1
Managementstatuut O.R.S. Lek en Linge
Preambule
De O.R.S. Lek en Linge is een school met vier locaties in Culemborg en met vestiging de Lingeborgh in Geldermalsen. Aan het hoofd van iedere locatie dan wel vestiging staat een directeur die leiding geeft aan de betrokken locatie/vestiging. Daarnaast kent de school een directeur bedrijfsvoering die verantwoordelijk is voor de bedrijfsvoering (de back office processen).
Uitgangspunt in de aansturingsfilosofie is dat de locaties/vestiging een zekere autonomie hebben die in balans moet staan tot een centrale sturing, die nodig en wenselijk is. Vestiging de Lingeborgh heeft daarbij een grotere zelfstandigheid dan de vier locaties in Culemborg, die stevig met elkaar zijn verweven. Aan de autonomie van vestiging de Lingeborgh binnen het grotere geheel van onze onderwijsinstelling – wil O.R.S.
Lek en Linge aantoonbaar recht doen, ook in dit statuut.
Als handvat voor het managementstatuut geldt dat de directeur-bestuurder primair verantwoordelijk is voor het bepalen van het WAT op strategisch niveau, terwijl de directeuren van de vestiging/locaties verantwoordelijk zijn voor het HOE.
Omdat de directeuren deel uitmaken van het locatie- en vestigingoverstijgende managementteam wordt van hen verwacht dat zij een substantiële bijdrage leveren aan de totstandkoming van het WAT.
In de onderstaande tekst is in artikel 4, eerste lid aangegeven wat ter besluitvorming is voorbehouden aan de directeur-bestuurder. Dat zijn zaken die:
primair het WAT raken (vaststelling strategisch beleidsplan, locatie- en vestigingsbeleidsplan, begroting, instandhoudingsbeleid);
voortvloeien uit de hiërarchische relatie tussen directeur-bestuurder en directeuren (vaststelling managementstatuut, benoeming/ontslag directeuren en leden locatie- en vestigingsleidingen, functioneringsgesprekken met directeuren en medewerkers die rechtstreeks onder de directeur- bestuurder vallen);
vanwege het uniforme karakter en/of centrale sturing belegd dienen te worden bij de directeur- bestuurder (vaststelling MR-reglement, klachtenregeling, overlegpartner MR, Centrales;
functiebouwwerk; managementstructuur, incl. stafondersteuning voor de school als geheel en op de locaties/vestiging);
wettelijk zijn voorgeschreven (beslissen op bezwaarschrift tegen besluit dat in mandaat door bv.
een directeur is genomen).
De resterende taken en bevoegdheden worden gemandateerd aan de directeuren. In beginsel wordt tussen de directeuren geen onderscheid gemaakt met uitzondering van het feit, dat de directeur van de Lingeborgh:
een eigen deelbegroting (waaronder in ieder geval: de meerjaren begroting; de exploitatiebegroting en de meerjaren investeringsbegroting) en het formatieplan voor vestiging de Lingeborgh opstelt en ter vaststelling voorlegt aan de directeur-bestuurder en vervolgens op basis daarvan de financiële verantwoordelijkheid voor die vestiging draagt.
2
een extra taak heeft ten opzichte van de deelraad MR Geldermalsen (optreden als gesprekspartner namens het bevoegd gezag, vaststelling reglement deelraad).
voorzitter is van de sollicitatiecommissie in geval van benoemingen van leden van de vestigingsleiding en van stafmedewerkers aan de vestiging Lingeborgh.
autonoom overlegtaken in de regio Geldermalsen uitoefent (o.a. het bestuurlijk overleg met de gemeente Geldermalsen) over zaken die alleen de vestiging Lingeborgh betreffen en passen in de deelbegroting.
een meerjarenbeleidsplan voor de vestiging Lingeborgh opstelt op basis van het strategisch plan voor de hele school) en ter goedkeuring voorlegt aan de directeur-bestuurder.
Artikel 1 Definitiebepaling
In dit managementstatuut wordt verstaan onder:
a. bevoegd gezag: de directeur-bestuurder van de Stichting;
b. directeur: een functionaris die door het bevoegd gezag is benoemd of te werk is gesteld om leiding te geven aan een locatie of vestiging van de school, dan wel aan de bedrijfsvoering van de school;
c. locaties en vestiging: de vier locaties te Culemborg (gevieren: vestiging Lek en Linge Culemborg) en vestiging de Lingeborgh te Geldermalsen, die tezamen de school vormen;
d. afdeling bedrijfsvoering: de afdeling bedrijfsvoering draagt zorg voor de bedrijfsprocessen die (direct dan wel indirect) in dienst staan van het onderwijs. De bedrijfsvoering kent de volgende afdelingen:
P&O, Financiën, Facilitaire Zaken, ICT-bedrijfsprocessen en leerlingenadministratie.
e. stichting: de Stichting O.R.S. Lek en Linge;
f. school: O.R.S. Lek en Linge;
g. managementteam: het team bestaande uit de directeur-bestuurder en de directeuren h. managementstatuut: het statuut zoals bedoeld in artikel 32c van de wet;
i. wet: de Wet op het voortgezet onderwijs;
Artikel 2 Vaststelling en wijziging van het managementstatuut Lid 1
Het bevoegd gezag stelt de directeuren in de gelegenheid advies uit te brengen over de vaststelling en iedere wijziging van het managementstatuut.
Lid 2
De directeuren worden door het bevoegd gezag in de gelegenheid gesteld - voor dat het advies wordt uitgebracht - met het bevoegd gezag overleg te voeren.
Lid 3
Het bevoegd gezag stelt de directeuren zo spoedig mogelijk schriftelijk en met redenen omkleed op de hoogte of het aan het uitgebrachte advies gevolg wil gegeven.
Lid 4
Indien het bevoegd gezag het advies niet of niet geheel wil volgen, stelt het de directeuren in de gelegenheid overleg te voeren, alvorens definitief over het advies te besluiten. Het bevoegd gezag brengt het definitieve besluit zo spoedig mogelijk ter kennis aan de directeuren.
Artikel 3 Managementteam Lid 1
De directeuren vormen tezamen met de directeur-bestuurder het managementteam.
Lid 2
De directeur-bestuurder is voorzitter van het managementteam.
3 Lid 3
De directeur-bestuurder stelt zo nodig - na overleg met de directeuren - een reglement vast, waarin in ieder geval nadere regels zijn opgenomen over de taken, bevoegdheden en werkwijze van het managementteam.
Artikel 4 Taken en bevoegdheden bevoegd gezag Lid 1
a. Het bevoegd gezag heeft de algemene eindverantwoordelijkheid voor de instandhouding van de onder haar ressorterende school, de kwaliteit van het onderwijs en de bedrijfsvoering.
b. Het bevoegd gezag stelt eens in de vier jaar een strategisch beleidsplan vast, waarin op hoofdlijnen in ieder geval aandacht besteed wordt aan de doelstellingen van de school, de opbrengsten van de school, het onderwijsaanbod en onderwijsbeleid, het
personeelsbeleid en de te bereiken financiële kengetallen. Met in achtneming van dit strategisch beleidsplan stelt het bevoegd gezag jaarlijks op voordracht van de betrokken directeur diens locatie-/vestigingsbeleidsplan vast.
c. Het bevoegd gezag neemt besluiten met betrekking tot de instandhouding van de school , de bestuurlijke overdracht, de wijziging van de grondslag, de verhuizing en de opheffing van een locatie/vestiging van de school.
d. Het bevoegd gezag stelt het formatieplan vast.
(Wat betreft vestiging de Lingeborgh stelt het bevoegd gezag het formatieplan vast op basis van het voorstel van de directeur van vestiging de Lingeborgh.)
e. Het bevoegd gezag besluit over het aangaan van samenwerking met andere instellingen.
f. Het bevoegd gezag besluit over het verkrijgen, bezwaren en vervreemden van registergoederen en het sluiten van contracten.
g. Het bevoegd gezag stelt het functiebouwwerk en de managementstructuur van de school vast.
h. Het bevoegd gezag benoemt, schorst en ontslaat de directeuren en de leden van de locatieleidingen. Daarnaast benoemt, schorst en ontslaat hij de hoofden van de afdelingen in de bedrijfsvoering. Het bevoegd gezag benoemt, schorst en ontslaat – op voordracht van de betrokken directeur dan wel zelfstandig - het overige personeel dat op de locaties werkzaam is.
i. Het bevoegd gezag stelt de (meerjaren)begroting en het jaarverslag vast. (Wat betreft vestiging de Lingeborgh: op basis van het voorstel van de directeur van de Lingeborgh.)
j. Het bevoegd gezag voert de functionerings- en beoordelingsgesprekken met de directeuren en de medewerkers die rechtstreeks onder zijn leiding vallen.
k. Het bevoegd gezag stelt het managementstatuut vast.
l. Het bevoegd gezag stelt het medezeggenschapsreglement van de MR, het medezeggenschapsreglement van de deelraad Culemborg en het medezeggenschapsstatuut vast.
m. Het bevoegd gezag voert het overleg met de medezeggenschapsraad en de deelraad Culemborg n. Het bevoegd gezag voert overleg met de Centrales over aangelegenheden van algemeen belang
over de rechtstoestand van het personeel.
o. Het bevoegd gezag neemt een besluit op een bezwaarschrift dat is ingediend tegen een besluit dat in naam van het bevoegd gezag is genomen.
Lid 2
Het bevoegd gezag verleent ten aanzien van alle taken en bevoegdheden die hem bij of krachtens de wet als schoolbestuur toekomen en niet in het eerste lid van dit artikel zijn genoemd, mandaat aan de directeuren.
4 Lid 3
Het bevoegd gezag verleent mandaat aan de directeuren tot het benoemen in tijdelijke aanstelling en het wijzigen van vaste aanstellingen van het overige personeel als bedoeld in het eerste lid onder h van dit artikel.
Artikel 5 Bevoegdheden directeuren Lid 1
De directeuren oefenen de taken en bevoegdheden uit die door het bevoegd gezag overeenkomstig artikel 4 tweede en derde lid van dit managementstatuut aan hen zijn gemandateerd.
Lid 2
De directeuren oefenen de taken en bevoegdheden uit met betrekking tot de “toedeling, bestemming en aanwending van de bekostiging” zoals deze zijn omschreven in artikel 7 van dit statuut.
Lid 3
De directeuren hebben - met inachtneming van de beleids- en financiële uitgangspunten, die door het bevoegd gezag zijn vastgesteld - de volgende taken en bevoegdheden:
a. Een directeur is belast met de dagelijkse leiding van een locatie of van vestiging de Lingeborgh of van de afdeling bedrijfsvoering.
b. Een directeur stelt jaarlijks een door het bevoegd gezag goed te keuren beleidsplan op voor zijn locatie/vestiging/afdeling bedrijfsvoering en draagt zorg voor de uitvoering, de kwaliteit en de evaluatie van dit plan.
c. Een directeur is belast met de zorg voor de organisatie en de kwaliteit van het onderwijs op de locatie of vestiging dan wel met de zorg voor de organisatie en kwaliteit van de afdeling bedrijfsvoering
d. Een directeur geeft leiding aan het personeel van de locatie of vestiging of afdeling bedrijfsvoering, en draagt er zorg voor dat met de individuele personeelsleden functionerings- en beoordelingsgesprekken worden gevoerd.
e. Een directeur onderhoudt de contacten met de leerlingen en hun ouders van de betrokken locatie/vestiging dan wel doet dat waar nodig vanuit de portefeuille bedrijfsvoering
f. Een directeur beheert de door het bevoegd gezag aan de locatie toegekende formatieve en financiële middelen, en doet daartoe uitgaven voor zover deze binnen de goedgekeurde begroting en het vastgestelde beleid zijn toegestaan.
g. Een directeur voert alle taken en verantwoordelijkheden uit, die in de bij zijn functie behorende functiebeschrijving zijn opgenomen.
h. Een directeur is lid van het managementteam. Een directeur draagt door middel van het lidmaatschap van het managementteam bij aan de ontwikkeling van het algemene beleid van de school.
Lid 4
De directeur van vestiging de Lingeborgh:
stelt een eigen deelbegroting (waaronder in ieder geval: de meerjaren begroting; de exploitatiebegroting en de meerjaren investeringsbegroting) en het formatieplan voor vestiging de Lingeborgh op en legt die ter vaststelling voor aan de directeur-bestuurder en draagt vervolgens op basis daarvan de financiële verantwoordelijkheid voor die vestiging.
heeft een extra taak ten opzichte van de deelraad-MR van de Lingeborgh te Geldermalsen (optreden als gesprekspartner namens het bevoegd gezag, vaststelling reglement deelraad).
is voorzitter van de sollicitatiecommissie in geval van benoemingen van leden van de vestigingsleiding en van stafmedewerkers aan vestiging de Lingeborgh.
5
oefent autonoom overlegtaken in de regio Geldermalsen uit (o.a. het bestuurlijk overleg met de gemeente Geldermalsen) over zaken die alleen vestiging de Lingeborgh betreffen en die passen in de deelbegroting van de Lingeborgh.
stelt op basis van het strategisch plan voor de hele school een meerjaren beleidsplan op voor de vestiging Lingeborgh en legt dat ter vaststelling voor aan de directeur-bestuurder.
Artikel 6 Verlenen onder-mandaat door directeur Lid 1
Een directeur kan aan derden die in dienst zijn van het bevoegd gezag en werkzaam zijn op en/of ten behoeve van de locatie of vestiging of afdeling bedrijfsvoering mandaat verlenen ten aanzien van de taken en bevoegdheden zoals genoemd in artikel 5 van dit managementstatuut.
Lid 2
Een directeur stelt een regeling vast waarin het onder-mandaat, zoals genoemd in het eerste lid van dit artikel, beschreven wordt en stelt het bevoegd gezag hiervan in kennis.
Artikel 7 Regeling toedeling, bestemming en aanwending van de bekostiging Lid 1
Het bevoegd gezag stelt de directeuren in de gelegenheid advies uit te brengen over:
a. De vaststelling en wijziging van de (meerjaren)begroting;
b. De vaststelling van de jaarrekening;
c. De criteria die het bevoegd gezag toepast bij de verdeling van de totale lumpsum tussen de gemeenschappelijke voorzieningen op schoolniveau en de voorzieningen op vestigings- en vervolgens locatieniveau;
d. De criteria die het bevoegd gezag toepast bij het verschuiven van middelen tussen de afzonderlijke vestigingen en locaties.
Lid 2
De directeuren worden door het bevoegd gezag in de gelegenheid gesteld - voor dat het advies wordt uitgebracht - met het bevoegd gezag overleg te voeren.
Lid 3
Het bevoegd gezag stelt de directeuren zo spoedig mogelijk schriftelijk en met redenen omkleed op de hoogte of het aan het uitgebrachte advies gevolg wil gegeven.
Lid 4
Indien het bevoegd gezag het advies niet of niet geheel wil volgen, stelt het de directeuren in de gelegenheid overleg te voeren, alvorens definitief over het advies te besluiten. Het bevoegd gezag brengt het definitieve besluit zo spoedig mogelijk ter kennis aan de directeuren.
Lid 5
De directeuren zijn bevoegd verplichtingen aan te gaan met inachtneming van de door het bevoegd gezag vastgestelde begroting voor de locatie/vestiging/afdeling bedrijfsvoering tot een maximum van € 20.000,- per transactie (directeur vestiging de Lingeborgh: € 50.000,-), inclusief eventuele BTW per verplichting, met dien verstande dat bij het hanteren van dit grensbedrag (resp. € 20.000,- en € 50.000,-) evident samenhangende verplichtingen als een geheel worden gezien.
Artikel 8 Rapportage
De directeuren informeren het bevoegd gezag – overeenkomstig de door het bevoegd gezag vastgestelde richtlijnen – over het verloop en de resultaten van het gevoerde beleid met betrekking tot de locaties/vestiging/afdeling bedrijfsvoering.
6 Artikel 9 Schorsing en vernietiging van besluiten.
Lid 1
Het bevoegd gezag kan besluiten en/of maatregelen van een directeur of derden wegens strijd met enig geldende regeling en/of wegens mogelijke schade aan de belangen van de Stichting en/of de vestiging/locatie/afdeling bij gemotiveerd besluit geheel of gedeeltelijk vernietigen.
Lid 2
Het bevoegd gezag kan een besluit of maatregel van een directeur of derden schorsen, indien het besluit of maatregel naar zijn oordeel voor vernietiging in aanmerking komt. Ziet het bevoegd gezag binnen twee weken, nadat het schorsingsbesluit is genomen, af van een vernietiging dan vervalt tegelijkertijd de schorsing.
Artikel 10 Werkingsduur
Het managementstatuut geldt voor het tijdvak van 1 januari 2018 tot 1 januari 2022 en wordt in januari 2020 geëvalueerd en daarna al dan niet tussentijds bijgesteld.
Artikel 11 Slotbepalingen Lid 1
Het vernieuwde managementstatuut treedt in werking op 1 januari 2018.
Lid 2
Een tussentijdse wijziging van het managementstatuut treedt in werking op de dag volgend op de dag waarop het bevoegd gezag tot wijziging heeft besloten.
Lid 3
In gevallen waarin dit managementstatuut niet voorziet, beslist het bevoegd gezag.
Lid 4
Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat het managementstatuut digitaal ter inzage beschikbaar is op een voor alle medewerkers toegankelijke plaats. Het bevoegd gezag zendt een exemplaar van het managementstatuut en elke wijziging daarvan, zo spoedig mogelijk na de vaststelling ter kennisneming aan de inspectie.
Vastgesteld door de directeur-bestuurder na overleg in MT-breed van 11-12-2017 Positief advies van de MR: 19-12-2017
