• No results found

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 23 · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 23 · dbnl"

Copied!
371
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 23

bron

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 23. E.J. Brill, Leiden 1904

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_tij003190401_01/colofon.htm

© 2009 dbnl

(2)

Over de Middelnederlandse vertaling van de Pèlerinage de la vie humaine.

Het beroemde gedicht van Guillaume de Deguilleville, dePèlerinage de la vie humaine, is in de Middeleeuwen in onze taal overgezet. Deze prozavertaling, bekend onder de titelPelgrimage van der menscheliker Creaturen, is tot ons gekomen in drie handschriften nl. één op de Koninklike Bibliotheek te

Gravenhage (H), één in het Bisschoppelik Museum te Haarlem (Hl), en één in de Koninklike Bibliotheek te Berlijn. Van het eerste bezit Verdam een volledig afschrift;

van het tweede heeft hij zelf de varianten opgetekend; door zijn grote bereidwilligheid heb ik zowel het afschrift als de varianten kunnen gebruiken; ik breng hem daarvoor mijn oprechte dank.

DePèlerinage de la vie humaine is door Guillaume de Deguilleville - een plaatsje in het departement Manche, tans ‘Digulleville’ geheten - tussen 1330 en 1332 geschreven, en vormt het eerste deel van een trilogie waarvan de beide andere zijn getiteldLe Pèlerinage de l'âme en Le Pèlerinage de Jésus-Christ. De beide eerste zijn in 1893 en 1895 uitgegeven voor de Roxburghe Club, door Prof. J.J. Stürzinger, die door de dood verhinderd werd zijn werk te voltooien met de publikatie van het derde en laatste deel. De werken van de Roxburghe Club zijn zeer moeielik te krijgen, en dat is voor mij een reden te meer deze vergelijkende studie openbaar te te maken; ik was zo gelukkig het exemplaar van Gaston Paris enige maanden in huis te mogen hebben, en ik ontveins mij

(3)

2

niet dat ik er anders bezwaarlik kennis van zou hebben kunnen nemen1). Ik heb ondernomen de middelnederlandse bewerking met het origineel te vergelijken, met het doel mij een oordeel te vormen over de meerdere of mindere getrouwheid van de vertaling; indien ik de resultaten van mijn onderzoek tans hier mededeel, dan is dat om een bijdrage te geven tot het nog ongeschreven hoofdstuk van de middelnederlandse letterkunde, dat ik zou willen noemen ‘De vertaalkunst in de Middeleeuwen’; mij dunkt dat, in een beschrijving van de middelnederlandse werken, die toch voor het grootste deel vertalingen zijn, dat hoofdstuk niet mag ontbreken2). Juist omdat zij in proza is geschreven, leent de vertaling van de Pèlerinage zich uitstekend tot een studie als deze. Bij Maerlant kan een onjuiste overzetting worden toegeschreven aan de dwang van het rijm; hier daarentegen was de bewerker volkomen vrij de woorden te gebruiken die hem vóór de geest kwamen; zijn werk zal dus zijn verdiensten en gebreken als vertaler duidelik aan den dag brengen.

Vooraf wil ik even de vraag stellen of de middelnederlandse bewerking enig belang heeft voor de kennis van de oudfranse tekst. Eén punt verdient misschien onze aandacht. Het gedicht van Guillaume schijnt zich te onderscheiden door een eigenaardigheid van versbouw, die hierin bestaat dat de verzen met vrouwelik rijm nietacht lettergrepen plus stomme e hebben, doch slechts zeven, plus stomme e.

Stürzinger heeft, uitgaande van het denkbeeld dat de dichter dit systeem konsekwent moet

1) Zie over Guillaume de Deguilleville: G. Paris,La littérature française du moyen âge, § 156;

A. Piaget, inHistoire de la langue et de la littérature française, publiée sous la direction de L. Petit de Julleville, II, 207; en vooral J.E. Hultman,Guillaume de Deguileville, en Studie i fransk Litteraturhistoria, Upsala, 1902 (Dissertatie).

(4)

hebben volgehouden, niet geaarzeld veelal gewelddadige veranderingen te doen ondergaan aan de tekst zijner handschriften; hierin toch hebben de bedoelde verzen meestal deacht lettergrepen waaraan de afschrijvers gewoon waren. Volgens G.

Paris1)‘on peut se demander toutefois, en présence du nombre très considérable de vers où tous les mss. donnent à ces vers le nombre habituel des syllabes, si le poète a constamment observé la règle qu'il s'était faite, et si les restitutions de M.

St., toujours ingénieuses et acceptables, mais parfois assez radicales, nous représentent bien les leçons originales’. Zonder mij in deze kwestie te willen mengen, konstateer ik dat de middelnederlandse tekst, altans die van het Haagse handschrift, is bewerkt naar een oudfrans manuskript dat niet overal in de vrouwelike verzen zeven in plaats van acht lettergrepen had. Dit blijkt overtuigend uit vers 10571 vlgg., waar de oudfranse tekst heeft

... aime ...

Miex moi rendre en abbaïe

Quë (point) estre en ta compaignie2),

hetgeen onze vertaler aldus overzet (100 c.): ‘Oec heb ik liever mij selven te geven in een abdie of in enen clooster dan ic dade een ychtech punt te wesen in dinen geselscap3). Juist de verkeerde vertaling van de franse negatiepoint toont dat dit woord aanwezig was in het handschrift dat onze landsman vóór zich had. Ook vs.

8064 heeft in dezen kracht van bewijs:

(Autri) mestier c'on ne set [pas] faire4),

1) Romania, XXIV, 485.

2) Point is door Stürzinger tussen haakjes gezet, waarmede hij wil te kennen geven dat, volgens hem, dit woord door latere afschrijvers is ingevoegd om het aantal lettergrepen op acht te brengen.

3) Var.een cleyn tijt.

4) Door [ ] geeft St. aan dat zijns inziens een woord in de tekst moet gevoegd worden, hetzij uit

(5)

4

dat in het Middelnederlands luidt (71 d.): ‘ander lude dingen dat niemant gedoen en can’, waar dus autri zonder twijfel in het manuskript voorkwam dat de vertaler gebruikte1).

Op de Leidse Bibliotheek bevindt zich, onder No. 74, een handschrift van de Pèlerinage dat door Stürzinger niet is gebruikt. Trouwens het aantal der handschriften van zijn tekst is zó groot dat het er op één meer of minder niet aankomt, te minder omdat de uitgever er van heeft afgezien, en terecht, een kritiese uitgave in de strenge zin van het woord te geven; hij vermeldt zelfs niet de varianten van alle manuskripten, doch heeft er zich toe bepaald een handschrift uit de 14deeeuw letterlik te doen drukken en alleen de belangrijkste varianten van een beperkt aantal manuskripten te geven; slechts van de A.B.C. strofen, gericht tot de Heilige Maagd (vs. 10894 en vlgg.) zijnalle afwijkende lezingen van de handschriften vermeld. Het is dus niet mogelik een juist inzicht te krijgen in de verhouding van het Leidse handschrift tot de overige. Volledigheidshalve deel ik hier mede wat mijn onderzoek mij daaromtrent heeft geleerd. In het algemeen zijn de lezingen er van gelijk aan die van het teksthandschrift, maar in vs. 1827 komt het overeen met de groep B M G M1H1H, in vs. 11169 met A1L (Physiques), in vs. 9528, 10958, 10965 met M, en eindelik, in vs. 3325 met A. Zolang de verhouding der andere handschriften onder elkander niet nader is onderzocht, zal men zich met deze vage mededelingen tevreden moeten stellen.

Het Leidse handschrift bevat de drie ‘Pèlerinages’.

Tans overgaande tot het eigenlike onderwerp van deze studie, begin ik met mede te delen dat ik als basis het Haagse hand-

1) Juist omdat ik over de principiële kwestie geen oordeel waag uit te spreken, vermeld ik slechts terloops dat b.v. in vers 2056 het voegwoordet bezwaarlik gemist kan worden. Wat de

(6)

schrift heb genomen, en overal de lezingen er van nauwkeurig heb vergeleken met die van het Haarlemse; ik heb de afwijkingen echter, in het algemeen, alleen dan vermeld wanneer er verschil van betekenis bestaat.

De vertaling volgt het origineel op de voet, zodat het niet nodig is een franse prozabewerking te veronderstellen die als brug tussen dePèlerinage (Pèl.) en de Pelgrimage (P) zou hebben gediend. De vergelijking van het oorspronkelik gedicht met de vertaling zal dus geen ingrijpende verschillen aan het licht brengen; zij wordt er des te belangrijker door, want het psychologiese probleem dat iedere vertaling bevat, is nu zuiverder gesteld: het zijn juist de nuances die tonen welk verschil er bestaat tussen de geest van de dichter en die van de vertaler.

Trachten wij te weten te komen welk handschrift of welke handschriften onze vertaler heeft gevolgd, dan doen zich dezelfde moeielikheden voor waarop wij daareven zijn gestuit, bij het bepalen van de verhouding van het Leidse oudfranse handschrift tot de overige. Ik moet mij beperken tot enkele aanwijzigingen. In vers 113-4 kombineert hij de lezing van H1met die der andere handschriften, in vs. 1484 komt zijn lezing overeen met die van H A7, in 3436 en 3683 met O B M, in vs. 1686, 3325, 4412, 9163, 11890 met A (A M, A G L, A L), in vs. 8405 met B G, in vs. 9528 met M1L, in 1827 met B M G M1H1H.

Ik zal trachten door het volgende overzicht aan de lezer een zo juist mogelik beeld te geven van de verhouding van P tot Pèl., en tevens, zo mogelik, dė oorzaak op te sporen van de verschillende afwijkingen en lakunes. Het spreekt van zelf dat ik bijna uitsluitend de aandacht zal vestigen op deverschillen tussen het origineel en de vertaling. Wat betreft hunovereenkomst, mogen enkele regels volstaan.

In het algemeen, ik zeide het reeds, is de vertaling juist en geeft zij altans de algemene zin van het Oudfrans goed weer. Doch

(7)

6

het is betrekkelik zelden dat een franse en een middelnederlandse passageletterlik overeenstemmen. Dit is b.v. het geval:

Alsulkedane luden sijn 7 d

P.

Tel ne sont pas bon surgïen, Bon mire ne phisicïen 599.

Pèl.

ghene guede surgiene noch soete meesters noch ooc guede fisiciene.

(var.

medicine) omme dat ghi niet fel 7 d

A vos navrez soiez piteux, Misericors et doucereux.

607.

jeghen uwe sieken sult wesen, mer guedertieren ende

ontfaermertich so suldi wesen (laatste zinsnede ontbreekt Hl) bi

waerachtigher 13 a

Par vraie revelation D'enterine confession 1233.

revelacien van gheheelre biechten.

ende dat es dat tselve 26 d

(Que) c'est le sanc dont arrousee Fu la crois et cruentee 2791.

bloot daert cruce mede was

bedauwet ende ghevarwet.

Doch, ik herhaal het, zulk een letterlike vertaling is uitzondering; meestal bestaan tussen Pèl. en P. verschillen die wij zullen moeten onderzoeken om een antwoord te vinden op de vraag: hoe de vertaler zich van zijn taak heeft gekweten.

Een afzonderlike plaats verdienen in dit overzicht de A.B.C. strofen, gericht tot de Heilige Maagd; de vertaler heeft zich aldaar grotere vrijheden veroorloofd, ter

(8)

1) 1.De versbouw. Het Frans heeft de volgende rijmorde: a a b a a b b b a b b a De vertaler heeft dezelfde vorm gekozen, doch hij heeft er zich niet zo streng aan gehouden. Geheel juist is de volgorde van de rijmen slechts in C en N, al ziet men ook in de andere dat hij, als het hem mogelik was geweest en hij betere rijmen had kunnen vinden, het schema trouwer zou hebben gevolgd. Alleen inEthiques verandert hij de volgorde aldus: a a b a a b a a b a a b . Zijn geringe bedrevenheid in het maken van verzen bewijzen de talrijke onjuiste rijmwoorden.

2.De inhoud. Hij geeft meestal minder een vertaling dan wel een parafrase; van de franse tekst neemt hij twee, drie of vier verzen, laat de overige weg, en gebruikt de verzen der strofe die hij aldus vrij krijgt, om de vertaalde regels toe te lichten of te omschrijven, Dit systeem volgt hij met name in Str. G.H.I.K.L.N. O (3 regels vertaald), Ethiques (4 regels), P (2 regels), C en F (1 regel), van A M X Y zijn negen regels vertaald, van D acht regels; de laatste drie bevatten toevoegselen van de vertaler. Behoudens kleine afwijkingen komt de vertaling van B E R S T Z C ongeveer overeen met het origineel, doch geheel verschillend is daarentegen

(9)

7

Om het overzicht te vergemakkeliken, komt het mij raadzaam voor de stof in twee delen te splitsen. In het eerste behandel ik de veranderingen die de vertaler aan de franse tekst heeft doen ondergaan; wij zullen daaruit dus zien in hoeverre hij zich vrijheden veroorloofde tegenover het gedicht dat hij vertaalde, en wij zullen er ons tevens een oordeel door kunnen vormen over de meerdere of mindere juistheid van zijn vertaling. In het tweede vergelijk ik de stijl en de woordekeus van de vertaler met die van Guillaume de Deguilleville, en dat onderzoek zal ons inlichten omtrent de vaardigheid die de bewerker bezat in het gebruiken van zijn moedertaal, omtrent de eisen die hij zich als vertaler stelde en omtrent zijn opvattingen op het punt van taal en stijl. In het eerste deel beschouw ik dus vooral de inhoud, in het tweede de vorm van zijn vertaling.

I.

1. Over de juistheid van de vertaling.

Wij beginnen onze beschouwing met de bespreking van de wijze waarop onze vertaler dewoorden overzet, om daarna over te gaan tot zijn vertaling van zinnen.

De manier toch waarop hij een woord, afzonderlik genomen, weergeeft is een goede maatstaf voor de beoordeling van de juistheid zijner vertaling en kan ons reeds dadelik laten zien hoe ver hij in het Frans was.

Men kan zeggen dat onze landsman in de meeste gevallen een frans woord weergeeft door de daaraan beantwoordende term; toch komt het niet zelden voor dat hij op een andere wijze te werk gaat. Wij vinden nl. een gehele reeks franse woorden die hij vertaalt met een bastaardwoord; dit geval zal zo straks op nieuw ter sprake komen wanneer wij over de vorm van de vertaling zullen handelen. Tans moeten wij ons de vraag stellen: zijn de vertalingen juist? Geeft de vertaler zich altijd rekenschap van de kracht, ja zelfs van de betekenis der

(10)

franse woorden, zowel van die welke hij vertaalt als van die welke hij gebruikt?

Er zijn twee bastaardwoorden waarvoor onze ‘clerc’ een voorliefde heeft, nl.

destrueren en deputeren; dit zijn ware lopers bij hem geworden; hij gebruikt ze te pas en te onpas:

ghedestrueert 35 b

P.

monnoiee 3896

Pèl.

destrueert 54 b

convaint 6244

destrueer 78 b

detrai 8593

destrueeren (var.

forceren) 85 d

deffonder 9224

destrueeren 85 d

abatre 9237

destrueeren.

127 c fauchier

13444

ghedipputeert ende

ghemaket 28 b

fait 2981

ghedeputeert 49 d

estuie 5647

deputeer 111 c

repute 11623

dipputeerde 114 b

reputa 11931

ghedipputeert 127 d

expose 13451

ghedipputeert 128 c

repute 13523

Zoals men ziet, zijn deze termen voor de veelsoortigste begrippen gebruikt, en men zou kunnen veronderstellen dat de vertaler zich uit gemakzucht zo vaak van bastaardwoorden bediende, die uitteraard een vagere betekenis hebben dan de inheemse. Doch bij hem zijn zij in deze gevallen toch wel watte vaag en hij maakt het zich wel wat al te gemakkelik, wanneer hij, zoals in de volgende verzen, zich vergenoegt het franse woord te vertalen door een ongeveer gelijkluidend

bastaardwoord dat hij blijkbaar op de klank af koos:

poye (var.

predicstoele) 11 d

P.

prone 1061

Pèl.

cause (var.

sake) 12 c

cas 1141

instructien ende predicaciën 13 b

interpretation 1244

viseie 16 d

avis 1672

declarieren 17 a

discerner 1680

gouvernacie (vgl. echter 17 c

generations 1754

enige regels

(11)

verder:

generacie.

Var.

regiment) intencie (var.

meyninghe) 23 c

entente 2401

noyaliken (var.

loyalike) 30 a

3227 locaument 3221,

ghecontinueert 30 b

contenus 3248

visieren 30 c

deviser 3291

proche (?

Var. recke) 34 c

perche 3816

(12)

impetreren 52 c

emprimer 5952

perlement 55 a

marremens 6128

habitakel 55 c

obstacle 6180

gepurgeert 62 b

puni 6966

abuys 70 d

abuissail 7979

gedegradeert (var. beroeft) 71 c

desposee 8050

nuwen harste (var.

vierharsten) 78 b

haste menu 8602

instrumenten 81 c

firmament 8867

dispensiere (var.

dispenseeresse) 88 c

despense 9478

matteringe of materie 93 d

menterie 10010

(var.

manteneringe of manterie) manteringe (tweemaal;

94 a 10032

menterie 10030,

var.

manteneringe, manteringe) gecopieert ende gestudeert 94 b

clopine 10057

manteringe (var.

manteneringhe) 94 b

mentemens 10058

properlijc 95 b

Propriete 10145

obediencien 119 c

observances 12484

devocacie 123 b

invocation 12951

Trouwens, niet alleen bij de keuze van bastaardwoorden heeft hij zich al te vaak door zijn gehoor laten leiden; dat overkomt hem ook met woorden die in engere zin middelnederlands zijn. Ziehier enige termen die hij blijkbaar alleen gebruikt wegens hun overeenkomst in klank met het franse woord:

brebuuck (l.

biebuuck, var. biecorff) 20 d

P.

buee 2090

Pèl.

mantel 31 b

martel 3395

(13)

mantel 32 b

martelet 3502

zeedraken (var.

sedraken) 84 b

zodiaque 9093

amitte (var.

amicte) 84 b

Mahomet 9098

bronkende 99 d

embrunchiee 10527

125 b buuc (var. buc) 107 d,

13163 buee 11283,

Dit is, inderdaad, een originele manier om zich uit een moeielikheid te redden.

Minder zwaar moeten, dunkt mij, de volgende foutieve vertalingen wegen, die blijkbaar aan slordigheid, niet aan onkunde te wijten zijn.

mieudre (28 a)

gelezen heeft

blijkbaar vertaler

de waarvoor mendre,

2935

pris (36 b) gelezen

heeft blijkbaar vertaler

de waarvoor païs,

4020

separe (46 d)

gelezen heeft

blijkbaar vertaler

de waarvoor s'en

pare 5308

palais (68 a)

gelezen heeft

blijkbaar vertaler

de waarvoor place

7601

paradis (89 d)

gelezen heeft

blijkbaar vertaler

de waarvoor parisis

9583

(14)

Ik aarzel ook niet hierbij te voegen de hoogst zonderlinge overzetting vanevaporee (vs. 7780); dat wij hier met een vergissing te doen hebben, blijkt uit vs. 7786, waar hetzelfde woord altans iets beter is vertaald. Men vergelijke:

Ende overmits den winde van desen 69 b

Du vent du souflet enflee

Sui si que, se evaporee

N'estoie, tost (je) creveroie

7779

blaesbalge so bin ic oec selve so gezwollen ... ende en ware dat voetsel dat ons Eva (var.

ens) leerde nutten ic soude haestelic spliten.

.... uutblase 69 b

.... evaporee 7786

Zo is de uitdrukkinga moi l'ara, op fo. 45 b verkeerd vertaald met hi sal tegens mi spreken, en op 77c eveneens zeer zonderling met en had cromme stave noch rechte(?), daarentegen zeer juist, op fo. 63 c, met mi rekeninge doen. Als

slordigheden zijn zonder twijfel ook te beschouwen de vertaling, in vs. 2296, van maillet door besem (22 c); in 4749, van renge door taerge (41 d); in 6104, van veüe doorlichame (53 d).

Doch, om terug te komen op de zonderlinge klanknabootsingen - een eervoller naam toch kan ik er niet voor vinden - van daareven: zij tonen dat onze vertaler het zich soms gemakkelik maakte; evenmin als de hierboven vermelde fouten, behoeven zij als bewijzen van zijn onkunde te worden beschouwd.

Dat is waarschijnlik wèl het geval met de volgende vertalingen; altans ik weet niet hoe die fouten anders te verklaren zijn:

Mer van ghemeenre onderhoricheit, 7 a

Non mie de necessite Mais d'avenant congruïte 531

in iugieren (var. in duemene)

13 d en punissant

1212

dan te eren of te salicheden (var.

scalcheden) 18 d

Qu'a sa franchise et a s'onneur

1916

eert ghelevert was den winde.

27 b avant ....

que aus balestes fust baillie

2843

sonder enighe murmuracie der in te maken.

29 b Sans faire en

adevinement (varr.

S. en f. devinement, S. f. nuld.)

3118

(15)

11

Zeer kurieus is de vertaling vantraitis (vs. 683) door treckend (8 c), eene letterlike overzetting die toont dat de vertaler de betekenis (‘schoon gevormd’) van het franse woord niet kende.

Onjuiste vertalingen van gehelezinnen komen niet zelden voor en ook daarbij is het moeielik een scheiding te maken tussen de fouten die aan slordigheid en die aan onkunde zijn toe te schrijven. Wel zijn er natuurlik graden in te onderscheiden.

Zo maakt de vertaler volslagen onzin o.a. van de verzen 76 en 3444:

Nochtans en was hi (var. hijs) niet sculdich.

2 b Ja n'i deust il pas treuage (d.i.

‘entreegeld’) 76

Want ic can wel lachen ende togen mijn tande.

76 b Et de rire du bout

du dent 8444

Evenmin is zijn bedoeling duidelik in de volgende verkeerd overgezette verzen:

Sonder yements vraghen

2 c Sans estre de nulli repris

142

om te soecken ende te visitieren alle sine vrienden 4 d

Pour li acquerre des amis

300

Nu seitse het moet sijn nae dijns 29 c

Or faut il (donc), dist Sapience, Que remplage a soufisance Tu li truisses on (que) faussee Soit t (en)' autorite vulguee,

Par la quelle as prouve et dit Que u monde n'a point de vuit, Quar d'aucune chose il sera Rempli ou vuidenge i ara.

3147

tselves wille dattu hem vints vervult (var. vervullinge) na sijnre ghenoechten of dijn opinioen sal sijn vervult noch verzaet (var. s.s.

valsch n.v.)

Soms staat zelfs in de vertaling juist het omgekeerde van hetgeen er staan moest, bijvoorbeeld:

als een coninc ende een god die te vresene was 48 a

Comme douz et traitable roi.

5476

(16)

Pour ce que plus m'efforcerai De toi dedans li encorder

Quë es autres et arrester

daer of seggen omdat ic mi wil pinen daer in di te strecken ende te vane.

(17)

12

Ik kan hier al de fouten die ik heb opgemerkt niet opsommen, zij zijn vrij talrijk. Als men echter hun cijfer vergelijkt met het grote aantal verzen dat het oudfranse gedicht telt (meer dan 13000), dan is men eerder geneigd het niet hoog te vinden, al zijn er onder die ons soms doen twijfelen of de vertaler wel zeer intelligent was. Het is dan ook niet meer dan billik dat ik hier, als tegenwicht, enige plaatsen bijeenzet waaruit blijkt dat hij ook zeer verstandig wist te werk te gaan:

hi was selve die coninck 6 b

P.

Ce fu celui qui le pas fist

Qui ort ne fu ne ne mesfist 455

Pèl.

diene

visierde (var.

verzeerde) de makede ... Ende nochtan en had hijs gheen noot te doen.

sonder iemant te werne.

25 d courtoisement

2662

tensi dattuut verdienste in 44 a

Se ce n'est par ton offense 4994

te doen dat ic di

verboden hebbe.

van sijnre eerster ordinancie 48 c

De fais et de narrations 5532

want hi castijt hem 83 d

... quar du meschief d'autri Chascun a un mirour pour li 9053

herde sachte die hem castijt bi enen anderen.

Als voorbeeld van een fraaie - zij het ook omslachtige - vertaling vermeld ik nog die van Pèl. 2487-2496; zie hier de franse passage:

Non pas pour ce que leur il fust Ne que point leur estre dëust, Quar (pas) donner ne le pouoient Mes serjans qui le gardoient Ne ceus digne du recevoir N'estoient ne de li avoir.

En bail l'ont ëu seulement Pour rapeler a mon talent;

(18)

De vertaling luidt aldus (24 b.):Mer hier in en es niet te verstane dat haerluder was noch ooc yet sculdich was te

(19)

13

wesen. Want mine serianten en waren niet machtich dat sijt weck mochten gheven, om dat sijt van minen weghe hadde[n] te bewaerne ende te bewachten. Noch ooc die ghene en warent niet sculdich tontfane noch te hebben over haer eighen goet.

Maer hets hem geleent sonder meer om weder te hebben te mijnre genouchten alst mij ghelieft. Want sonder minen wille noch sonder mijn consent so en was noyt niement machtich noch sculdich yement te gheven.

2. Over de nauwkeurigheid van de vertaling.

Tot nu toe hebben wij ons bezig gehouden met de woorden en passages die, door welke oorzaak dan ook, verkeerd zijn vertaald. Tans vraagt een andere groep van afwijkingen onze aandacht, nl. die de algemene zin van de franse verzen weergeven maar in biezonderheden daarvan afwijken. De vertaler bedient zich soms niet van de middelnederlandse term die onmiddelik aan het franse woord beantwoordt, doch van een die in betekenis hieraan slechts min of meer nabij komt; hij laat soms verzen uit, en wij zullen moeten zien in hoeverre hij de tekst daardoor verzwakt. De verschillen tusschen Pèl. en P. die wij tans ter sprake brengen, zijn ingrijpender dan de tot nu toe behandelde, die alle min of meer geïsoleerd waren; zij zullen ons een begrip geven van de wijze waarop de vertaler zijn rol heeft opgevat en zullen ons tevens zijn eigenaardige geestesvorming leren kennen,

Ziehier, om te beginnen, enige afwijkingen waarvan het mij niet gelukt is de oorzaak op te sporen; zijn zij te verklaren uit slordigheid?:

kersen 15 c

P.

estincelle(s) 1510

Pèl.

prince 68 c

prestre 7664

dese mantel en was niet 72 a

Ce mantel pas seule ne vest,

Fait pour toutes les vielles est 8081

gemaect allene om minen wille mer om elkerlic diene begheren ogen.

108 b jocs

11331

(20)

Karakteristiek is daarentegen een gehele reeks veranderingen die de vertaler aanbrengt en die hem aan ons doen kennen als iemand die weinig gevoel had voor oorspronkelikheid en voor geestigheid, die zich meer voelde aangetrokken door het gewone en alledaagse en die angstvallig vermeed wat hem vreemd voorkwam. Hij is wat laag bij de grond. De typiese uitdrukkingen die aan Pèl. een eigenaardige bekoorlikheid geven, vinden geen genade in zijn ogen. Voor lokale kleur heeft hij geen zin; spreekt Guillaume (vs. 7588) van iemand die men totBouloigne la Crasse vergeefs zou hebben gezocht, de vertaler vervangt deze naam (68 a) doorhet hoge Rome en Jerusalem; noemt de franse dichter (vs. 7635) Chastiau Ludon, de vertaler schrapt die naam. Hij handelt met zulke plaatsen op twee manieren, òf hij vervangt de biezondere uitdrukking door een algemene, òf hij laat haar achterwege.

Voorbeelden van de toepassing van het eerste middel:

bloomkijns noch crudekijns 16 a

P.

... bruiere ne geneste N'autre arbricel 1577

Pèl.

die cruden 16 b

... les bles et les fourmens 1594

ghemaect ende

gheformeert 19 a

... faite Forgie(e), dolee et pourtraite 1939

ghene dinc 19 a

Nul

charpentier 1956

ne nul charon

slach ende quetsure 44 c

Coup de dart et de saete 5052

sidi sot 47 a

Me retournez 5316

vous le billart

al uwe redenen 47 a

Pour (vos) paroles desguisees Et (vos) fanfelues rimees 5333

gheeft te verstane 48 c

... flagolant 5518

vreselike bramen 57 c

Il y cressoit hous et fresgons, Bos espineus 6513

ende scerpe doornen

(21)

plain d'aguillons

hi is tegen mi gestaen.

60 b ... pour moi

gerroier Il est advocat devenu 6772

si plach te vane wilde 63 b

Que fust loutriere ou louviere 7070

beesten (var. wolven of w.b.) die wint 64 d

le vent de Nort 7244

jonc was 67 a

dens de lait avoie 7484

menigherhande instrument 69 a

.... tuiaus Et flëutes et chalemiaus 7743

clam in bliscappen 74 a

herpoia 8304

lelike teve 77 b

lisse

pautonniere 8507

(22)

duechden 78 d

bonne renommee 8634

doorn of brame 81 b

... gletonnier, Ronce, espine ne groiseillier 8847

maken 82 a

endenter 8903

maect vaste sine netten 112 c

Touz jours endruist ses verveus Et ses penniaus et ses raiseus 11729

die snelle 113 b

La giberesse et coursiere, La

sauterelle, la saillant 11804

ruste 118 b

Destour ou mucier les pëusse 12332

vertere sijn bloet ende sijn vleisch.

124 d Son sanc

boif et sa chair mengu 13121

Door deze afwijkingen van de oorspronkelike tekst krijgt de vertaling iets mats.

Vergelijk b.v. de volgende passages met de vertaling:

... stael dat boven 59 a

P.

... fer cler et fourby Et acier luisant et burny 6635

Pèl.

maten gebruneert is.

dat men hier bi moet verschalken.

73 a Comment u

mirour elle pert Toute sa fierte du desert 8159

(23)

Ic ga, ic springe, ic 113 b

Je vois, je vieng, sail et vole,

Je

espringale, je karole, Je trepe et queur, (et) 11807

lope over die grachten, ic danse, ic tumele, ic werstele. Ic werp den dance et

bale Et vois a la huitefale, Je luite et sail fossez bien joins Et gete la pierre au plus loins Et nulle fois (je) ne m'esmaie De

trespasser

steen omverre, ic clymme over de muren.

mur (et) ou haie

Want daer si sculdich 95 c

Delez leur riule bocus sont 10161

waren te sijn recht ende slecht, daer sijn si gebult ende

oneffen.

De vertaler is een nuchter man. Nuchter is hij wanneer hij vrolike verzen wijzigt, als Pèl. 7817

Tru tru di je, tru tru tru [tru]!,

een onschuldige scherts, van weinig belang voor de tekst, maar die toch levendigheid geeft aan die passage van het Oudfrans.

(24)

Nuchter is hij wanneer hij ironiese gezegden tot banale verzekeringen maakt, zooals:

nu sie ic wel dattu geen 42 d

P.

.... or voi Com vigureus es 4834

Pèl.

goet ridder en bist.

chevalier enz.

Ende si docht mi sijn 81 a

Et bien vous di (que), se sans rage Estoit, si n'i paroit (il) mie.

8812

al verwoet ende buten haer selven.

Nuchter is hij vooral wanneer hij beelden en vergelijkingen niet doorzet en ze middenin onderbreekt om de zaken bij hun naam te noemen. De strofen leveren vele voorbeelden van deze eigenaardigheden; zie ook:

hovaerde 35 a

P.

orage 3860

Pèl.

Want ic beroeme mi 69 b

J'en corne prise mainte foiz

Que rien n'ai pris

7793

menichwerf van dingen die ic niet en hebbe.

De indruk die deze groep van afwijkingen ons heeft gegeven kan niet dan versterkt worden door de lakunes die wij opmerken als wij de franse met de middelnederlandse tekst vergelijken. Men gaat niet te ver als men het systeem van de schrijver om al wat in het Frans karakteristiek is weg te laten, noodlottig noemt voor het

middelnederlandse werk. Nemen wij b.v. de geestige beschrijving der kleding en de hekeling van de modezucht van zijn tijdgenoten waarmede Guillaume de Deguilleville ons vermaakt (vs. 7496 vlgg.). Wat komt daarvan in de vertaling te recht? Ongeveer niets. In vers 9777-79 noemt de franse dichter verschillende jachtinstrumenten:

Unes longes, se vous voulez, Et unes guiches me donnes.

De vertaler laat die eenvoudig weg. Zo doet hij met de namen van de dichtsoorten en de spelen die vermeld staan Pèl. vs. 6753 vlgg., zo doet hij ook in de volgende passages, waar alle techniese termen zorgvuldig vermeden zijn:

(25)

17

19 a Ontbreekt P.

Sans coignie puis bien ouvrer

Forgier, doler et charpenter 1951

Pèl.

34 b Ontbreekt P.

Point ne te faut de cloche au col

3764

37 a Ontbreekt P.

Malvoisine ses saetes

(Et) espringale ses mouchetes Aus postis peuent bien geter 4103

37 c Ontbreekt P.

‘Dites, dist(il), a cil qui tremble, Qui est en fievre, qu'il ne tremble, Et vous verres, s'il cessera.’

Aussi dist il:

‘Certes cil la Dont vous parles se cesseroit Mont

volentiers, se il pouoit’

4167

45 a Ontbreekt P.

Ensourcillie et reboule 5096

45 d Ontbreekt P.

Adonc Raison bouta sa main Par un amigaut en son sain Et une boiste ataint en a Dont unes letres hors sacha 5183

46 b Ontbreekt P.

Lourt et enfrun et dangereus 5228

(26)

(De) greille couroie ferree Et (de) bourse pinpelotee De las de soie desguises, Rouges et vers entremesles Tu cointement espigacier Le veus ...

51 d Ontbreekt P.

Tu le pignes et le blondis Et aplanïes et polis

5771

70 d Ontbreekt P.

... racornillie Tortu et racroquevillie 7967

81 c Ontbreekt P.

Qui

microcosme se nomme

Ou petit monde 8868

81 d Ontbreekt P.

La rechigniee mere aus chiens 8875

84 a Ontbreekt P.

Ratatelee de clustriaus De viez panufles, de churriaus 9075

123 c Ontbreekt P.

Mont aime tel juglerie, (Et) tel son et (tel)

orguenerie.

12965

Dat de vertaler zelfs geen pogingen doet om de woordspelingen van de franse tekst weer te geven, bewijzen verschillende plaatsen. Doch vooral te betreuren is het dat hij er toe is gekomen om beelden, vergelijkingen, aardigheden te schrappen.

De vertaling is daardoor droog en dor geworden.

(27)

18

a hij laat spreekwoorden weg:

goet om enen 41 c

P.

Quar ce qui est bon a mulon Si n'est pas bon a estalon 4705

Pèl.

mensche mer niet om alle

menschen.

b hij schrapt vergelijkingen en beelden:

59 d ontbreekt P.

Haie n'est pas mur a carniaus Pour [en] clorre tours et

chastiaus 6719

Pèl.

61 b ontbreekt P.

Et (met) les pans a la couroie 6874

61 d ontbreekt P.

Plus est marrastre aus pelerins Que l'escoufle n'est aus poucins 6921

64 c ontbreekt P.

Ne sont pas cordes de Clervaus, Ains furent faites a Nervaus 7203

68 a ontbreekt P.

Je sui l'escume qui floter Vueil sur la bonne eaue et noer

7619

68 b ontbreekt P.

Qui est plus cruel que bicorne Ne que cisel a charpentier 7650

(28)

Fait plus de bien et de profist Que cil qui u grenier se gist

101 d ontbreekt P.

Ou plus tost ne vas que Tigris 10680

126 b ontbreekt P.

Et aussi com alast au fain 13283

Het is waar dat de vertaler een enkele maal vergelijkingen maakt die niet in de franse tekst staan, maar welke!

49 d of enen kemel driven door eenre naelden oge.

Na Pèl. 5654

Men zal mij toegeven dat deze vergelijking in oorspronkelikheid onderdoet voor die van de dichter.

c de vertaler laat aardigheden weg:

26 c ontbreekt P.

Rien n'i scuent, esbloe sont, Voisent couchier, assote sont 2755

Pèl.

46 c ontbreekt P.

Pensïez vous a voz amours Ou a faire chastiaus ou tours?

5269

47 a ontbreekt P.

Se mouche en lait ne

connëusse 5319

53 b ontbreekt P.

Qui me sont puces es oreilles 6032

63 a ontbreekt P.

Laide chose fust en sale Qui li vëist venir dancier 7062

72 b ontbreekt P.

... que n'ont pas sur eus 8114

(29)

19

Dit weglatingsysteem hangt samen met een andere eigenaardigheid van de vertaler, die nl. moeielike verzen eenvoudigheidshalve overslaat. Wanneer men de lijst nagaat van de verzen die in de middelnederlandse tekst ontbreken, vindt men ook hier lakunes die moeielik te verklaren zijn, doch daarnaast een groter aantal op plaatsen van de franse tekst die bezwaar voor de vertaler hebben kunnen opleveren.

Ziehier vooreerst enige verzen die niet zijn vertaald, zonder dat ik weet waarom:

14 a ontbreekt P.

... et sa dependance Quant l'une est, aussi est l'autre 1344

Pèl.

34 c ontbreekt P.

Adonc Grace Dieu si entra En sa courtine et m'apela 3813

40 a ontbreekt P.

Qui me semble estre grant tourment 4534

78 a ontbreekt P.

Et se ce ci ne te soufist, Bien sai on mont d'ordure gist.

Assez t'en trouverai, avant Que point ne voises agroucant 8561

108 b ontbreekt P.

Pour la soif Israel garir 11318

117 d ontbreekt P.

Aussi qu'u temps du deluge

Par ta grace a Noë fëis 12298

Zo ontbreken op fo. 69 c vijfendertig verzen van Pèl. (7829-64).

Het geval doet zich voor dat de vertaler slechts gedeelten van verzen weglaat, zodat bijv. het onderwerp van de éne zin bij het werkwoord van de volgende komt te staan, daar het werkwoord van de eerste en het onderwerp van de tweede zin zijn uitgevallen.

Deze lakunes eenvoudig te verklaren uit het streven naar vereenvoudiging van de tekst gaat niet aan, omdat, zoals wij in het tweede deel dezer studie zullen zien, de vertaler eerder omslachtig is. Dus ook hier slordigheid?

Ziet men niet goed in waarom hij in dezen aldus heeft gehandeld, maar al te goed begrijpt men zijn nalatigheid in een lange reeks van passages waar de oudfranse tekst moeielik te vertalen was. Deze handelwijze is een tegenhanger van de daareven

(30)
(31)

20

Ziehier, om te beginnen, enige vreemde substantiva, door de vertaler niet overgezet:

con respondans, varr. correspondans, Pèl. 1128 (P. 12 b) - gerfaut, Pèl. 7083 (P.

63 b) -esmerillon, Pèl. 7084 (P. 63 b) - Poitevineresse, Pèl. 9517 (P. 89 a) - machecriere, Pèl. 12128 (P. 116 b) - equipollence, Pèl. 12417, 12441 (P. 119 a), 12607 (P. 120 c) -equivalence, Pèl. 13013 (P. 123 d).

Weggelaten moeielike verzen:

8 c ontbreekt P.

Fallace d'elenche (puez) faire [Puez] cy endroit sans (toy) meffaire 681

Pèl.

14 c ontbreekt P.

.... et domination A et en est droit relatis

1418

21 a ontbreekt P.

Car se (bien) ne le contrisoie 2119

33 d ontbreekt P.

Quar tout li mondes ens mire

N'est pas si grant quë as en de

(d.i. als de aas op een

dobbelsteen) 3697

47 d ontbreekt P.

Plus arguer vous ne pouez Que seulement ainsi nommez Soiez, quar par existence Ce estes sans (point de) difference 5379

64 c ontbreekt P.

Et Fetardie la pasmee 7210

81 d ontbreekt P.

Se eche seche i avoie,

(Tan) tost le feu dedens metroie 8885

(32)

Entour le roi et de hapeurs Qui, se apercëus estoient, A soudre au roi mont aroient

93 b ontbreekt P.

Une fois coconne chevaus 9938

114 b ontbreekt P.

Touz jours en leur idem reviennent 11919

Somtijds slepen de verzen die uitvallen andere mede die een toespeling bevatten op de weggelaten passage en die dus onverstaanbaar zouden zijn nu deze ontbreekt.

Dit is het geval met de tirade Pèl. 1181-1188 (P. 13 c.), achterwege gebleven omdat door de vertaler niet is opgenomen vs. 1005:

... maniable Versatile et variable,

die op P. 11 a hadden behoren te staan. Zo ontbreken ook

(33)

21

de verzen Pèl. 9191-9200 (P. 85 b), omdat Pèl. 9163-66 niet vertaald zijn.

En wat te zeggen van de lakunes waardoor verzen onvertaald blijven die volstrekt onmisbaar zijn, zoals vooral het geval is in de passage die van vs. 9611-9652 gaat?

In de regels die korresponderen op vss. 11997-12000 en 12237 ontbreekt de tegenstelling; de verzen 3181-84 en 10593-96 zijn niet vertaald, hoewel zij het antwoord bevatten op een vraag die wèl in de middelnederlandse tekst is

opgenomen. Op de volgende plaatsen verzuimt de vertaler enige franse verzen te vertalen die een verklaring van het voorafgaande bevatten en daarom niet dan node gemist worden:

17 d ontbreekt P.

En sa facon li deniant Ou soi de sa facon plaignant 1787

Pèl.

enz. tot vs.

1800

67 b ontbreekt P.

... quant plus fort de moi la voi

5092

121 c ontbreekt P.

Et leur fautes leur emplissoit 12732

De billikheid gebiedt ons echter hierbij te voegen dat niet zelden de weglatingen van de vertaler te rechtvaardigen zijn. De franse tekst toch bevat een zeker aantal stoplappen, aangebracht ter wille van rijm en maat, die in de vertaling terecht zijn geschrapt. Ik noem er nog enige, tot besluit van dit deel onzer vergelijking:

16 d ontbreekt P.

Et assez despourveuement, 1674

Pèl.

25 d ontbreekt P.

sans contredit 2640

27 b ontbreekt P.

Qui fust en bourc ne en ville,

2858

81 a ontbreekt P.

Si com m'estoit avis

8810

104 a ontbreekt P.

apertement 10877

Bovendien ontbreken, alleen in H.:

39 b P.

Quer c'est la droite fermëure

4423

72 d.

(Et) nourries et soustenues 8146

80 a (die een herhaling

bevatten van 8735-38).

8739-42

(34)
(35)

22

II.

1. Over de woordeschat van de vertaler.

Een der meest voorkomende woorden van het franse gedicht isesbahi. Gaan wij na hoe dit, op enkele plaatsen. is weergegeven.

versaecht ende buten kere 1289 (P. 13 c)

Pèl.

tebabbeert (var.

verbabbeert) 1470 (15 a)

bedroeft 1472 (15 a)

ten einde van mijnre verstandenisse 1487 (15 b)

denkende 4432 (39 b)

versaecht.

4829 (42 d)

Geen dezer vertalingen is onjuist en men mag uit deze ruime woordenkeus besluiten dat de vertaler niet alleen zijn moedertaal goed machtig was, doch ook zich er op toelegde gebruik te maken van de rijkdom van termen die hij tot zijn beschikking had. Het is waar dat men ook een feit zou kunnen aanhalen van het tegendeel, want op fo. 17 d en 18 a gebruikt hij driemaal het woordverspreken, terwijl het Frans op die plaatsen verschillen werkwoorden heeft, nl.laidoier (1786), tencier (1818) en courroucier (1824). Evenwel, dat is een uitzondering.

De vertaler breidt zijn woordeschat uit door op kwistige wijze franse woorden tot de zijne te maken. Sprekende voorbeelden zijn:execucie, ordinancie ende ministracie (var.ministrancie), P. 7 b (Pèl. 567 en 568) - exposicie ende significacie (var.

beteekenesse)1), 21 c (Pèl. 2183 en 2184) -murmuracie noch detractie, 23 d (Pèl.

2422),ghereprobeert, 28 b (Pèl. 2974). Dat hij hierin nog verder ging dan zijn tijdgenoten blijkt hieruit dat hij zich soms verstout neologismen van dat soort te bezigen, bijv.gepaneteirt, 27 c (Pèl. 2874), gheautoriteit (var. gheauctorizeert), 25 b (Pèl.ottroia, 2598). Dit blijkt ook hieruit dat, waar het vreemde woord dat aan de franse term zou beantwoorden niet

1) In het algemeen kan men zeggen dat Hl. minder vreemde woorden gebruikt dan H. Vgl. H.

(36)

gebruikelik is, hij deze niet altijd door het middelnederlandse woord weergeeft, maar door een andere, soms zeer ver af liggende vreemde term; zelfs veroorlooft hij zich dat wanneer het rechtstreeks met het franse woord overeenkomende bastaardwoord hier wèl in gebruik was; omplente te vertalen, zal hij niet het middelnederlandse overvloed gebruiken, maar evenmin plenteit; hij kiest multitude. Ziehier eenige voorbeelden:

contreye ende lantscap 4 c

P.

païs et region 288

Pèl.

confusie (var.

confuse) 19 a

laidure 1962

frochieren 21 a

2136 quasser

mijn devoor 23 b

ce que je doi 2380

hadde volent haer

sermoen.

23 c son affaire

ot raconte 2384

calumpne 23 d

estache 2435

infermeren (var.

informeren) 25 c

avise 2617

dijn opinio (var.

opinioen) 29 d

tes dis 3172

exponeren sult

29 d conclurras

3190

instrueren 30 c

apreneresse 3282

tresorie 31 b

lieu 3359

aventure 36 a

peril 3984

ockisioenen 39 a

causes 4389

persecucie 41 a

maus 4646

hebstu mencioen gemaket 41 b

parlez 4683

mochtestu hebben gealligiert 41 c

fusses cause 4712

soutste termineren 43 a

iroies male voie 4858

trisoer 43 b

murgoe 4897

(37)

visioen 44 c

songe 5056

exponeren 44 d

nuncier 5071

geëxamineert 45 c

discipline 5154

substancie 46 d

existence 5291

differencie 47 b

distinction 5374

regieren (var.

governeren) 51 c

gouverner 5736

fanthome 50 d

faerie 5885

faelgieren 52 c

defenir 5956

creacie 52 d

nation 5968

vergier 67 a

paradis 7480

impedimenten (var.

belettingen) 83 d

perilz 9035

imposiciën 86 a

subventions, diziemes et extortions 9251

vernoey 96 d

mal 10285

sollaes 97 b

delit 10317

fasseel (var.

bundel) 110 b

fagot 11505

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(3686), waar din niet anders kan beteekenen dan ‘van Rother’. Nu is 't wel waar, dat een kleine emendatie hier de moeilijkheid kan opheffen nl. door in vs. 3680 te lezen ‘nu nim

De smart over de inlijving en het geloof in Napoleon's weldadige roeping zouden er te gelijk in zijn uitgedrukt, maar in de ontboezeming van het gedicht had hij bij die smart

Want hier komt Karel dus tegelijk met Geernout in de burcht van Espriaen. Hij tracht het te verklaren door een verandering van het oude thema der gewelddadige bevrijding van een

In deze conclusies wordt inderdaad gezegd: ‘Voor ons oor gelijkklinkende vocalen zijn, naar deze maten oordeelende, niet altijd even lang, en evenmin is een, in de spraakkunst

De leeftijd van 4-18 jaar is natuurlijk over 't algemeen het gevoeligst voor alle verandering. Valt het omhoogkomen van een bepaald gezin dan ook in de periode, waarin de kinderen..

Bij hem zijn derhalve evenmin afdoende argumenten te vinden, maar zijn opvatting heeft in veel lateren tijd opnieuw een aanhanger gevonden in Götze 5). Deze schrijver betoogt dat

Nog geringer zou de verandering zijn, zoo we met één maal te zouden kunnen volstaan, maar wanneer een voorzetsel op twee door ende verbonden zelfstandige naamwoorden betrekking

1) Over de chronologie zie Schwarz, Beitr.. Het verschil tusschen beide moet niet boven een zeker maximum komen, daar zij anders te ver uiteen raken. Een zekere overeenkomst met