Taal actief 3 | Handleiding | groep 6 Mijn Malmberg
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 1 van 1
Taalbeschouwing
Superheld redt, vecht en... wint!
Deze les vervangt les 3 van thema 2: Wie helpt wie? (blz. 86 handleiding) en sluit aan bij de Kinderboekenweek, maar kan ook gebruikt worden als extra oefenmateriaal.
Tijdsduur 20 minuten
Doel
De kinderen kunnen de tegenwoordige tijd in een zin ontdekken. Ze kunnen het werkwoord in de zin aangeven.
Materiaal
● Werkblad ‘Superheld redt, vecht en... wint!’
Werkwijze
Vraag de kinderen om enkele superhelden te noemen. Schrijf deze namen onder elkaar op het bord, bijvoorbeeld: Superman / Edwin van der Sar / Mijn opa.
Vraag vervolgens wat deze helden doen.
Bijvoorbeeld: Superman redt mensen in nood / Edwin van der Sar redde het Nederlands elftal al heel vaak. Schrijf dit achter de naam van de superheld op het bord (in de tegenwoordige tijd). Lees de zin voor en zeg: deze zin staat in de tegenwoordige tijd. Dat zie ik aan het woord
‘redt’. Onderstreep ‘redt’.
Leg dan uit: als ik de zin in de verleden tijd zet, dan wordt het: Superman redde mensen in nood. Aan het werkwoord kun je zien of de zin in de tegenwoordige of de verleden tijd staat.
Daar gaan we vandaag mee oefenen.
Deel vervolgens de werkbladen uit en neem de instructie door. De kinderen gaan daarna zelfstandig aan het werk.
Afsluiting
Wie heeft een van deze boeken gelezen? Of wie heeft een ander boek gelezen over een held?
Waar ging het verhaal over? Laat de kinderen een zin bedenken die past bij het boek, in de tegenwoordige tijd.
Antwoorden Tegenwoordige tijd:
1 Zin 1: temmen Zin 2: vangt 2 Zin 1: geeft Zin 2: werk 3 Zin 1: krijgt Zin 3: schrijft 4 Zin 1: is Zin 3: bedenkt Zin 4: leert 5 Zin 1: heet Zin 2: is 6 Zin 1: vinden Zin 2: pesten Zin 3: terugvecht