• No results found

NTC-LEERLIJN OPLEGGER VEILIG LEREN LEZEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "NTC-LEERLIJN OPLEGGER VEILIG LEREN LEZEN"

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

NTC-LEERLIJN OPLEGGER VEILIG LEREN LEZEN

WAAR STAAT DE LEERLING

UITVOEREN VOORBEREIDEN KIES JE DOELEN

(2)

© Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (NOB)

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag openbaar gemaakt worden, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stichting NOB.

Auteur: Pieter Schouten Redactie: Lia Hesemans Vormgeving: Spoor C, Ziezo

Beeld: met dank aan uitgeverij Zwijsen voor het gebruik van de afbeeldingen op het voorblad, p. 4, 7, 8 en 13, uit Veilig leren lezen - Gebruikswijzer en Handleiding Kern 1

Bij het opstellen van de oplegger is dankbaar gebruik gemaakt van de ervaringen en feedback van NTC-leerkrachten in het buitenland: Barbara de Groote, Leen de Pauw, Wernica Bos, Sander Hospers en Jiska van Riel.

Juni 2018

NOB

(3)

3 NTC-LEERLIJNOPLEGGER VEILIG LEREN LEZEN

Met de komst van de NTC-Leerlijn en de publicatie van alle taaldoelen vanaf het peuteronderwijs tot en met het einde van het voortgezet onderwijs, is er ook nagedacht over de vertaling naar de praktijk.

Werk jij op school met Veilig Leren Lezen? En is het een uitdaging om de uitgebreide methode in de beperkte NTC-tijd aan te bieden? Dan is deze oplegger voor jou bedoeld!

Deze NTC-Leerlijnoplegger bij Veilig Leren Lezen werkt als brug tussen de NTC-leerlijn en de methode zelf.

Met deze hulp krijg je grip op wat je uit de methode wel en niet selecteert en kun je met vertrouwen keuzes maken om effectief NTC-onderwijs te bieden aan al je leerlingen.

Inhoudsopgave

Handig

1. Navigeer snel naar een hoofdstuk vanuit de inhoudsopgave hierboven.

2. Via het vierkante NTC-blok bovenaan elke pagina kom je weer terug op deze pagina.

3. In de tekst kun je links en downloads snel vinden met onze kleurcodering:

Link naar een pagina op BRON

Link naar een pagina op de NTC-Leerlijnwebsite Link naar een andere website of emailadres

2. Keuzes maken 5

3. De methode Veilig leren lezen in vogelvlucht 7

4. Lesopbouw Veilig Leren Lezen in het NTC-onderwijs 10

5. Aanpak in het NTC 11

6. Stappenplan bij lesaanbod 13

7. Tot slot 21

1. Inleiding 4

(4)

1. INLEIDING

NTC-onderwijs wijkt uiteraard af van het reguliere onderwijs in Nederland: er is vaak (veel) minder tijd beschikbaar voor de lessen en de leerlingen spreken thuis soms een andere taal. Om toch goed aanvankelijk lees- en taalonderwijs aan te bieden, gebruiken veel scholen een methode als basis. Veilig leren lezen (VLL) is al jaren de meest gebruikte methode voor aanvankelijk lezen in Nederland. VLL is een geïntegreerde methode voor lezen en taal, die niet alleen aandacht besteedt aan technisch lezen en spelling, maar ook aan woordenschat, begrijpend lezen en leesbeleving. Omdat het letterlijk volgen van de methodehandleiding op de meeste NTC-scholen geen optie zal zijn, bieden we middelen aan die je helpen het onderwijs zo effectief mogelijk te organiseren. Deze middelen zijn ontwikkeld met hulp van leraren uit het NTC-onderwijs.

Veilig leren lezen kim-versie

Deze NTC-Leerlijnoplegger (hierna: oplegger) is bedoeld voor docenten die werken met de kim-versie van de methode Veilig leren lezen. Deze versie wijkt af van de vorige versie (de maan-versie).

Toch is de oplegger ook bruikbaar als je met de maan-versie van VLL werkt, want veel uitgangspunten die in deze oplegger aan bod komen, zijn van toepassing op het aanvankelijk lezen in het NTC-onderwijs in het algemeen.

NTC-leerlijn en hulpmiddelen

Methodehandleiding VLL NTC-Leerlijn

Website NTC-Leerlijn

Op de website van de NTC-Leerlijn vind je alle taaldoelen van je leerlingen. Met behulp van de website, de oplegger, de handleiding van VLL en het methodeoverzicht, maak je

vervolgens een planning van je lessen.

NTC-Leerlijnoplegger VLL

NETWERK VOOR NEDERLANDS ONDERWIJS WERELDWIJD WAAR STAAT

DE LEERLING

UITVOERENVOORBEREIDEN KIES JEDOELEN

SAMENHANGLUISTERSTRATEGIEBEPALENAFSTEMMINGOP DOEL AFSTEMMINGOP DOEL AFSTEMMINGOP DOEL AFSTEMMINGOP DOEL AFSTEMMINGOP DOEL AFSTEMMINGOP DOEL AFSTEMMINGOP DOEL

LUISTERSTRATEGIEBEPALEN LUISTERSTRATEGIEBEPALEN LUISTERSTRATEGIEBEPALEN LUISTERSTRATEGIEBEPALEN LUISTERSTRATEGIEBEPALEN LUISTERSTRATEGIEBEPALEN

SAMENHANG SAMENHANG SAMENHANG SAMENHANG SAMENHANG SAMENHANG

WOORDGEBRUIK ENWOORDENSCHAT BEGRIJPEN ENINTERPRETERENBEURTEN NEMENEN BIJDRAGEN AANSAMENHANG BEURTEN NEMENEN BIJDRAGEN AANSAMENHANG BEURTEN NEMENEN BIJDRAGEN AANSAMENHANG BEURTEN NEMENEN BIJDRAGEN AANSAMENHANG BEURTEN NEMENEN BIJDRAGEN AANSAMENHANG BEURTEN NEMENEN BIJDRAGEN AANSAMENHANG BEURTEN NEMENEN BIJDRAGEN AANSAMENHANG

BEGRIJPEN ENINTERPRETEREN BEGRIJPEN ENINTERPRETEREN BEGRIJPEN ENINTERPRETEREN BEGRIJPEN ENINTERPRETEREN BEGRIJPEN ENINTERPRETEREN BEGRIJPEN ENINTERPRETEREN WOORDGEBRUIK ENWOORDENSCHAT WOORDGEBRUIK ENWOORDENSCHAT WOORDGEBRUIK ENWOORDENSCHAT WOORDGEBRUIK ENWOORDENSCHAT WOORDGEBRUIK ENWOORDENSCHAT WOORDGEBRUIK ENWOORDENSCHAT

SPREEKTECHNIEKREFLECTEREN REFLECTEREN REFLECTEREN REFLECTEREN REFLECTEREN REFLECTEREN REFLECTEREN SPREEKTECHNIEK SPREEKTECHNIEK SPREEKTECHNIEK SPREEKTECHNIEK SPREEKTECHNIEK SPREEKTECHNIEK

VISUELEONDERSTEUNINGSAMENVATTEN SAMENVATTEN SAMENVATTEN SAMENVATTEN SAMENVATTEN SAMENVATTEN SAMENVATTEN VISUELEONDERSTEUNING VISUELEONDERSTEUNING VISUELEONDERSTEUNING VISUELEONDERSTEUNING VISUELEONDERSTEUNING VISUELEONDERSTEUNING

sprekenluisterengesprekken

KERN START KERN 1 KERN 2 KERN 3 KERN 4 KERN 5 KERN 6

• Dag 1 Integratieles: Gespreksregel Je eigen mening geven p.11

• Dag 1 Integratieles: Gespreksregel Je eigen mening gevenp.9

• Dag 2: Een eigen ervaring verwoorden p.24

• Dag 8 Integratieles: Een persoon of gebeurtenis beschrijven p.71

• Dag 3 Integratieles: De inhoud van het verhaal enigszins voorspellen p.32

• Dag 2 Integratieles: Een eigen ervaring buiten het hier en nu kunnen verwoorden p.24

• Dag 2 Integratieles: Een eigen ervaring buiten het hier en nu kunnen verwoorden p.24

• Dag 1 Integratieles: Eigen ervaringen en gedachten verwoorden p.9

• Dag 1, 2 , 3 ,5 ,7 en 9 Eigen ervaringen in een samenhangend verhaal verwoorden p.9, 24, 32, 48, 64, 80

• Dag 2 Integratieles: Verhaallijn verkennen p.28

• Dag 9 Integratieles:

Begrijpend luisteren p.83

• Dag 1 en 2 Basisles: p.13, 23

• Dag 1,2, 3 Integratieles:

Gespreksregel p.20, 28, 36

• Dag 2 Integratieles: Vertellen over de opbouw in het verhaal en ontdekken van de verhaalstructuur p.26

• Dag 2 Integratieles: Vertellen over de opbouw in het verhaal en ontdekken van de verhaalstructuur p.24

• Dag 2 Integratieles: Vertellen over de opbouw in het verhaal en ontdekken van de

verhaalstructuur p.24

• Dag 7 Vertellen over de opbouw in een verhaal p.64

• Dag 2 Integratieles: Vertellen over de opbouw in het verhaal en ontdekken van de

verhaalstructuur p.24

• Dag 7 Vertellen over de opbouw in een verhaal p.64

• Dag 4 Integratieles:

Gespreksregel Eigen ervaringen en gedachten verwoorden p.41

• Dag 6 Integratieles: Gespreksregel Spreken met correcte

zinsbouw p.57

• Dag 4 Integratieles:

Gespreksregel Eigen ervaringen en gedachten verwoorden p.41

• Dag 6 Integratieles: Gespreksregel Spreken met correcte

zinsbouw p.57

• Dag 1 Integratieles:

Geconcentreerd en met interesse luisteren naar een voorleesverhaal p.20

• Dag 1 Integratieles: Geconcentreerd en met interesse luisteren naar een voorleesverhaal p.11

• Dag 1 Integratieles: Geconcentreerd en met interesse luisteren naar een voorleesverhaal p.11

• Dag 1 Integratieles: Geconcentreerd en met interesse luisteren naar een voorleesverhaal p.11

• Dag 1 Integratieles: Geconcentreerd en met interesse luisteren naar een voorleesverhaal p.9

• Dag 1 Integratieles: Geconcentreerd en met interesse luisteren naar een voorleesverhaal p.9

• Dag 1 Integratieles: Geconcentreerd en met interesse luisteren naar een voorleesverhaal p.9

• Dag 6 en 8 Integratieles: Gespreksregel Spreken met correcte

zinsbouw p.57, 73

• Dag 4 Integratieles: Gespreksregel Spreken met correcte

zinsbouw p.39

• Dag 1 en 4 Integratieles:

Gespreksregel: bij het onderwerp blijvenp.11, 41

• Dag 1 en 4 Integratieles:

Gespreksregel: bij het onderwerp blijvenp.11, 41

• Dag 2 Integratieles:

Een verhaal in eigen woorden

navertellen p.24

• Dag 6 Integratieles: Persoonlijk verhaal vertellen p.55 PAGINA 5/8 NTC-LEERLIJN METHODEOVERZICHT • LEZEN • SCHRIJVEN • WOORDENSCHAT • MONDELINGE TAAL

BEGRIPPEN EN TAALVERZORGING informatieve teksten informatieve teksten informatieve teksten informatieve teksten informatieve en

beschouwende tekstenexpressieve teksten (verhaal)

expressieve teksten (verhaal)

informerende gesprekken

expressieve teksten (verhaal) expressieve teksten (verhaal) expressieve teksten (verhaal)

informerende gesprekken expressieve teksten (verhaal)

betogende gesprekken expressieve teksten (verhaal)

informerende gesprekken expressieve teksten (verhaal)

NETWERK VOOR NEDERLANDS ONDERWIJS WERELDWIJD

1

NTC-LEERLIJN OPLEGGER VEILIG LEREN LEZEN

WAAR STAAT DE LEERLING

UITVOERENVOORBEREIDEN

KIES JE DOELEN

NETWERK VOOR NEDERLANDS ONDERWIJS WERELDWIJD

(5)

5 2. KEUZES MAKEN

Keuzes in het NTC-onderwijs

Leerkrachten van NTC-scholen in het buitenland zetten vaak methodes in die ook in Nederland in het onderwijs worden gebruikt. Tussen het reguliere Nederlandse onderwijs en het NTC-onderwijs bestaan echter enkele essentiële verschillen:

• Uitgaande van het basismodel van de methode VLL wordt er in Nederland 475 minuten per week besteed aan het taalonderwijs. Een NTC-school heeft gemiddeld 120 uur per jaar tot zijn beschikking voor het hele onderwijs. Per week is er gemiddeld 2,5 uur beschikbaar voor taalonderwijs, dus op jaarbasis 100 uur.

• Een ander verschil met regulier onderwijs in Nederland is de grotere heterogeniteit in de lesgroepen, niet alleen in het taalbeheersingsniveau maar ook in leeftijd. Dat laatste probleem speelt overigens minder in groep 3, waar de methode VLL specifiek voor is ontwikkeld. Groep 3 wordt vaak niet gecombineerd met andere groepen en de leerlingen zijn zo tussen de vijf en zeven jaar oud bij de start van het jaar.

• In het NTC-onderwijs beschik je soms niet over voorzieningen als een eigen lokaal, woordenboeken of voldoende computers.

Ook het moment van de NTC-lessen kan sterk afwijken. Er zijn bijvoorbeeld scholen die les geven ná de dagschool of in het weekend.

• NTC-leerlingen volgen een regulier dagprogramma waarin ze veel taalvaardigheden al in een andere taal hebben geleerd of nog gaan leren. Veel leerstof is dus vaak al behandeld of geoefend. Dat is soms fijn, omdat er herkenning is en soms is het lastig, bijvoorbeeld wanneer ze een letter anders moeten uitspreken.

Al deze factoren hebben invloed op het gebruik van de methode VLL. Niet alle leerstofonderdelen hoeven bijvoorbeeld uitgebreid behandeld te worden, vanwege de overlap met het dagonderwijs. Daarnaast kunnen vaak ook niet alle onderdelen behandeld worden wegens tijdgebrek, de grote verschillen binnen een groep en/of minder goede voorzieningen.

Keuzes bij het werken met VLL

Een gemiddelde NTC-school bestaat niet. Daardoor is het ook niet mogelijk om één advies te schrijven dat aansluit bij alle situaties. Spreekt een kind veel en vaak Nederlands thuis en wordt er elke dag voorgelezen door ouders, dan maakt het een andere start met VLL, dan wanneer dit niet of minder gebeurt. Ook van invloed is wat ze al hebben geleerd op de dagschool.

De ene dagschool besteedt al vroeg aandacht aan het lezen en kennis van de letters, op de andere dagschool wordt hier later mee begonnen. Het is dan ook belangrijk om eerst je leerlingen goed in beeld te hebben, zodat je als leerkracht kunt besluiten op welk vlak je kunt versnellen of waar je juist extra aandacht aan moet besteden.

Wil je eens horen hoe andere scholen met vergelijkbare uitdagingen omgaan?

Kijk op BRON, daar kan je via de scholenverbinder contact opnemen en in gesprek komen met scholen in een vergelijkbare situatie.

Lesstof selecteren voor je leerlingen richting 3?

Voor leerlingen richting 3 kun je ervoor kiezen de methode VLL te gebruiken om hen de techniek van het lezen in het Nederlands te leren. Je aanbod voor woordenschat en mondelinge taalvaardigheid kan je halen uit een andere methode of je ontwikkelt het zelf. Een leerling richting 3 zal in zijn andere taal al wel goed kunnen lezen. Dat betekent dat met name de juiste letter-klankkoppelingen en de leestechnieken aandacht nodig hebben. De in VLL aangeboden aanpak van de instructie en inoefening is veel te uitgebreid voor leerlingen die al kunnen lezen in een andere taal. Verderop in deze oplegger lees je hoe je binnen het NTC instructie en inoefening kunt aanpakken.

Lees meer in de Richtingwijzer op BRON als je je verder wilt verdiepen in het lesgeven aan leerlingen richting 3.

(6)

Differentiatie: maan-, ster- en zonaanpak

De maan-, ster- en zonaanpak waar VLL om bekend staat, is een model met als basis convergente differentiatie. Dit is een vorm van differentiëren waarbij de hele groep qua leerstofaanbod bij elkaar wordt gehouden en je er vanuit gaat dat de hele groep de(zelfde) doelen behaalt. Met ‘aanpak’ wordt bedoeld hoe jij als leerkracht de instructie- en oefenfase afstemt op het niveau van de leerling.

Voor alle leerlingen wordt een minimumniveau (maan) nagestreefd. Voor de leerlingen die dit met de basisaanpak (maan) niet kunnen bereiken, wordt het onderwijs geïntensiveerd met extra leertijd en instructie (ster).

Voor de leerlingen die bij de start van het jaar al kunnen lezen in het Nederlands heeft de methode de zonaanpak. Deze leerlingen werken vanaf kern 2 binnen gelijke thema’s, maar op een hoger niveau en met materialen van een hoger niveau.

De zonaanpak is in Nederland bedoeld om de lezende leerling bij de groep te houden.

Jaarplanning VLL in het NTC

Uit ervaringen van NTC-scholen in de praktijk, blijkt dat het lastig is om technisch lezen en spelling in VLL aan te bieden in een jaar. Woordenschat, spreken/luisteren en begrijpend lezen worden vaak ‘overgeslagen’ om de planning maar te kunnen halen. Dit is zonde, want deze taalonderdelen hebben de leerlingen ook hard nodig. Ze geven namelijk een belangrijke basis voor het begrijpend lezen in de volgende fases.

Wat moet je dan doen? Veel scholen starten bij de kleuters bijvoorbeeld al op een speelse wijze met de eerste kernen van VLL, waardoor je het wennen aan de materialen al hebt gehad. Los van die tijdswinst heb je zo dus ook al de gelegenheid om je leerlingen in beeld te krijgen.

Er zijn ook scholen die het technisch lezen in twee jaar aanbieden. Er is dan voldoende ruimte om naast het lezen en spellen ook aandacht aan de andere taalvaardigheden te bieden.

Er is niet één juiste keuze. Kijk goed naar wat de leerlingen op jullie school nodig hebben en baseer daarop je jaarplanning.

(7)

7 3. DE METHODE VEILIG LEREN LEZEN IN VOGELVLUCHT

Werk je voor het eerst met deze methode? Dan krijg je hier snel een eerste beeld van hoe de methode is opgebouwd.

Veilig leren lezen (VLL) is een taal-leesmethode van uitgeverij Zwijsen. Het eerste woord dat wordt aangeboden is ‘kim’

(vandaar: versie kim-versie, na de vorige maan-versie). De kim-versie verschilt van de maan-versie. De letterkennis wordt nog steeds opgebouwd aan de hand van structuurwoorden, maar deze zijn veranderd en nemen ook een andere plek in het leren in.

De methode besteedt aandacht aan:

• spreken en luisteren

• woordenschat

• verhaaloriëntatie en verhaalbegrip

• taalbewustzijn en fonologische vaardigheden

• oriëntatie op lezen en schrijven

• lezen en spelling

• creatieve en functionele schrijfvaardigheid De methode is te splitsen in twee delen.

De kernen van VLL zijn als volgt opgebouwd:

DEEL 1 KERN START – KERN 6 DEEL 2 KERN 7 – KERN 11

letters en klanken fonetisch benoemen klankzuivere mmkm-, mkmm- en mmkmm-woorden lezen en spellen

klankzuivere km-, mk- en mkm -woorden ontsleutelen zonder eerst de afzonderlijke letters te verklanken

korte woorden met afwijkende spellingpatronen en meerlettergrepige woorden lezen en spellen

klankzuivere woorden schrijven woorden steeds meer automatisch herkennen

In kern 1-6 worden twee basislessen besteed aan het aanleren van één letter.

In kern 7-11 staan afwisselend schrijven en spellen centraal in de basisles. Vanaf kern 7 wordt er steeds meer aandacht besteed aan creatieve en functionele schrijfvaardigheid.

(8)

De eerste 7 kernen (start t/m kern 6) bestaan uit 12 dagen per kern. De structuur van kern Start wijkt iets af van de overige kernen, aangezien hier aandacht wordt besteed aan het verkennen van de methode. Vanaf kern 7 bestaan de lessen uit 17 dagen per kern.

Per VLL-dag worden vier verschillende lestypen aangeboden:

• basisles lees- of spellingsinstructie

• basiskwartier extra, klassikale lees-of spellingsactiviteit

• integratieles woordenschat, (voor)lezen, mondelinge taalvaardigheid en (vanaf kern 7) creatief schrijven

• extra ster-tijd extra leesles voor zwakke lezers

In VLL worden twee lessen besteed aan hetzelfde doel.

De letter ‘P’ wordt bijvoorbeeld aangeboden op dag 1 en dag 2 van kern 1.

Tip uit het veld: ‘Wij laten bij ons op school het basiskwartier en de extra ster-tijd bij de lessen van VLL buiten beschouwing. De kern van de lesdag zit namelijk in de basisles en de integratieles.’

Tip uit het veld: ‘Omdat de methode veel herhaling kent, voegen wij vaak lessen samen. In kern 1 tot en met 6 wordt er altijd één letter aangeboden per twee lessen.

Na één instructie met elementen uit beide lessen kan je de verwerking van twee lessen aanbieden.’

(9)

9 ICT

VLL kent een ICT-gedeelte dat bestaat uit drie onderdelen:

• de Leerkracht-assistent bedoeld om de lessen te ondersteunen

• Digiregie bedoeld om planningen te maken, leerlingsoftware te beheren en leerlingen te volgen

• leerlingsoftware bedoeld om leerlingen te laten oefenen. Hiervan bestaat een school- en een thuisversie.

De leerlingsoftware is alleen te gebruiken in combinatie met Digiregie.

Sommige onderdelen van de Leerkracht-assistent kunnen meerwaarde hebben in de kleinere setting van het NTC-onderwijs, maar het gebruik van de Leerkracht-assistent is niet essentieel.

Het bijhouden van de vorderingen van leerlingen kan ook zonder Digiregie, zeker als de groep niet zo groot is.

Tip uit het veld:

A) ‘Met de oefensoftware van VLL kan je leerlingen op maat oefeningen laten maken, thuis en in de klas. Dat is bij ons op school echt van meerwaarde.’

B) ‘VLL is ook prima te gebruiken zonder dat je beschikt over de ICT-component. Er zijn online ook veel andere mogelijkheden te vinden.’

(10)

4. LESOPBOUW VEILIG LEREN LEZEN IN HET NTC-ONDERWIJS

Het is raadzaam de NTC-lessen iedere keer op te bouwen volgens een bepaalde structuur. Op deze manier komt er voor de leerlingen routine in de les. Als leerkracht bepaal je zelf de structuur die past bij jouw leerlingen. Lezen ze bijvoorbeeld al goed in hun andere taal, dan kun je er voor kiezen om minder tijd besteden aan de basislessen. Lezen de leerlingen nog niet, dan zal je voor de basislessen de tijd nodig hebben die er voor staat in de methode.

In de volgende tabel zie je een voorbeeld van een opbouw van een les VLL:

Bij het maken van je planning is het goed om vooraf het hele thema te bekijken en te zien welke basis- en integratielessen voor jouw leerlingen belangrijk zijn.

KERN START - 6 KERN 7 - 11

Les tijd (in min.) Les tijd (in min.)

integratieles 25 integratieles 25

basisles 25 basisles 25

basisles 20 basisles 20

basisles 25 basisles 25

basisles 20 basisles 20

woordenschatspelletje passend bij

integratieles 5 woordenschatspelletje passend bij

integratieles 5

(11)

11 5. AANPAK IN HET NTC-ONDERWIJS

In het NTC-onderwijs heb je altijd te maken met het feit dat kinderen dezelfde taalvaardigheden ook leren op de dagschool.

Beheersen de leerlingen het lezen al in de taal van de dagschool? Dan kan je als leerkracht voordeel halen uit ‘transfer’.

Wat is transfer?

Wanneer leerlingen hetgeen ze in een bepaalde situatie geleerd hebben, kunnen toepassen in een nieuwe situatie, is er sprake van transfer. Leerlingen doen dat alleen niet automatisch, dus daar moet je ze als leerkracht toe activeren. Dit doe je door ze bewust te wijzen op de verschillen en overeenkomsten in de talen tijdens de instructie.

• Transfer bij technisch lezen

De letter-klankkoppelingen van de medeklinkers uit de andere taal zijn vaak herkenbaar in het Nederlands. Klinkers zijn lastiger. Hier is mogelijk sprake van interferentie. De letters zien er hetzelfde uit maar klinken anders (‘oo’ in het Engels en

‘oo’ in het Nederlands); dit geeft verwarring. Dit moet je duidelijk laten zien en met de leerlingen bespreken.

In plaats van een instructie gericht op het aanleren van nieuwe letters, bespreek je met leerlingen hoe de letter klinkt in de andere taal en hoe in het Nederlands.

Bij de medeklinkers kun je de uitspraak ook extra oefenen en ondersteunen met klankgebaren, bijvoorbeeld met de methodiek: ‘Zo leer je kinderen lezen en spellen’ van José Schraven.

Vervolgens ga je de letter-klankkoppeling in Nederlandse woorden zoeken. Na deze aangepaste instructiefase kun je vaak de oefenfase verkorten. Laat leerlingen eerst de helft van het werkblad maken. Lukt dat goed? Dan is dat voldoende oefening.

Lukt het niet, maak dan samen de tweede helft.

Wanneer een leerling bijvoorbeeld Grieks of Hebreeuws leert op de dagschool, dan zal de NTC-school meer aandacht moeten besteden aan het aanleren van de letters dan bij een school die het Latijnse alfabet gebruikt. Het is aan te raden om hier bij de jonge kinderen al mee te starten.

• Transfer bij begrijpend luisteren en lezen

In de integratielessen van VLL wordt er met leerlingen vaak aandacht besteed aan het begrijpen van de tekst die ze horen of zelf lezen. Hier maakt de leerling gebruik van vaardigheden zoals het bestuderen van de titel en de illustraties om te voorspellen waar de tekst over gaat. Bespreek tijdens de instructie of teksten in de taal van de dagschool ook een titel en een illustratie hebben. Maak dus ‘actief’ deze transfer, want op de dagschool zal waarschijnlijk ook aandacht zijn voor begrijpend luisteren en lezen. Door dit actief te bespreken met leerlingen zorg je dat ze bij het luisteren of lezen van een Nederlandse tekst ook gebruik gaan maken van de begrijpend luister- of leesstrategieën die ze op de dagschool leren.

• Transfer bij woordenschat

Bij begrijpend luisteren- en lezen maak je als luisteraar of lezer gebruik van je voorkennis. Deze is er voor de leerlingen vaak wel, alleen nog niet in het Nederlands. Bespreek dus vóór het lezen van bijvoorbeeld een informatieve tekst in VLL wat leerlingen al over dat onderwerp weten. Leerlingen mogen dan woorden uit hun dagschooltaal gebruiken waar jij als leerkracht direct het Nederlandse woord bij geeft. Zo maak je ook de transfer van voorkennis in de ene naar de andere taal.

De leerlingen hebben vaak een goede woordenschatbeheersing in de taal van de dagschool. Deze kun je met een vertaling vrij snel een transfer geven naar het Nederlands.

• Transfer bij begrippen (bijvoorbeeld bij spelling)

De spellingsregels van een bepaalde taal passen vaak enkel bij deze ene taal. Er is dan ook weinig sprake van transfer als het gaat om spelling. Echter, bij het leren spellen, worden veel begrippen gebruikt zoals ‘klinker’ en ‘medeklinker’, die de leerlingen vaak ook in de taal van hun dagschool al beheersen. Handig! Deze begrippen hoef je dus alleen nog maar te vertalen en dat scheelt een hoop instructietijd.

(12)

Wat is interferentie?

Zoals bij de aanpak van technisch lezen al gezegd, er kan ook sprake zijn van interferentie.

Interferentie betekent dat je een regel uit de ene taal ten onrechte - en vaak onbewust - gebruikt in een andere taal.

Dit is dus onbedoelde transfer en het is belangrijk om hier alert op te zijn.

Tijdens lezen en spellen kan interferentie optreden bij het lezen en schrijven van letters. Deze zijn dan aan de klank uit de andere taal gekoppeld. Bijvoorbeeld: leerlingen van een Engelstalige dagschool zullen de ‘oo’ eerder uitspreken als de Nederlandse ‘oe’. Leerlingen die Spaans en Frans spreken op de dagschool zullen de ‘h’ aan het begin van een woord niet uitspreken.

Tijdens spreken en schrijven kan interferentie optreden in de zinsbouw. Leerlingen gebruiken in een Nederlandse zin de grammaticale opbouw uit een andere taal. Bijvoorbeeld:

Een leerling vraagt: “Waar kan ik vinden het toilet?” Hier is het vaak voldoende om de juiste vorm terug te geven in je antwoord: “Waar kun jij het toilet vinden? Kijk, daar kun je het toilet vinden.”

(13)

13 6. STAPPENPLAN BIJ LESAANBOD VLL

Wanneer je in het NTC werkt met de methode VLL, heb je een aantal materialen nodig:

Werken met de NTC-Leerlijn is een zich alsmaar herhalend proces. Vóór elke les of elk leerstof-onderdeel doorloop je dezelfde fases:

• Het bepalen van het beginniveau van de leerling

• Het selecteren van doelen

• Het voorbereiden van je les(sen)

• Het uitvoeren van je les(sen)

Methodehandleiding VLL NTC-Leerlijn

Methodeoverzicht VLL

Website NTC-Leerlijn

NTC-Leerlijnoplegger VLL

NETWERK VOOR NEDERLANDS ONDERWIJS WERELDWIJD WAAR STAAT

DE LEERLING

UITVOERENVOORBEREIDEN KIES JEDOELEN

SAMENHANGLUISTERSTRATEGIEBEPALENAFSTEMMINGOP DOEL AFSTEMMINGOP DOEL AFSTEMMINGOP DOEL AFSTEMMINGOP DOEL AFSTEMMINGOP DOEL AFSTEMMINGOP DOEL AFSTEMMINGOP DOEL

LUISTERSTRATEGIEBEPALEN LUISTERSTRATEGIEBEPALEN LUISTERSTRATEGIEBEPALEN LUISTERSTRATEGIEBEPALEN LUISTERSTRATEGIEBEPALEN LUISTERSTRATEGIEBEPALEN

SAMENHANG SAMENHANG SAMENHANG SAMENHANG SAMENHANG SAMENHANG

WOORDGEBRUIK ENWOORDENSCHAT BEGRIJPEN ENINTERPRETERENBEURTEN NEMENEN BIJDRAGEN AANSAMENHANG BEURTEN NEMENEN BIJDRAGEN AANSAMENHANG BEURTEN NEMENEN BIJDRAGEN AANSAMENHANG BEURTEN NEMENEN BIJDRAGEN AANSAMENHANG BEURTEN NEMENEN BIJDRAGEN AANSAMENHANG BEURTEN NEMENEN BIJDRAGEN AANSAMENHANG BEURTEN NEMENEN BIJDRAGEN AANSAMENHANG

BEGRIJPEN ENINTERPRETEREN BEGRIJPEN ENINTERPRETEREN BEGRIJPEN ENINTERPRETEREN BEGRIJPEN ENINTERPRETEREN BEGRIJPEN ENINTERPRETEREN BEGRIJPEN ENINTERPRETEREN WOORDGEBRUIK ENWOORDENSCHAT WOORDGEBRUIK ENWOORDENSCHAT WOORDGEBRUIK ENWOORDENSCHAT WOORDGEBRUIK ENWOORDENSCHAT WOORDGEBRUIK ENWOORDENSCHAT WOORDGEBRUIK ENWOORDENSCHAT

SPREEKTECHNIEKREFLECTEREN REFLECTEREN REFLECTEREN REFLECTEREN REFLECTEREN REFLECTEREN REFLECTEREN SPREEKTECHNIEK SPREEKTECHNIEK SPREEKTECHNIEK SPREEKTECHNIEK SPREEKTECHNIEK SPREEKTECHNIEK

VISUELEONDERSTEUNINGSAMENVATTEN SAMENVATTEN SAMENVATTEN SAMENVATTEN SAMENVATTEN SAMENVATTEN SAMENVATTEN VISUELEONDERSTEUNING VISUELEONDERSTEUNING VISUELEONDERSTEUNING VISUELEONDERSTEUNING VISUELEONDERSTEUNING VISUELEONDERSTEUNING

sprekenluisterengesprekken

KERN START KERN 1 KERN 2 KERN 3 KERN 4 KERN 5 KERN 6

• Dag 1 Integratieles: Gespreksregel Je eigen mening geven p.11

• Dag 1 Integratieles: Gespreksregel Je eigen mening gevenp.9

• Dag 2: Een eigen ervaring verwoorden p.24

• Dag 8 Integratieles: Een persoon of gebeurtenis beschrijven p.71

• Dag 3 Integratieles: De inhoud van het verhaal enigszins voorspellen p.32

• Dag 2 Integratieles: Een eigen ervaring buiten het hier en nu kunnen verwoorden p.24

• Dag 2 Integratieles: Een eigen ervaring buiten het hier en nu kunnen verwoorden p.24

• Dag 1 Integratieles: Eigen ervaringen en gedachten verwoorden p.9

• Dag 1, 2 , 3 ,5 ,7 en 9 Eigen ervaringen in een samenhangend verhaal verwoorden p.9, 24, 32, 48, 64, 80

• Dag 2 Integratieles:

Verhaallijn verkennen p.28

• Dag 9 Integratieles: Begrijpend luisteren p.83

• Dag 1 en 2 Basisles: p.13, 23

• Dag 1,2, 3 Integratieles:

Gespreksregel p.20, 28, 36

• Dag 2 Integratieles:

Vertellen over de opbouw in het verhaal en ontdekken van de

verhaalstructuur p.26

• Dag 2 Integratieles:

Vertellen over de opbouw in het verhaal en ontdekken van de

verhaalstructuur p.24

• Dag 2 Integratieles: Vertellen over de opbouw in het verhaal en ontdekken van de verhaalstructuur p.24

• Dag 7 Vertellen over de opbouw in een verhaal p.64

• Dag 2 Integratieles: Vertellen over de opbouw in het verhaal en ontdekken van de verhaalstructuur p.24

• Dag 7 Vertellen over de opbouw in een verhaal p.64

• Dag 4 Integratieles: Gespreksregel Eigen ervaringen en gedachten verwoorden p.41

• Dag 6 Integratieles: Gespreksregel Spreken met correcte

zinsbouw p.57

• Dag 4 Integratieles: Gespreksregel Eigen ervaringen en gedachten verwoorden p.41

• Dag 6 Integratieles: Gespreksregel Spreken met correcte

zinsbouw p.57

• Dag 1 Integratieles:

Geconcentreerd en met interesse luisteren naar een voorleesverhaal p.20

• Dag 1 Integratieles: Geconcentreerd en met interesse luisteren naar een voorleesverhaal p.11

• Dag 1 Integratieles: Geconcentreerd en met interesse luisteren naar een voorleesverhaal p.11

• Dag 1 Integratieles: Geconcentreerd en met interesse luisteren naar een voorleesverhaal p.11

• Dag 1 Integratieles: Geconcentreerd en met interesse luisteren naar een voorleesverhaal p.9

• Dag 1 Integratieles: Geconcentreerd en met interesse luisteren naar een voorleesverhaal p.9

• Dag 1 Integratieles: Geconcentreerd en met interesse luisteren naar een voorleesverhaal p.9

• Dag 6 en 8 Integratieles: Gespreksregel Spreken met correcte zinsbouw p.57, 73

• Dag 4 Integratieles: Gespreksregel Spreken met correcte zinsbouw p.39

• Dag 1 en 4 Integratieles: Gespreksregel: bij het onderwerp blijven p.11, 41

• Dag 1 en 4 Integratieles: Gespreksregel: bij het onderwerp blijven p.11, 41

• Dag 2 Integratieles: Een verhaal in eigen woorden

navertellen p.24

• Dag 6 Integratieles: Persoonlijk verhaal vertellen p.55 PAGINA 5/8 NTC-LEERLIJN METHODEOVERZICHT • LEZEN • SCHRIJVEN • WOORDENSCHAT • MONDELINGE TAAL

BEGRIPPEN EN TAALVERZORGING informatieve teksten informatieve teksten informatieve teksten informatieve teksten informatieve en

beschouwende tekstenexpressieve teksten (verhaal)

expressieve teksten (verhaal)

informerende gesprekken

expressieve teksten (verhaal) expressieve teksten (verhaal) expressieve teksten (verhaal)

informerende gesprekken expressieve teksten (verhaal)

betogende gesprekken expressieve teksten (verhaal)

informerende gesprekken expressieve teksten (verhaal)

NETWERK VOOR NEDERLANDS ONDERWIJS WERELDWIJD

1

NTC-LEERLIJN OPLEGGER VEILIG LEREN LEZEN

WAAR STAAT DE LEERLING

UITVOERENVOORBEREIDEN

KIES JE DOELEN

NETWERK VOOR NEDERLANDS ONDERWIJS WERELDWIJD

WAAR STAAT DE LEERLING

UITVOEREN VOORBEREIDEN KIES JE DOELEN

(14)

Op de website van de NTC-Leerlijn worden alle fases uitgebreid toegelicht.

In deze oplegger hebben we per fase van de cyclus beschreven hoe je met VLL aan de slag kan gaan in je klas.

Waar staat de leerling

Om het onderwijsaanbod goed op elke leerling af te stemmen, moet je weten waar de leerling zich bevindt in zijn ontwikkeling. Om een beeld te krijgen van waar de leerling staat in het leerproces, moet je de kennis en vaardigheden van de leerling evalueren.

Maar hoe doe je dat precies?

Stap 1: Wat wil ik evalueren?

Eerst moet je goed voor ogen hebben wat je wilt evalueren. Wil je inzicht krijgen in de schrijfvaardigheid van een kind? Wil je weten hoe het zit met mondelinge taalvaardigheid? Of wil je inzicht krijgen in hoever een leerling in jouw groep 3 is als het gaat om lezen? Dit alles kun je doen door te beginnen met de doelen van de NTC-leerlijn. Al deze taaldoelen vind je op de website.

Stap 2: Hoe wil ik evalueren?

Als je weet wát je wilt evalueren, dan moet je vervolgens vaststellen hoe je gaat evalueren. Je kunt op verschillende manieren zicht krijgen op welke stof wel of (nog) niet door de leerlingen beheerst wordt.

A. Kijk naar de doelen van de NTC-Leerlijn B. Gesprekken voeren:

- met de vorige docent(en) van je leerling - met de ouders van de leerling

- met de leerling zelf C. Resultaten/toetsen

- Bekijk eerdere resultaten en het rapport van vorig schooljaar of van de vorige school.

- Neem een begintoets af.

Wanneer je werkt met VLL, is het aan te bevelen om in de eerste les van het schooljaar een grafementoets af te nemen, om zo te kijken welke letters de leerlingen al beheersen.

VLL gebruikt hiervoor het letterblad en de grafementoets.

Ieder werkboek begint ook steeds met dezelfde grafemenbladzijde. Je kunt dus steeds blijven evalueren of leerlingen de aangeboden letters beheersen.

(15)

15 Kies je doelen

We hebben het in deze oplegger al vaker gehad over ‘keuzes maken’. Als docent ontkom je er niet aan dat je doelen heel gericht moet selecteren en bepaalde doelen minder vaak aan kan bieden of zelfs weg kan laten. Bij dit selecteren van je doelen is de NTC-leerlijn je vertrekpunt.

Kijk op de website om de leerlijn volledig in beeld te brengen.

Je kunt alle leerlijnen ook los per domein downloaden.

In de NTC-leerlijn zijn alle taaldoelen uitgewerkt. De methode VLL is een prima middel om ermee

aan de slag te gaan. Een aantal belangrijke aandachtspunten voor het selecteren van je doelen uit VLL zijn:

• Bied géén doelen/lesstof aan die de leerlingen al beheersen

Voor een leerling kan het frustrerend zijn wanneer hij aan doelen werkt die al worden beheerst. Bovendien is het zonde van de tijd.

• Sluit aan bij de dagschool/schooltaal

Wanneer leerlingen op de dagschool al een aantal letters geleerd hebben, kunnen ze dit vaak zonder al te veel problemen toepassen op de Nederlandse situatie. Hierdoor hoef je minder tijd te besteden aan het aanbieden van deze letters.

• Begin op tijd met het aanbieden van de letters

Kinderen in groep 2 kennen vaak al meerdere letters. Daarnaast worden er activiteiten gedaan rondom het aanleren van fonemen en auditieve analyse/synthese. Dit zijn belangrijke voorwaarden voor leerlingen om in groep 3 te leren lezen.

Wanneer je als leerkracht inzicht hebt in de beheersing van bovenstaande vaardigheden, kun je ook op tijd eventuele leerproblemen signaleren. Maak met de leerkracht van groep 2 duidelijke afspraken over het aanleren van een aantal letters en het inzichtelijk maken van het verschil tussen lange klanken, korte klanken, tweetekenklanken, klinkers en medeklinkers, want dit kan je in groep 3 kostbare onderwijstijd opleveren. Wanneer een leerling aan het eind van groep 2 bijvoorbeeld al 10 letters kent, kan dit je in de eerste +/- 20 weken van groep 3 al 6 lessen (tijds)winst opleveren.

• Tweetekenklanken vergen meer tijd en aandacht dan in Nederland.

Maak dus meer tijd vrij om deze aan te bieden.

• De koppeling tussen de leesletter en de schrijfletter hoeft niet gemaakt te worden.

Dit is tijdbesparing.

• In de integratielessen worden vaak de woordenschatlessen behandeld ten koste van de lessen waarin plezier in lezen centraal staat.

Het plezier in lezen zullen de kinderen ook in het dagonderwijs opdoen: hier is dus sprake van transfer.

Tip uit het veld: ‘De maan-leesboekjes van VLL worden door leerlingen soms als té makkelijk ervaren. Kies dan voor de zon-boekjes.’

Tip uit het veld: ‘Wij kiezen ervoor om Kern Start en Kern 1 al in groep 2 te behandelen.

Extra voordeel is dat de routines dan ook al bekend zijn.’

(16)

Om makkelijk te zien welke lessen uit VLL passend zijn bij de doelen die je jouw leerlingen wilt laten bereiken, kan je het NTC-Leerlijn Methodeoverzicht gebruiken. Je vindt het methodeoverzicht van VLL ook achterin deze oplegger In dit overzicht staan de doelen uit de NTC-Leerlijn, met een koppeling naar de Kernen van VLL en een verwijzing naar relevante lessen uit de methode, inclusief paginanummers, zodat je precies weet waar je moet zijn in de methode!

Fragment van het Methodeoverzicht van VLL

De doelen van het domein Lezen (fictie) gekoppeld aan de kernen van VLL.

Je ziet hier waar in de methode je moet zijn om aan bepaalde doelen te werken.

NETWERK VOOR NEDERLANDS ONDERWIJS WERELDWIJD WAAR STAAT

DE LEERLING

UITVOEREN VOORBEREIDEN

KIES JE DOELEN

BEGRIJPEN EN INTERPRETEREN BEGRIJPEN EN INTERPRETEREN BEGRIJPEN EN INTERPRETEREN BEGRIJPEN EN INTERPRETEREN BEGRIJPEN EN INTERPRETERENBEGRIJPEN EN INTERPRETEREN BEGRIJPEN EN INTERPRETEREN

EVALUEREN EVALUEREN EVALUEREN EVALUEREN EVALUEREN

EVALUEREN EVALUEREN

INTERACTIE OVER FICTIE INTERACTIE OVER FICTIE INTERACTIE OVER FICTIE INTERACTIE OVER FICTIE INTERACTIE OVER FICTIE

INTERACTIE OVER FICTIE INTERACTIE OVER FICTIE

fictiezakelijke teksten

KERN START KERN 1 KERN 2 KERN 3 KERN 4 KERN 5 KERN 6

• dag 1 integratieles:

Geconcentreerd en met interesse luiste- ren naar een voorleesverhaal p.20

• dag 2 integratieles:

Verhaallijn verkennen p.28

Geen Geen Geen Geen Geen Geen Geen

• dag 1 integratieles:

Geconcentreerd en met interesse luiste- ren naar een voorleesverhaal p.11

• dag 2 integratieles:

Vertellen over de opbouw in het ver- haal, verhaalstructuur ontdekken p.26

• dag 1 integratieles:

Geconcentreerd en met interesse luisteren naar een voorleesverhaal p.11

• dag 2 integratieles:

Vertellen over de opbouw in het verhaal, verhaalstructuur ontdekken p.26

• dag 1 Integratieles:

Geconcentreerd en met interesse luisteren naar een voorleesverhaal p.11

• dag 2 Integratieles:

Vertellen over de opbouw in het ver- haal, verhaalstructuur ontdekken p.26

• dag 1 Integratieles:

Geconcentreerd en met interesse luisteren naar een voorleesverhaal p.9

• dag 2 Integratieles:

Vertellen over de opbouw in het ver- haal, verhaalstructuur ontdekken p.24

• dag 1 Integratieles:

Geconcentreerd en met interesse luisteren naar een voorleesverhaal p.9

• dag 2 Integratieles:

Vertellen over de opbouw in het ver- haal, verhaalstructuur ontdekken p.24

• dag 1 Integratieles: Geconcentreerd en met interesse luisteren naar een voorleesverhaal p.9

• dag 2 Integratieles: Vertellen over de opbouw in het ver- haal, verhaalstructuur ontdekken p.24

• dag 6 Integratieles:

Praten over lezen en eigen

leeservaringen p.60

• dag 8 Integratieles:

Praten over de tekst bij Veilig en Vlot p.76

• dag 3 Integratieles:

Plezier in lezen ontwikkelen p.34

• dag 5 Integratieles:

Plezier in het lezen ontwikkelen p.50

• dag 7 Integratieles:

Plezier in het lezen ontwikkelen p.66

• dag 9 Integratieles:

Plezier in het lezen ontwikkelen p.82

• dag 3 Integratieles:

Plezier in lezen ontwikkelen p.34

• dag 5 Integratieles:

Plezier in het lezen ontwikkelen p.50

• dag 7 Integratieles:

Plezier in het lezen ontwikkelen p.66

• dag 9 Integratieles:

Plezier in het lezen ontwikkelen p.82

• dag 3 Integratieles:

Plezier in lezen ontwikkelen p.34

• dag 5 Integratieles:

Plezier in het lezen ontwikkelen p.50

• dag 7 Integratieles:

Plezier in het lezen ontwikkelen p.66

• dag 9 Integratieles:

Plezier in het lezen ontwikkelen p.82

• dag 3 Integratieles:

Plezier in lezen ontwikkelen p.32

• dag 5 Integratieles:

Plezier in het lezen ontwikkelen p.48

• dag 7 Integratieles:

Plezier in het lezen ontwikkelen p.64

• dag 9 Integratieles:

Plezier in het lezen ontwikkelen p.80

• dag 3 Integratieles:

Plezier in lezen ontwikkelen p.32

• dag 5 Integratieles:

Plezier in het lezen ontwikkelen p.48

• dag 7 Integratieles:

Plezier in het lezen ontwikkelen p.64

• dag 9 Integratieles:

Plezier in het lezen ontwikkelen p.80

• dag 3 Integratieles: Plezier in lezen ontwikkelen p.32

• dag 5 Integratieles: Plezier in het lezen ontwikkelen p.48

• dag 7 Integratieles: Plezier in het lezen ontwikkelen p.64

• dag 9 Integratieles: Plezier in het lezen ontwikkelen p.80

• dag 6 Integratieles:

Praten over lezen en eigen

leeservaringen p.60

• dag 5,7 en 9 Integratieles:

Plezier ontwikkelen in lezen door lezen en praten over lezen p.50, 66, 82

• dag 5,7 en 9 Integratieles:

Plezier ontwikkelen in lezen door lezen en praten over lezen p.50, 66, 82

• dag 5,7 en 9 Integratieles:

Plezier ontwikkelen in lezen door lezen en praten over lezen p.50, 66, 82

• dag 3, 5,7 en 9 Integratieles:

Plezier ontwikkelen in lezen door lezen en praten over lezen p.32, 48, 64, 80

• dag 3, 5,7 en 9 Integratieles:

Plezier ontwikkelen in lezen door lezen en praten over lezen p.32, 48, 64, 80

• dag 3, 5,7 en 9 Integratieles:

Plezier ontwikkelen in lezen door lezen en praten over lezen p.32, 48, 64, 80

PAGINA 1/8

NTC-LEERLIJN METHODEOVERZICHT LEZEN • SCHRIJVEN • WOORDENSCHAT • MONDELINGE TAAL • BEGRIPPEN EN TAALVERZORGING

TAALBEWUSTZIJN & ALFABETISCH PRINCIPE TAALBEWUSTZIJN & ALFABETISCH PRINCIPE TAALBEWUSTZIJN & ALFABETISCH PRINCIPE TAALBEWUSTZIJN & ALFABETISCH PRINCIPE TAALBEWUSTZIJN & ALFABETISCH PRINCIPE TAALBEWUSTZIJN & ALFABETISCH PRINCIPE TAALBEWUSTZIJN & ALFABETISCH PRINCIPE

WOORDEN LEZEN WOORDEN LEZEN WOORDEN LEZEN WOORDEN LEZEN WOORDEN LEZEN WOORDEN LEZEN WOORDEN LEZEN

ZINNEN IN CONTEXT LEZEN EN TEKST LEZEN ZINNEN IN CONTEXT LEZEN EN TEKST LEZEN ZINNEN IN CONTEXT LEZEN EN TEKST LEZEN ZINNEN IN CONTEXT LEZEN EN TEKST LEZEN ZINNEN IN CONTEXT LEZEN EN TEKST LEZEN ZINNEN IN CONTEXT LEZEN EN TEKST LEZEN ZINNEN IN CONTEXT LEZEN EN TEKST LEZEN

technisch lezen

• dag 1 i p.13

• dag 3 k p.31

• dag 6 m p.55

• dag 8 s p.71

• dag 1 p p.13

• dag 3 aa p.29

• dag 5 r p.45

• dag 7 e p.61

• dag 9 v p.77

• dag 1 n p.13

• dag 3 t p.29

• dag 5 ee p.45

• dag 7 b p.61

• dag 9 oo p.77

• dag 1 d p.13

• dag 3 oe p.29

• dag 5 z p.45

• dag 7 ij p.61

• dag 9 h p.77

• dag 1 w p.11

• dag 3 o p.27

• dag 5 a p.43

• dag 7 u p.59

• dag 9 j p.75

• dag 1 eu p.11

• dag 3 ie p.27

• dag 5 l p.43

• dag 7 ou p.59

• dag 9 uu p.75

• dag 1 g p.11

• dag 3 au p.27

• dag 5 ui p.43

• dag 7 f p.59

• dag 9 ei p.75

• eenlettergrepige woorden type mk,

km, mkm • eenlettergrepige woorden type mk,

km, mkm • eenlettergrepige woorden type mk,

km, mkm • eenlettergrepige woorden type mk,

km, mkm en de lidwoorden de en het • eenlettergrepige woorden type mk,

km, mkm • eenlettergrepige woorden type mk,

km, mkm

• eenlettergrepige woorden type mk, km, mkm en de woorden me, je, we, ze, te

• enkelvoudige zin in ik-vorm • enkelvoudige zin; derdepersoons-t

wordt gebruikt • enkelvoudige zin ; derdepersoons-t

wordt gebruikt • enkelvoudige zin ; derdepersoons-t

wordt gebruikt • enkelvoudige zin ; derdepersoons-t

wordt gebruikt • enkelvoudige zin ; derdepersoons-t

wordt gebruikt

leestaak verhalende teksten

(17)

17 Voorbereiden

Als je hebt besloten aan welke doelen je wilt werken, kun je starten met het voorbereiden van je les(sen) voor een volgende lesperiode. De doelen zijn helder, maar wat bied je aan zodat de leerlingen deze leerdoelen ook halen?

Stap 1: Planning

Je begint met het verdelen van de geselecteerde doelen over de lestijd die je hebt. Deze planning kan je op verschillende manieren en naar eigen wens invullen: bijvoorbeeld een planning per (leer)jaar, per maand, per thema, per leerling et cetera.

Op de website van de NTC-Leerlijn vind je verschillende voorbeelden van planners.

Een planning maken voor een thema is afhankelijk van hoe je werkt op jouw school. Wanneer je met VLL werkt, vormen de methodelessen de basis van je onderwijsaanbod.

Hieronder zie je twee voorbeelden van een planning voor een thema van VLL.

Dit zijn voorbeelden van hoe de planning van een kern eruit zou kunnen zien, uitgaande van lessen van 120 minuten.

Voorbeeld zoals gebruikt op NTC-school De Plevier, Tanzania

KERN START - 6

Tijd (min)

les 1 (lesdag 1-4)

integratieles (ankerverhaal) dag 1 30

basisles dag 1(letter d) + verwerking basisles dag 2 (letter d) 30

basisles dag 3 (letter oe) 30

basisles dag 4 (letter oe) 30

les 2 (lesdag 5-7)

basisles dag 5 (letter z) + verwerking basisles dag 5 (letters z) 50

integratieles dag 6 (woordenschat) 30

basisles dag 7 (letter ij) 40

les 3 (lesdag 8-10)

basisles dag 8 (letter ij) 40

integratieles dag 8 (woordenschat) 30

basisles dag 9 (letter h) en verwerking basisles dag 10 (letter h) 50

(18)

Voorbeeld zoals gebruikt op de Nederlandse School De Andes, Chili

Stap 2: Zicht op samenhang tussen de domeinen

De NTC-Leerlijn bestaat uit vijf domeinen: lezen, schrijven, mondelinge taalvaardigheid, woordenschat en begrippen en taalverzorging. Deze domeinen beïnvloeden elkaar. Zo is mondelinge taalvaardigheid bijvoorbeeld een belangrijke basis voor de ontwikkeling van schrijven.

Toch worden in de praktijk de taaldomeinen vaak als losse onderdelen aangeboden, waardoor leerlingen de samenhang niet zien. Door bepaalde doelen gecombineerd aan te bieden creëer je samenhang (en bespaar je lestijd!).

Binnen je lesaanbod creëer je vaak al samenhang tussen de activiteiten, door middel van een thema.

Er wordt gepraat, geschreven, gelezen over en geluisterd naar één thema, zoals ‘reizen’.

Je kunt ook samenhang aanbrengen tussen de taaldomeinen. Bekijk de domeinen en je zult zien dat bepaalde taken of kenmerken van de taakuitvoering bij verschillende domeinen terugkomen. Door ze te combineren sla je twee (of meer) vliegen in één klap.

Voorbeeld: Wanneer je bij mondelinge taalvaardigheid werkt aan het doel om leerlingen te laten overleggen over een probleem, kan je dit koppelen aan een schrijfdoel om leerlingen korte tekstjes te laten schrijven met eenvoudige inhoudselementen.

LES 1

Tijd (min)

lesdag 1-4

De leerlingen krijgen de letter(s) waaraan ze gaan werken. Kern 3 – dag 1: letter d en letter oe.

Letter d zelfstandig:

- kijken naar het letterfilmpje van Zwijsen - letter zoeken in de rijst

- plaatje – woordje (geplastificeerde set woordkaartjes per letter)

30

Letters waaraan gewerkt is, bespreken in de kring. Deze komen op het bord;

leerlingen schrijven er zelf woorden bij. Elke leerling bedenkt een zin met een woord horend bij zijn letter. Andere kinderen luisteren en/of denken mee.

20

Aanbieden letter ‘oe’ volgens klankleer van ‘Zien is Snappen’:

- oe komt groot op het bord. Zien is snappen heeft hier een eigen afbeelding van, deze hangt onder de oe.

- letterfilmpje oe

- spelletje stijgen/dalen alleen klanken - spelletje: stijgen/dalen woorden - hakken/plakken met de woorden

- samen hardop lezen leesblad zoem met de OE

20

Zelfstandig werken met de letter oe:

Per kern is er een spelletjesbak met geplastificeerde materialen. Spelletjes zijn onderverdeeld per les uit VLL en komen iedere kern terug.

30

Evalueren:

Aan welke letters heb je gewerkt?

Welk nieuwe woord heb je geleerd met die letter?

Welk spelletje lukte goed?

10

(19)

19 Stap 3: Opdracht voor meerdere niveaus

Veel taken uit de NTC-Leerlijn komen in verschillende fases terug, maar met een steeds hogere verwachting van de taakuit- voering. Tekent een kleuter bijvoorbeeld een olifant bij de informatieve tekst over olifanten, dan schrijft de leerling uit groep 3 of 4 er al een woord of zinnetje bij. Als je in de klas een opdracht geeft (bijvoorbeeld: maak een boek over olifanten), dan kan je differentiëren door per niveaugroep een eigen opdracht met eigen verwachting aan te bieden.

Stap 4: Didactische keuzes

Bij het voorbereiden denk je ook na over hoe je je onderwijs zo organiseert dat de lessen voor alle leerlingen voldoende structuur en uitdaging bieden en dat de lessen aansprekend en activerend zijn.

Op deze pagina van BRON vind je o.a. tips over klassenmanagement, didactiek en hoe je omgaat met verschillen in de klas. Je vindt hier ook een aantal organisatiemodellen voor gedifferentieerd werken en handreikingen voor het invoeren van zelfstandig werken, die uiteraard op je eigen situatie aangepast moeten worden.

Stap 5: Nadenken over evalueren

Al in de fase van het voorbereiden denk je na over hoe je na afloop van je les kan checken of de aangeboden leerdoelen zijn behaald. VLL heeft bijvoorbeeld na elke kern een methode-gebonden woordleestoets. Je merkt nu dat je hiermee weer aan het begin van de cyclus uitkomt.

Tip uit het veld: ‘De oefensoftware van VLL kan een geschikt middel zijn om te differentiëren in je klas.’

(20)

Uitvoeren

Hier doen we het uiteindelijk allemaal voor: Je gaat met je leerlingen aan de slag in je klas! Nadat je de eerdere stappen van de cyclus hebt doorlopen, is het nu zaak om de voorbereiding in de praktijk te brengen. Op de website van de NTC-Leerlijn vind je na het selecteren van je doelen, pagina’s vol met handige tips van leraren om je NTC-aanbod praktisch te organiseren tot boeiende activiteiten.

Momenten in de les:

Introductie

Vertel aan het begin van je les aan de leerlingen wat ze gaan leren. Bedenk daarbij ook hoe je aan je leerlingen verwoordt wat ze gaan leren, in plaats van wat ze gaan doen.

Dus: Jullie kunnen straks woorden maken met de letter ‘oe’ in plaats van, ‘Pak bladzijde 13 en 14 uit je boekje erbij’.

Zo zorg je dat leerlingen doelgerichter werken en kun je aan het eind van de les samen kijken of het doel is behaald.

In de introductie van je les bepaal je de mate van transfer bij leerlingen.

Vraag of zij het al in een andere taal kunnen. Laat de leerlingen vervolgens uitleggen hoe zij dit toepassen in de andere taal en bespreek dan hoe je het in het Nederlands doet.

In hoofdstuk 5 – Aanpak in het NTC spraken we uitgebreid over transfer en lees je voorbeelden.

Instructie

Volg de methodehandleiding van VLL om instructie te geven bij de les die je aanbiedt.

Als je een gecombineerde klas hebt met niveauverschillen moet je tijdens de instructiefase misschien je aandacht verdelen.

Om met één deel van je groep aan de slag te gaan, kun je het andere deel bijvoorbeeld zelfstandig laten werken. Visualiseer met behulp van concrete materialen (zoals picto’s of afbeeldingen) de stappen die nodig zijn om een taak goed te kunnen doorlopen. Zeker bij jonge kinderen is deze visuele ondersteuning belangrijk.

Oefenen

Laat de leerlingen eerst één oefening maken. Observeer hoe dit gaat.

Als je ziet dat de stof wordt beheerst, hoeft een leerling niet altijd verder te oefenen.

Afsluiting/evalueren

Na het oefenen is de les nog niet klaar. Aan het einde van de les moet je namelijk evalueren of het gestelde doel is behaald.

In de introductiefase van je les heb je verwoord wat de leerlingen in de les moesten gaan leren. Het is slim om dit concreet zichtbaar te maken. Bijvoorbeeld door het doel van de les visueel te maken en bijvoorbeeld op het bord te schrijven.

Aan het einde van de les kun je de leerlingen in eigen woorden het doel van de les laten verwoorden en aan laten geven in hoeverre zij dit nu beheersen. Met dit evalueren breng je de leerlingen als het ware opnieuw in beeld. Op basis hiervan begin je opnieuw aan de cyclus.

(21)

21 7. TOT SLOT

Deze NTC-Leerlijnoplegger bij Veilig Leren Lezen vormt samen met de methodehandleiding, de NTC-Leerlijn en het Methodeoverzicht een handig middel om te gebruiken bij het vormgeven van je taallessen in het NTC-onderwijs.

In de toekomst willen we deze handige materialen samen met jullie verder uit gaan bouwen.

Dus: mis jij in deze beschrijving een gouden tip of heb je andere prachtige voorbeelden bij het werken met VLL?

Help dan je NTC-collega’s en stuur ons je tips!

Wij leggen ze voor aan een aantal van je collega’s en nemen ze (na redactie) in de oplegger op.

Ook voor andere vragen en/of opmerkingen kan je bij NOB terecht. Mail naar: Jochem Kuiper

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- De cursist kan op beschrijvende wijze alle relevante gegevens begrijpen in een enkelvoudige instructie (prescriptieve teksten).. Tekstkenmerken

De leerling benoemt het woord, luistert naar de klanken, zet een kruisje op de plek waar de betreffende letter staat.. Het aankruisen is een receptieve oefening (= stap

Het programma is gericht op het verbe- teren van de leesvaardigheid door gerichte oefening van deelvaardigheden te geven, door leesstrategieën aan te leren, door veel

Joop van der Horst laat in zijn laatste boek Het einde van de standaardtaal (2008) weten dat mensen anno 2008 op een andere manier schrijven en lezen dan de mensen in 1990.. De reden

Waarom verschijnt het Guinness Recordboek maar één keer per jaarX. Waarom werd het Guinness Recordboek meteen een

Bij Veilig leren lezen kim-versie zijn bij iedere kern extra leesboeken ontwikkeld voor maan-, zon- en sterniveau, om kinderen veel te laten lezen op hun eigen niveau. Variatie

Slaat een probleem over en gaat door met een andere deel van zijn werk (ook ander vakgebied) Zet door bij een taak die hij moeilijk. of eng vindt (iets vragen aan andere

• Kinderboekenschrijvers in de klas: motiverende online lessen met de mogelijkheid voor een feestelijke afsluiting met een live gastles door een van onze kinderboekenschrijvers