L ITURGIE
bij de dankdienst voor het leven van
M ARIA H ELENA S MIT - V ISSER
R IA
* 24 november 1940 † 16 november 2021
in de aula van crematorium Eikelenburg te Rijswijk op dinsdag 23 november 2021
Voorganger: ds Susan Karreman Organist: Philip Meijer
Muziek: ‘If I could be where you are’ − Enya Welkom
Lied 42 ‘Evenals een moede hinde’, vs 1 en 7
Hart, onrustig, vol van zorgen, vleugellam geslagen ziel,
hoop op God en wees geborgen.
Hij verheft wie nederviel.
Eens verschijn ik voor de Heer, vindt mijn ziel het danklied weer:
Hij, mijn God, Hij heeft mijn leven altijd aan de dood ontheven.
De kaarsen worden aangestoken door de familie
Lied 568a ‘Ubi caritas et amor, Deus ibi est’
‘Waar vriendschap en liefde is, daar is God’
5 x herhaald
Votum en groet
Gebed om Gods nabijheid Marleen over haar moeder
Lezing uit de Bijbel:
Markus 4 vs 35 t/m 41
Aan het eind van die dag, toen het avond was geworden, zei Hij tegen hen: ‘Laten we het meer oversteken.’ Ze lieten de menigte achter en namen Hem mee in de boot waarin Hij al zat, en voeren samen met de andere boten het meer op. Er stak een hevige storm op en de golven beukten tegen de boot, zodat die vol water kwam te staan.
Maar Hij lag achter in de boot op een kussen te slapen. Ze maakten Hem wakker en riepen: ‘Meester, kan het U niet schelen dat we vergaan?’ Toen Hij wakker geworden was, sprak Hij de wind bestraffend toe en zei tegen het water: ‘Zwijg! Wees stil!’ De wind ging liggen en het water kwam helemaal tot rust. Hij zei tegen hen:
‘Waarom zijn jullie zo angstig? Geloven jullie nog steeds niet?’
Ze werden bevangen door grote schrik en zeiden tegen elkaar:
‘Wie is Hij toch, dat zelfs de wind en het water Hem gehoorzamen?’
Lied 221 ‘Zo vriendelijk en veilig als het licht’, vs 1 en 2
Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd waakt over mij en over al mijn gangen.
Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid om, als ik val, mij telkens op te vangen.
Ik leef niet echt, als Gij niet met mij zijt.
Ik moet in lief en leed naar U verlangen.
Lezing uit de Bijbel:
Johannes 16 vs 33
Ik heb dit gezegd opdat jullie vrede vinden bij Mij. Jullie zullen het zwaar te verduren krijgen in de wereld, maar houd moed:
Ik heb de wereld overwonnen.’
Lied 221 vs 3
Spreekt Gij het woord dat mij vertroosting geeft, dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede.
Ontsteek die vreugde die geen einde heeft, wil alle liefde aan uw mens besteden.
Wees Gij vandaag mijn brood, zowaar Gij leeft – Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden.
Overdenking
Lied 840 ‘Lieve Heer, Gij zegt ‘kom’ en ik kom’, vs 1 en 2
O mijn God, Gij zegt ‘ga’ en ik ga, Gij zegt ‘ga’ en ik ga, laat mij niet alleen,
wees het woord in mijn vlees en de geest om mij heen, wees de adem waaruit ik ontsta.
Een leven in beelden
Tijdens deze fotopresentatie klinkt het lied:
‘Zo zal het zijn’
− Rob de NijsGedicht, gelezen door Heleen:
‘Voetstappen’
Ik droomde eens en zie Ik liep aan 't strand bij lage tij.
Ik was daar niet alleen,
Want ook de Heer liep aan mijn zij.
We liepen samen het leven door, En lieten in het zand,
Een spoor van stappen; twee aan twee, De Heer liep aan mijn hand.
Ik stopte en keek achter mij, En zag mijn levensloop, In tijden van geluk en vreugde, Van diepe smart en hoop.
Maar als ik het spoor goed bekeek, Zag ik langs heel de baan,
Daar waar het juist het moeilijkst was, Maar één paar stappen staan.
Ik zei toen "Heer waarom dan toch?
Juist toen ik U nodig had,
Juist toen ik zelf geen uitkomst zag, Op het zwaarste deel van mijn pad..."
De Heer keek toen vol liefde mij aan, En antwoordde op mijn vragen;
"Mijn lieve kind, toen het moeilijk was, Toen heb ik jou gedragen..."
Dankgebed en voorbeden, afgesloten door het ‘Onze Vader’
Slotlied 835 ‘Jezus, ga ons voor’, vs 1, 3 en 4
Krimpt ons angstig hart onder eigen smart,
moet het met de ander lijden, Jezus, geef ons kracht tot beide.
Wees Gij zelf het licht dat ons troost en richt.
In de woestenij, Heer, blijf ons nabij
met uw troost en met uw zegen tot aan ’t eind van onze wegen.
Leid ons op uw tijd in uw heerlijkheid.