgenomen bij elke

[r]

Ouderen die zorg aan huis krijgen en of ondersteuning en die (veel) medicijnen gebruiken vinden het moeilijk om in te schatten of ze op den duur nog wel in het eigen huis

Aan de groep deelnemers die aangaf geen zorg en/of ondersteuning thuis te ontvangen, maar dit wel nodig te hebben is gevraagd naar de reden.. Er werden diverse redenen genoemd

Maar vooral ook over het feit dat veel ouderen langer zelfstandig in hun woning willen blijven wonen en daar een eigen verantwoordelijkheid in hebben?.

Jeugdoverl ast..