• No results found

H6 + H6 + DEELDEEL VANVAN H7 - 11/09 H7 - 11/09 NN ATUURKUNDEATUURKUNDE - 5 - 5 VWOVWOPROEFWERKPROEFWERK

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "H6 + H6 + DEELDEEL VANVAN H7 - 11/09 H7 - 11/09 NN ATUURKUNDEATUURKUNDE - 5 - 5 VWOVWOPROEFWERKPROEFWERK"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

N

N

ATUURKUNDE

ATUURKUNDE

- 5

- 5

VWO

VWO

PROEFWERK

PROEFWERK

H6 +

H6 +

DEEL

DEEL

VAN

VAN

H7 - 11/09

H7 - 11/09

Het proefwerk bestaat uit 4 opgaven met in totaal 34 punten. Gebruik van BINAS en grafische rekenmachine is toegestaan. Licht je beweringen toe.

1. Gasontladingsbuis (4 p)

In een gasontladingsbuis geven gassen licht en krijg je altijd een lijnenspectrum. Eerst wordt een elektron uit de kathode vrijgemaakt. Leg kort, maar natuurkundig duidelijk uit

a) waarom het gas in een gasontladingslamp een lage druk moet hebben

b) wat er met een gasatoom gebeurt als een vrijgemaakt elektron op het atoom botst c) waarom het gas dan licht gaat geven

d) waarom dat licht een lijnenspectrum vormt en geen continu spectrum. 2. Inslag meteoriet (9 p)

Op bijvoorbeeld de Aarde, de Maan en Mars vind je rijtjes van

inslagkraters: kraterketens of catenae. Een meteoriet is waarschijnlijk in de atmosfeer uit elkaar gevallen in verscheidene brokken. Op Mars bekijken we een meteoriet van 150 kg die met een snelheid van 12 kms-1

de atmosfeer binnenvalt op een hoogte van zeg 5,0 km. (Zie BINAS zonnestelsel voor de gravitatieversnelling g op Mars). De meteoriet valt in zeven (voor het gemak gelijke) brokken uiteen.

a) Bereken de totale energie van de meteoriet bij zijn intrede in de Marsatmosfeer. (3p) Stel de baan van de meteoriet is een rechte lijn die een gemiddelde hoek van 35o maakt met de

horizontaal (het plaatselijke Marsoppervlak).

b) Bereken de gemiddelde weglengte van de meteoriet in de atmosfeer.(2p) Heb je bij b) geen antwoord gevonden, neem dan een weglengte van 10 km. Bij inslag heeft elk van de zeven brokken nog een snelheid van 11,0 kms-1.

c) Bereken de gemiddelde atmosferische wrijvingskracht langs de baan van de meteoriet. (4p)

3. Foto-elektrisch effect (14 p)

Figuur 1 toont een schakeling voor onderzoek van het foto-elektrisch effect (A=anode). De kathode K is gemaakt van het metaal rubidium (Rb). Met drie

monochromatische lasers schijnen we op het rubidium: - een rode laser met f = 0,450·1015 Hz

- een groene laser met f = 0,560·1015 Hz

- een blauwe laser met f = 0,640·1015 Hz

Alle lasers zenden per seconde evenveel fotonen uit (hun intensiteiten zijn even groot).

a) Bereken voor alle drie lasers de energie van een foton in eV. (3p) b) Laat m.b.v. een gegeven uit BINAS zien dat het

foto-elektrisch effect optreedt bij de groene en de blauwe laser, maar niet bij de rode.

(2p)

(2)

c) Bereken de snelheid waarmee een elektron vrijkomt als het blauwe licht op de

Rb-kathode valt. (4p)

We meten voor de groene en de blauwe laser hoe groot de stroom is als we de spanning UAK

variëren.

Zie hiervoor de rechterzijde van figuur 2 (UAK ≥

0).

d) Verklaar (3p) 1. waarom de blauwe laser een

grotere stroom I oplevert dan de groene als er geen spanning

tussen anode en kathode staat (UAK

= 0 V).

2. waarom bij grote spanning UAK de stroom I bij de groene en de blauwe laser gelijk

is.

Nu willen we er juist voor zorgen dat geen enkele van de vrijgemaakte elektronen de anode bereikt. Daarom gaan we de spanning tussen anode en kathode omkeren: de kathode wordt positief gemaakt, de anode negatief, zodat de

vrijgemaakte elektronen worden afgestoten.

Zie figuur 3 voor de opstelling (+ en – omgedraaid!) en de linkerzijde van figuur 2 (UAK < 0) voor de metingen.

In figuur 2 wordt de remspanning Urem genoemd. Dit is de

(negatieve) spanning tussen anode en kathode die nodig is om geen enkel elektron nog de anode te laten bereiken (I = 0,0 µA).

e) Verklaar waarom de remspanning Urem voor het blauwe licht groter is dan voor het

groene licht. (2p) 4 Veer (7p)

We meten de kracht F die nodig is om het uiteinde van een wasknijper over een bepaalde afstand in te drukken. Het uiteinde van de knijper wordt 9,0 mm ingedrukt, zie grafiek hieronder.

a) Bepaal de arbeid die daarvoor nodig is. (3p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, neem dan 0,18 J.

We leggen nu een gummetje van 20 gram op het uiteinde en laten vervolgens de knijper los. We verwaarlozen wrjving.

b) Bereken de snelheid waarmee het gummetje aanvankelijk omhoog schiet. (2p)

c) Bereken de hoogte die het gummetje na loslaten van de knijper kan bereiken. (2p) (Neem aan dat het gummetje recht

omhoog schiet)

Figuur

(3)
(4)

UITWERKING proefwerk H7 1 Lamp (4p)

a) Lage druk, zodat vrijgemaakt elektron voldoende snelheid kan maken (1p) b) Atoom neemt energie van elektron op, komt in aangeslagen toestand (1p) c) Terugval naar grondtoestand gaat samen met uitzending fotonen (1p)

d) Bij elke overgang hoort specifieke energie, dus specifieke frequente/kleur/lijn; beperkt aantal overgangen, dus beperkt aantal lijnen (1p)

2 Meteoriet (9 p)

a) E = m( ½ v2 + g h) (1p) = 150 ( 0,5 120002 + 3,7. 5000) = 1,08 . 1010 J (2p)

b) L = h / sin (35o) = 5000/0,574 = 8,71 . 103 m (2p) c) Everloren = Ebegin – Eeind = 1,1 . 1010 J – 7 x ½ 150/7. 110002 = 1,73 . 109 J (2p) Everloren = Fwr . s (1p) Fwr = Everloren / s = 1,73 . 109 J / 8,71 . 103 = 2,0 . 105 N (1p) 3 Fotokathode (14p) a) Ef = h·f = 6,626·10-34·0,45·1015 = 2,98·10-19 J = 1,86 eV (rood) idem: 3,71·10-19 J = 2,32 eV (groen) idem: 4,24·10-19 J = 2,65 eV (blauw)

gebruik E = h·f voor energie in J, met h juist (1p) omrekenen naar eV (1p) drie juiste antwoorden (1p) b) BINAS 24: Wu, Rb = 2,13 eV (1p)

dus Ef is bij groen en blauw groter dan Wu, bij rood kleiner (1p)

c) Ek = Ef – Wu = 2,65 – 2,13 = 0,52 eV (1p)

omrekenen naar J  8,33·10-20 J (1p)

Ek = ½ ·m·v2 met me = 9,1·10-31 kg (1p)

8,33·10-20 = ½ · 9,1·10-31·v2  v2 = 1,83·1011  v = 4,3·105 m/s (1p)

d) 1. blauw licht: elektronen met meer energie vrij  meer bereiken overkant  meer stroom (2 stappen in de redenering, 2p) 2. bij UAK groot bereiken alle elektronen overkant; intensiteit gelijk, dus gelijke

verzadigingsstroom (1p) e) Blauw: meer Ekin  meer spanning nodig om alle e af te remmen (2p)

4 Veer (7p)

a) (6+12,5+15+17) x 0,002 + 17,5 x 0.001 = 0,1185 J = 0,12 J (3p) b) mgh = 0,12 J , h = 0,12 / 0,020 / 9,81 = 0,61 m (2p)

Afbeelding

3. Foto-elektrisch effect (14 p)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gebruik van BINAS en grafische rekenmachine is toegestaan. Hij rijdt met doodsverachting een helling af en bereikt zonder te trappen een constante snelheid van 74,3 km/h. De helling

Leg met behulp van de figuur precies uit op welke tijdstippen de parachutist zijn grootste snelheid heeftb. {2p} De helling in de (h,t)-grafiek is de snelheid van

gedetecteerd kunnen worden. Voor het gemak: het polonium zit precies in het midden van de volle theepot, die een diameter van 15 cm heeft. De γ-straling gaat even goed door thee

e. Bereken bij welke spanning elektronen die met maximale kinetische energie uit de kathode zijn ontsnapt, net niet meer de anode bereiken.. Heb je bij e) geen antwoord gevonden,

De thans bekende (oude en innovatieve) methoden van onkruidbestrijding op verhardingen verschillen sterk in kosten, effectiviteit en milieueffecten.. Effectief onkruidbeheer

Voor het bestrijden van ziekten en plagen kunt u kiezen uit verschillende mogelijkheden zoals: biologische bestrijding, chemische bestrijding of een combinatie hiervan.. Welke

Aan het eind van week 24 hingen in de afdeling met de meeste koeling 25 vruchten meer per vierkante meter dan in de open afdelingn. Metingen laten zien dat tussen 19 april en

Daarom moet de overheid geld steken in voor lichting en onderzoek naar nieuwe methoden waarmee boeren hun risico’s zelf kunnen afdekken, via verzekeringen of constructies op