Het beste halen uit ieder kind
Twee eindniveau’s voor basisonderwijs Referentieniveaus zichtbaar verwerkt
561880
DE REFERENTIENIVEAUS
en Staal
Staal
en de referentieniveaus
Wat zijn referentieniveaus?
Om de prestaties van leerlingen op het gebied van taal en rekenen te verhogen zijn door het ministerie van OCW referentieniveaus vastgesteld. Deze geven aan wat kinderen in verschillende fasen van hun schoolloopbaan moeten kennen en kunnen.
Daarnaast zorgen de referentieniveaus voor een betere aansluiting van het basisonderwijs op het vervolgonderwijs. Het geheel aan referentieniveaus wordt het referentiekader genoemd.
De eerdere kerndoelen hebben slechts een aanbodverplichting. De nieuwe referentieniveaus hebben een opbrengstverplichting: de kinderen moeten de beschreven kennis en vaardigheden dus echt beheersen. De referentieniveaus helpen ook om de beheersing van taal en rekenen beter toetsbaar te maken, zodat het prestatieniveau per kind goed zichtbaar is. Dit levert een goede basis voor opbrengstgericht werken in het onderwijs.
Door de invoering van referentieniveaus is ook meer eenduidigheid in het hele onderwijs ontstaan en één gemeenschappelijke taal.
Over 1F en 1S/2F
In het basisonderwijs gelden twee referentieniveaus:
1F (fundamenteel niveau) en 1S (streefniveau). Voor taal is het streefniveau 1S precies hetzelfde als niveau 2F, wat het fundamenteel eindniveau voor de beroepsgerichte leerwegen van het vmbo is. Omdat in het taalonderwijs de aanduiding 2F wordt gebruikt in plaats van 1S, hanteert ook Malmberg voor taal in het basisonderwijs de referentieniveaus 1F en 2F.
Het ministerie heeft voor taal bepaald dat 75% van de kinderen niveau 1F moet behalen aan het eind van het basisonderwijs. Kinderen op 1F-niveau stromen uit naar de kader- en beroepsgerichte leerwegen in het vmbo.
Voor niveau 2F geldt de eis dat ‘een deel’ van de 75% 1F-kinderen het niveau 2F moet behalen.
Hoe groot dat deel is, is niet door het ministerie beschreven. Kinderen op dit niveau stromen uit naar vwo, havo en vmbo gemengde en theoretische leerweg.
Meer informatie over referentieniveaus staat op www.taalenrekenen.nl.
De referentieniveaus en Staal • 1
De referentieniveaus
in Staal
Volledig geïntegreerd
In het Referentiekader Taal en Rekenen zijn voor taal de volgende domeinen beschreven:
• Mondelinge taalvaardigheid - gespreksvaardigheid - luistervaardigheid - spreekvaardigheid
• Schrijven
- produceren van creatieve en zakelijke teksten
• Begrippenlijst en taalverzorging (door Staal taal verkennen en spelling/werkwoorden/grammatica genoemd)
- begrippen en concepten die nodig zijn om over taalvaardigheid van gedachten te wisselen - zaken die in dienst staan van een verzorgde
schriftelijke taalproductie
De doelen uit deze taaldomeinen zijn volledig in Staal geïntegreerd.
Differentiatiemogelijkheden
Elk kind leert op zijn eigen niveau. Staal biedt daarom de taaldoelen aan op referentieniveau 1F en 2F/1S. Het doel van Staal is om alle kinderen naar het voortgezet onderwijs te laten uitstromen op 2F-niveau. Om dat te bereiken zijn voor de verschillende taalonderdelen verschillende differentiatiemogelijkheden.
Mondelinge taalvaardigheid
Mondelinge taalvaardigheid is een essentieel deel van de methode. In elk thema wordt hier in les 3 en 7 specifiek aandacht aan besteed, en veelal komt het ook in de expressieweek (les 9-12) weer terug.
Er is sprake van een natuurlijke differentiatie want elk kind spreekt en luistert op zijn eigen niveau. In gesprekken met medeleerlingen wordt het kind op een natuurlijke wijze uitgedaagd om naar de zone van de naaste ontwikkeling te gaan. Alleen de leerkracht kan door goed observeren bepalen wat het niveau van het kind is. De standaardnormering van dit onderdeel is daarom in alle lessen op niveau 1F/2F.
Schrijven
Ook schrijven is een essentieel deel van de methode. In elk thema wordt hier in les 4 en 8 specifiek aandacht aan besteed, en ook dit onderdeel komt in de expressieweek (les 9-12) weer terug.
Voor schrijven geldt ook dat elk kind op zijn eigen niveau kan schrijven, en eenvoudig naar de zone van de naaste ontwikkeling kan overstappen.
Soms oefent het kind in les 4 en 8 op 1F-niveau en wordt in de expressieweek (les 9-12) uitgedaagd om op niveau 2F te schrijven. Dan kan echter blijken dat het kind al op 3F of 4F functioneert. Het verschilt immers per kind wat het meeneemt uit de schrijflessen en eigen ervaring naar de toepassing in het eindproduct in de expressieweek.
Taal verkennen
Bij taal verkennen is het vooral van belang om kinderen enthousiast te maken voor taal, en dat lukt vooral door de kinderen uit te dagen op allerlei manieren en op allerlei niveaus met taal bezig te zijn. Dat is geen lineair proces en daarom kunnen alle niveaus door elkaar lopen. Bovendien worden er ook vele onderwerpen aangeboden die niet in het referentiekader terug te vinden zijn. Het beoogde niveau van elk thema is in het overzicht vanaf pag. 5 terug te vinden.
Spelling - werkwoorden - grammatica
De Staal-lijn Spelling hanteert een strakke lineaire opbouw van het consequent aanbieden en constant herhalen van de spellingsaanpak van José Schraven.
Zowel in de instructie, als in het werkboek of in de oefensoftware kan met deze methode worden gedifferentieerd. Door het IGDI-instructiemodel toe te passen kan al tijdens de instructie gedifferentieerd worden. Kinderen kunnen in de instructie zelf woorden aandragen die ze uitdagend vinden.
Door goed te observeren en de uitslagen van de toetsen weet u snel welke kinderen nog extra hulp nodig hebben en wie zelfstandig aan het werk kan.
Het werkboek en de oefensoftware laat elk kind op zijn eigen niveau werken.
Uitdagende lesstof buiten de referentieniveaus
Staal biedt meer dan wat er beschreven staat in de referentieniveaus. Staal wil met lesdoelen die niet expliciet in de taaldoelen zijn geformuleerd kinderen op een hoog taalniveau brengen.
In het schema hiernaast vindt u een overzicht van alle doelen die niet in het referentiekader zijn omschreven maar wel onderdeel zijn van Staal.
Extra lesdoelen
4 • Staal en de referentieniveaus Staal en de referentieniveaus • 5
Groep 4 Alfabetiseren
De kinderen leren woorden in alfabetische volgorde te zetten.
Letters en woorden De kinderen leren dat je met letters verschillende woorden kan maken.
Universele taal:
pictogrammen De kinderen leren wat pictogrammen zijn en ontdekken dat tekst vervangen kan worden door een plaatje.
De kinderen leren dat (verkeers)borden snel een boodschap communiceren.
Beeldspraak (overdrijven) De kinderen leren welke woorden ze kunnen gebruiken om te overdrijven.
Taalgrapjes De kinderen leren wat taalgrapjes te maken door letters te verwisselen, woorden op te draaien en niet bestaande woorden te bedenken.
Tegenstellingen De kinderen leren tegenstellingen te maken en te gebruiken.
Gevoelswaarde van woorden
De kinderen leren dat de betekenis van een zin kan veranderen als er 'lekker' voor een woord wordt gezet.
Groep 5
Ontstaan van nieuwe woorden
De kinderen leren hoe nieuwe woorden ontstaan door nieuwe uitvindingen of ontdekkingen.
Gevoelswoorden De kinderen leren dat ze met woorden en kleuren een beeld kunnen oproepen.
Clou van moppen en cartoons
De kinderen leren de clou van een mop te vinden door te zoeken naar iets geks of onverwachts.
Eind-, midden- en beginrijm De kinderen leren verschillende soorten rijm herkennen.
Gesloten vragen De kinderen leren gesloten vragen te herkennen en te maken.
Informatieborden De kinderen leren wat een goed informatiebord is.
Dierentaal
De kinderen leren hoe dieren communiceren met geluiden, geuren, kleuren en lichaamstaal.
Trappen van vergelijking De kinderen leren de trappen van vergelijking te gebruiken.
Geheimschrift
De kinderen leren dat taal bestaat uit tekens die op een bepaalde manier zijn gerangschikt, en dat die tekens en rangschikking ook aangepast kan worden.
Groep 6
Bedenken van nieuwe woorden
De kinderen leren nieuwe woorden te maken door er andere woorden voor te zetten.
Ordening van woorden De kinderen leren woorden te ordenen.
Gevoelswaarde van woorden
De kinderen leren welke woorden ze kunnen gebruiken om hun gevoel te beschrijven.
Non-verbale communicatie De kinderen leren dat er manieren zijn om met je lichaam te communiceren.
Ordenen van verzamelingen De kinderen leren verzamelingen te categoriseren en te benoemen.
Stijlfiguren voor spanningsopbouw in verhaal
De kinderen leren hoe ze op verschillende manieren de lezer nieuwsgierig kunnen maken naar de rest van een verhaal.
Rijm en rijmschema De kinderen leren een rijmschema te herkennen en toe te passen.
Couplet en refrein De kinderen leren hoe een lied in elkaar zit.
Groep 7 Afkortingen De kinderen leren afkortingen te herkennen en schrijven.
Herkomst van familienamen De kinderen leren dat ze de herkomst van veel Nederlandse achternamen kunnen verklaren.
Kenmerken van stripverhalen De kinderen leren wat de kenmerken van stripverhalen zijn.
Communiceren met licht De kinderen leren waarom en wanneer er met licht gecommuniceerd wordt.
Invloed van Nederlands op andere talen
De kinderen leren dat Nederlandse woorden ook in het buitenland worden gebruikt.
Humor: woordspeling, overdrijving, ironie De kinderen leren dat strips en cartoons verschillende vormen van humor gebruiken.
Trappen van vergelijking De kinderen leren de trappen van vergelijking herkennen en toepassen.
Functie van beeld De kinderen leren hoe beeld een tekst kan ondersteunen en versterken.
Vaste en vrije dichtvormen De kinderen leren verschillende dichtvormen te onderscheiden.
De kinderen leren wat een ode is.
Schema's
De kinderen leren hoe schema's kunnen helpen bij het ordenen van informatie
Groep 8 Lichaamstaal De kinderen leren wat lichaamstaal is en dat je met je houding, gezichtsuitdrukking en gebaren kunt communiceren.
Invloed van televisie op taal
De kinderen leren dat de taal die in televisieprogramma's wordt gebruikt invloed heeft op onze taal.
Kenmerken van sciencefiction-teksten De kinderen leren kenmerken van sciencefictionteksten.
Spreuken
De kinderen leren wat spreuken zijn en maken kennis met Chinese spreuken.
Beeldspraak (vergelijkingen, iets behandelen alsof het leeft)
De kinderen leren beeldspraak herkennen en gebruiken.
Directe rede
De kinderen leren directe rede herkennen en toepassen.
Doorvragen
De kinderen leren hoe je kunt doorvragen bij een interview.
Dichterlijke vrijheid in raps
De kinderen leren dichterlijke vrijheid herkennen en toepassen.
Vasthouden van aandacht van het publiek
De kinderen leren hoe je de aandacht van het publiek kunt vasthouden met een vooruitblik, herhaling of een cliffhanger.
Taal verkennen
GRAMMATICA
SPELLING WEEK 1 WEEK 2 WEEK 3 In de leerlijn staat het eerste moment van aanbieden. Alle aangeboden onderdelen worden elke dag herhaald. | (1) De nummers tussen haakjes geven het nummer op de categoriekaart aan. | X Deze doelen zijn niet opgenomen in het referentiekader, maar wel in Staal.
WOORDSOORTEN ZINSDELEN LEESTEKENS
BLOK 1BLOK 2BLOK 3BLOK 4BLOK 5BLOK 6BLOK 7BLOK 8 BLOK 1BLOK 2BLOK 3BLOK 4BLOK 5BLOK 6BLOK 7BLOK 8één woord met meer categorieën1F klankgroepenwoord (10) 1F werkwoord
één woord met twee categorieën 1F lidwoord
1F plankwoord (4)één woord met drie categorieën 1F enkelvoud van zelfstandig naamwoord
1F eeuw-ieuw-woord (7) 1F samenstelling
1F klankgroepenwoord met f>v, s>z (10)1F hakwoord (1) 1F klankgroepenwoord van de a-lijst (10)1F verkleinwoord (11)één woord met klankgroep en andere categorie1F eer-oor-eur-woord (5)1F woord met -eren, -enen, -elen1F langermaakwoord (8)1F achtervoegsel (12)1F zingwoord (2) 1F ei-plaat uitbreiden 1F vraagteken
1F woord van het uw-rijtje1F klankgroepenwoord met lange klank aan het eind (10)1F aai-ooi-oei-woord (6)1F klankgroepenwoord met twee klankgroepen (10)1F voorvoegsel (9)1F langermaakwoord van het eind-b-rijtje (8) 1F hoofdletter begin zin
1F luchtwoord (3)
au-plaat uitbreiden 1F zelfstandig naamwoord1F meervoud van zelfstandig naamwoord
ei-plaat uitbreidenX ordenen van de letters 1F ei-plaat 1F au-plaat uitbreiden1F luchtwoord van het versje (3) 2F hoofdletter bij namen
1F au-plaat
GROEP 4 MONDELINGE TAALVAARDIGHEID WEEK 1 WEEK 2 WEEK 3 presentatietechniek met aandacht voor: In de leerlijn staat het eerste moment van aanbieden. Alle aangeboden onderdelen worden elke dag herhaald. | (1) De nummers tussen haakjes geven het nummer op de categoriekaart aan. | X Deze doelen zijn niet opgenomen in het referentiekader, maar wel in Staal.
SCHRIJVEN TAAL VERKENNEN
THEMA STARTTHEMA ONDERWEGTHEMA KLEINTHEMA NODIGTHEMA LEKKERTHEMA SLAPENTHEMA GEKTHEMA KLEDING THEMA STARTTHEMA ONDERWEGTHEMA KLEINTHEMA NODIGTHEMA LEKKERTHEMA SLAPENTHEMA GEKTHEMA KLEDING THEMA STARTTHEMA ONDERWEGTHEMA KLEINTHEMA NODIGTHEMA LEKKERTHEMA SLAPENTHEMA GEKTHEMA KLEDING
GROEP 4 1F informatieve tekst schrijven X universele taal: pictogrammen
1F samenstellingen bij straatnamen1F verkleinwoorden1F samenstellingenX tegenstellingen1F samenstellingen1F synoniemenX alfabetiseren
1F spelopdracht schrijven X letters en woordenX betekenis van pictogrammen
1F voorvoegsels en voorvoegselwoordenX beeldspraak (overdrijven)X gevoelswaarde van woorden
1F uitdrukkingen (over slapen)X taalgrapjes1F figuurlijke betekenis in combinatie met beeld
1F spelregels maken
1F/2F afspraken maken 1F/2F gedachten uitwisselen 1F/2F spelregels presenteren
publiek aankijken, rustig praten en vragen beantwoor
den
1F/2F geluiden herkennen, benoemen en interpreteren 1F/2F gedachten uitwisselen 1F/2F een routebeschrijving voorlezen tempo, duidelijk praten, timing 1F adres schrijven 1F reisbeschrijving maken 1F routebeschrijving maken topische vragen
1F/2F beschrijving geven 1F/2F gedachten uitwisselen 1F/2F een beschrijving voorlezen tempo, duidelijk praten, publiek aankijken 1F/2F
berichtje (mailje) schrijven met een mening 1F dier of ding beschrijven 1F iets kleins beschrijven topische vragen
1F/2F functie van een voorwerp beschrijven 1F/2F gedachten uitwisselen 1F vraag en antwoord formuleren 1F oproep schrijven 1F voorwerp beschrijven
topische vragen, vor
mgeving van tekst
1F/2F situatie beschrijven 1F/2F gedachten uitwisselen 1F/2F tekst in logische volgorde schrijven 1F inpaklijstje maken 1F/2F recept in een aantal stappen beschrijven koppen en indeling
1F/2F oorzaak beschrijven 1F/2F gedachten uitwisselen 1F bijzondere slaapplek beschrijven 1F smoes schrijven 1F vriendenboekje invullen
aanvullende tekeningen bij tekst
1F/2F schilderij beschrijven 1F/2F gedachten uitwisselen 1F rijmpje schrijven 1F beschrijving maken 1F onzingedicht schrijven opmaak
1F/2F mening geven 1F/2F gedachten uitwisselen 1F/2F t-shirttekst presenteren
rechtop staan, attribuut laten zien, rustig en vestaanbaar praten, publiek aankijken 1F/2F
reclameleus over een product schrijven 1F/2F reclameleus over iemand anders schrijven 1F/2F t-shirttekst schrijven bondig schrijven
WEEK 1 WEEK 1WEEK 2 WEEK 2WEEK 3 publicatietechniek met aandacht voor:
8 • Staal en de referentieniveaus Staal en de referentieniveaus • 9
SPELLING WEEK 1 WEEK 2 WEEK 3 In de leerlijn staat het eerste moment van aanbieden. Alle aangeboden onderdelen worden elke dag herhaald. | (1) De nummers tussen haakjes geven het nummer op de categoriekaart aan. | X Deze doelen zijn niet opgenomen in het referentiekader, maar wel in Staal.
WERKWOORDEN WEEK 1 WEEK 2 WEEK 3 GRAMMATICA WOORDSOORTEN ZINSDELEN LEESTEKENS
BLOK 1BLOK 2BLOK 3BLOK 4BLOK 5BLOK 6BLOK 7BLOK 8 BLOK 1BLOK 2BLOK 3BLOK 4BLOK 5BLOK 6BLOK 7BLOK 8 BLOK 1BLOK 2BLOK 3BLOK 4BLOK 5BLOK 6BLOK 7BLOK 8
GROEP 5 In deze week worden de doelen van groep 4 herhaald. In deze week worden de doelen van groep 4 herhaald. In deze week worden de doelen van groep 4 herhaald.
In deze week worden de doelen van groep 4 herhaald.
In deze week worden de doelen van groep 4 herhaald.
In deze week worden de doelen van groep 4 herhaald.
In deze week worden de doelen van groep 4 herhaald. In deze week worden de doelen van groep 4 herhaald.
2F komma-s-woord (14)1F centwoord (15) één woord met vier categorieën
1F colawoord (18)1F net als voorvoegsel (me, re, te) 1F verkleinwoord met -etje (11)2F komma-s-meervoud (16)1F achtervoegsel uitbreiden (12)1F tropisch-woord (19) 1F kilowoord (13)1F ei-plaat uitbreiden1F politiewoord (17)X grondwoord + te/ste1F woord van het gids-rijtje
1F luchtwoord van het versje uitbreiden (3) 1F tegenwoordige tijd herkennen
1F verleden tijd van klankveranderend werkwoord
1F voltooide tijd herkennen 1F verleden tijd herkennen2F verleden tijd van klankveranderend werkwoord met f>v, s>z 3F dubbele punt 1F aanhalingstekens 1F uitroepteken
X voorzetselIn deze week worden de doelen van groep 4 herhaald.
In deze week worden de doelen van groep 4 herhaald. 2F hoofdletter aardrijkskundige namen
1F bijvoeglijk naamwoord 1F persoonsvorm (vraagproef)1F onderwerp
X hulpwerkwoord 1F voltooid deelwoord In deze week worden de doelen van groep 4 herhaald. MONDELINGE TAALVAARDIGHEID WEEK 1 WEEK 2 WEEK 3 presentatietechniek met aandacht voor: In de leerlijn staat het eerste moment van aanbieden. Alle aangeboden onderdelen worden elke dag herhaald. | (1) De nummers tussen haakjes geven het nummer op de categoriekaart aan. | X Deze doelen zijn niet opgenomen in het referentiekader, maar wel in Staal.
SCHRIJVEN TAAL VERKENNEN
THEMA ZIEKENHUISTHEMA NACHTTHEMA ESKIMO’STHEMA DIERENTUINTHEMA NOODWEERTHEMA DRAAIENTHEMA GELDTHEMA GEHEIMEN THEMA ZIEKENHUISTHEMA NACHTTHEMA ESKIMO’STHEMA DIERENTUINTHEMA NOODWEERTHEMA DRAAIENTHEMA GELDTHEMA GEHEIMEN THEMA ZIEKENHUISTHEMA NACHTTHEMA ESKIMO’STHEMA DIERENTUINTHEMA NOODWEERTHEMA DRAAIENTHEMA GELDTHEMA GEHEIMEN
GROEP 5 1F dagverslag schrijven 1F/2F vaktaalX gevoelswoorden1F vreemde taalX informatiebordenX/1F trappen van vergelijking en samenstellingen
1F uitdrukkingen (over draaien)1F reclametekstenX geheimschrift
1F informatief antwoord schrijven X clou van moppen en cartoons
X eind-, midden- en beginrijmX gesloten vragenX dierentaal1F/2F jargon rondom het weer
X ontstaan van nieuwe woorden1F uitdrukkingen (over geld)1F taalconventies bij uitnodigingen
1F/2F vragen en antwoorden schrijven ordenen, hoofdstuktitels 1F/2F aanwijzingen geven 1F/2F gedachten uitwisselen
1F/2F naar geluiden luisteren 1F/2F gedachten uitwisselen 1F/2F gedicht voordragen memoriseren, hardop spreken, duidelijk praten,
praten op een manier die past bij het gedicht 1F eind van een verhaal schrijven 1F begin van een verhaal schrijven 1F gedicht schrijven
1F/2F beschrijven 1F/2F gedachten uitwisselen 1F/2F een antwoord op een vraag presenteren memoriseren met behulp van onderstreepte kernwoorden, duidelijk spreken en publiek aankijken. 1F beschrijving geven 1F open vragen stellen 1F antwoord op open vraagformuleren uitgebreide en duidelijke antwoorden
1F/2F dier beschrijven 1F/2F gedachten uitwisselen 1F/2F mening verkondigen 2F dier aanprijzen 1F/2F reactie schrijven 2F mening verwoorden argumenten
1F/2F argumenteren 1F/2F gedachten uitwisselen 1F/2F weerdag presenteren X steekwoorden gebruiken 1F het weer beschrijven 1F het weer bondig beschrijven gebruik van bronnen, bondig formuleren
1F/2F woorden die een volgorde aangeven gebruiken 1F/2F gedachten uitwisselen 1F voorwerp beschrijven 1F naam bedenken voor een uitvinding 1F/2F gebruiksaanwijzing van een uitvinding schrijven samenhang van tekst en beeld
1F/2F naar inleiding, kern en slot luisteren 1F/2F gedachten uitwisselen 1F test invullen 1F voorwerp beschrijven 1F weettekst schrijven opmaak, feite en fictie
1F/2F persoon beschrijven 1F/2F gedachten uitwisselen 1F/2F reactie schrijven 1F beschrijving van een club geven 1F uitnodiging schrijven topische vragen
WEEK 1 WEEK 1WEEK 2 WEEK 2WEEK 3 publicatietechniek met aandacht voor:
lichaamstaal gebruiken, krachtig pr
esenteren, duidelijk spreken
spiekbriefje maken en gebruiken
SPELLING WEEK 1 WEEK 2 WEEK 3 In de leerlijn staat het eerste moment van aanbieden. Alle aangeboden onderdelen worden elke dag herhaald. | (1) De nummers tussen haakjes geven het nummer op de categoriekaart aan. | X Deze doelen zijn niet opgenomen in het referentiekader, maar wel in Staal.
WERKWOORDEN WEEK 1 WEEK 2 WEEK 3 GRAMMATICA WOORDSOORTEN ZINSDELEN LEESTEKENS
BLOK 1BLOK 2BLOK 3BLOK 4BLOK 5BLOK 6BLOK 7BLOK 8 BLOK 1BLOK 2BLOK 3BLOK 4BLOK 5BLOK 6BLOK 7BLOK 8 BLOK 1BLOK 2BLOK 3BLOK 4BLOK 5BLOK 6BLOK 7BLOK 81F lollywoor
d (27) X rangtelwoord
1F theewoord (22) 1F voegwoord
1F kilowoord ieel/iaal (13)In deze week worden de doelen van groep 4 en 5 herhaald. In deze week worden de doelen van groep 4 en 5 herhaald.
1F klankgroepenwoord ueel/eaal (10) X telwoord
1F taxiwoord (20) 2F bijvoeglijk naamwoord met aardrijkskundige namen
2F verkleinwoord met -aatje, -ootje, -uutje (11) 1F stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
In deze week worden de doelen van groep 4 en 5 herhaald. In deze week worden de doelen van groep 4 en 5 herhaald.
3F tremawoord (28)1F caféwoord (23)1F routewoord (25)In deze week worden de doelen van groep 4 en 5 herhaald. In deze week worden de doelen van groep 4 en 5 herhaald.
1F garagewoord (26)1F chefwoord (21)1F cadeauwoord (24) X persoonsvorm (tijdproef)
In deze week worden de doelen van groep 4 en 5 herhaald. 2F komma-s-meervoud uitbreiden (16) 1F tegenwoordige tijd van stam met be-ge-ver- (stam+t) 3F komma
1/2F herhalen stam+t 3F komma uitbreiding
In deze week worden de doelen van groep 4 en 5 herhaald. In deze week worden de doelen van groep 5 herhaald.
1F kilowoord (station) (13) 1F tegenwoordige tijd van stam (stam+t)
2F klankgroepenwoord, stoffelijk bijvoeglijk naamwoord (10)
In deze week worden de doelen van groep 4 en 5 herhaald. In deze week worden de doelen van groep 4 en 5 herhaald.
1F verkleinwoord met -nkje (11) 1F langermaakwoord met -heid/-teit (8) 2F komma-s bij bezit (16) 3F tegenwoordige tijd van stam met be-ge-ver- en d/t
(homofoon met voltooid deelwoor
d)3F tegenwoordige tijd van stam met je/jij erachter
2F tegenwoordige tijd van stam met d/t (stam+t)
GROEP 6 MONDELINGE TAALVAARDIGHEID WEEK 1 WEEK 2 WEEK 3 presentatietechniek met aandacht voor: In de leerlijn staat het eerste moment van aanbieden. Alle aangeboden onderdelen worden elke dag herhaald. | (1) De nummers tussen haakjes geven het nummer op de categoriekaart aan. | X Deze doelen zijn niet opgenomen in het referentiekader, maar wel in Staal.
SCHRIJVEN TAAL VERKENNEN
THEMA AMSTERDAM THEMA PRONKSTUKKENTHEMA ZEEBENEN THEMA ONDERGRONDS THEMA SPORT THEMA SPIJSVERTERINGTHEMA PLANKENKOORTSTHEMA JUNGLE THEMA AMSTERDAM THEMA PRONKSTUKKENTHEMA ZEEBENEN THEMA ONDERGRONDS THEMA SPORT THEMA SPIJSVERTERINGTHEMA PLANKENKOORTSTHEMA JUNGLE THEMA AMSTERDAM THEMA PRONKSTUKKENTHEMA ZEEBENEN THEMA ONDERGRONDS THEMA SPORT THEMA SPIJSVERTERINGTHEMA PLANKENKOORTSTHEMA JUNGLE
GROEP 6 1F (slot van) een verhaal schrijven 1F Amsterdams dialectX ordenen van verzamelingenX rijm en rijmschema1F/2F teksten beoordelen op geschiktheid
1F letterlijk en figuurlijk taalgebruik1F/2F passend taalgebruikX gevoelswaarde van woorden
X non-verbale communicatie
1F (spannende begin van) een verhaal schrijven X stijlfiguren voor spanningsopbouw in verhaal1F titels en bijschriftenX couplet en refrein1F/2F opmaak en geschiktheid1F mening en feitX ordening van woorden1F waardeoordeel in recensies
X bedenken van nieuwe woorden
1F (begin en slot van) een verhaal schrijven inleven in een tekst
1F/2F naar verhalen over Amsterdam luisteren 1F/2F gedachten uitwisselen 1F/2F begin en slot van een verhaal presenteren gestructureerd voorbereiden (met spiekbriefje en mentale film)
1F/2F overleggen 1F/2F gedachten uitwisselen 1F/2F publicatie presenteren vragen beantwoorden 1F voorwerp beschrijven 1F informatieve tekst schrijven 1F beschrijving maken en opmaken titelpagina en inhoudsopgave
1F/2F naar een lied luisteren 1F/2F gedachten uitwisselen 1F/2F zeemanslied presenteren memoriseren, passende gebaren gebruiken 1F belevenis beschrijven 1F kaartje schrijven 1F zeemanslied schrijven
1F/2F informatie inwinnen 1F/2F gedachten uitwisselen 1F/2F samenvatting schrijven 1F onderzoeksvragen formuleren 2F informatie inwinnen, ordenen en publiceren titel en tussenkopjes
1F/2F naar sportverslagen luisteren 1F/2F gedachten uitwisselen 1F/2F sportverslag presenteren 1F sport beschrijven 1F sportverslag schrijven 1F/2F sportverslag schrijven vraagwoorden
1F/2F overleggen 1F/2F gedachten uitwisselen 1F/2F proefje demonstreren 1F tips schrijven 1F recept schrijven 1F/2F proefje beschrijven en beoordelen steekwoorden
1F/2F met argumenten je mening geven 1F/2F gedachten uitwisselen 1F voorstelling beschrijven 1F aankondiging schrijven 1F/2F recensie schrijven koppen en opmaak
1F/2F standpunt verwoorden 1F/2F gedachten uitwisselen 1F/2F verhaal voorlezen duidelijk spreken, leestekens
gebruiken, levendig praten, publiek aankijken 1F foto beschrijven 2F aantekingen en schrijfplan maken 1F verhaal schrijven
WEEK 1 WEEK 1WEEK 2 WEEK 2WEEK 3 publicatietechniek met aandacht voor:
levendig vertellen met gepaste intonatie uitleggen wat er gebeurt, goed laten zien, duidelijk praten en publiek aankijken
12 • Staal en de referentieniveaus Staal en de referentieniveaus • 13
SPELLING WEEK 1 WEEK 2 WEEK 3 In de leerlijn staat het eerste moment van aanbieden. Alle aangeboden onderdelen worden elke dag herhaald. | (1) De nummers tussen haakjes geven het nummer op de categoriekaart aan. | X Deze doelen zijn niet opgenomen in het referentiekader, maar wel in Staal.
WERKWOORDEN WEEK 1 WEEK 2 WEEK 3 GRAMMATICA WOORDSOORTEN ZINSDELEN LEESTEKENS
BLOK 1BLOK 2BLOK 3BLOK 4BLOK 5BLOK 6BLOK 7BLOK 8 BLOK 1BLOK 2BLOK 3BLOK 4BLOK 5BLOK 6BLOK 7BLOK 8 BLOK 1BLOK 2BLOK 3BLOK 4BLOK 5BLOK 6BLOK 7BLOK 81F Latijns voorvoegsel (34)3F tremawoord uitbreiden (28) In deze week worden de doelen van groep 4, 5 en 6 herhaald.
1F trottoirwoord (31) X persoonlijk voornaamwoord
1F luchtwoord van het versje uitbreiden (3)2F trema meervoud (33) X bezittelijk voornaamwoord
1F militairwoord (29) In deze week worden de doelen van groep 4, 5 en 6 herhaald.
3F koppelteken (30)In deze week worden de doelen van groep 4, 5 en 6 herhaald. In deze week worden de doelen van groep 5 en 6 herhaald. In deze week worden de doelen van groep 4, 5 en 6 herhaald.
3F lastige werkwoorden (voltooid deelwoord zonder be-ge-ver)-
2F verleden tijd van klankvast werkwoord met d 1F lijdend voorwerp
2F tussen-e (32)1F langermaakwoord uitbreiden (8) In deze week worden de doelen van groep 4, 5 en 6 herhaald.
3F lastige werkwoorden (vindt je moeder)
1F leenwoorden 3F voltooide tijd van klankvast werkwoord met z 1F werkwoordelijk gezegde
In deze week worden de doelen van groep 4, 5 en 6 herhaald. 1F verleden tijd van klankvast werkwoord met be-ge-ver-
3F voltooide tijd van klankvast werkwoord met xIn deze week worden de doelen van groep 5 en 6 herhaald.1F gebiedende wijs2F verleden tijd van klankvast werkwoord met t 3F komma uitbreiding
3F voltooide tijd van klankvast werkwoord met v
In deze week worden de doelen van groep 4, 5 en 6 herhaald. In deze week worden de doelen van groep 4, 5 en 6 herhaald.
GROEP 7 MONDELINGE TAALVAARDIGHEID WEEK 1 WEEK 2 WEEK 3 presentatietechniek met aandacht voor: In de leerlijn staat het eerste moment van aanbieden. Alle aangeboden onderdelen worden elke dag herhaald. | (1) De nummers tussen haakjes geven het nummer op de categoriekaart aan. | X Deze doelen zijn niet opgenomen in het referentiekader, maar wel in Staal.
SCHRIJVEN TAAL VERKENNEN
THEMA STRIPSTHEMA FAMILIETHEMA LICHTTHEMA FLITSTHEMA NEDERLANDTHEMA HELDENTHEMA BUITENISSIGTHEMA GELUK THEMA STRIPSTHEMA FAMILIETHEMA LICHTTHEMA FLITSTHEMA NEDERLANDTHEMA HELDENTHEMA BUITENISSIGTHEMA GELUK THEMA STRIPSTHEMA FAMILIETHEMA LICHTTHEMA FLITSTHEMA NEDERLANDTHEMA HELDENTHEMA BUITENISSIGTHEMA GELUK
GROEP 7 1F dialoog schrijven X kenmerken van stripverhalen
1F spreekwoorden en gezegden
1F spreekwoorden en gezegdenX functie van beeld1F dialecten in NederlandX trappen van vergelijkingX afkortingen1F spreekwoorden en gezegden
1F afschrijven van een strip X humor: woordspeling, overdrijving, ironie
X herkomst van familienamenX communiceren met licht1F alineaX invloed van Nederlands op andere talenX odeX schema’sX vaste en vrije dichtvormen
1F/2F scenario en stripverhaal maken hoofdfiguur bijfiguur 1F/2F een dialoog bedenken 1F/2F gedachten uitwisselen
1F/2F een familie beschrijven 1F/2F gedachten uitwisselen 1F/2F familieverhaal voorlezen verstaanbaar voorlezen, intonatie gebruiken, herstellen van verspr
eking 1F familietraditie beschrijven 2F verhaal schrijven met foto’s en bijschriften 1F/2F familieverhaal schrijven emoties
1F/2F verschijnsel verklaren 1F/2F gedachten uitwisselen 2F van een proef verslag doen 2F informatie in een schema ordenen 2F muurkrant maken
1F/2F een gebeurtenis beschrijven 1F/2F gedachten uitwisselen 1F bijschrift schrijven 1F lead schrijven 1F/2F krantenartikel maken
feiten en meningen, vor
mgeving, kop en streamer
1F/2F onderhandelen 1F/2F gedachten uitwisselen 1F/2F les over Nederland geven 2F beeldend schrijven 2F schrijfplan maken 2F les over Nederland schrijven kop
1F/2F standpunt verwoorden
en ondersteunen met argumenten 1F/2F gedachten uitwisselen 1F/2F ode presenteren 2F een heldhaftig persoon beschrijven 2F schrijfplan voor een voordracht maken 2F ode schrijven motivering
1F/2F aantekeningen maken tijdens het luisteren 1F/2F gedachten uitwisselen 1F/2F mini-spreekbeurt houden 2F een tekst schrijven a.d.h.v. aantekeningen 1F samenvatting maken 1F/2F mini-werkstuk schrijven inleiding kern slot
1F/2F gelukwensen 1F/2F gedachten uitwisselen 1F een gelukwens schrijven 1F vrij gedicht schrijven 1F gedicht over geluk maken titel, tekstverzorging
WEEK 1 WEEK 1WEEK 2 WEEK 2WEEK 3 publicatietechniek met aandacht voor:
gestructureerd vertellen,
boeiend vertellen met behulp van vragen en voorwerpen
voor de camera presenteren, gebaren en
gezichtsuitdrukkingen gebruiken
structureren, aandacht trekken met openingszin, attributen laten zien, mentaal draaiboek maken